Door het hoge salaris en afvloeiingsregeling van Anders Moberg bij Albert Heyn zijn de topsalarissen weer eens op de hitparade gekomen.
Uit de meeste kritische opmerkingen blijkt gewoon jaloezie of afgunst. Nog aangewakkerd doordat de commissie Tabaksblat allerlei regels voor commissarissen voorgesteld heeft.
Zolang deze regels gebruikt worden door het bedrijfsleven en/of de bedrijfs-eigenaren, ook wel aandeelhouders genoemd, is er niets aan de hand. Ieder bedrijf en iedere aandeelhouder kan dan zelf bepalen wat hij er mee doet.
Maar we zien nu al dat de politici op de loer liggen, en die regels zo snel mogelijk tot wet willen verheffen. Weer een stap in de richting van het uithollen van het eigendomsrecht en machtsvergroting van de politici. Het is duidelijk dat er in een vrije (libertarische) maatschappij van een dergelijke wetgeving geen sprake zal zijn.
Veel aandeelhouders hebben tegen de regeling met Moberg geprotesteerd. Maar toen het op stemmen aankwam, de door iedereen vrijwillig afgesproken manier om besluiten te nemen, stemde 97 % vóór aanname van die regeling.
Als aandeelhouder die tegen is, kun je dan twee dingen doen. Je kunt je er bij neerleggen, of je zegt dat je niet meer meespeelt en je verkoopt je aandeel.
Domweg slap is het als nu twee grootaandeelhouders, de Pensioenfondsen ABP en PGGM, een zielige brief schrijven dat ze het er niet mee eens waren, maar wel vóór gestemd hebben, maar met het mes op de keel.
Dit is gelogen. Er was geen mes! Ze durfden op de vergadering niet flink te zijn en tegen te stemmen. Als zij het voorbeeld hadden gegeven, hadden mogelijk meerderen dat gevolgd.