De komst van duizenden werknemers uit Oost-Europa heeft tot een spijkerhard conflict geleid tussen de Tweede Kamer en het kabinet.


CDA en VVD eisen met steun van de LPF dat er pas buitenlandse werknemers worden toegelaten als er geen Nederlanders te vinden zijn voor de vacatures.

Al jaren zijn er geen Nederlanders te vinden die in de land- en tuinbouw willen werken.

Daar werken reeds duizenden Oost-Europeanen, omdat dit werk voor de werkloze Nederlanders blijkbaar niet geschikt is.

Gaat de overheid deze werklozen nu verplichten om bijvoorbeeld asperges te steken?

Staatssecretaris Rutte (Sociale Zaken) hield voet bij stuk en weigert de eis van de kamer in te willigen.

De Tweede Kamer eist dat Oost-Europeanen hier pas mogen werken bij een vacatureoverschot. Het kabinet heeft de grens gelegd bij 22.000 Oost-Europeanen per jaar, die binnen kunnen komen met een “lichte” werkvergunning zonder te toetsen of een Nederlander hetzelfde werk zou kunnen doen.

In het artikel wordt niet uitgelegd wat een “lichte” werkvergunning is, maar er zal daaromtrent wel weer een enorme bureaucratie ontstaan.

Maar waarom een werkvergunning?

In het verdrag van Maastricht is toch geregeld, dat er vrij verkeer van personen en goederen binnen de EU is gegarandeerd.

Geldt dit alleen voor de oude lidstaten?

Duitsland en Frankrijk hebben al besloten om geen werknemers van de nieuwe lidstaten voor 5 tot 7 jaar toe te laten.

Hieruit blijkt maar weer, dat verdragen gemaakt zijn, om geschonden te worden.

En de politici blijven zich maar afvragen hoe het komt, dat de “gewone” burger ze onbetrouwbaar blijven vinden.

De nieuwe slogan: “Europa, best belangrijk” zou veranderd moeten worden in; “Europa, best belangrijk voor politici”. De “gewone” burger heeft hier niets aan, behalve dat het hem nog meer geld gaat kosten.

De idee, dat elk individu kan leven, wonen en werken in de plaats die hem goeddunkt, zonder enige nationaliteit of andere stamkenmerken, is nog ver van verwezenlijkt.

Blijft een utopie dus.