Per 1 juli a.s. kan de consument zijn eigen stroomleverancier uitzoeken. Leve de vrije markt.

Maar helaas is deze markt niet zo vrij als de ministers en tweede kamer doen voorkomen.


Er is namelijk beslist dat de netwerken niet in handen blijven van de elektriciteitsbedrijven, maar ondergebracht zullen worden in een staatsbedrijf. Dit om de leveranties en het onderhoud van het netwerk en nieuwe investeringen in het netwerk te garanderen.

Dezelfde redenen werden opgegeven toen de spoorwegen werden geprivatiseerd. Het spoorwegnet ( in bezit van de overheid) is nog steeds verouderd, waardoor geregeld vertragingen optreden en waar de vervoerder de schuld van krijgt. Het gevolg is dat nu bijna iedereen roept: “zie je wel, privatisering werkt niet, dus moet weer ongedaan gemaakt worden.”

Maar ja, dat is een ander verhaal, ze gebruiken wel stroom maar leveren het niet.

Klant betaalt voor opsplitsing Nuon, las ik in de Telegraaf.

Klanten van Nuon (en andere leveranciers) kunnen na de opsplitsing van energiebedrijven in netwerk- en productiebedrijven (in 2007) een hogere rekening verwachten.

Toeleveranciers, waaronder de Gasunie, eisen voortijdig extra bankgaranties, omdat de netwerken straks niet meer kunnen dienen als onderpand en lenen bij de banken ook duurder wordt.

Bestuursvoorzitter Ludo van Halderen zegt miljoenen euro’s extra kwijt te zijn aan kredieten.

De opsplitsing van de energiebedrijven is niet alleen kosten verhogend, maar het geeft geen enkele garantie dat de overheid wel aan de verplichting voor onderhoud aan en nieuwe investeringen in het netwerk kan voldoen. Bij de eerste de beste “bezuinigingsronde” zal uw geld ergens anders aan worden uitgegeven. Het voorbeeld vinden we terug in het spoorwegnet.

Als de overheid deze privatisering echt wil doen slagen, moet zij alles aan de vrije markt overlaten.

Tenslotte is er geen verschil in het vrije-markt principe tussen het produceren en transporteren van stroom en het produceren en transporteren van welk ander product dan ook.