Vorige week vertoonde het NOS-journaal en de gezamenlijke dagbladpers een satellietmap van de aardatmosfeer. “Noord-West Europa en vooral Nederland heeft de smerigste lucht ter wereld”, zo dacht men het geinteresseerde publiek wijs te kunnen maken. Een frappant voorbeeld van een hele leugen, verpakt in een halve waarheid.

De satellietwaarnemingen zijn niet direct te vertalen in de concentraties op leefniveau. Met de satelliet wordt een zogenaamde kolommeting uitgevoerd: men meet namelijk de totale hoeveelheid stikstofdioxide (NO2) vanaf grondniveau tot aan de buitenrand van de atmosfeer. De kolommetingen van de satelliet Sciamachy worden vervolgens vertaald naar het gehalte NO2 in de onderste kilometer van de atmosfeer. De relatie tussen kolomwaarneming en grondconcentratie hangt echter sterk af van de lokale omstandigheden. Waarnemingen vanuit de ruimte en vanaf de grond vullen elkaar aan. RIVM werkt samen met KNMI, TNO, ESA en NASA aan het verbeteren van de kwaliteit van satellietmetingen van onder meer NO2.

Er werd door de media niet verteld, of die map de grondconcentratie NO2 in beeld bracht of niet. Ten onrechte werd gesuggereerd, dat het NO2-gehalte maatgevend is voor de mate van luchtverontreiniging.

Grootschalige luchtverontreiniging
Bij “grootschalige luchtverontreiniging” worden twee typen onderscheiden; deeltjesvormige luchtverontreiniging en fotochemische luchtverontreiniging. Fijn stof is de graadmeter voor de mate van deeltjesvormige luchtverontreining en ozon voor de mate van fotochemische luchtverontreiniging. Stikstofdioxide is daarbij van minder betekenis.

Grootschalige luchtverontreiniging schaadt longen, hart en bloedvaten

Fijn stof
De gezondheidseffecten kunnen we schatten door de internationaal verzamelde gegevens naar de Nederlandse situatie te vertalen; zo is in 1997 geschat dat in Nederland bijna 4.000 (in 2001 ongeveer 5.000) mensen per jaar door blootstelling aan fijn stof vroegtijdig sterven aan luchtwegaandoeningen en hartvaatziekten. Een groot aantal tijdreeksanalyses laat zien dat er door meer deeltjesvormige luchtverontreiniging meer mensen sterven en meer mensen voor luchtwegklachten naar de huisarts en voor opname naar het ziekenhuis gaan (Verhoeff et al., 1996). Ook het gebruik van medicatie voor astma neemt door fijn stof toe (Pope et al., 1995; Katsouyanni, 1996).

Concentraties fijn stof dalen afgelopen jaren

Op grond van Britse gegevens kunnen we voorzichtig aannemen dat de concentraties fijn stof in Nederland eigenlijk al meerdere decennia aan het dalen zijn. Sinds 1992 wordt fijn stof systematisch gemeten in het Landelijke Meetnet Luchtkwaliteit (RIVM, 1996b); de resultaten van deze metingen bevestigen de daling in de concentratie fijn stof.

Smog
Smog ontstaat op mooie zomerdagen onder invloed van zonlicht en de uitstoot van vooral verkeer en industrie. Ozon is de meest reactieve en toxische component van smog.

Het effect van smog op de gezondheid is dat de ernst, duur en frequentie van luchtwegklachten toeneemt. Zomerse smogepisoden zijn per jaar verantwoordelijk voor ongeveer 800 ziekenhuisopnamen voor luchtwegaandoeningen (3,7%) en voor naar schatting 10% van de huisartsbezoeken voor luchtwegproblemen (ruw geschat 100.000 consulten). Kinderen blijken het meest gevoelig te zijn voor de effecten van smog (Preller et al., 1996), maar ook ouderen zijn hiervoor relatief gevoelig. Naar schatting is bij meer dan 10% van de kinderen in de leeftijd van 7 tot 12 jaar (ofwel 230.000 kinderen) door smog de longfunctie op tenminste één dag in de zomer tijdelijk verminderd (RIVM, 1997a).

Nederland blijft ruim onder de ozonnorm

Door de dalende trend van hoge ozonconcentraties blijft Nederland ruim onder de ozonnorm voor de volksgezondheid voor 2010. De Europese norm voor blootstelling van de bevolking aan hoge concentraties ozon betreft een streefwaarde van 120 µg/m3, voor de hoogste 8-uursgemiddelde ozonconcentratie per dag. Deze mag vanaf 2010 niet vaker worden overschreden dan 25 dagen per kalenderjaar, gemiddeld over drie jaar. De doelstelling voor de lange termijn, na 2010, is dat deze streefwaarde op geen enkele dag meer wordt overschreden.

Het aantal dagen met hoge ozonconcentraties (boven 120 µg/m3) is in 2002 gedaald tot gemiddeld 5 dagen over Nederland. In Zeeland, de Randstad en onder Eindhoven kwamen nog de meeste dagen voor met hoge concentraties. Het maximum aantal dagen bedroeg in 2002 9 dagen. De norm van 25 dagen is al geruime tijd niet meer overschreden. Dit beeld bevestigt de aanwijzingen dat hoge ozonconcentraties hier en elders in Europa lijken te dalen. De meest waarschijnlijke oorzaak hiervoor is de reductie van de uitstoot van stoffen waaruit ozon wordt gevormd in Europa (RIVM & CBS, 2003a).

Buitenlandse bronnen bepalend voor grootschalige luchtverontreiniging

De mate van grootschalige luchtverontreiniging in Nederland wordt behalve door de uitstoot van lokale bronnen, zoals verkeer, landbouw en industrie, vooral (voor 60-80%) bepaald door de uitstoot van buitenlandse bronnen. Er is namelijk sprake van een stapeling van uitstoot afkomstig van vele verschillende bronnen verspreid over heel Europa. De luchtverontreiniging kan zich bovendien over grote afstanden verplaatsen. Dit maakt de luchtverontreiniging tot een continentaal verschijnsel. Echter, de suggestie, dat alleen de EU zo’n beleid zou kunnen bepalen, laat staan zou mogen afdwingen, berust op een drogreden. Immers het belang van de volksgezondheid telt voor elk land afzonderlijk in praktisch gelijke mate.

Zie o.a.:
http://www.rivm.nl/vtv/data…
http://www.rivm.nl/vtv/data…

3 REACTIES

  1. door de hoeveelheid artikelen die de heer Stulemeyer heeft gepubliceerd op deze site, lijkt het alsof hij overal verstand van heeft.
    Niets is minder waar,
    Zojuist heb ik bovengaande artikel over luchtverontreiniging gelezen en hier slaat Dhr Stulemeyer de plank volledig mis.
    Dhr stulemeyer heeft op ingenieuze wijze een aantal bronnen opgezocht waarin nog getwijfeld wordt aan de correcte meetwijze van het probleem.
    Als hij zich neutraal had ge-uit had hij óók de bronnen kenbaar moeten maken waaruit blijkt dat er wel degelijk grote problemen zijn aangaande luchtverontreiniging.
    Dhr Stulemeyer leest trouwens teveel.
    De lucht kwaliteit in Nederland is met eigen lichaam simpel te ervaren door uw zintuigen te gebruiken (iets wat voor sommigen tegenwoordig erg moeilijk schijnt te zijn).
    Wat Dhr Stulemeyer wil bereiken met dit artikel is mij geheel onduidelijk, al heb ik wel een vermoeden.

  2. [1]
    Sterke argumenten, doch waar slaat de heer Stulemeyer de plank mis ?, en wat is uw vermoeden? etc…….

    Bij voorbaat dank voor uw uitleg.

Comments are closed.