Politieke toverformules vormen een belangrijk propaganda instrument voor de staat om de politiekecorrectheid, de door de staat gewenste meningen, te verspreiden. Zo hoeven politiekcorrecte bezweringsformules nooit te worden onderbouwd, ze zijn een gegeven waarheid op zich en het roepen daarvan is al voldoende bewijs voor wat men betogen wil.

Verder etaleert degene die zo’n bezwering gebruikt eenduidig zijn onwankelbare politiekcorrecte zuiverheid-in-de-leer en daarmee zijn hoge morele- en ethische gehalte terwijl de andersdenkende die de bezwering ondergaat per definitie al veroordeeld is als een immoreel en zeer fout zwijn: hij heeft de discussie op voorhand al verloren en staat verder volkomen weerloos terwijl er absoluut niets is wat hem nog kan redden.

In de jaren 80 gold de Centrum Partij (CP) als de standaard maat voor Zeer Fout. De helft van het NOS-staatsjournaal en driekwart van de staatsactualiteitenrubrieken werden gevuld met verwijzingen naar de slechtheid van deze ‘extreemrechtse’ (= slecht, standaard linxe bezwering) partij in het algemeen en de fractieleider daarvan, Hans Janmaat in het bijzonder. Willekeurige geïnterviewden over welk onderwerp ook die ergens in hun betoog dreigden af te wijken van de voorgeschreven politiekcorrect zuivere koers werden er direct attent op gemaakt dat de CP/Janmaat er ook dergelijke foute ideeën op nahielden en dat was doorgaans voldoende om de dwalende snel tot inkeer te brengen. Men kon de fraaiste argumenten naar voren brengen maar het onverbiddelijke ‘dat vindt de CP/Janmaat ook’ maakte een einde aan ieder betoog. Deze toverformule werd zelfs preventief gebruikt als het vermoeden bestond dat de geïnterviewde wellicht een staatsongewenste mening zou kunnen ventileren. Men gebruikte dan de formulering: ‘volgens CP/Janmaat is… wat vind u daarvan ?” om het een en ander in het gareel te houden. Het slachtoffer hing altijd want iedere politiekcorrect ongewenste mening zou van hem een aanhanger van de CP maken.

Het Pavlovachtige opplakken van het predikaat ‘extreemrechts’ op andersdenkenden en het wijzen op het immer dreigende gevaar daarvan door linx is een jarenlange succes(tover)formule geweest die het door overmatig gebruik niet meer zo goed doet terwijl vreemd genoeg dat gevaar in het echt doorgaans bestaat uit een dozijn Neanderthalers die periodiek met opgeheven rechterarm ergens door een straatje paradeert terwijl het politiekcorrect hooggeachte linxetremisme in zijn diverse vormen (Bader Mijnhof, Rode Brigades, Rara, ETA, anti-globalisten, krakers, dierenextremisten en wat er nog meer aan dat soort gespuis rondsluipt) ondertussen voor miljarden aan schade heeft aangericht en vele mensenlevens heeft gekost maar dat schijnt dan totaal ongevaarlijk te zijn, het is zelfs vertegenwoordigd in de kamer (SP, GL, D66 en PvdA) en wordt voor het overgrote deel door de staat in leven gehouden met subsidies.

Iemand van discriminatie of racisme beschuldigen is een variant op de bovengenoemde verwijzing naar rechtsextremisme en het effect daarvan wordt ook steeds minder merkbaar vanwege het te royale gebruik de laatste jaren.

In België is de toverformule ‘extreemrechts’/’racistisch’ ondertussen nog wel voldoende gebleken om een voor de gevestigde orde gevaarlijke partij door de staatsgetrouwe rechter verboden te krijgen: dus om kiezers van staatswege te beperken in hun keuzemogelijkheden en dat zogenaamd om de democratie te redden. Bij ons is het nooit zover gekomen ondanks de voorstellen toentertijd uit de linxe hoek om de CP te verbieden toen die in de peilingen sterk leek te groeien. En toen Pim echt gevaarlijk begon te worden voor de middeleeuws feodale regentenkaste hier werd er een heftige staatscampagne opgezet om de kiezers af te schrikken door Pim als een gevaarlijke neonazi af te schilderen. Dat ging met behulp van 2 toverformules: Pim werd in het begin als slechts staatshinderlijk en amusant ervaren en daar hoort de bezwering ‘populist’ bij maar toen hij echt gevaarlijk bleek kreeg hij een upgrade naar ‘extreemrechts’. Dat is precies de fasering die Geert Wilders nu doorloopt, eerst werd er lacherig over hem gedaan en nu hij groter lijkt te worden dan het CDA en de VVD is hij gevaarlijk rechts.

Onnodig te zeggen dat deze bezweringen zijn uitgewerkt en daarom zijn de linxe kerk en haar instrument de staat doorlopend op zoek naar nieuwe toverformules. Het bouwen aan ‘onze multiculturele samenleving’ heeft het een tijdje aardig gedaan, evenals ‘het voorkomen van tweedeling in de samenleving’ maar dat heeft niet echt stand gehouden omdat er in geen velden of wegen een multiculturele samenleving te bekennen valt en omdat twee- of meerdeling van de samenleving een normaal verschijnsel is waar niets aan mankeert. De laatste tijd is ‘integratie’ helemaal in en hiermee komt een andere handige eigenschap van zo’n bezweringsformule naar voren: alle mogelijke dwangmaatregelen door de staat zijn zonder beperking en nadere toelichting of rechtvaardiging toegestaan als men maar het juiste toverwoord gebruikt. Om de ‘integratie te bevorderen’ (toverformule) wil de staat Nederlandse kinderen opofferen door blanke ouders te dwingen hun kinderen naar voor hun ongewenste scholen te sturen omdat de staat vindt dat Nederlandse kinderen daar verplicht met buitenlandse kinderen zouden moeten omgaan. Alsof mensen zelf niet in staat zijn om te bepalen met wie zij en hun kinderen wel of niet in aanraking willen komen. Een variant daarop is de roep om invoering van de nieuwe vorm van slavernij, de sociale dienstplicht zodat mensen die elkaar van nature mijden door de staat aan elkaar opgedrongen gaan worden. Het idee hierachter is dat de machthebbers nu eenmaal vinden dat het volk in het multiculturele ideaal moet geloven geloven en als het volk daar niet aan wil dan moet het maar met de knoet gedwongen worden.

De allernieuwste linxe bezwering is het ‘zich gekwetst voelen’. Men mag absoluut niets doen of zeggen waardoor staatsfavoriete groepen zich gekwetst zouden kunnen voelen. Die mensen schijnen opeens het grondrecht gekregen te hebben om zich niet beledigd te hoeven voelen en daarmee is de vrijheid van meningsuiting opeens afhankelijk geworden van allerlei al of niet vermeende gevoeligheden bij willekeurig wie.

We hebben dus volledige vrijheid van meningsuiting en mogen alles zeggen wat we willen, maar moeten daar ‘verantwoord’ (nog een bezwering) mee omgaan en mensen niet ‘onnodig’ (weer een) kwetsen.

Ik ben in deze zeer poltiekcorrect omdat ik nooit mensen onnodig kwets, ik kwets mensen alleen als het nodig is.