(de kernpunten van het sociale vraagstuk)

Vandaag herdenken wij de slachtoffers die vielen voor het herwinnen van de vrijheid.
Dit geeft mij aanleiding een korte beschouwing te wijden aan de ontwikkeling van een collectivistische staatsmodel van het moderne Europa ten koste van het begrip ‘individualiteit’ en van de teloorgang van de individuele vrijheid in Europa gedurende de laatste 150 jaar.

Wanneer wij op zoek gaan naar de oorzaken van de politieke instabiliteit van Europa stuiten wij al heel gauw op de invloed van de Verlichting op de economische en van het verlichtingsdenken op de staatkundige ontwikkeling van dit subcontinent.

Op economisch terrein bracht de technisch-wetenschappelijke ontwikkeling sinds de Verlichting een enorme opleving teweeg.
Op staatkundig-politiek gebied gaf het verlichtingsdenken aanleiding tot de ontwikkeling van verschillende staatkundige modellen in de verschillende landen, afhankelijk van de historisch-culturele tradities, ambities en mogelijkheden van de diverse maatschappelijke krachten binnen de Europese staten. Grofweg leidde een en ander in de 20e eeuw tot een ideologische tweedeling binnen het Europese subcontinent, t.w.
1. De ontwikkeling van het marxisme in het Oostelijk deel, dat sterk hiërarchisch- religieuze tradities heeft.
2. De ontwikkeling van liberale democratieën in het Westelijk deel van Europa -middels de klassiek-liberale beginselen van Locke, de Trias politica van Montesquieu en gesteund door het kolonialisme-

Deze en andere ontwikkelingen verliepen asynchroon en droegen in belangrijke mate bij tot de verstoring van het machtsevenwicht, die in de vorige eeuw tot de beide wereldoorlogen heeft geleid.

Ideologische en economische verschillen binnen de Europese politieke constellatie
Na de herovering van het traditioneel Duitstalige Elzas-Lotharingen door Bismarck in 1871 bestonden de Duitse aspiraties in de consolidering en uitbreiding van een “Duitse” continentale invloed. Dit stond mede in verband met het feit, dat de Duitse Bondsstaat als een van de weinige Europese landen geen koloniĂ«n bezat. De vele buurlanden, waaronder het begrijpelijkerwijs wraakzuchtige Frankrijk, voelden zich door de Duitse Keizer Wilhelm II en zijn opvolgers bedreigd en streefden politieke allianties na. Sinds -laten we zeggen- het communistisch manifest (1848) speelden vooral de sociale (collectivistische) ontwikkelingen in Duitsland en Rusland een belangrijke rol in het politieke en filosofische denken binnen Europa.
Nu kende het marxisme op z.g. wetenschappelijk historische gronden aan het proletariaat een zogenaamd ‘klassenbewustzijn’ toe, waaraan de proletariĂ«r een (valse) identiteit meende te kunnen ontlenen. Het gaf hem de overtuiging door zijn solidariteit en kameraadschap uit de sociale ellende te worden bevrijd. Maar hiermee werd niet alleen hem, maar in feite de individuele burger als zodanig het formele recht op de ontwikkeling van een eigen identiteit ontnomen.Sterker nog: op basis van zijn valse historische model eiste het marxisme ook de absolute staatsmacht op.

Intussen experimenteerden de Duitsers binnen de Bondsstaat met hun eigen vormen van staatscollectivisme, het socialisme, dat in 1933 culmineerde in de machtsgreep van het nationaal-socialisme door A. Hitler.
Het is lang niet algemeen bekend, dat Rudolf Steiner (de latere grondlegger van de antroposofie) reeds in 1919 de psychologische oorzaken van de Eerste Wereldoorlog vond in de ontkenning van de waarde en de rechten van het individu door de toenmalige ontwikkeling en toepassing van het (Pruisische) Staatsbegrip. Hij waarschuwde met de grootst mogelijke nadruk tegen de gevaren die daarmee gepaard gingen. Hij bestreed dan ook het idee van staatsgefinancierd onderwijs met alle middelen en ontwierp en ontwikkelde in plaats daarvan het idee van de “vrije school’ die wij nu nog zien, zij het op andere wijze dan door hem bedoeld was. Hij wees bovendien op de noodzaak tot ontkoppeling van politiek en economie en van politiek en kunst, hetgeen in strijd is met de collectivistische praktijk. In die zin zou ook hij een Duitse vertegenwoordiger van het libertarisme kunnen worden genoemd.(1)

De na-oorlogse sociale ontwikkeling
Het is wrang te bedenken, dat uitgerekend het Wirtschaftswunder -het Duitsland, dat na WO2 onder auspiciĂ«n van de klassiek-liberale econoom Ludwig Erhard werd herschapen tot de meest welvarende grote natie van het Europese continent (2)- na de val van de Berlijnse Muur in een ongekende naoorlogse economische malaise terechtgekomen is, omdat het is teruggevallen tot hetzelfde soort collectivisme dat uiteindelijk tot de economische en politieke crises in het Europa van de eerste helft van de 20e eeuw heeft geleid. De Duitser lijkt nog steeds niet genoeg identiteitsbesef te hebben om zijn eigen ‘Leitkultur’ op te brengen (3). Hij -en in zekere zin ook de moderne ‘Europeaan’- lijkt maar steeds te twijfelen aan zijn eigen individualiteit, omdat hij het slachtoffer is van een sociaal-democratisch opgedrongen en dus vals identiteitsbesef.

Het gebeurt juist dezer dagen, dat Europese politici op basis van een pseudo-wetenschappelijk sociaal-democratisch dogma, hetzelfde collectivistische dogma, dat verantwoordelijk is voor de socialistische en communistische debacles van de 20e eeuw, een politieke unie tot stand trachten te brengen. Die unie is om precies dezelfde redenen tot mislukken gedoemd als destijds het Derde Rijk en de Sowjet-Unie, namelijk omdat die unie slechts een bureaucratisch monstrum is, dat niet gedragen wordt en evenmin rekening houdt met het natuurlijke karakter van het menselijk individu. Het vertegenwoordigt een funest collectivistisch gedachtegoed, waartegen vele geleerden, historici en economen en anderen al lang geleden gewaarschuwd hebben en nog waarschuwen. Denk aan Ayn Rand, Rudolf Steiner, Ludwig von Mises, Wilhelm Roepke, Friedrich von Hayek om enkelen met name te noemen, zonder anderen tekort te willen doen.

Laten wij daarom beseffen, dat wij onze vrijheid en vrede niet dank zij, maar vooral ondanks die sociaal-democratie beleven, en aan de visie en moed van individuele leiders en bevrijders te danken hebben, die hun leven riskeerden en gaven voor de verdrijving van de tirannie van diverse vormen van collectivisme, dat een eeuw lang zoveel oorlogsellende over dit continent heeft uitgestort.
Daarnaast danken wij onze -weliswaar kwijnende- welvaart aan een -zij het beperkte- mate van respect voor de vrije individuele ontplooiing en voor economische vrijheid, die in Europa helaas zijn langste tijd gehad lijkt te hebben.

Ik ga het boek van Mary Ruwart: ‘Healing our world in an age of agression’ lezen (4).
———-
Referenties:
(1) Die Kernpunkte der sozialen Frage in den Lebensnotwendigkeiten der Gegenwart und Zukunft, Basel 1919
(2) http://www.ub.rug.nl/eldoc/…
(3) http://www.liberales.be/cgi…
(4) Zie commentaar en links: https://www.vrijspreker.nl/b…

1 REACTIE

Comments are closed.