Twee jofele Mokummers, Koos en Moos ontmoeten elkaar in de Bijlmerbajes. Koos is kok en Moos heeft als ober in een bekend restaurant gewerkt. Het zijn beiden z.g. onderwereldfiguren en zijn allebei wegens oplichting veroordeeld.
Ze leren elkaar in de gevangenis eigenlijk pas goed kennen. Ze zullen binnenkort tegelijk vrijkomen en willen beiden hun leven beteren. Nog tijdens hun gevangenschap besluiten ze na hun vrijlating een nieuw eethuis, “Koos & Moos” genaamd, te openen. Ze hebben geluk en openen hun nering in de voormalige Oesterbar aan het Leidseplein.
Als bekenden van de politie kunnen ze rekenen op een vaste cliëntèle onder de Amsterdamse penose. Hun concurrenten verwachten, dat de zaak het geen half jaar uithoudt, maar wat blijkt ?
Wonder boven wonder gaat het goed, heel goed zelfs.
Langzamerhand wordt duidelijk hoe de relatie tussen de eigenaren zich ontwikkelt: Koos en Moos kennen elkaar zo goed, dat ze weten, wat ze wel en niet aan elkaar hebben. De continuïteit van de exploitatie van het eethuis staat voorop. Het is een ontmoetingsplaats voor de scene, waarmee Koos en Moos hun relatienetwerk kunnen uitbouwen. Hun werkterrein is de “buitenwereld”. Zo ontwikkelen ze allerlei “nevenactiviteiten” en heeft niemand belang bij ruzie. Hoewel die activiteiten voor 90% uit economische delicten bestaan worden ze door justitie met rust gelaten.
De politiek werkt op soortgelijke wijze samen als Koos & Moos b.v.. Maar politici hebben enkele zeer grote voordelen t.o.v. Koos en Moos:
1) Ze ontwerpen hun eigen wet- en regelgeving en staan zodoende als het ware boven de wet. Ze werken “legaal”;
2) Ze kunnen ongestraft “legale” dwangmaatregelen bedenken en laten opleggen;
3) Hun “buitenwereld” is praktisch onbegrensd in ruimte (territorium) en qua wet- en regelgeving;
4) Ze hebben een vast maandinkomen en werken wat dat betreft risicovrij. Hun zwaarste straf is uitsluiting uit de scene, maar ook dan worden ze nog vertroeteld met een riante wachtgeldregeling;
5) Ze werken minder dan de helft van de tijd als Koos en Moos en genieten daarbuiten nog allerlei privileges;
6) Hun werknemers zijn ambtenaren en worden derhalve uitsluitend door de belastingbetaler betaald.
Ik heb een voorbeeld gegeven van wat door sociologen verstaan wordt onder “strategische handelen”.
Strategisch handelingsanalyse is geen toverwoord waarmee men in één klap alle complexiteiten en tegenstrijdigheden van het sociale handelen inzichtelijk kan maken. Het is wel een benadering waarmee men het meervoudig sociaal gestructureerde handelen van mensen en de institutionele contexten waarbinnen zij figureren, stapsgewijze kan ontcijferen.
Litteratuur:
http://www2.fmg.uva.nl/soci…¤3