Van alle menselijke emoties is de wanhoop het minst nuttig. Angst behoedt je voor al te grote schade, trots brengt je tot staaltjes van daadkracht die je anders nooit had vertoond en liefde maakt de omgang met je medemens zoveel makkelijker. Wanhoop, daarentegen, is een teken van zwakte, een voorbode van de nog grotere fouten die je zal gaan maken in de toekomst, naast het nu wanhopig zijn.

Wanhopige bedrijven op de rand van faillissement nemen riskante opdrachten aan, managers die vrezen voor hun positie zullen hun tijd besteden aan het onderschoffelen van concurrenten in plaats aan het verbeteren van hun eigen presteren, en iemand die zijn partner van hem af ziet keren zal in zijn wanhoop de kloof tussen haar en hemzelf nog groter maken.

Wanhoop heeft naast deze contraproductiviteit van jezelf in de vingers snijden ook nog een sociale component: wanhoop is voelbaar door anderen. Alsof ieder mens instinctief kan aanvoelen wanneer de ander op de rand van de afgrond staat, kan weten wij wanneer iemand geen kant meer uitkan. De wanhoop die dan optreedt maakt het werk af, op fouten volgen grotere frustraties waarop grotere fouten volgen.

Als wanhopige noodgrepen en de fouten die daarop volgen, zo zou je de pro-grondwet campagne gevoerd door het politieke establishment kunnen beschrijven. Ondanks dat de steun voor de Europese Grondwet kamerbreed is, van extreem-links tot stevig rechts, van liberaal tot conservatief, kunnen de heren politici niet verder komen dan waarschuwingen, dreigementen en uiteindelijk intimidatie.

Naarmate de datum van het referendum voor de Europese grondwet dichterbij kwam, bewogen de peilingen in het voordeel van de eurosceptische marginalen, hetgeen de angst onder de zittende regering voor een mogelijk nee-stemmen op 1 juni deed vergroten. Het begon met voorzichtige-doch-dringende ongevraagde stemadviezen. Een minister Brinkhorst die de Elsevier lezers waarschuwt voor een inzakkende economie als de grondwet verworpen wordt. Een strategische zet wellicht, om de ondernemersvriendelijke euroscepticus Wilders de wind uit de zeilen te nemen. Maar de tendens naar een “nee” stem in de peiling keert desondanks niet.

Tijd voor zwaardere middelen. Minister van Justitie Donner van de “normen-en-waarden” partij CDA stelde tegenover zijn eigen achterban dat een afwijzing van de Europese Grondwet gelijk is aan een Balkan-oorlog op Europees niveau. Het getuigt natuurlijk wel van een morele integriteit als je de vergrijsde CDA-achterban, waarvan de meerderheid bewust of onbewust De Oorlog heeft meegemaakt, de verschrikkingen uit het verleden wil ontzeggen door ze op deze wijze te informeren over de gevaren die het ontbreken van een Europese Grondwet met zich meebrengt. Maar ondanks de waarschuwingen van onze wijze leiders, schijnt het volk een eigen mening te hebben inzake de wenselijkheid van een Europese Staat.

De voorstanders vragen om meer middelen, want de discussie wordt op een “eenzijdige wijze gevoerd”. De premier, J.P. Balkenende mengt zich ook in de campagne, want de publieke tegenstanders van het project “spelen met vuur”. De jongerenafdeling van de meest pro-Europese Grondwetpartij, D66, wordt ingezet om een populaire euroscepticus te volgen tijdens zijn tourNEE door het land, en waar nodig is zijn uitspraken te corrigeren. Als een groepje pukkelige studenten een aantrekkelijke vrouw dag in dag uit door het land zouden volgen, heet het “stalken”. Maar als het een politieke tegenstander betreft, is stalken een activiteit die met subsidie gestimuleerd dient te worden.

Ondanks de dringende waarschuwingen, de ongevraagde stemadviezen en de volgploegen ambitieuze jonge proto-politici die leden van de oppositie lastig vallen, weet de regering het tij niet te keren. Zoals het er nu voorstaat, wordt de Grondwet op 1 juni weggestemd. Met een vrij smalle marge van 1 a 2 procent, dat wel. Sterker, uit verschillende media blijkt dat de Nederlander op zich niet zo anti-Europese Grondwet is, maar dat de voordurende waarschuwingen en intimidaties van de zittende politiek aan het adres van sceptici en twijfelaars de balans heeft doen doorslaan in het nadeel van datzelfde politieke establishment. Het is verwonderlijk waar wanhoop schijnbaar weldenkende mensen toe leidt.
Kortom, zelfs op ht terrein waar de overheid een monopolie bezit, namelijk dat van de gesubsidieerde intimidatie en desinformatie, faalt het nog jammerlijk in haar doelstelling.

Een bijdrage van: J.M.W. van Baarn