Het blijkt heel vaak dat de begrippen “objectivisme” en “libertarisme” niet geheel duidelijk
zijn, en met elkaar verward worden. Dit geeft dan weer aanleiding tot allerlei misverstanden,
die zelfs zo ver kunnen gaan dat sommige “objectivisten” en “libertariërs”
niets meer met elkaar te maken willen hebben.*)

Laten we over beide begrippen eens uitweiden en aan de lezers de vraag stellen of dit artikel de zaak heeft verduidelijkt, of ,dat er nog onduidelijke facetten zijn. Als dit laatste het geval is, kunnen we er in een volgende
Vrijbrief op terugkomen. Stuur uw artikel of vraag in, en het zal zeker behandeld worden. **)

Wat is “objectivisme”? Barbara Branden definieerde eens;
“In tegenstelling tot de overheersende dogma’s van het mysticisme, altruïsme en collectivisme is Objectivisme een filosofie van de rede, eigenbelang, individualisme en kapitalisme.”

Het Objectivisme is ontwikkeld door Ayn Rand. Zij heeft het vooral bekend gemaakt via haar romans en andere publikaties.Het is een alles omvattende filosofie en het is onmogelijk om deze in één (of meer) artikels aan iedereen duidelijk te maken. Wij raden u daar.om zeer sterk aan om boeken op dit gebied te lezen. Vooral de boeken van Ayn Rand.

De filosofie van het objectivisme is op zichzelf niet moeilijk. Het geheel zit logisch ,en eenvoudig in elkaar. Het probleem is dat de mensen vanaf het moment Van hun geboorte zoveel “gehersenspoeld” worden, dat ze niet meer logisch kunnen denken. Net als Ayn Rand zelf, komen steeds meer objectivisten tot het punt dat ze ophouden met debatteren en alleen maar
vragen beantwoorden. Debatteren blijkt geen zin te hebben.
Overigens noemen de echte objectivisten zichzelf niet “objectivisten”, maar: studenten (of beoefenaars) van het objectivisme (students of objectivism), Dit omdat niemand alwetend of onfeilbaar is. In het vervolg van dit artikel spreken we echter eenvoudigheidshalve over
objectivisten.

Als we over het objectivisme praten of schrijven is uiteraard heel veel van onze kennis afkomstig uit die publikaties van Ayn Rand. We zullen dit echter niet elke keer vermelden:
Het objectivisme bestrijkt het complete vlak van de filosofie, en wél alle vijf terreinen:

1. Metaphysica – de leer van het zijn. Wat is, dat is. Bekend is het uitgangspunt: “Het Bestaande Bestaat” (Existence exists). Het is frappant dat zelfs over deze uitgangshypothese discussie kan ontstaan. Het verst ging een opposant die stellig meende dat “het onbestaanbare bestaat”. Volgens ons is dan geen verdere discussie meer mogelijk.

2. Epistemologie of kennisleer bestrijkt het terrein van het opdoen en gebruiken van kennis. Het terrein van het denken. Denken is een proces van identificatie en integratie. Het is zaak steeds te bepalen: “Wat is het”, en door middel van logika het juiste antwoord te vinden. Logica is de kunst van niet tegenstrijdige identificatie. Bekend is de bij Rand steeds terugkomende stelling: “Tegenstrijdigheden kunnen niet bestaan” (Contradictlons cannot exist). Als u een tegenstrijdigheid tegenkomt, controleer dan uw uitgangspunten. Ergens is er dan een fout.

3. Ethiek. De basisdeugd van de mens is “denken”. Alle andere komen daaruit voort.
Objectivisme is een moraliteit van de rede, en de deugden die er logisch uit volgen zijn:
rationaliteit, onafhankelijkheid, integriteit, eerlijkheid, rechtvaardigheid, productiviteit en trots .

4. Politiek is, of hoort te zijn, de wetenschap die bestudeert hoe de mensen met elkaar moeten samenleven (politeia = stad). Het woord heeft echter een heel andere betekenis gekregen. Zelfs een ongunstige betekenis; in de zin van geritsel en gesjoemel.
De politiek, de regels en wetten zijn geheel gebaseerd op de menselijke opvattingen over de hierboven genoemde drie hoofdstukken.
Als die menselijke opvattingen gebaseerd zijn op tegenstrijdigheden, op irrationaliteit en niet op feiten, op onrechtvaardigheid enz., dan zal ook de samenleving in de maatschappij dit uitbeelden. Het is de situatie waarin we nu zitten; een situatie waarin steeds meer mensen ongelukkig worden en waarin we steeds verder bergafwaarts gaan.

5. Esthetica.
Dit is een geheel afzonderlijk hoofdstuk, en we zullen een schrijver zoeken .
die dit eens wil behandelen.
Over veel van tot nu toe genoemde begrippen kunnen en moeten we veel uitgebreider en duidelijker zijn. In volgende Vrijbrieven zullen we daar regelmatig op terugkomen.

Wat is nu het Libertarisme? Het Libertarisme is een politieke filosofie, die gebaseerd is op de individuele vrijheid en verantwoordelijkheid van ieder mens. De stelling geldt dat ieder mens recht heeft op zijn eigen leven, en dat geen enkel mens (en ook geen groep mensen, en ook niet de overheid!) geweld, dwang of fraude mag beginnen tegen een ander.
Tot deze stelling komt het Objectivisme door logische redenering, maar niet uitsluitend komt het Objectivisme tot die conclusie. Er zijn ook personen die vanuit andere overtuigingen tot deze zelfde conclusie komen. En dat zou kunnen betekenen dat die anderen een foutieve uitgangsfilosofie hebben op het terrein van de metafysica, kennisleer en/of ethiek. Maar dat neemt
niet weg, dat ze het dan op het politiek filosofische terrein wel juist kunnen hebben, en Libertariërs zijn. Uit de praktijk is ook al gebleken dat Libertariërs van “andere” oorsprong later tot het Objectivisme gekomen zijn.
Veel Objectivisten zijn echte puriteinen die niet dulden dat iemand een andere mening hoeft over bepaalde punten dan zoals Ayn Rand dat geformuleerd heeft. Hen wordt (vaak niet ten onrechte) gebrek aan tolerantie verweten.
Jammer is dat deze personen niet rustig tot oplossingen komen. Als ze rationeel met elkaar blijven praten, komen die er echt wel. Want we zullen toch samen iets moeten doen om verder afglijden van de maatschappij af te remmen. Laten we door nuchter, logisch redeneren zorgen om samen die juiste oplossingen te vinden.
—————————————————————————————–

*) Dit stuk is eerder gepubliceerd in de VRIJBRIEF van maart 1981. Het is vandaag nog even geldig als toen. (ook al zouden we het nu misschien wat anders formuleren)Zie www.libertarian.nl/vrijbrie…

**)Eventuele opmerkingen/vragen kunnen uiteraard hieronder als “reactie” gesteld worden.

3 REACTIES

  1. Ooit was Dr A.A.M. Kinneging een liberteir. Had hij geen thesis onder de naam “Libertarisme”?
    Had hij het daarin niet over democratie in het Oude Griekenland?
    Heeftt iemand dat boekje nog en kan zij mij zeggen wat Kimneging toen verkondigde over democratie in het Oude Griekenland?
    Dankje.
    Ivo Cerckel
    philmigrator@yahoo.com

    http://www.nieuws.leidenuni
    De klassieke kerndeugden – verstandigheid, moed, gematigdheid en rechtvaardigheid – zijn eigenlijk aristocratische deugden. Maar democratie is, zoals de door Kinneging bewonderde Tocqueville al zei, een aristocratie van iedereen. Daarom is in een democratie die morele opvoeding juist voor iedereen nodig, en niet alleen voor een handjevol toekomstige aristocratische leiders. In principe zijn we immers allen geroepen, terwijl onmogelijk op de basisschool al voorspeld kan worden wie uiteindelijk uitverkoren zullen zijn. En uitgerekend in een tijd waarin het dus zaak is in iedereen te investeren liggen de bronnen van de deugdenleer te verstoffen in bibliotheken.

    http://60gp.ovh.net/~novaci
    Volgens Kinneging zijn er twee soorten deugden: sociale en individuele. De sociale deugden (rechtvaardigheid en beleefdheid) vooronderstellen de individuele deugden. De individuele deugden, door Kinneging ‘ het spirituele kapitaal’ genoemd, zijn enerzijds gericht op zelfoverstijging (moed, ijver, inventiviteit en doorzettingsvermogen) en anderzijds op zelfbeheersing (zelf-discipline, spaarzaamheid, netheid, bescheidenheid en gematigdheid). Deze deugden zijn abstracte richtlijnen die de mens als het ware bijsturen bij de keuzes van alledag. Het zijn goede gewoontes, die vanouds in het klassieke liberalisme centraal staan.[8] Het is dus niet toevallig dat de markt en de moraal zo sterk met elkaar verbonden zijn. Goed gedrag wordt afgedwongen en beloond op de markt.
    8. Kinneging, A.M.M., Het Spirituele Kapitaal, in Trouw. 30 maart 1996.

    Andreas Kinneging "The Ancients, the Moderns, and Morality," http://members.lycos.nl/con

    Ebenstein p. 561
    Tocqueville in the end pins his hopes on the education of man

    Pericles: Although a few may originate a policy, we are all able to judge it

    http://www.bbc.co.uk/histor
    The Democratic Experiment
    By Professor Paul Cartledge
    The ancient Greeks famously invented democracy. But what was Greek democracy actually like – and how was it different to the 21st-century kind?
    Hayek, Law, Legislation and Liberty , III 2

    It seems to be the regular course of the development of democracy that after a glorious first period,
    in which it is understood as and actually operates as a safeguard of personal freedom
    because it accepts the limitations of a higher nomos
    sooner or later, it comes to claim the right to settle any particular question in whatever manner a majority agrees upon
    This is what happened to the Athenian democracy at the end of the 5th century
    as shown by the famous occurrence to which the quotation at the head of this chapter

    quote from Xenophon
    But the greater number cried out that it was monstrous if the people were to be prevented from doing whatever they wished. …
    Then the Prytanes, stricken with fear, agreed to put the question — all of them except Socrates, the son of Sophroniscus; and he said that in no case would he act except in accordance with the law.

    and in the next century, Demosthenes (and others) were to complain that
    “our laws are no better than so many decrees;
    nay, you will find that the laws which have to be observed in drafting the decrees are later than the decrees themselves.

    In modern times, a similar development started when the British Parliament claimed sovereign, that is unlimited powers, and in 1766 explicitly rejected the idea that in its particular decisions, it was bound to observe any general rules not of its own making.
    Though for a time a strong tradition of the rule of law
    prevented serious abuse of power that Parliament had arrogated to itself.
    it proved in the long run the great calamity of modern development
    that son after representative government was achieved,
    all these restraints upon the supreme power that had been painfully built up
    during the evolution of constitutional monarchy
    were successively dismantled as no longer necessary p.3

    That this in effect meant the abandonment of constitutionalism
    which consisted in a limitation of all powers by permanent principles of government
    was already seen by Aristotle when he maintained that
    “were the laws are not sovereign

    since the many are sovereign not as individuals but collectively

    such democracy is not a constitution at all”

    Nowadays , democracy is a form of government in which no restriction is placed on the governing body.

  2. SOCRATES AND DEMOCRACY

    Socrates irritates TOTALITARIANS because he endlessly searches through
    argument for the reason that lies behind accepted ideas and
    institutions (Ebenstein and Ebenstein, “Great Political Thinkers”, Thomson
    Wadsworth, 2000, 6th ed., p.20).

    Apparently, when people discuss they (have to) submit to the
    (universal) ratio or nomos. Only in that way can they arrive at an objective
    point of view.

    In the Crito, http://classics.mit.edu/Pla… , Socrates wants
    to demonstrate that laws are like parents who deserve respect whatever
    the circumstances. Socrates gives however to the citizen the right to
    persuade the “laws” that their commands are unjust and to convince them
    (the laws) that they were wrong. (I am repeating myself because
    Socrates expresses this at two different places in the dialogue in those two
    different ways.)

    Sullivan says that Socrates did not only question people about justice,
    virtue and piety, but also about DEMOCRACY (Daniel J. Sullivan, “An
    Introduction to Philosophy – The Perennial Principles of the Classical
    Realist Tradition”. Tan Books, 1992, p.28)

    Where, in what dialogue, did Socrates ask his interlocutor what is
    democracy?
    If there is no such dialogue, is that the reason why democracy can mean
    anything today?

    LINK IN MESSAGE = http://classics.mit.edu/Pla

    MESSAGE =
    http://radicalacademy.com/c

Comments are closed.