Het februarinummer van het (Belgische) magazine Test-Aankoop heeft mij met verstomming geslagen. Daar waar de organisatie in het verleden vaak de kaart van de vrije concurrentie trok – zij het allicht nooit fundamenteel op grond van een filosofische overtuiging of gehechtheid aan een wetenschappelijke waarheid – is ze nu helemaal geïndoctrineerd geraakt van politiek correcte denken over eerlijke of ethische handel. Maar ja, dat krijg je nou als zelfs Guy Verhofstadt zich de bescherming van ons Europees sociaal model tot doel stelt…
In het artikel, dat bol staat van het door ons aller Ayn Rand zo verguisde rationalisaties , trekken de auteurs De Rijck en Rousseau op een haast ridicule wijze van leer tegen wat ze de oneerlijke prijsstructuur noemen, zeg maar tegen de oneerlijke handelaars. Want, stel je voor, slechts 15% van de prijs die we voor sommige producten in de winkel betalen gaat naar de grondstoffen en arbeid. Het grote geld, de woekerwinsten, worden, zo leert men, ‘in de verkoop’ verdiend. En dan moeten we veronderstellen dat daar verder geen grondstoffen of arbeid meer aan te pas komen.
De bikkelharde concurrentiestrijd wordt als de oorzaak van alle ellende in de wereld gebrandmerkt. Dat ze zelf met belachelijke sweepstake campagnes, en nu zelfs met oneerbare en ongefundeerde, maar o zo populistische nonsens, keihard om de gunst van de lezers dingen, zijn ze ondertussen in de Hollandstraat wel even vergeten. De mode moet er ook aan geloven. Alleen al omdat we elk jaar weer iets anders aan willen zijn er mensen die van honger omkomen. Godgeklaagd!
Als we nu voor eens en voor altijd en Maopak zouden invoeren, dan kan gelijk het hele marketingbudget van de kledingindustrie aan de cacaoboeren worden geschonken. Kunnen ze misschien ook een GSM kopen – of is dat ook slechts een mode? De mensen hier die van de marketing leven, die de auteurs in een vlaag van abjecte zelfnegatie als ‘uiterste competente vaklui’ bestempelen, zijn klaarblijkelijk competent genoeg dat ze de klap zonder hulp te boven kunnen komen. Bovendien hoeven we met hen geen medelijden te hebben. Nee, want de ethiek, de wetenschap van goed en kwaad, leert ons het dat echt niet door de beugel kan om meer te verdienen dan de medemens.
Hoe we ons moeten gedragen tegenover de marketingmensen die precies van het promoten van zogenaamd ‘ethische’ producten hun ‘onethische’, want zeer lucratieve bezigheid hebben gemaakt, dat is een vraag die het politiek correcte zootje zich bij gebrek aan voldoende hersenen liever niet stelt.
Wat de auteurs er ook niet bij vertellen is welk de criteria precies zijn om van eerlijke of ethische handel te kunnen spreken. 15% naar grondstoffen en arbeid wordt ongetwijfeld als grof geldgewin bestempeld. En uit het verdere verhaal blijkt dat de we tot ‘eerlijke’ producten mogen rekenen deze waarop een verkoopsmarge van 44 en 68% zit. Een nogal ruime foutenmarge, als je het mij vraagt.
Vervolgens durven deze marxisten ook niet zeggen wie de criteria zal vastleggen, wie zal zeggen wat een betere verdeling van de winst is, en vooral voor wie hij beter of minder goed moet zijn, wie er op de naleving zal toezien, welke godheid over de onmetelijke wijsheid en morele integriteit zal beschikken om onze open society aldus te ordenen zonder er een closed scoiety van te maken, waar het recht vandaan komt om de vrijheid van handelen te beperken tot de vrijheid eerlijk te handelen en welke vrijheden er nog aan zullen moeten geloven terwijl ze toch bezig zijn. Of waarom het recht om dom te zijn en tegen beter weten in cacao te verbouwen wordt beloond met medelijden terwijl het tegen betaling helpen van mensen bij het verwezenlijken van hun dromen, hun verlangens, hun behoeften, hun geluk, zo niet gecriminaliseerd, dan toch grotendeels wegbelast wordt.
“Ours is the Age of Guilt”
Ik zal u zeggen waarop de ethiek van deze jongens en meisjes gebaseerd is: “The greatest happiness for the least deserving”. Elke ethiek die gebouwd is op altruïsme, die het als een morele plicht beschouwt om in te staan voor het leven en het welzijn van ‘de’ medemens, is en zal altijd zelfdestructief werken.
Het recht op leven is inderdaad heilig, maar niet het recht in leven te worden gehouden, simpelweg omdat niemand in leven gehouden zal worden indien iedereen zich op dat recht zou beroepen. En finaal zal het recht van de sterkste, de gruwel van deze ethiek, ook hier bepalen wie voor wie opgeofferd zal worden. “De altruist-collectivisten zeggen niet: “Waarom zou een kleine elitaire minderheid van genieën en miljonairs niet worden opgeofferd aan de grote massa van de mensheid?” – ze zeggen dat de grote massa van de mensen moet worden opgeofferd, niet aan goden, heersers of helden, maar aan een elitaire minderheid van idioot geborenen (waaronder klaarblijkelijk De Rijck en Rousseau).
Zij verklaren niet dat stinkend hebzuchtige kapitalisten mensen met talent uitbuiten en verstikken – zij zeggen dat mensen met talent niet zouden mogen functioneren. […] Zij beloven niet de levensstandaard van de mensen te verhogen – zij verkondigen dat het moet worden verlaagd. Zij willen de rijkdom niet herverdelen – ze willen hem vernietigen”. En dat alles omdat volgens deze moraal wij ons schuldig moeten voelen voor ons verstand. Schuldig, zowel tegenover zij die er minder van hebben als tegenover zij die het niet willen gebruiken.
Er is slechts één soort eerlijke handel, en dat is de vrije handel.
(Met dank aan Ayn Rand. Citaten vertaald uit “Philosophy: who needs it”)
Bijdrage van Jared Veenen
vrije handel klinkt heel vrij maar de macht van het geld beperkt helaas wel de vrijheid van vele mensen en door slechte economische omstandigheden heb je bijgevolg ook minder vrijheid om bepaalde dingen te doen of aan te schaffen. Verder valt niet te onderkennen dat door een bepaalt egoïsme en hebzucht van een kleinere groep mensen een veel grotere groep in armoede moeten leven. Verder wil ik nog aanhalen dat het zogenaamde niet bestaande recht om onderhouden te worden wel bestaat maar maar in 1 richting: de kapitaalkrachtigen zijn zeker even afhankelijk van hun arbeiders hun arbeid als de arbeiders van hun bazen en bestaat er dus wel een recht om onderhouden te worden dit zou wederzijds moeten zijn maar klaarblijkelijk alleen voor kapitaalkrachtigen.Omdat zij het recht hebben om op te treden tegen stakingen maar de arbeiders niets kunnen ondernemen tegen veel te lage lonen.
[1] Lieve David,
Ik merk dat je nieuw bent op de Vrijspreker en nog veel moet lezen/leren. Om hier niet van de site weggescholden te worden moet je wel je logica goed nakijken. Laat mij even verduidelijken:
vrijheid: "het recht van een individue om te doen en te laten wat hij wil"; in tegenstelling tot wat is vermeld in de libertarische woordenlijst van de Vrijspreker (http://www.vrijspreker.nl/b…) weiger ik daar aan toe te voegen ‘zolang hij datzelfde recht van ieder ander respecteert’. Het aanbrengen van schade kan nooit onder de vrijheid vallen want het is een schending van iemand anders vrijheid en dus ipso facto verboden. Vrijheid is controle over eigendom, en daarbij is het eigen lichaam en leven in de eerste plaats eigendom. zie ook: http://www.vrijspreker.nl/b…
recht: "datgene wat iemand toekomt zonder dat het hem wordt toegekend"; in deze definitie zijn de ‘aanspraken’ onder de zogenmaande universele mensenrechten die op waardigheid zijn gebaseerd in het geheel geen rechten; het recht om in leven gehouden te worden kan niet bestaan zonder dat er iemand is die de plicht heeft om u in leven te houden; dit kan wel gezegd worden van de eigenlijke universele mensenrechten leven, vrijheid en eigendom (zie http://www.natuurrecht.nl/i…)
De door jou ‘aangeklaagde’ macht van het geld beperkt geen enkele vrijheid (zolang die macht geen fysieke dwang of bedrog pleegt) in de hierboven beschreven zin. In ontken in alle toonaarden dat het "egoïsme en [de] hebzucht van een kleinere groep mensen een veel grotere groep in armoede [doet] leven". Wel in tegendeel. Het is juist zo dat dat egoisme en hebzucht de drijfveren, de motoren zijn geweest van elk land dat zich ooit uit de armoede heeft weten te verheffen.
Ook de kapitaalkrachtigen hebben nooit recht (in de hoger beschreven zin) om onderhouden te worden. Het kopen van arbeid zelfs tegen een hongerloon is, voor zover het een vrijwillige transactie is, geen bron van recht, maar van een aanspraak. Zij hebben recht om ‘op te treden’ tegen stakingen inzoverre die een schending van een recht inhouden of in conflict zijn met een op een recht gebaseerde aanspraak (bijv. de contractuele verbintenis om arbeid te leveren). De arbeiders kunnen wel degelijk iets ondernemen tegen de veel te lage lonen. Zij kunnen een eigen zaak starten, anderen in dienst nemen en veel te lage lonen betalen en schandalig rijk worden. Of zij kunnen ook beslissen om niet verder te leven. Een reële keuze hebben ze in ieder geval.
Veel leesgenot verder. Ik hoop dat je nog niet helemaal verloren bent.
Groet
Arjen
Comments are closed.