Op 4 juni is DE DAG VAN HET KAPITALISME.


Op die dag vieren we dat de filosofie en de toepassing van het kapitalisme met de vrije markt ons de welvaart gebracht heeft, waarvan we nu allemaal genieten.


WAT er precies op deze eerste zondag in juni gaat gebeuren, moet nog beslist worden. U kunt dat mee bepalen op een voorbereidingsbijeenkomst van vrijwilligers

in Utrecht op WOENSDAG 19 APRIL om 20.00 uur
in Cafe Broers (www.stadscafe-broers.nl/).
Marnix van Suylekom regelt die bijeenkomst.


Zo mogelijk een berichtje dat u komt, of uw ideeën, al van te voren sturen aan hub@vrijspreker.nl Ook donateurs/sponsors zijn welkom!

19 REACTIES

  1. de FILOSOFIE en de toepassing VAN HET KAPITALISME

    Het filosofisch ideaal uit de traditie, waarin het streven naar geluk en het streven naar inzicht op elkaar betrokken worden, kan inderdaad ook het hedendaagse denken blijven inspireren.
    Dit ideaal vinden we mooi verwoord in een vergelijking die aan Pythagoras wordt toegeschreven, de eerste die zich ooit PHILOSOPHOS zou genoemd hebben.
    Toen men hem eens vroeg WAT FILOSOFIE EIGENLIJK WAS, gaf hij het volgend antwoord.
    Het leven gelijkt op een groot sportfeest waar mensen van overal naar toe komen.
    Sommigen komen om roen en aanzien te verwerven door een krans te veroveren.
    Anderen komen om te kopen en te verkopen en zijn uit op winst.
    Nog anderen zijn niet uit op applaus en ook niet op winst, ze zijn toeschouwers, ze komen om te kijken en te begrijpen wat er gebeurt, en zo zijn filosofen.

    Allen dragen op hun manier bij tot het feest, maar het zijn vooral de toeschouwers die van het gebeuren een “feest” maken, en dat zijn de filosofen.

    Filosofen zijn dus geen kapitalisten, althans ze zijn niet uit op kopen en verkopen. Wel kunnen filosofen van het kapitalisme een feest maken.

    ==

    etymology: philosophy = love of wisdom

    At first, the early Greek thinkers had described themselves as “wise men’
    but (tradition has it that), out of humility,
    Pythagoras called himself a “philosopher” or “friend of wisdom”

    From then on, the term “philosophers” had replaced that if “wise man”

    Pythagoras was asked by his host what particular art or skill he possessed
    Pythagoras
    he is said to have replied that he was a “philosopher” and thus, did not possess any particular practical skill.
    Then, Pythagoras gave what is called a “panegyric analogy” to explain what he meant by the term “philosopher”:

    “The life of man resembles a great festival celebrated….before the concourse from the whole of Greece. At this festival some people sought to win the glorious distinction of a crown; and others, again, were attracted by the prospect of material gain through buying and selling. But there were also a certain type of people, and that quite the best type of men, who were interested neither in competing, applauding nor in seeking gain, but who came solely for the sake of the spectacle itself, and, hence, closely watched what was done and how it was done.

    And so also we, as though we had come from some city to a crowded festival, leaving in like fashion another life and another nature of being, entered upon this life.

    And some were slaves of ambition, and some were slaves of money. But there were a special few who, counting all else for nothing, closely scanned the nature of things.

    These gave themselves the name of ‘philosophers’ (sapientiae studiosi) – and this is the meaning of the term ‘philosophers.’

    And just as at these festivals the men of the most exalted education looked on without any self-seeking intent,
    so too, in life the dispassionate contemplation of things and their rational apprehension (cognitio) or understanding by far surpasses all other pursuits.” [2]

    Aristotle:
    Philosophy begins in wonder. All men by nature desire to know, and philosophizing begins with an attitude of wonder. Aristotle, in his Metaphysics, writes that “it is owing to wonder that men both now begin, and at first began, to philosophize. They wondered… about the phenomena of the moon and those of the sun and the stars, and about the origin of the universe. And a man who is puzzled and wonders thinks himself ignorant. Hence, even the lover of myth in a sense is a lover of wisdom or a philosopher, for the myth, too, is composed of wonders. Therefore, since men philosophized in order to escape from ignorance, they were pursuing knowledge or science in order to know, and not for any utilitarian purpose…Evidently, then, we do not seek this kind of knowledge for the sake of any other advantage…we pursue it as the only free science, because it exists for its own sake.”

    The philosopher is a lover of wisdom, one who seeks wisdom for its own sake and not for any other motive,
    for a person who seeks a certain thing for some other motive loves the motive more than the thing sought.

    Philosophy is strictly speaking knowledge that is sought for its own sake and not for the sake of some other knowledge.

    Misschien zouden wij het, samen met Prof. Carlos Steel, wat bescheidener zeggen, niet een aparte klasse van ‘filosofen’, maar alle mensen die, voorzover ze in de drukte van het kopen en verkopen, in het wedden om een krans, af en toe tijd vinden om afstand te nemen, zich te verwonderen, en geluk te vinden in die beschouwing, de VISIO BEATIFICA voorzover we die hier mogen ervaren.

  2. [1] "Filosofen zijn dus geen kapitalisten, althans ze zijn niet uit op kopen en verkopen."

    Dit is een onjuiste generalisatie.
    In de WOORDENLIJST van de Vrijspreker staat o.a.:
    Kapitalisme als zodanig is een politiek-economisch systeem gebaseerd op de morele gedachtegang dat ieder mens recht heeft op zijn eigen leven en op de voortbrengselen van zijn arbeid.
    Het meest fundamentele, ethische prerogatief van een dergelijk ideaal is dat het een mens niet toestaat om dwang uit te oefenen op een ander mens en dat het op die manier alle mensen vrijheid van handelen toestaat.

    En WIKIPEDIA hetzelfde:
    Kapitalisme is een politiek-economisch systeem dat onder andere gekenmerkt wordt door het private bezit van de productiemiddelen (zoals: machines, grond, gebouwen en grondstoffen).
    Zij die deze middelen bezitten mogen, volgens de kapitalistische visie, ook de vrucht van deze middelen hun eigendom noemen.

    DUS: Filosofen kunnen net zo goed als ieder ander "kapitalist" zijn.

  3. Ach, liberteiren zullen het nooit begrijpen.
    Er is een arbeidsverdeling in deze wereld.

    De filosoof is toeschouwer, geen actor.

    Zoals Hannah Arendt het stelt, om te kunnen denken, moet je je terugtrekken uit de wereld (thinking’s radicalism is its withdrawal from the world). Als je deelmeemt aan het kapitalisme kan je je eraan niet onttrekken en kan je erover dus niet filosoferen.

    Ze voegt eraan toe:
    Historically, this kind of withdrawal is the oldest condition posited for the life of the mind.
    In its early, original form it rests on the DISCOVERY that only the SPECTATOR
    never the actor, can know and understand whatever offers itself as a spectacle.

    Zoals Mortimer Adler het stelt:
    don’t try to settle an argument about something by giving the dictionary definition – the dictionary is about words, not about things.

    Omdat wij, liberteiren, dit niet (willen) begrijpen, zijn we binnenkort nog met drie, jij, ik en de paardekop.

  4. [3] "Als je deelmeemt aan het kapitalisme kan je je eraan niet onttrekken en kan je erover dus niet filosoferen."

    Analoog daaraan: Als je je in het Zonnestelsel bevindt, dan kun je je daaraan niet onttrekken, en kan je erover dus niet filosoferen. Lijkt me nogal kolderiek.

  5. [3] Santo Tomas de Aquino schreef:

    "Zoals Hannah Arendt het stelt, om te kunnen denken, moet je je terugtrekken uit de wereld (thinking’s radicalism is its withdrawal from the world). Als je deelmeemt aan het kapitalisme kan je je eraan niet onttrekken en kan je erover dus niet filosoferen."

    Dan bewijs eerst maar eens dat Hannah Arendt daarin gelijk heeft. Het is nogal makkelijk om een filosofe te citeren en dan aan te nemen dat ze gelijk heeft.

    Zoals Kim hierboven aantoont is haar stelling pertinente onzin.

    Je zou veel beter kunnen stellen dat filosofen actief deel moeten nemen aan aan het leven zodat zij weten waarover zij schrijven.

    Ik weet overigens wel waarom Arendt dit schreef, zij dacht dat een participant niet meer instaat zou zijn om een objectief oordeel te geven over datgene waaraan hij deelneemt.

    Maar als dat klopt kunnen filosofen niets over filosofie schrijven, een proces waar zij actief aan deelnemen.

    Bovendien gebruikt Arendt hier een wel erg goedkope evocatie.

    Wat is precies ‘deelnemen’? Als je jezelf in het debat begeeft en er boeken over schrijft neem je dan actief deel aan het proces? Mij lijkt van wel. En als dat zo is dan kunnen we helemaal geen kritiek meer geven op wat dan ook.

    Vanaf het moment dat we dat doen zijn we ‘actor’ in plaats van ’toeschouwer’ en kunnen er dus niet over filosoferen.

    Bedenkt dat we altijd ‘actor’ zijn en nooit slechts ’toeschouwer’.

    Een toeschouwer die zich buiten datgene wil plaatsen waar hij toeschouwer van wil zijn is een contradictie. Hij zou niets hebben om toeschouwer van te zijn! Door toeschouwer te zijn worden we onderdeel van datgene wat we zien.

    Iedere ’toeschouwer’ moet een ‘actor’ zijn want toeschouwen *is zelf een act*!

    Kan iemand naar een voetbal wedstrijd kijken en zich er op hetzelfde moment buiten de handelingen op het veld plaatsen?

    Volgens Arendt’s premisse moeten filosofen zelfmoord plegen voor zij over het leven kunnen filosoferen want zij zijn daar ‘actor’ en niet slechts ’toeschouwer’.

    Zie hier de waanzin van de filosofie die jij probeert te verspreiden.

  6. Het verschil tussen het kapitalisme ven het zonnestelsel is dat geen individu een actieve deelnemer kan zijn aan het zonnestelsel.
    Indien ik Arendt, Steel en Horrigan S.J. citeerde is dat omdat zij de anecdote van Pythagoras expliciteren, uitwerken of verklaren.
    Het is juist dat Arendt een bewonderaarster is van Immanuel Kant, maar dat betekent niet dat haar "opvolgingen" op of uitwerkingen van Pythagoras verkeerd zijn.
    Het is juist dat ik gek ben, maar of daaruit eo ipso volgt dat alles wat ik verkondig waanzin is weet ik niet.

  7. [6] "De filosoof is toeschouwer, geen actor."
    Betekent dat dan dat die een uitkering krijgt en dat de anderen maar moeten werken?

  8. [5] Denk niettemin dat Aquino een punt heeft.
    Soms geldt wel degelijk dat het denken stopt zodra er gekozen is.
    Dus dat de filosoof stopt filosoof te zijn en bekeerling of zendeling wordt.

    Een voorbeeld van Herman Philipse: ‘slechts de atheïst kan denken over religie’. De gelovige kan dat niet, hij heeft gekozen.
    Zo ook kan een socialist geen maatschappijleer geven op school, dat wordt declameren uit het rode boekje, wat ik je brom.
    De zoekert heeft zijn antwoord.
    En zodra dat antwoord psychologisch nut heeft, kan het denken stoppen, de verwondering verdwijnen en kunnen de waarnemingen selectief worden.
    Het standpunt ‘kleeft’. De oogjes gaan toe en er is rust in het bolletje.

    De verwarring hier ontstaat, volgens mij, doordat subject en object niet gescheiden worden.
    We kunnen heel goed denken over het zonnestelsel ook al zijn we er zelf inwoner van. We kunnen zelfs heel goed denken over ons eigen brein, ook al doe je dat met je brein.

    De waarnemer neemt de waarnemer niet waar, Henri. Hoe kom je erbij? Natuurlijk staat hij ‘erbuiten’. Je kunt de voetbalwedstrijd juist veel beter zien als je niet meedoet.

    Het ‘toeschouwer zijn’ bestaat wel degelijk en niet alleen in de natuurwetenschap.
    In de wereld van objecten gelden geen ‘keuzes’, je krijgt het spektakel aangeboden, daar kan je het mee doen en de theorieën die je verzint, hebben geen psychologisch nut.
    Niemand zit zich een DNA molecuul te wensen en niemand valt op de knietjes voor de pirouette van een elektron, het vuurwerk van de big bang of de willekeur van de evolutie.
    Moleculen zijn geen meningen, om het maar eens samen te vatten.

    Maar als de mens een levensvisie ‘kiest’ dan gaat het wel om meningen en die kleven maar al te vaak. Als ze lekker van pas komen namelijk.
    Daarom is het zo verrekte moeilijk een socialist te overtuigen van het libertarisme.
    (zou het omgekeerde moeilijker of makkelijker zijn?)

    Van Aquino scoort (onbedoeld?) nog een tweede punt: het libertarisme zal tot een enkeling beperkt blijven juist *omdat* het geen psychologisch nut demonstreert. Het blijft juist wel filosofisch.
    Het blijft een soort wetenschappelijke filosofie die wel gelijk heeft, maar het nooit krijgt.

    Zou je de aannames van het libertarisme (natuurrecht) verheffen tot Heilig Dogma, zou je er paradijselijke heilsverwachtingen, machtsstreven, financiële verrijking, mores, persoonsverheerlijking, superioriteitsgevoelens, clubliedjes, volksdansjes – van die dingen – in projecteren, dan zou het libertarisme groeien als kool.

    Huub

  9. [8] Huub schreef:

    "De waarnemer neemt de waarnemer niet waar, Henri. Hoe kom je erbij? Natuurlijk staat hij ‘erbuiten’. Je kunt de voetbalwedstrijd juist veel beter zien als je niet meedoet."

    ———————-

    Huub Santo Tomas de Aquino schrijft niet dat de actor het *minder goed* kan waarnemen, maar omdat hij actor is, het *per definitie* voor hem *volkomen onmogelijk wordt* om te filosoferen over voetbal.

    Dat is heel wat anders dan jij schijnt te halen uit zijn verhaal.

    Het gaat hier niet over meer of minder. Maar over een intrinsieke onmogelijkheid een filosofische stelling te poneren over een onderwerp als je ‘deel neemt’ aan het proces.

    Verder heb ik nooit beweerd dat de toeschouwer niet bestaat. Ik heb gezegd dat de toeschouwer nooit alleen toeschouwer is maar altijd ook actor.

    Bovendien moet je een onderscheid maken tussen de natuurwetenschap waar experimenten in een lab mogelijk zijn onder ‘ideale’ condities en de humanitaire wetenschappen waar degelijke experimenten niet mogelijk zijn en de ’toeschouwer’ noodzakelijk onderdeel is van het proces. Men kan zich namelijk niet buiten de samenleving plaatsen die men observeert.

    Noch kan men de waarden die men aanhangt naast zich neer leggen voor de duur van een analyse van bv politieke systemen.

    Je hebt de context verwisseld van de [on]mogelijkheid van een filosofische analyse van het kapitalisme en een analyse van een natuurwetenschappelijk experiment.

    Maar zelf bij een natuurwetenschappelijk experiment onderzoekt men een aspect van de realiteit. Hoe kan een toeschouwer alleen een toeschouwer zijn in de realiteit en nooit een actor?

    Dat kan dus niet.

    Huub als je wilt weten waar mijn verzet vandaan komt moet je Ayn Rands ‘Introduction into the objectivist epistemology’ eens lezen.

  10. [9]

    Correctie:

    Maar zelf bij een natuurwetenschappelijk experiment onderzoekt men een aspect van de realiteit. Hoe kan een toeschouwer alleen een toeschouwer zijn in de realiteit en nooit een actor?

    ——————————

    Moet zijn:
    Maar zelf bij een natuurwetenschappelijk experiment onderzoekt men een aspect van de realiteit. Hoe kan een toeschouwer alleen een toeschouwer zijn *van* de realiteit en nooit een actor in diezelfde realiteit?

  11. [9] [10]
    Henry: Ik heb gezegd dat de toeschouwer nooit alleen toeschouwer is maar altijd ook actor. Bovendien moet je een onderscheid maken tussen de natuurwetenschap waar experimenten in een lab mogelijk zijn onder ‘ideale’ condities en de humanitaire wetenschappen waar degelijke experimenten niet mogelijk zijn en de ’toeschouwer’ noodzakelijk onderdeel is van het proces. Men kan zich namelijk niet buiten de samenleving plaatsen die men observeert.
    Huub: Dat begrijp ik niet. Is in de humanitaire wetenschap de toeschouwer noodzakelijk onderdeel van het proces? Toch niet *logisch* noodzakelijk, hoop ik?
    Waarom zou het daar anders zijn dan in de natuurwetenschap?
    Zou ik als antropoloog niet, op veilige afstand, een groep koppensnellers kunnen observeren en beschrijven? En als bioloog zou ik dat wel kunnen? Of kan ik dan alleen maar naar paradijsvogels kijken?

    Henry: Noch kan men de waarden die men aanhangt naast zich neer leggen voor de duur van een analyse van bv politieke systemen.
    Huub: Hmmm, so much for objectivity!

    Henry: Je hebt de context verwisseld van de [on]mogelijkheid van een filosofische analyse van het kapitalisme en een analyse van een natuurwetenschappelijk experiment.
    Huub: Geef ik toe en doe ik bewust. Ik maak geen onderscheid tussen de wetenschappen. Wat in de natuurwetenschappen geldt, geldt overal. Filosofische analyse zou wetenschappelijke analyse moeten zijn. Zo niet: ‘commit it to flames’.

    Henry: …als je wilt weten waar mijn verzet vandaan komt moet je Ayn Rands ‘Introduction into the objectivist epistemology’ eens lezen.
    Huub.: Suggereer je nu dat Rand, die hogepriesteres van het objectivisme, die met haar objectivist epistemology zelfs objectivist art en objectivist ethics bedoelde, objectieve beschouwing onmogelijk achtte?

    Huub

  12. Een filosofisch probleem, met hulp van de bijbel eenvoudig op te lossen.
    De mens is actor en observator tegelijk.
    Dit noemt men bewustzijn.
    En het wordt door de ervaring bevestigd: men kan zich gelukkig voelen en tegelijkertijd zichzelf observeren met de verbaasde waarneming dat men gelukkig is.
    Als de mens slechts actor is, wordt hij als een dier, en houdt hij op mens te zijn.

  13. [11] Huub schreef:

    Henry: …als je wilt weten waar mijn verzet vandaan komt moet je Ayn Rands ‘Introduction into the objectivist epistemology’ eens lezen.

    Huub.: Suggereer je nu dat Rand, die hogepriesteres van het objectivisme, die met haar objectivist epistemology zelfs objectivist art en objectivist ethics bedoelde, objectieve beschouwing onmogelijk achtte?

    Huub

    ———————

    Wat ik zeg is dat Ayn Rand een andere conceptie van objectiviteit er op na hield dan jij hanteerd.

    Ik zou zeggen definieer je terem Huub.

    Wat is volgens jou objectiviteit?

    Henri niet Henry!

  14. [13] Ach Henri, the world according to Mooren?
    Ik heb geen wereldbeelden in de verkoop; werkelijkheid is dat wat we allemaal delen. Ik heb het gewone huis, tuin en keuken beeld van objectiviteit. Het natuurwetenschappelijke beeld. Maak, eveneens doodgewoon, onderscheid tussen object en subject.
    Rand’s pogingen het subjectieve uit te bannen, om bijvoorbeeld ethiek in marmer gebeiteld te krijgen – met de moker van Nietzsche- zie ik als hopeloos.
    Het objectieve mag groeien ten koste van het subjectieve, maar doet dat door bijgeloof en onzin te elimineren. De rest van het subjectieve universum, dat rijk van de ware noch onware uitspraken, van morele defaults, fantasie en kunst behoort ten ene male tot het tussen-oorse. Rand’s objectivisme is mij wat te groots.

    Huub

  15. [14]

    M.a.w. je hebt geen argumenten. En verliest jezelf in allerlei vaag taalgebruik. Prima maar dan is het
    einde debat voor mij. Ik ga alleen in discussie met mensen die bereid zijn eerlijk uit te leggen wat ze bedoelen.

    Overigens als ik je zo lees heb je maar bitter weinig begrepen van Rands schrijfsels. Je beschrijving van het objectivisme lijkt er zelfs bij benadering niet op.

    Prima dat je een en ander niet begrijpt, maar geef dat dan eerlijk toe en maak er geen karikatuur van. Daarmee doe je namelijk vooral jezelf te kort.

    Groet

    Henri

  16. [15]

    Huub om nog even op mijn laatste reactie terug te komen. Er is een verschil tussen op een respectvolle manier te laten merken dat je het met anderen oneens bent en van het standpunt van anderen een parodie te maken.

    Jij vond het schijnbaar nodig het laatste te doen. Dat vind ik jammer. Ik had graag een serieuze discussie met je gehad maar blijkbaar wil jij dat niet of ben je daartoe niet in staat. Jammer.

    Henri

  17. [16] Geen kritiek dulden op Hare Heiligheid, exacter gesteld op Haar Theorie, duidt op sektarisme.
    Duidt op de filosoof die gestopt is filosoof te zijn.
    Live in deze draad!

    Huub

  18. [17] Argumentum ad hominem.

    http://www.infidels.org/new

    Het ultieme bewijs dat je geen rationele argumenten heb. Een compliment voor mijn argumenten want als je wel argumenten had dan zou je die wel gebruikt hebben. Kortom je aanval op de persoon is het ultieme zwaktebod. Zielig hoor.

Comments are closed.