De OPTA is de “Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit” waar ongeveer 150 mensen werken om de markt te controleren. (En daardoor een vrije markt te maken!)

N.a.v. een eerder Vrijspreker-artikel over de Opta heeft een trouwe Vrijspreker-lezer (XXXXXX) de stoute schoenen aangetrokken en de vragen op hun website beantwoord. En zowaar, na enkele weken kreeg hij een reactie. (YYYYY)

Een zeer verrassend antwoord. Zou het misleidend zijn?

Het Antwoord van OPTA, brief en de vragen:[Nadruk door RED.]

Geachte heer XXXXXXXX,

Hartelijk dank voor uw heldere analyse van de problematiek die OPTA in de personeelsadvertentie heeft willen schetsen.
Hoewel het libertarisme dat ten grondslag ligt aan uw antwoorden aanbeveling verdient, dient OPTA zijn wettelijke taak uit te voeren. Dat neemt niet weg dat de wettelijke taak van OPTA en het libertarische gedachtegoed niet zijn te verenigen. De antwoorden die u geeft zouden ook de antwoorden kunnen zijn die OPTA vindt. OPTA streeft namelijk duurzame en effectieve concurrentie na, zodat een overheidsrol na het bereiken van het doel achterwege gelaten kan worden.

Hierbij is het belangrijk om in gedachte te houden waar we in Nederland vandaan zijn gekomen. Vóór de liberalisering van de telecomsector bekleedde de overheid in deze de stoel van ondernemer (uiteraard met wat u ‘goede bedoelingen’ noemt). De beslissing daarvan af te stappen is gepaard gegaan met de beslissing deze verandering te begeleiden, o.a. door OPTA. De beoogde liberalisering is daarmee wellicht minder abrupt dan u zou verlangen maar vindt wel plaats.

U schrijft: “houd als overheid uw handen af van de vrije markt”. Dat is precies wat OPTA wil. Maar dan moet die markt wel daadwerkelijk vrij zijn, dus niet wegens de voorgeschiedenis voor een overgroot deel in handen zijn van één partij die daardoor de gezonde mededinging kan verstoren.
Ik hoop dat deze reactie voor u een bevredigende is.

Hoogachtend,
YYYYYYYYY
Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA)

—–Oorspronkelijke Vragen en antwoorden—————–

Geachte heer, mevrouw,

Hierbij stuur ik u een antwoord op de vragen die gesteld worden in de personeelsadvertentie op uw website.

Wat betekent de opkomst van internettelefonie voor de concurrentieverhoudingen op de markt?
Antwoord: meer concurrentie en dus lagere prijzen voor de consumenten.

*Wat zijn redelijke kabeltarieven?
De prijs die de consument er voor wil betalen. Ergo: “redelijke kabeltarieven” bestaan niet, het is niet iets universeels en kan derhalve niet door een overheid of organisatie bepaald worden. Een werkelijk vrije markt van vraag en aanbod bepaalt uiteindelijk de enige juiste prijs.
“redelijke tarieven” is een socialistische uitvinding om mensen te misleiden.

Hoe kunnen we de tarieven voor internationaal mobiel bellen verlagen?
Antwoord: Door de vrije markt gewoon haar werk te laten doen, d.w.z. geen beperkingen en eisen op te leggen aan ondernemers, maar de vrije markt laten bepalen wat deze eisen zijn. Er zijn, net als “redelijke tarieven” ook geen “redelijke eisen”. De consument bepaalt zijn eigen eisen en afhankelijk van zijn leefsituatie van dat moment kan hij kiezen voor hogere eisen (=duurdere investering) of lagere eisen (=goedkoper). Dat noemt men flexibiliteit.
Daar zit inderdaad een risico aan vast, maar dat hoort nu eenmaal bij het leven. Consumenten hebben het recht om zelfstandig dat risico te nemen. En van misstappen leert men het snelst.

Hoe bestrijd je spam in het licht van de snelle ontwikkeling van het internet?
Antwoord: een commercieel spamfilter aanschaffen of een van de freeware producten die op internet te vinden zijn.

Wanneer wordt consumentenbescherming betutteling?
Antwoord: op het moment dat de overheid zich gaat bemoeien met een markt d.m.w. kostprijs verhogende wetgevingen, regeltjes en zichzelf instandhoudende waakhonden. Het zou u sieren als u de consument duidelijk maakt dat deze eisen en regeltjes de producten duurder maken en het aanbod van met name goedkopere producten doet verschralen. Waarom wordt dit in zijn algemeenheid nooit door de overheid aan de consument medegedeeld?

Voor meer informate en een verdere uitleg van mijn antwoorden kan ik u de werken van nobelprijswinnaars F.A. von Hayek en Milton Friedman aanraden.
Verder zijn ook de werken van de top-economen Muray Rothbard en Ludwig von Mises zeer de moeite waard. Deze heren maken op vakkundige wijze gehakt van alle goedbedoelde en ‘goedbedoelde’ overheidsbemoeienissen op de vrije markt.

De enige juiste oplossing is: houd als overheid uw handen af van de vrije markt.

Ondanks mijn zeer felle kritiek zie ik toch uit naar uw eerlijke en oprechte reactie.

Hoogachtend,
XXXXXXXX

11 REACTIES

  1. Wonderlijke reactie. Geeft de OPTA ook eindtermen volgens welke kan worden besloten tot afsluiting van haar "libertarische" werkzaamheden? Of is het een beetje als de oorlog in Irak: we gaan weg en noemen het een succes wanneer "het moment daar is", zonder een definitie te geven van de criteria waaraan de situatie dan zal moeten voldoen. Wanneer is Irak eindelijk "bevrijd" en "in vrede"? Wanneer is er sprake van de vrije markt met perfecte mededinging die de OPTA voorstaat? Aangezien perfect economisch equilibrium en volledige perfecte concurrentie vrijwel nooit langere tijd in de praktijk voorkomt (en onvolmaakte mededinging eveneens niet), heeft de OPTA hierbij de perfecte voorwaarden geschapen om zichzelf tot in de eeuwigheid als strijder voor de vrije markt de rechtvaardigen. Lijkt ook weer op de "Oorlog tegen terreur", of de "Oorlog tegen drugs", of alle andere onzalige projecten van de overheid. Die zijn pas geslaagd als de overheid totale controle heeft over alles en iedereen. En dan is er in de optiek van de overheid uiteraard een autoriteit nodig die die "volmaakte" situatie in stand houdt…

  2. Strijden voor een vrije markt met daarin ongebreidelde concurrentie en volop keuzevrijheid is vechten tegen de bierkaai. Je hoeft geen marxist te zijn om te zien dat het aantal aanbieders in alle sectoren alleen maar afneemt.

    Fusies en overnames zijn aan de orde van de dag. Alleen de sectoren op basis van nieuwe technologie laten gedurende de pioniersfase een massaal aantal nieuwe bedrijfjes zien. Zodra de markt zich ontwikkelt en de standaardisering toeslaat is het afgelopen met de keuzevrijheid. En aangezien fundamentele technologische doorbraken zich maar een paar keer per eeuw voordoen en de kosten voor nieuwe intreders alsmaar stijgen, wordt dat alleen maar erger.

    Jammer, maar niets aan te doen. Schaalvergroting en groei is immers een economische noodzaak. Als je twee bedrijven naast elkaar zet die allebei precies hetzelfde product leveren maar waarvan de één een net iets groter marktaandeel heeft, dan kan deze marktleider het product altijd voor een lagere prijs leveren en zo de kleinere concurrent uit de markt drukken.
    De prijs/kwaliteitsverhouding van de kleine concurrent is voor de klanten altijd ongunstiger dan die van de marktleider.

    De kleinere concurrent kan wel proberen zijn duurdere product beter te maken dan de spullen van de marktleider, maar dan stijgt ook de prijs. Als de marktleider vervolgens diezelfde hogere kwaliteit zou maken dan stijgt ook diens prijs, maar niet tot het niveau van de kleinere concurrent.

    Ieder bedrijf zit dus vast aan een bepaalde prijs/kwaliteitsverhouding die direct gerelateerd is aan de marktomvang. Dit maakt dat de marktleider in principe alle nichemarkten kan bedienen met een betere prijs/kwaliteitsverhouding dan een kleinere speler.

    Of het bedrijf dit ook daadwerkelijk doet is een strategische keuze. Uiteindelijk blijven zo in de meeste sectoren maar enkele grote aanbieders over.

    Deze quasi-monopolisten zullen vervolgens ook het eigen aanbod uit efficiency overwegingen gaan beperken en verder gaan standaardiseren (zo heeft bijv. Unilever het aantal merken inmiddels teruggebracht van 625 tot ca. 400).

    Ontevreden klanten die hun favoriete product niet meer kunnen krijgen, kunnen dan wel nog terecht bij het product van dezelfde farikant dat 90% van de mensen gebruikt.

    Zo ontstaat een voortdurende vervlakking van het aanbod. De grijze middelmaat van de markt bepaalt wat het individu nog kan kopen.

    En vind je toevallig nog ergens een kleine aanbieder met je favoriete nicheproduct dan is dat altijd van een veel slechtere prijs/kwaliteitsverhouding dan je gewend was (dwz. topkwaliteit voor een veel en veel te hoge prijs, of rotzooi voor een prijs die je vroeger voor een goed en niet te duur product betaalde).

    Je koop het omdat je niet anders kan, maar je wordt er niet vrolijk van.

  3. [2] Wat je vergeet is dat monopolisten uiteindelijk aan hun eigen interne problemen ten onder gaan.
    Wanneer consumenten een product van een monopolist echt nodig hebben betekent dit dat de vraag zich onafhankelijk van de monopolist in stand houdt. De mogelijkheid voor andere aanbieders blijft dus altijd open.

    Een werkelijk monopolie zal ook niet wereldwijd kunnen bestaan. Alleen al door geografische en demografische verschillen. Kijk naar de verhouding tussen luchtvaartmaatschappijen. Eind jaren 1980 en begin jaren ’90 was er een situatie waarin enkele grote bedrijven de markt totaal beheersten. Toen er wat prijsvechters kwamen (na een fikse deregulering natuurlijk, overheden steunden eerst de grote nationale carriers) veranderde de situatie al. De mini maatschappijtjes opereerden eerst alleen op korte afstanden en in de franchise marge. Tien jaar later opereren ze intercontinentaal en zijn ze de oorzaak van een grote marktverandering in de luchtvaart.

    Er zijn meer voorbeelden, commerciele tv, Apple vs Microsoft etc.

    Een monopolie kan tijdelijk lijken te bestaan op een bepaald segment in een bepaald gebied voor een bepaald marktsegment. Het zal echter nooit standhouden omdat of het monopolie wordt aangetast door concurentie, of doordat de monopolist zichzelf vernietigd of doordat de monopolist de markt vernietigd.

  4. XXXXXX noemt Hayek en Friedman in 1 zin! Hij is mijn VRIEND!

    Overigens een bewonderenswaardig antwoord van OPTA. Dit is duidelijk een zwaluw. Die maakt de lente nog niet, maar is toch wel heel welkom.

  5. Is het 1 april ofzo? Ik neem toch aan dat hier een disclaimer onder stond van "de inhoud van dit bericht is niet noodzakelijk de visie van Opta".

  6. [3]
    Krijn,

    Als zo’n quasi-monopolist uit efficiency overwegingen een bepaald marktsegment niet meer bedient betekent dat, dat de kosten verhoudingsgewijs hoog zijn. Dat maakt het voor nieuwe spelers lastig om tot dit segment toe te treden. Een nieuwe luchtvaart- of telecommaatschappij oprichten vergt een miljardeninvestering. En omdat die nieuwe toetreders klein zijn is hun prijs/kwaliteitsverhouding (veel) ongunstiger dan de klant bij de marktleider gewend is.

    Die prijsvechters waren wel goedkoop, maar hun complete aanbod en service was absolute rotzooi. Waar je met BA geheel verzorgd en wanneer je maar wilde naar de kleinste uithoeken ter wereld kon, kon je 20 jaar terug met Ryan Air alleen een paar keer per week in een no frills flight vanuit Waterford (Ierland) naar Londen Gatwick. Dat is leuk voor die anderhalve man en een paardenkop die daar toevallig behoefte aan heeft. Geen wonder dat ze inmiddels hun aanbod wat hebben moeten uitbreiden, anders hadden ze nu allang niet meer bestaan. 😉

    Maar hun prijs/kwaliteitsverhouding is nog altijd slechter dan wat de marktleider vroeger bood. Datzelfde geldt voor Apple tov Microsoft. Ook commerciële tv vind ik een goed voorbeeld hoe het aanbod is verslechterd en de individuele consument wordt geleefd door de massa.

    Bij commerciële tv worden we sinds jaar en dag doodgegooid met reclame. Zo koste een spotje van 30 seconden in de populaire tv-serie ‘Friends’ 380.000 dollar. Dat lijkt veel, maar dat bleek een koopje. De meeste fabrikanten van consumentenproducten, zoals ijsjes, bier en auto’s, kunnen zich namelijk 1 dollar reclamegeld per 50 á 100 bereikte kijkers veroorloven (10% van de extra omzet). Een aflevering van ‘Friends’ bereikte in de VS ca. 30 miljoen mensen, dus zo’n spotje is tot wel 600.000 dollar waard. Bij de allerlaatste aflevering vroeg het NBC network zelfs 1 miljoen dollar voor 30 seconden. Maar ook dat werd grif betaald, want het aantal kijkers was toen zeker 2,5 maal zo groot als normaal.

    De reclame-omzet per aflevering was ca. 8 miljoen dollar. De zes hoofdrolspelers kregen ieder 1 miljoen, de productiemaatschappij ook 1 miljoen en NBC streek per aflevering ook 1 miljoen op. De serie liep 10 jaar (1994-2004 in 236 afleveringen van ieder 22 minuten) en leverde iedere acteur in totaal ca. 80 miljoen dollar aan salaris op. Pikant detail is dat ze ooit met 20.000 dollar per aflevering waren begonnen, maar dat ze bij de salarisonderhandelingen één front vormden (dwz. eisten dat iedereen fors meer betaald kreeg of ze zouden allemaal opstappen).

    Tien jaar lang zijn kijkers dus geterroriseerd door enorme aantallen reclamespotjes (zeker 5000 !) tijdens hun favoriete serie. En zijn de consumentenproducten die ze kochten daardoor 10% (zeker 1,5 miljard dollar !) TE DUUR geweest.

    Terwijl ze, door slechts EEN KWARTJE per aflevering te betalen, hun serie geheel zonder die hinderlijke spotjes hadden kunnen zien. Maar die keuze werd hen niet gegeven.
    I find television very educating. Every time somebody turns on a set, I go into the other room and read a book.
    ~ Groucho Marx

  7. [7]
    Ach gut, Schijnbaar zijn de consumenten niet gediend van al die leuke BA extra’s. En had de overheid het indeze ook mis. War raar. En wat de televisie betreft, wie betaald nu dat kwartje waneer er geen kijkers zij? Juist dan verdwijnt het programma. Maar de klant bepaald altijd waneer hij wat koopt. Als de producent zijn prijzen dusdanig verhoogt zal de klant het niet meer kopen. Dit lijkt mij beter dan dat de overheid mijn geld beheerd.

  8. [7] "Die prijsvechters waren wel goedkoop, maar hun complete aanbod en service was absolute rotzooi. Waar je met BA geheel verzorgd en wanneer je maar wilde naar de kleinste uithoeken ter wereld kon, kon je 20 jaar terug met Ryan Air alleen een paar keer per week in een no frills flight vanuit Waterford (Ierland) naar Londen Gatwick. Dat is leuk voor die anderhalve man en een paardenkop die daar toevallig behoefte aan heeft. Geen wonder dat ze inmiddels hun aanbod wat hebben moeten uitbreiden, anders hadden ze nu allang niet meer bestaan"

    Ik denk dat het anders in elkaar steekt. Die ‘rotzooi’ was voor velen precies wat ze wilden cq konden betalen. Sommige mensen hebben geen behoefte aan broodjes en drankjes of andere extra’s op korte vluchten. Die nemen zelf wel wat mee van thuis of uit de supermarkt en willen alleen betalen voor de vlucht. Doordat het concept aansloeg en er gebruik van gemaakt werd, genereerden prijsvechters als Ryan Air kapitaal dat geinvesteerd kon worden in uitbreidingen, deels aangevuld met extern kapitaal, dat uiteraard alleen aangetrokken kan worden als het concept goed is. Kapitaal stroomt over het algemeen namelijk "als vanzelf" naar die segmenten en bedrijven waar het het beste rendeert. Daardoor konden deze prijsvechters juist uitbreiden. Ergo: er was (is) blijkbaar een markt voor.

  9. [8]
    Hyronimus,

    Het ging mij om de kijkers. Die zouden voor slechts 1 kwartje een aflevering van Friends hebben kunnen zien ZONDER geterroriseerd te worden door duizenden reclamespots. Ook zouden zij dan 10% MINDER voor hun consumentenproducten hebben hoeven betalen.

    Aanzienlijke voordelen die er toch niet zijn gekomen.

  10. [9]
    Harry,

    Als er werkelijk nog groei in de prijsvechtersmarkt zit (en dat geloof ik graag) dan betekent dat alleen maar dat de totale markt voor vliegreizen nog niet uitontwikkeld is. Zodra dat echter het geval is, ontstaan door fusies en overnames slechts enkele zeer grote aanbieders die zuiver uit efficiency overwegingen het aanbod zullen gaan beperken (ik gaf hierboven al het voorbeeld van Unilever).

    Vergelijk het maar met Henry Ford die indertijd autorijden ook betaalbaar heeft gemaakt voor de gewone man. Voor die tijd waren er wereldwijd duizenden kleine fabrikanten die maatwerk leverden voor een prijs die alleen de elite kon betalen. Toen Ford massaproductie invoerde kon de prijs 10 keer omlaag en werd de afzetmarkt voor auto’s exponentieel groter. Puur uit efficiency overwegingen was de keus aan goedkope auto’s echter minimaal. Het was óf goedkoop en nemen wat je werd geboden, óf duur maatwerk. Verbeteringen in productie-automatisering bieden tegenwoordig de mogelijkheid van ‘mass customization’ (semi-maatwerk voor een lage prijs). Dat vergroot wel de keuze in modellen en opties voor het lage prijssegment, maar niet de keuze in onafhankelijke aanbieders.

    Het aantal onafhankelijke autobouwers in de wereld is in 100 jaar tijd enorm afgenomen. En het gaat maar door: ook de kleine fabrikanten, zoals Aston Martin, Ferrari, Lamborghini, Jaguar, Rolls Royce en straks ook het NL-merk Spyker, zijn inmiddels opgeslokt door de grote jongens.

    Uiteindelijk blijven er in de hele wereld nog maar enkele megaglobals over die ons van alles zullen voorzien (energie, transport, telecom en computers, entertainment, etc). En aangezien zij uit efficiency overwegingen, net als Unilever, alleen voor de grootste gemene deler gaan, wordt je als individuele consument geleefd door de massa. Tref je het dat je toevallig nog ergens een niche-aanbieder vindt met je favoriete product dan is dat altijd van een veel slechtere prijs/kwaliteitsverhouding dan je vroeger gewend was.

    Deze onvermijdelijke monopolievorming (onvermijdelijk want zoals je al zei stroomt het geld altijd daar naar toe waar het het beste rendeert) verstoort de vrije markt en beperkt de individuele keuzevrijheid. Het is een van de ernstigste manco’s van het kapitalisme. En zo’n OPTA is uiteraard geen verbetering.

Comments are closed.