“Nederland op de eerste plaats bij armoedebestrijding”Dit staat vol trots op de nieuwsbrief van de regering. Een eerste plaats van 21 op de “Commitment-to-Developmentindex” die probeert ontwikkelingshulp in kaart te brengen.
Maar is dat wel iets om trots op te zijn?
Het is op zich een ingewikkelde afweging en puntengeverij die een vraagteken zet bij de waarde ervan. Factoren als omvang en kwaliteit van de hulp, de bevordering van investeringen in ontwikkelingslanden, het milieubeleid en de deelname aan VN-vredesoperaties tellen mee. Dit op zichzelf stelt al vragen over het nut ervan voor armoedebestrijding.
Maar de regering en de politici lopen er trots mee rond.
Agnes Van Ardenne (Minister Ontwikkelingssamenwerking) beschouwt de eerste plaats als waardering voor de kabinetsbrede inzet voor armoedebestrijding en ontwikkeling. Zij heeft dan ook haar uiterste best gedaan om veel belastinggeld te verdelen onder overheden van arme landen. Op dat gebied scoort “Nederland” dan ook hoog.
Dat dit alles met geld, geroofd van de belastingbetaler geschiedt, doet er voor hen niets toe.
In de nieuwsbrief van de regering wordt niets gezegd over het feit dat “Nederland” door invoerbeperkingen en subsidies (vooral op landbouwgebied) het de arme landen moeilijk maakt om er bovenop te komen. Die mensen leren wel producten te produceren, maar dan mogen ze die niet verkopen of zij moeten onneembare hindernissen nemen veroorzaakt door die invoerrechten en subsidies.
De politici zullen zich daarover wel achter de EU verschuilen. Maar dat is zo zwak. Zij hebben zelf die regelingen en voorschriften gemaakt en geaccepteerd.
Het is interessant om daarvoor nog eens het stukje van de Afrikaanse economist te lezen die schrijft:
“For God’s sake, please stop the aid”
Zie: www.vrijspreker.nl/blog/?it…
Stop die hulp. Pik het geld niet meer af van de belastingbetaler. Hef invoerrechten en subsidies op. (En sluit ondertussen het ministerie van ontwikkelingshulp).
Dat is de allerbeste manier om die arme mensen te helpen.
Landen die bitter weinig ontwikkelingshulp geven, maar hun grenzen openstellen voor de goederen en producten uit ontwikkelingslanden zijn veel beter bezig dan landen die veel ontwikkelingshulp geven en tegelijk hun grenzen dicht houden via hoge tariefsmuren en quota.
Prof. Jacob Kol heeft al eens gesteld dat ontwikkelingslanden 8 maal beter af zijn via vrije handel dan afhankelijk te zijn van ontwikkelingshulp.
Dus, goed gedaan Japan en Nieuw-Zeeland en Nederland schaam je.
[1] Inderdaad Albert.
We hebben hier te maken met het hypocriete socialistische idee of gevoel, dat men door (andermans) geld weg te geven economisch zwakkeren kan (blijven) controleren en betuttelen, dat men zichzelf op de borst kan kloppen en vervolgens denkt te kunnen claimen, dat men vreselijk goed bezig is.
Bah, Nederland.
Jim Rogers schrijft ook in zijn tweede boek over ontwikkelingslanden. Ons belastinggeld gaat naar NGO’s die daar nutteloze congressen organiseren en personeel hebben dat in dure Mercedessen rijdt. Deze organisaties worden dan ook geminacht/gehaat door de lokale bevolking.
[2] [3] Zeker, het heeft te maken met de ‘feel good’ factor van de socialistische politiek van al onze partijen. Niemand van de huidige politieke partijen durft de waarheid hardop te zeggen, maar uit elk economisch onderzoek is gebleken dat arme landen veel beter af zijn met een vrije handel richting rijke landen, waarvan de laatsten hun tariefmuren slopen en hun subsidies stoppen.
Iemand heeft eens gezegd dat met ontwikkelingshulp ,,het geld gaat van arme mensen in rijke landen naar rijke mensen in arme landen". Uit diverse internationale onderzoeken is dit behoorlijk waar gebleken.
Nogmaals gaan jullie je diep schamen Nederlandse politici.
Vrije handel met ontwikkelingslanden lijkt me gezien de huidige politiek niet op korte termijn gebeuren. Toch vind ik het niet aanvaardbaar om tot die tijd producenten uit de derde wereld uit te buiten, terwijl onze boeren enorme subsidies krijgen. Daarom pleit ik ervoor om fair trade producten te kopen. De boer krijgt een eerlijke prijs, die niet ten koste gaat van mens of milieu. Zo kunnen de boeren samen de lokale gemeenschap uit de armoede helpen op hun manier. Niet op een manier die ontwikkelingswerkers kun vertellen. Helaas kopen nog maar weinig mensen fair trdae producten als kleding, chocola, koffie, rijst en thee. Terwijl deze producten bij steeds meer supermarkten worden verkocht.
Comments are closed.