Als ik kijk naar foto’s van zo’n 15 jaar terug dan kan ik maar met moeite een glimlach onderdrukken. Om de kleding die de mensen dragen, om de auto’s die ze rijden, om de brillen op hun neus. En toch, blijkbaar was men er toen van overtuigd dat men heel modern was.

En hoewel u nu misschien ook wel volgens de gangbare mode bent gekleed, als u over 15 jaar de foto’s van nu terugkijkt zult u hoogstwaarschijnlijk zo’n zelfde glimlach op uw gezicht krijgen. Dat is nu nog moeilijk te bevatten, immers, wat kan er nog beter, moderner, mooier?
Toch bewijst de geschiedenis het keer op keer, we zijn niet aan het eindpunt van de geschiedenis, we zitten er middenin. Wat nu gezien wordt als hypermodern is over enkele jaren zwaar verouderd. Maar denkt iemand daarbij na als hij een nieuwe auto aanschaft, of een nieuw kostuum?

De mens heeft de natuurlijke neiging om te denken dat wat hij nu heeft normaal is, wat nog komt is abnormaal, en wat geweest is, is verouderd.
Onze huidige westerse maatschappij wordt ook met die blik beoordeelt. De ouderwetse totalitair geregeerde samenlevingen zijn afgeschreven, ons systeem in het nu is het beste systeem. Democratie voor nu, altijd en in de eeuwigheid. Niemand kan zich iets anders voorstellen. Net zoals niemand zich kan voorstellen dat zijn huidige kleding of auto over 15 jaar meewarig wordt bekeken.

De democratie is heilig. Democratie is hét systeem voor het besturen van een gebied. Over de juiste invulling kan worden gedebatteerd, maar het principe van de macht aan het volk dat haar eigen vertegenwoordigers kiest is oppermachtig. Of dat nu meer of minder via referenda moet, of de regering of het parlement nu het meeste macht heeft, het zijn allemaal slechts variaties op een thema.

Dat democratie betrekking heeft op het besturen van een gebied is overigens meteen haar zwakte. Grond, in een agrarische samenleving het enige relevante productiemiddel, wordt relatief minder belangrijk. Dankzij de techniek kunnen velen hun werk doen op elke plek ter wereld waar een internetaansluiting is. De binding tussen arbeider en de plek waar hij zijn werk doet wordt steeds slapper, waardoor de binding tussen belastingmacht en arbeider ook slapper wordt.

Iedere politieke partij noemt zichzelf uiteraard democratisch. Ze functioneren in het bestaande democratische systeem, dus zo onlogisch is dat niet. Maar als we kijken naar de geschiedenis, hoe groot is dan de kans dat het democratische systeem daadwerkelijke eeuwigheidswaarde heeft? Hoe groot is de kans dat men over 100 jaar glimlachend kijkt naar het verleden, en zich hoofdschuddend afvraagt hoe het toch kon dat zó veel mensen in de democratie geloofden, dat er complete oorlogen om werden gevoerd?

En zoals er nu gekeken wordt naar de modernste computers, die over tien jaar aan alle kanten verouderd zijn, zo zal er hopelijk ook ooit gekeken worden op democratie.
Een computer is maar een dom ding. Brute rekenkracht gooit hij er tegenaan om met een oplossing van een probleem te komen, maar intelligentie kan je hem niet toedichten. Nog niet.

Democratie is óók een dom systeem. We wijzen mensen zonder enige kwalificatie aan als onze vertegenwoordigers, die dan voor een vastgestelde periode beslissingen voor ons, en vooral over ons mogen nemen. En dat op basis van het principe dat de meeste stemmen gelden. Dus als tien mensen denken dat de doodstraf slecht is, en elf denken van niet, dan komt er een doodstraf. Of een Sha’ria. Of heksenverbranding.

Maar de meerderheid heeft zelden gelijk. En toch leven we in een systeem dat de meerderheid de macht geeft. Volgende generaties zullen ons er ongetwijfeld om uitlachen, dat we uitgerangeerde ambtenaren kozen om over ons te beslissen. Dat we de meerderheid van die volksvertegenwoordigers dan weer een regering laten samenstellen, die door diezelfde mensen dan weer gecontroleerd moet worden. Dat we het ons laten welgevallen dat we de helft van ons inkomen betalen aan dingen die we niet willen. En dat de vertegenwoordigers van alles beloven en het toch nooit waarmaken. En dat we vervolgens vrolijk weer onze stem aan hen geven. Het zou lachwekkend zijn als het niet zo triest was.

En wat doen die vertegenwoordigers uiteindelijk met die macht die ze van het volk hebben gekregen? De verkiezingsprogramma’s maken het duidelijk, het gaat om het uitgeven van geld. Het geld van diezelfde kiezers. De ene partij wil miljarden naar de ziekenhuizen pompen, de ander juist naar de politie, en weer een ander geeft het liefst veel uit aan het milieu.

Over de vraag wat nu de meeste prioriteit moet hebben worden lange debatten gevoerd. Na het vormen van een regering worden de plannen in compromisvorm gegoten, en gaan we over tot de orde van de dag.

Door dit systeem krijgt een relatieve meerderheid precies datgene wat ze wil, en moet de rest vier jaar wachten op een nieuwe kans. Stel dat we nu een CDA-VVD kabinet krijgen, dan moeten de PvdA en SP vier jaar wachten totdat ze weer een kans maken. In die vier jaar zullen hun ideeën grotendeels niet worden uitgevoerd. Ook al willen ze dat er miljarden naar het milieu gaan, ze zullen moeten wachten, en met hun wachten hun supporters ook vier jaar voordat hun belastinggeld wordt uitgegeven aan het doel wat zij het meest relevant vinden.

Eigenlijk worden die mensen dus vier jaar gebonden aan een regering die hen niet zint, die hun geld aan de in hun ogen verkeerde doelen uitgeeft.

Er is echter een oplossing voor dit probleem. De oplossing heet belastingverlaging. Zodra de overheid minder geld krijgt, zullen er taken moeten worden afgestoten. Deze taken zullen daarna op de beste democratische wijze worden vervuld, namelijk doordat iedereen precies datgene kan uitgeven aan die taken hoeveel men zelf wil.

Als we dat nu consequent doorvoeren, blijft er uiteindelijk nog maar heel weinig over van al die politieke macht. En dan komen we precies op dat punt dat we het verschijnsel ‘democratie’ eindelijk daar kunnen plaatsen waar het heel snel heen moet: het museum.

5 REACTIES

  1. Uitstekend en helder gesteld, Kim.
    Je zou ook kunnen zeggen dat de andere kant van dezelfde medaille "’democratie’ eindelijk daar plaatsen waar het heel snel heen moet: het museum."
    is:
    Democratie komt dan tot volwassenheid, want dan beslist het volk pas over zichzelf, (demo-cratie) en wordt er niet "over" het volk beslist.

    Samen met belastingverlaging nog twee (minimaal) dingen te doen:
    -Geen begrotingstekorten meer en aflossen van de staatsschuld.
    -Taken, bevoegdheden bij de overheid weghalen: Ontwikkelingshulp, Cultuur en economische zaken om te beginnen.

  2. Ach, wie weet is over honderd jaar democratie een nog hoger goed dan nu en is zoiets als vrije marktwerking absoluut belachelijk. Wie zal het zeggen?

  3. Als ik naar foto’s kijk van toen ik een jaar of vijftien, zestien was, zie ik daar soms een foto bij van een jongen die nu, net als ik, over politiek schrijft 😉

    Hoop dat alles goed met je gaat!

    groetjes
    Marieke

Comments are closed.