Vandaag is wereld Vrijheidsdag.
Deze wordt op verschillende plaatsen in de wereld, ook door libertariërs, gevierd met een of andere happening.
Deze dag valt samen met het “vallen van de Berlijnse muur” en is ingesteld door George Bush.

Alleen deze formulering roept al de vraag op wat er nu eigenlijk precies gevierd wordt.

Op 9 november 1989 stroomden Oost-Duitse burgers door muur naar het “vrije” westen. Het gevolg was dat het Sovjet imperium en het communisme (als organisatie) in elkaar stortten.
Ter herinnering daaraan zegt Bush in een toespraak dat nu de meeste van midden en oost Europese landen verlost zijn van de Sovjet overheersing en nu deel uitmaken van dat vrije westen als succesvolle democratieën en met elkaar verbonden zijn voor het streven naar vrede en vrijheid.

En met deze retoriek kunnen we nog wel lang doorgaan. Al zal die bij veel libertariërs tot irritatie leiden.
Dat komt doordat het woord “vrijheid” zo verschillend wordt uitgelegd.
Waar hier veel over wordt gesproken, is de vrijheid van de ene staat van de overheersing door een andere staat. Zoals we in Nederland en België blij waren met de bevrijding van de Duitse overheersing na de tweede wereldoorlog.

Uiteraard is “die” vrijheid belangrijk. Net zo als we op de vrijspreker strijden voor de vrijheid van de EU-overheersing. Een EU-overheersing waarvan zoveel mensen de gevaren niet eens zien. Laat staan begrijpen.
Bij voorbeeld de onmogelijkheid om een vrije markt te combineren met een politieke unie.

Bij al die mooie woorden is het goed dat libertariërs zich bewust zijn, en zoveel mogelijk uitdragen, dat dit soort vrijheid maar een heel kleine stap is naar de echte vrijheid: De Vrijheid van ieder individu, zowel ten opzichte van overheden, als ten opzichte van zijn medeburgers.

De Vrijheid waarin ieder mens recht heeft op zijn eigen leven en soeverein is.