Vorig jaar schreef James Kynge
‘China zet de wereld op zijn kop’.

Een boek over de enorme economische
groei daar.
Nu is er deel twee, China
shakes the world – a titan’s rise and
troubled future and the challenge for
America.

Kynge werkt al 20 jaar als journalist waarvan hij 7 jaar doorbracht als bureauchef van de Financial Times in Peking.
In zijn vorige werk beschreef hij de productie van miljoenen gekopieerde artikelen, de jaarlijkse banengroei van 24 miljoen banen, de honger naar olie, staal en andere grondstoffen maar ook de invloed van China op de rest van de wereld.
Buitenlandse bedrijven, aangelokt door lage arbeidskosten, worden gebruikt om technische kennis en ontwikkeling te verkrijgen. Middels verplichte joint ventures met Chinese (staats-)bedrijven wordt er noodgedwongen kennis aan de grootmacht overgedragen.
Daarnaast werd China in eerste instantie door de westerse wereld met haar miljarden potientiele consumenten uitbundig ontvangen. Nu wordt ze meer en meer buiten de deur gehouden vanwege her en der verdwijnende industrie in de VS en Europa. Dat er goedkope consumptiegoederen voor in de plaats komen, weegt daar niet (langer) tegenop.

Kynge pakt het verhaal in zijn nieuwe werk op. Het verschil van China met Japan in 1960 is dat China niet vanwege zijn sterkte de wereldmarkt op gaat maar vanwege zijn zwakte. De reden is de keiharde concurrentie in eigen land.
Neem bijvoorbeeld Yin Mingshan, ex-gedetineerde en ex-boekenverkoper. Hij richtte in 1992 een motorenfabriek op waarin hij techniek, design en naam (Hongda) van de Japanse concurrent kopieerde. De motoren verkocht hij voor derde van de Honda prijs. Andere Chinese ondernemingen kopieerden Yins concept vervolgens. De markt werd met goedkope motoren overspoelt die niet meer kosten dan de oudmetaalwaarde. De enige uitweg voor Yin werd de exportmarkt om zich in China staande te kunnen houden. Yins firma verhandeld ondertussen ook bussen, mineraalwater en kranten.

De exportmarkt die tweederde van China’s economische activiteit uitmaakt, is groeifactor en achilleshiel tegelijk. Zonder dat was de economieboom van de laatste jaren niet mogelijk geweest als de expertise, technologie en investeringen van het buitenland er niet geweest zou zijn. De kernvraag voor Kynge is of het Westen China in de toekomst blokkeert en protectionistische maatregelen neemt. In dat geval zal de florerende economie als een kaartenhuis ineen storten.

Volgens Kynge zijn China’s twee grootste uitdagingen verwant. De eerste is binnenlands en omvat het centrale, communistische gezag in Beijing. Dat centrale gezag heeft nauwelijks controle over lokale partijbonzen die middels corruptie en machtsmisbruik de dienst uitmaken. Dat communisme is tevens de oorzaak van de enorme milieuverontreiniging die grote delen van het land teistert. Binnen afzienbare tijd is schoon drinkwater voor Chinezen meer waard dan olie.

De tweede uitdaging is buitenlands. China’s economie is afhankelijk van buitenlandse investeerders en export, veel meer dan die van Zuid Korea of Japan. Om aan grondstoffen te komen (o.a. olie), sluit China met de meest onwaarschijnlijke landen (Iran verzorgt 11% van hun olie) deals. Verder promoot het zichzelf als ‘een grote natie’ met een China-Afrika top, een Chinees-Arabische Vriendschap Conferentie, de Shanghai Cooperation Organisation en de Associatie van Zuid Oost Aziatische Naties waar het overheerst.
Deze ambities in combinatie met het wegzuigen van de industrie uit bijvoorbeeld de VS zouden weleens snel voor protectionistische maatregelen kunnen zorgen.

7 REACTIES

  1. "Het verschil van China met Japan in 1960 is dat China niet vanwege zijn sterkte de wereldmarkt op gaat maar vanwege zijn zwakte. De reden is de keiharde concurrentie in eigen land."

    Is concurrentie een zwakte? Lijkt me juist dat het communisme meer in elkaar gestort is qua regulering dan men ooit had durven hopen???

  2. [1] da’s het probleem juist, het communisme bestaat daar nog: inclusief regelgeving, corruptie en vriendjespolitiek. Dit in combinatie met snoeiharde concurrentie waardoor je onder je kostprijs moet verkopen. Er is dus geen gezonde thuismarkt.

  3. [2] Beste Aad, Ook in Nederland en elders kennen we vriendjes politiek en corruptie( zelfs Prins Bernhard)het is iets anders verpakt. In ieder geval zijn wij westerlingen gedwongen om zaken te doen met China. Ik kom er elke maand en heb grote bewondering voor deze lieden. Ze werken harder,ze zijn altijd bereikbaar zijn slimmer en gaan het winnen. Van Communisme merk ik niets in Shanghai sterker nog ik heb er nog geen vuurwapen gezien,niet bij de politie en niet op de luchthaven. Je kunt je er vrij bewegen en zaken doen,mijn relaties zijn correct zakelijk beleefd en altijd bereikbaar. Ja ze copyeren alles wat los en vast zit, ook onze spullen maar vaak is het legaal omdat er in China geen octrooien zijn van deze produkten maar wel in Europa de importeurs,vaak westerlingen,overtreden de octrooiwetten niet de Chinezen.
    China wordt(is)een economische Wereldmacht,dit is niet tegen te houden
    Ze hebben groot gelijk die Chinezen,en ja er wordt vervuild maar de chinezen slapen nooit dus dat probleem wordt ook opgelost sneller(geen of minder regeltjes) dan in Nederland. De sterkste zal winnen en dat is in dit geval de Chinees of we dat nu willen of niet. Dus Europa slaap maar rustig verder. Ik doe goede zaken met de Chinezen.

  4. [3] Ik vind het prachtig dat je goede zaken doet met de Chinezen en vergelijk de situatie in China niet met die in Nederland. Wat ik enkel aangeef is de mening van James Kynge.

  5. [2] Nee, die redenatie kan niet kloppen; concurrentie treedt nooit op als er verlies op een produkt gemaakt wordt.

    Ik heb ook wel het idee dat China een blijvertje is hoor. Die communisten zien nu dat ze met een flinke dosis kapitalisme ineens veel meer af kunnen romen dan ooit tevoren.

  6. [5] in eerste instantie wordt er geen verlies op een product geleden maar door de kopieerdrift en prijspolitiek der Chinezen moet men er snel op toeleggen. Een logische stap is dan dat men het in het buitenland tegen wel lonende prijzen gaat aanbieden.
    Of China een blijvertje is weet ik niet…lees het boek zou ik zeggen !

  7. [6] "lees het boek zou ik zeggen !"
    Waarom zou ik het lezen wanneer in de recensie al pertinente onzin staat zoals "China’s economie is afhankelijk van buitenlandse investeerders". Dat was wellicht tot voor kort zo maar inmiddels niet meer. China heeft in tegendeel zelfs dermate last van overinvestering dat ze recent de beperkingen op beleggingen van de eigen bevolking in het buitenland heeft opgeheven en hen nu aanmoedigt zoveel mogelijk in het buitenland te investeren teneinde van een te grote hoeveelheid dollars af te raken omdat anders de koppeling van de Yuan echt onhoudbaar zou worden (waardoor de eigen producten in het buitenland duurder zou worden, hetgeen de export zou schaden).

Comments are closed.