Vorige week bracht ik de kwestie ter sprake hoe het begrip “individuele vrijheid” kan worden afgebakend. Ik baseerde mij op de door Friedrich Hayek gekozen benadering van het vrijheidsbegrip, dat gebaseerd is op “The Pursuit of happiness” van de Amerikaanse “Declaration of Independance” (1776), de individuele vrijheid om het persoonlijk geluk te bepalen en individueel geluk na te streven. Deze keer ga ik in op de verhouding tussen particulier en overheid. Deze blijkt uiteindelijk onveranderlijk te worden beheerst door de factor macht. Met het oog op dit gegeven gaat de serie artikelen met name in op de vraag, hoe de individuele burger met macht omgaat en hoe hij daarmee in de praktijk om zou kunnen gaan.
Vrijheid als gerechtvaardigd streven naar individueel geluk
We zagen, dat Hayek onderscheid maakt tussen slechts twee staatsverbanden: enerzijds een staatsverband dat het individu dwingende verplichtingen oplegt en anderzijds een staatsverband waarbinnen sociale samenwerking op vrijwillige basis wordt nagestreefd. Hij concludeert, dat de grondslag van de staat gebaseerd moet zijn op het bevorderen van de ontplooiing van het individu, omdat dit uiteindelijk tot een maximale individuele geluksbeleving en een stabiele samenleving zou zorgen.
Daargelaten of die conclusie ook in de praktijk daadwerkelijk klopt, toont hij in “The Road to Serfdom” feitelijk aan -ook al zegt hij dat net iets anders-, dat elk staatsidee dat de staat toestaat inbreuk te maken op het recht op vrije individuele ontplooiing, (op den duur) noodzakelijk tot tyrannie moet leiden.
In het kader van de bepaling van het vrijheidsbegrip heb ik het thema van de “sociale samenwerking” wat nader uitgewerkt in de maatschappelijke context van de huidige Westerse democratie. Daarbij maakte ik onderscheid tussen het “sociaal verband” en de “sociale omgeving”.
Als het sociaal verband van het individu heb ik gedefinieerd de relatiekring, waarbinnen het individu zijn (sociaal-economische en maatschappelijke) activiteiten beoefent en waarbinnen hij rechtstreeks invloed kan uitoefenen op de gang van zaken. Hieronder vallen alle activiteiten, die hij vrijwillig uitoefent, d.w.z. dat hij vrijwillig verplichtingen jegens elk ander individu of bedrijf op zich neemt om op rechtmatige wijze zijn persoonlijke doelstellingen te verwezenlijken.
Waar sprake is van vrijwillige samenwerking, wordt de rechtsverhouding meestal privaatrechtelijk geregeld. Men spreekt van een horizontale rechtsverhouding: de relatie tussen individuen (en/of bedrijven en particuliere organisaties) onderling.
Daartegenover typeerde ik het idee van de “sociale omgeving”, anders gezegd het politieke kader, dan wel het staatsverband waarbinnen die vrijheden kunnen worden uitgeoefend. Dit wordt in hoofdzaak publiekrechtelijk, anders gezegd, bestuurs- en /of staatsrechtelijk geregeld. Hier staat de relatie tussen particulier en overheid centraal. Men spreekt van een verticale verhouding. Maar omdat de overheid geen persoon is, rijst de vraag, hoe de verhouding tussen enerzijds de particulier en anderzijds de overheid en zijn ambtenaren er in de maatschappelijke praktijk uitziet.
Persoonlijkheidskenmerken van de Staat
Historisch wordt de staat min of meer gepersonifieerd, er worden menselijke eigenschappen aan de staat toegekend. Zo kennen we bijvoorbeeld binnen het staatsverband publieke lichamen en publieke organen. Maar de staat blijft een fictie, ook al wordt de staat als wetgever en bestuurder ook een “wil” toegedicht.
Behalve een fictieve of rechtspersoonlijkheid heeft de staat enkele specifieke kenmerken, t.w.:
1. De staat bezit een hiërarchische structuur en zijn werknemers (ambtenaren) zijn hiërarchisch georganiseerd. De ambtenaar is functioneel horig aan het staatsverband. Zijn functionele macht beperkt zich tot een bevoegdheid, die afgeleid is van de wet en die afhankelijk is van zijn functioneel verband of van een specifieke wettelijke opdracht. Onvermijdelijk wordt zijn sociaal gedragspatroon buiten dienstverband gaandeweg medebepaald door zijn ambtelijk politiek hierarchisch denkpatroon – om niet te zeggen doordrenkt.
Wie kent niet de op gemeentelijk bevel handelende arrogante stadstoezichthouder die de burger onverbiddellijk een prent bezorgd, zodra hij een paar minuten “te laat” zijn parkeerbewijs verlengd, terwijl de gemeente structureel de parkeergelegenheid beperkt houdt ? “Befehl ist befehl”, nicht ?
Het ambtelijk denken en de ambtelijke meningsvorming worden niet of nauwelijks bepaald door interacties met de niet-ambtelijke wereld, maar kenmerken zich door een bepaald soort dogmatiek die nauw samenhangt met een voorondersteld beeld, dat bestaat uit vooroordelen en voorgeprogrammeerde voorstellingen over de buitenwereld, gemengd met een allegaartje van politieke en persoonlijke doelstellingen. Anderzijds zullen anderen binnen zijn directe sociale verband onvermijdelijk door zijn dogmatisch ambtelijk denkpatroon worden beïnvloed.
2. De staat bezit de zwaardmacht en kan deze zelf organiseren en op elk door haar gewenst moment uitoefenen.
3. De staat is wetgever en bezit de politieke macht wetten te maken en op elk door haar gewenst moment naar believen te wijzigen. Op grond van punt 2 is zij in de positie de wetgeving (en dus de reikwijdte van haar geweldsmonopolie) tot op grote hoogte zelf te bepalen. Een voorbeeld hiervan is de teugelloze overheidsbemoeienis en regelgeving op civielrechtelijk gebied en de alsmaar toenemende verwevenheid van het privaatrechtelijk en publiekrechtelijke domein.
“Samenwerken” met de overheid
1. In hun onderlinge samenhang beschouwd maken deze kenmerken duidelijk, waarom de meeste politici en ambtenaren in wezen beschouwd zouden moeten worden als wereldvreemde wereldverbeteraars en /of machtswellustelingen, die naar vermogen uiteindelijk persoonlijke doelstellingen met politieke middelen trachten te verwezenlijken. Het begrip “samenwerking” krijgt in de relatie particulier – overheid een essentieel andere betekenis, omdat er geen sprake kan zijn van een gelijkwaardige relatie. Dit wordt nog duidelijker bij beschouwing van het volgende punt:
2. Het gedrag van de staat, van zijn lichamen en zijn organen wordt reeds van nature bepaald door politieke dreigementen die kracht worden bijgezet door (bedreiging met) geweld. Van vrije onderhandelingen en sociale samenwerking, in de betekenis die Hayek bedoelt, tussen enerzijds burgers en bedrijfsleven met anderzijds de staat/ overheid kan dus geen sprake zijn.
Maatschappelijke consequenties
Dit heeft in de afgelopen eeuw geleid tot de situatie, dat:
– Hoewel politieke leiders gekozen zijn om de politieke orde en de rechtsorde te stabiliseren en de particuliere veiligheid te bevorderen, blijkt een tegengestelde ontwikkeling de stabiliteit, de veiligheid van de samenleving en daarmee de individuele vrijheid in zijn fundamenten aan te tasten.
Met een beroep op haar beveiligingstaak voelt de overheid zich vrij de individuele vrijheid (grondrechten) gaandeweg verder aan banden te leggen;
– De invloed van het hoogste politieke verband zich niet alleen inhoudelijk over alle terreinen van het menselijk leven uitstrekt, maar ook mondiaal expandeert. Het laatste voorbeeld is het feit, dat de EU serieus afgekondigd heeft zijn waanzinnige klimaatbeleid wereldwijd door te zetten jegens alle andere grootmachten op deze aarde.
Deze laatste twee tendensen dreigen te leiden tot haar sociaal-politieke en economische ineenstorting, omdat de politieke leiderschap blijkbaar de kracht mist het instituut EU effectief tegen de stelselmatige economische en morele uitholling, die haar voortbestaan al jaren bedreigt, te beschermen. Vergelijkbare historische voorbeelden van dergelijke ineenstortingen binnen dit continent zijn te zien in de val van het West-Romeinse Rijk in 476 en van het Oost-Romeinse Rijk (Byzantium) in 1453. Hoewel diverse oorzaken -waaronder van economische en van demografische aard (Grote Volksverhuizing)- worden aangewezen voor de val van het West-Romeinse Rijk, lijkt het mij niet onaannemelijk, dat een combinatie van economische en morele oorzaken aan deze val ten grondslag ligt.
Volgende keer zal ik nader ingaan op het formele samenwerkingsverband tussen staat en particulier in het Nederlandse stelsel en de praktische gevolgen daarvan voor de individuele vrijheid. Daarbij komt ook aan bod de vraag, of en zoja hoe het vrije individu eventueel met deze situatie op langere termijn profijtelijk zou kunnen omgaan.
Zie: “Vrijheid (…of verkiezingen)(1)“
"Hoewel politieke leiders gekozen zijn om de politieke orde en de rechtsorde te stabiliseren en de particuliere veiligheid te bevorderen, blijkt een tegengestelde ontwikkeling de stabiliteit, de veiligheid van de samenleving en daarmee de individuele vrijheid in zijn fundamenten aan te tasten."
Dit komt m.i. vooral doordat men zijn daden niet wil plaatsen waar de mond is, misschien uit lafheid, maar waarschijnlijk uit pure megalomane hufterigheid. Lees bv. dit ontluisterende stukje:
http://www.brusselsjournal….
[1] R. Hartman,
Inderdaad. Frappant, hoe Marij Uit den Boogaard weergeeft, hoe de Antwerpse politie a priori in een kwaad daglicht wordt gesteld.
Je ziet hoe de linkse kerk druk bezig is het onderzoek naar objectieve kenbare feiten op voorhand te manipuleren en verdacht te maken.
De gedachtepolitie van de linkse kerk, heeft het in Nederland mogelijk gemaakt, dat op diverse Faculteiten UITSLUITEND linkse doctrines mogen worden gedoceerd. In concreto maakt men zich op de Nijmeegse Universiteit daaraan schuldig. Maar ook aan andere Universiteiten en andere onderwijsinstellingen wordt er hard gewerkt aan het verbod tegen objectieve kennisoverdracht en het zelfstandig kritisch (leren) denken van studenten.
[2]
Triest maar moedig verhaal van MudB. Dat er zo snel mogelijk meer mensen komen die op zo’n heldere manier de vinger op de zere plek leggen. Gelukkig dat dat via Internet kan; te hopen is dat meer mensen dit soort berichten tegenkomt. Van massamedia is niet veel goeds te verwachten gezien de politieke voorkeur.
Ik vind het hoofdartikel van SpyNose erg goed aangeven waar de oorzaken van maatschappelijk verval liggen, over de gevolgen hoeft niemand zich te verbazen lijkt me. De oplossing ligt voor de hand: hoe kleiner de overheid, des te beter het is. Immers wat er niet is, kan geen problemen veroorzaken.
Het is voor veel collectivisten moeilijk na te denken, omdat deze decennialang zijn geïndoctrineerd beginnende vanaf de kleuterschool en eindigend op de universiteit. Alles werd gemonopoliseerd door socialistisch georiënteerde docenten. Vaak zijn het Pavlov-reacties die hen leiden en worden emotioneel als er iets niet met hun denkwereld overeenkomt. Debatteren is hen vreemd, want men vervalt meteen in persoonlijke aantijgingen, zodat men niet hoeft in te gaan op de beweegredenen en causale verbanden van bepaalde misstanden. Zoiets zie ja namelijk bij elke totalitaire doctrine en zal vervolgens leiden tot een stilstand van de echte progressie. Zodoende zijn het geen progressieven, maar ultra-conservatieven. Progressie betekent letterlijk vooruitgang, echter het enige wat collectivisten willen is sociaal-maatschappelijke stilstand en financieel-economische stagnatie. Een goed essay aangaande totalitaire rol van de staat.
Hier nog een voorbeeld hoe overheden (in dit geval de Engelse) elk excuus aangrijpt om vrijheden nog verder in te perken. Deze is wel heel erg zot: http://tinyurl.com/2hs2pe
[5] R. Hartman,
Mooi voorbeeld hoe absurd moderne collectivistische politici van de Tories denken – in dit geval niet de Britse overheid zelf, maar nota bene het schaduwcabinet van de Conservatieve Partij !
Het Dutch Disease Virus uit de jaren ’70 waart nu ook rond in de Partij van Margaret Thatcher. Waar moeten de echte Conservatieven nog op stemmen ?
op de BNP.
[7] Of de UKIP misschien, het blijkt de 4e grootste partij te zijn van Engeland. De laatste grote Conservative was inderdaad Maggy Thatcher. Zij heeft het voor elkaar gekregen de economie te saneren en het socialisme te keren. Wat erna als Conservatives kwam was huilen met de pet op. Zij waren verstrikt geraakt in nevenactiviteiten in plaats van de verdere liberalisering van de economie.
[8]
Maggie Thatcher heeft minstens één grote fout gemaakt door de mijnwerkers-staking te breken middels het aangaan van een duivels verbond met linxe miljeu-aktivisten die al die CO2 uitstoot maar een gevaar vonden voor het miljeu. Helaas heeft ze daardoor het sosjalisme, of beter het anti-kapitalisme mee helpen ontstaan. Ze was niet zo zeer een Conservative als wel iemand die haar wil coût-que-coût wilde doordrukken.
[8] Albert S.
[9] Andre,
Maggie zal zich mogelijk nauwelijks gerealiseerd hebben wat ze losmaakte door dit milliepact aan te gaan. Doet me sterk denken aan de tovenaarsleerling.
Comments are closed.