In den Haag is men over staatssecretaris Timmermans heen gevallen.
Het was niet zijn bedoeling te chanteren, zei hij, maar het zal niet mogelijk zijn een nieuw EU-verdrag te verwerpen en toch in Europa te blijven. De reacties zijn begrijpelijk, want de intimidatie door Balkenende c.s. werkte twee jaar geleden alleen maar averechts op de aanvaarding van de Europese Grondwet.

Het Haagse commentaar was dat het nog veel te vroeg was voor zo’n uitlating omdat de onderhandelingen nog gaande zijn en dat het een domme beginnersfout was. Maar Timmermans is allesbehalve een beginner en allesbehalve dom. Uit zijn Kamerbrief van 21 mei blijkt dat alle niet-cosmetische Nederlandse voorstellen voor een nieuw EU-verdrag kennelijk vrij kansloos zijn. Voor een klein land als Nederland geldt in de EU “take it or leave it”, tenzij het de nodige bondgenoten heeft. Ook Engeland, Polen en Tsjechië hebben bezwaren tegen de Europese Grondwet, maar ze voelen kennelijk weinig voor de Nederlandse voorstellen. Timmermans’ uitlating lijkt niet zozeer een poging tot chantage, als wel uitdrukking van zorg over hoe Nederland zich straks moet gaan opstellen. Het punt is dat als Nederland op geen enkel substantieel punt tegemoet wordt gekomen, de negatieve gevolgen van uittreding uit de EU ook het enige zal zijn dat hij kan aanvoeren voor het standpunt om desondanks genoegen te nemen met een nieuw EU-verdrag

Hoe geloofwaardig is Timmermans’ waarschuwing echter? Het zal inderdaad niet mogelijk zijn in de EU te blijven als “de karavaan verder trekt”, zoals Verhagen het uitdrukte. Maar in economisch-politiek opzicht in Europa blijven is niet alleen mogelijk, het is ook min of meer het automatische gevolg van uittreden uit de EU. Nederland is namelijk ook lid van de Europese Economische Zone en dat niet alleen als lidstaat van de EU, maar ook zelfstandig. De huidige leden van de EER (European Economic Area) zijn behalve de EU-landen Liechtenstein, Noorwegen en IJsland Laatstgenoemde landen hebben zich verbonden alle EU-regelingen betreffende het vrije verkeer van goederen, arbeid, kapitaal en personen over te nemen, met uitzondering echter van regels betreffende de landbouw, de visserij, BTW en accijnzen. Ook vertegenwoordigt Brussel deze landen niet in de buitenlandse economische politiek. De samenwerking is intussen overigens uitgebreid tot onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en cultuur, terwijl Noorwegen en IJsland afzonderlijke verdragen hebben gesloten op het terrein van sommige producten van landbouw en visserij. Genoemde landen moeten ook financieel bijdragen aan de EU op de voor hen relevante beleidsterreinen. Sinds 2002 betreft dat overigens ook de sociale en economische cohesie in verband met de uitbreiding van de EU. Toch is de bijdrage daaraan van Noorwegen, zo’n 200 miljoen euro per jaar, maar een fractie van de huidige bijdrage van Nederland, waarvan Nederland intussen maar heel weinig terug ziet. Balkenende keerde eind 2005 triomfantelijk uit Brussel terugkeerde met de mededeling dat Nederland voortaan 1 miljard minder zou behoeven te betalen aan Brussel. Niet lang daarna bleek echter dat Nederland ook 1,7 miljard minder zou worden uitgekeerd uit de fondsen voor sociale en economische cohesie.

Gegeven het vangnet van de EER, kunnen er maar twee nadelen van uittreding uit de EU worden aangevoerd. Het eerste is dat Nederland geen rechtstreekse invloed meer zal hebben. Daarbij is niet zozeer te denken aan het overigens geringe stemgewicht (3%) van Nederland, maar eerder aan de informele invloed in de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europese parlement. Een voorstander van uittreding kan echter aanvoeren dat Den Haag dan meer bevoegdheden heeft en niet meer verrast kan worden door via Brussel uitgespeeld regeringsbeleid. Het tweede nadeel is dat Nederland dan niet langer deel zal kunnen uitmaken van de monetaire unie. Maar ook dat kan een voorstander van uittreden als een voordeel zien. Weliswaar zal herinvoering van de gulden gepaard gaan met de nodige kosten en een wat hoger rentepercentage vanwege de grotere kwetsbaarheid van een nationale munt, maar daar staat tegenover dat deze zich makkelijker kan aanpassen aan de nationale economische ontwikkeling. Bovendien is er alle reden de toekomst van de euro niet al te zonnig in te zien. Frankrijk dat net als heel wat andere landen met gigantische niet door besparingen gedekte pensioenverplichtingen zit, blijft drammen om de monetaire unie nog andere doelstellingen te geven dan alleen de stabiliteit van de munt, zoals de bevordering van de werkgelegenheid. Het zal duidelijk zijn dat het toch al zwak gebleken hek van het Stabiliteitspact dan helemaal van de dam zal zijn.

Niet de door de internationale wol geverfde Timmermans is naïef, maar zijn critici zijn dat. Zijn uitlating was niet bedoeld voor binnenlands, maar voor buitenlands gebruik. Een afwijzing van het nieuwe EU-verdrag door Nederland kan immers wel degelijk invloed hebben op andere landen en met name op Groot-Brittannië. En dat is een land dat er, anders dan Nederland, wel toe doet in Europa. Als ook Engeland het Verdrag zou verwerpen en ook zou uittreden, is een nog verdergaand domino-effect op andere landen denkbaar. In 1568 kwamen de Nederlanden in opstand tegen het vanuit Brussel uitgeoefende Spaanse gezag. Het waren de Nederlanders en de Engelsen die in 1588 de Spaanse Armada versloegen. Thans wordt de EU-Armada van landen die de Europese grondwet hebben aanvaard, duidelijk geleid wordt door de Spanjaarden. Wie weet krijgt Balkenende nog spijt van zijn oproep tot herleving van de VOC-mentaliteit.
———————————————
Ingezonden door Prof. Nico Roos

3 REACTIES

  1. Interessante visie. Ik zou er aan willen toevoegen, dat Nederland zich in dat geval ook wat soevereiner zou kunnen opstellen op het gebied van buitenlandse politiek en veiligheid.

    Maar dat brengt wel een stuk meer staatsmanschap, politieke bekwaamheid en verantwoordelijkheid met zich mee dan we de laatste eeuwen in Den Haag hebben gezien.

    Ik mag hopen dat Balkenende dat bedoelde toen hij tot een VOC-mentaliteit opriep. Maar dat betwijfel ik.

  2. Uitstekend stuk.
    Alleen vrees ik dat SpyNose gelijk heeft als hij stelt dat we dat met deze laffe mamma’skindjes niet gaan redden. Is dus wel een mooie aanleiding om de bezem door de augiasstal te halen en de onderheid-as-we-know-it op te doeken. Kunnen we meteen de grondwet weer inhoud geven (wetgeving toetsen aan de grondwet, wat nu niet mag).

  3. [2]
    Precies. En de onderheidsbestedingen grondwettelijk maximaliseren. Eigenlijk beter "gemeenschappelijkheidsbestedingen": er kan immers nooit sprake zijn van een OVERheid die BOVEN de mensen staat, hoogstens van een daadwerkelijk gemeenschappelijk belang binnen een minarchie (en dat is geen monarchie..).

Comments are closed.