Wat is in het onderstaande geval de juiste oplossing , gezien uit Libertarisch perspectief?
Muntenverzamelaar Jansen is op bezoek bij muntenhandelaar Nico.
Iemand komt de winkel binnen die vijf gouden munten wil verkopen.
NIco zegt tegen Jansen: ” Ik heb niet veel verstand van gouden munten, wat zal ik hier voor bieden ?”
Jansen adviseert vrijblijvend voor de munten ¤8000 euro te bieden.
De verkoper gaat accoord en daarna verkoopt Nico de munten door aan Jansen voor ¤9000.
Jansen komt er snel achter dat een van de munten , toevallig de meest waardevollle, vals is en gaat naar Nico terug.
Wie moet nu de schade betalen ? Nico of Jansen ?
( geval ontleend aan het tijdschrift Numismatist, uitgave mei 2007)
Hugo van Reijen
"Het" libertarische antwoord weet ik niet. Ik kan wel wat speculeren. Het hangt er denk ik van af of je een maatschappij baseert op "caveat emptor" (laat de koper opletten), of dat je werkt met "garantie" door de verkoper.
Als je kiest voor "caveat emptor" heeft Jansen pech gehad. Hoogstens kun je zeggen dat iemand niet doelbewust een defect product mag verkopen zonder dit te melden, omdat dit oplichting zou zijn. Maar als je aanneemt dat Nico echt niet wist of de munten echt waren en hoeveel ze kostten (hij vroeg dat immers aan Jansen zelf) is het geen bewuste oplichting.
Als je aan de andere kant kiest voor een standaard garantieregeling (hetzij vrijwillig door Nico geboden, hetzij als uitgangspunt van de wet), zou Nico sowieso verantwoordelijk zijn, omdat hij een "defect" product leverde. Maar dan zou niet Nico, maar de oorspronkelijke verkoper verantwoordelijk kunnen worden gehouden. Nadeel van zo’n garantieregeling is wel dat het prijzen hoger maakt, omdat de schade die verkopers lopen door dit soort gevallen moet worden doorgerekend. En als dit niet kan aan eerdere verkopers, moeten de klanten in het algemeen eraan geloven.
En als geen van die oplossingen echt bevalt, kun je altijd nog de schade hoofdelijk verdelen. Iedereen verliest dan een beetje, en je erkent dat er wellicht niet één juiste of redelijke oplossing is. Uiteindelijk kun je dit hele probleem voorkomen met een vrijwillige afspraak. De verkoper en koper kunnen samen overeenkomen of ze deze (ver)koop doen op basis van garantie, of op basis van eigen risico, of een mengvorm van gedeeld risico. Zolang die regeling duidelijk is, zal de markt van vraag en aanbod wel bepalen in welke gevallen voor welk model wordt gekozen.
[1]
P.S.
Als in dit geval niet duidelijk is wat de afspraak was (en er is geen wettelijke standaard-regeling waarvan je wel of niet kan afwijken), zou ik denk ik kiezen voor de oplossing dat iedereen een derde deel betaalt (de verkoper, Nico en Jansen), of anders Nico en Jansen ieder de helft, en Nico kan dan weer de helft aan de eerste verkoper doorberekenen. En die eerste verkoper weer de helft aan zijn verkoper, enzovoorts.
Wel een beetje gecompliceerd, dunkt me. Dus een afspraak van tevoren hoe je de eventuele schade regelt lijkt me wel verstandig.
het lijkt me bij dit soort transakties wel handig om wat afspraken te maken in contractvorm. Dan is vast te stellen wie er contractbreuk gepleegd heeft.
In de praktijk overigens onwaarschijnlijk dat een munthandelaar die zaken wil blijven doen vals niet van echt kan onderscheiden. Dat lijkt me niet goed voor zijn reputatie. Misschien moet hij een ander beroep gaan kiezen.
Wat als de meest waardevolle munt ineens een veelvoud waard blijkt te zijn moet de koper dan ook het verschil bij leggen?
Nico moet Jansen de schade vergoeden.
Hij heeft immers waardeloze troep geleverd en het was zijn verantwoordelijkheid als munthandelaar om goed spul te leveren.
Dat hij bij de inkoop de keuring geoutsourced had, daar heeft de klant niets mee te maken.
Eventueel kan Nico de aldus geleden schade verhalen op de "expert" die hij betaalde om de geleverde waar te keuren, maar gezien het hier louter om een gratis en vrijblijvend advies van Jansen ging, is dit uiteraard niet aan de orde.
Maar sowieso zou zo’n expert er slechts zijn om de de kans op fouten en bijbehorend gedoe te doen afnemen. Dit doet niets af aan de morele plicht van de verkoper om eerlijk te zijn over zijn waar. (*)
Maar ook dan is het natuurlijk de vraag wat er overeengekomen is.
Als de oorspronkelijke verkoper beweerde gouden munten te verkopen en later blijkt er eentje van verguld nikkel te zijn, moet hij opdraaien voor het "bedrog".
Maar als deze zelf aangaf enkele hem onbekende munten (bv. uit een erfenis) aan te bieden, niet beweerde dat ze van goud waren, en vroeg wat Nico ervoor over had, zonder verder een valse claim te maken, dan heeft Nico op eigen risico "munten" ( en dus niet "gouden munten") gekocht voor een vrijwillig overeengekomen bedrag. De schade is dan voor hemzelf.
Overigens geldt dit natuurlijk ook voor de relatie tussen Nico en Jansen. Als de munten voor echt verkocht zijn, moet Nico de schade aan Jansen vergoeden. Maar als Nico Jansen slechts blinkende metalen voorwerpjes met een gezicht van een of andere heerser aanboodt en nooit beweerde dat het om goud zou gaan, en ze komen een prijs overeen dan ligt het risico bij Jansen. Het was dan slechts diens vrije interpretatie dat het hier om authentieke gouden munten ging.
(*) uiteraard kan vooraf ook overeengekomen worden dat de "keurder" wel aansprakelijk gesteld wordt voor inschattingsfouten.
Voor eerlijke mensen is het heel eenvoudig: Jansen en Nico hebben de munten voor echt gekocht. De handelaar is de bedrieger. Hij heeft fraude gepleegd en is zo strafbaar als wat, ook in Libertarië. De twee bedrogenen kunnen zich burgerlijke partij stellen.
[4] Daar gaat het niet om, het gaat om vervalsing.
In de praktijk zal iedere partij zich kunnen verhalen op degene waarvan hij het gekocht heeft.
Dus Jansen verhaalt zich op Nico en Nico verhaalt zich op de handelaar, die zich evt. ook verhaalt op nog een andere partij, enz…
[8] En ze kunnen zich ook groeperen, krachten bundelen in een "benadeeldencollectief" (AAAAAH ik heb collectief geschreven…)
[9] Met een vrijwillig collectief is evenwel niets mis, dunkt me.
[7] Dat maakt mijn vraag toch niet onbeantwoordbaar?
Het is onduidelijk of de verkoper van de munten zelf ook dacht dat alles goud was wat er blonk. Maar los daarvan denk ik dat die Nico maar een flut muntenhandelaar is. Hij zegt N.B. zelf tegen Jansen dat hij geen verstand heeft van gouden munten! Hij gaat dan af op de mening van Jansen de verzamelaar.
Een bona fide muntenhandelaar heeft toch zeker apparatuur waarmee je gouden munten op de echtheid kan controleren?
Jansen doet maar een gooi naar de waarde en Nico de handelaar gaat daar zondermeer mee akkoord. Stom, stom!
Eventueel kunnen ze samen hun verlies verdrinken en sam-sam doen.
……En niet meer bij Nico gaan kopen vóór hij de benodigde kennis/apparatuur heeft opgedaan!
[10] Any firm, company or enterprise meets the definition, so me neither.
Comments are closed.