Democratie te koop


Deel 3 van 3 van essay over maatschappijbeschouwing van Cor Brouwer *).
Deel 1 verscheen eergisteren, deel 2 gisteren


Democratie te koop (3)

Democratie is een betalingsmiddel
De één koopt er zijn mandaat mee
De ander zijn bijstandsuitkering

Mensen zeven.
Politici verdedigen hun politieke onschendbaarheid met een verve die ze beter zouden kunnen gebruiken voor hun werk als volksvertegenwoordiger. En als die onschendbaarheid moet worden opgeheven is dat vaak een langdurige procedure en wordt de vraag daartoe nota bene beoordeeld door collega’s. Bovendien moet het onderzoek naar eventuele misdragingen worden gedaan door mannen wier baas zelf politicus is en dus invloed kan uitoefenen op het gedrag van die onderzoekers. Dat lijkt me een nogal partijdig gebeuren. Zo’n KPP, bestaande uit vijftig absoluut niet te corrumperen mannen, wier taken zijn vastgelegd in de Grondwet, zouden tot taak hebben om een aspirant politicus te testen op betrouwbaarheid, eerlijkheid en kennis. Daarvoor kan heel goed de ABOZHIS-classificatie van de strijdkrachten dienen. Voorts zou dit Korps de bevoegdheid moeten hebben om altijd en overal aanwezig te zijn bij vergaderingen, werkbesprekingen, contacten tussen politici en particuliere organisaties en op elk gewenst moment het recht hebben om de betrouwbaarheid van een politicus te testen met alle technische middelen die de wetenschap op dat moment kan bieden. Dit inclusief een leugendetector. Lijkt dat al te kras? Bedenk wel dat als jij een baan ambieert die een grote mate van betrouwbaarheid, doorzettingsvermogen, kennis en efficiëntie vereist bij welk bedrijf dan ook, je door de mangel wordt gehaald tot men er vrijwel zeker van is dat je voldoet aan alle eisen. En dat is dan nog alleen maar een bedrijf. En politici die nota bene verantwoordelijk zijn voor een natie, inclusief zijn grondgebied, bevolking van 17 miljoen mensen(Nederland) en het milieu dat grensoverschrijdend wordt vervuild? Kan dat zomaar iemand zijn die de drang voelt om eens wat aan politiek te gaan doen? Grapje toch? Bedenk maar dat wij, met ons allen, in feite de werkgevers zijn van die politici en dat we het recht als werkgever zouden moeten hebben om betrokkene wegens wanprestatie tussentijds op de keien te trappen. En ik meen zelfs dat als dat inderdaad wegens wanprestatie gebeurt er zeker geen werkeloosheidsuitkering moet volgen. Laten we, met in ons achterhoofd de gedachte aan een KPP, het functioneren van een volksvertegenwoordiging onder de loep nemen.

We vormen met 17 miljoen mensen op 34.000 vierkante kilometer een levensvatbare entiteit met een eigen cultuur en een aantal grote, stedelijke agglomeraties. Die bevolking moet bestuurd worden door een aantal lieden die uit die bevolking voortkomen. De eerste eis die aan die bestuurders moet worden gesteld, is dat ze volledige affiniteit hebben met die 17 miljoen. Waar het België betreft: Dus al zeker niet Franstalige bestuurders die alleen affiniteit hebben met Walen of Franstaligen, zeker geen Vlamingen die weliswaar Frans spreken maar geen affiniteit hebben met Franstaligen en geen Brusselaars die het in feite niet interesseert wat die Vlamingen of Walen eigenlijk uitvreten onder elkaar. Als België België moet blijven dat als één land bestuurd moet worden, dan dienen de vertegenwoordigers van dat volk zich bij elk van die 10 miljoen betrokken te voelen. Als ze dat al niet kunnen zijn ze lichtjaren achterop bij Kemal Ataturk, die bij zijn aantreden, zo’n negentig jaar geleden, verklaarde dat als het welzijn van elk mens, waar ook ter wereld, je niet ter harte gaat, je niet veel meer bent als een barbaar. Het is misschien een slechte vertaling, maar iedere Turk zal me ongetwijfeld willen verbeteren tenzij hij van hardhoofdig Koerdische afkomst is en niets goeds van Turken wil weten. We mogen van iedereen die meent geschikt te zijn voor enige vorm van bestuur in dit land eisen dat hem of haar het welzijn ter harte gaat van iedereen die in dit land woont. Als hij of zij meent dat zijn interesse alleen zijn eigen taalgebied, religieuze of politieke groepering mag gelden, dan is hij of zij ongeschikt voor enige vorm van bestuur. Daar spreekt geen enkele affiniteit meer uit en die bestaat ook niet.
We mogen er ook van uitgaan dat ieder mens slechts ongeveer acht uur per dag optimaal kan functioneren (vraag maar aan de vakbonden met hun eeuwige eis om arbeidsduur verkorting.) Voor de door die volksvertegenwoordigers geleverde arbeid mag slechts een salaris worden gegeven dat in overeenstemming is met hun opleiding. Als de bevolking de werkgever is van die gekozen politici dan heeft ze ook het recht om het salaris van die lui vast te stellen. En dat kan slechts, net zoals in het bedrijfsleven en zelfs voor universitair geschoolden, een matig beginsalaris en verhoging met anciënniteit opleveren. En die lui moeten, net zoals iedere werknemer, maar gewoon met hun eigen auto, brommer of fiets naar hun kantoor komen en vandaar aan hun regeringscontrolerende taak beginnen. En op hun werk staan auto’s met chauffeur ter beschikking om ze daar heen te rijden waar ze hun controlerend werk moeten gaan uitvoeren. Als dat maar twee gebouwen verder is kunnen ze ook gaan lopen. Daar is niets onwaardigs aan. Mochten ze al haast hebben, dan vertrekken ze gewoon eerder en dwingen hun chauffeur niet om de maximumsnelheid te overschrijden omdat anders leden van dat granieten politiekorps zowel de politicus als de chauffeur uit zijn wagen haalt, de chauffeur ter plekke ontslaat met rapportage aan de personeelsdienst van de volksvertegenwoordiging en erop toeziet dat de betrokken politicus zijn weg lopend vervolgt. Tenslotte hebben de rechters geen boodschap aan de rotsmoezen van allerlei snelheidsovertreders en hoeft de bevolking dat ook niet te hebben aan de rotsmoezen van de door hen gekozen en betaalde politici.
Dat is natuurlijk wel vervelend hé: werken met je luie donder of anders oprotten. Maar zo hoort het wel te zijn. Ieder mens heeft recht op een deel van de dag voor zichzelf en zijn gezin. En ieder mens behoort een behoorlijke bijdrage te leveren aan de maatschappij waarin hij leeft. En politici hebben daar ook recht op. En wat hij zeker niet mag hebben is een extra baantje om de gezinskas wat te spijzen. Want als hij er wat bij gaat schnabbelen houdt dat in dat hij kennelijk niet hard genoeg heeft gewerkt in zijn taak als volksvertegenwoordiger. Wij hebben als bevolking recht op een frisse, alerte en uitgeruste vertegenwoordiger. En daar komt ons KPP om de hoek kijken.

Mannen van Staal
Probeer je eens een opleidingsinstituut voor te stellen waar veelbelovende jongeren van de zesde klas van de lagere school worden geselecteerd op intelligentie, karaktersterkte, eerlijkheid, betrokkenheid en kameraadschap. Het instituut zorgt voor interne huisvesting, opvoedingsbegeleiding, versterking van de reeds aanwezige eigenschappen en plaatst de jongeren op scholen voor voortgezet onderwijs en daarna universitair onderwijs. Maar die jongeren zullen altijd dagelijks worden gebracht en gehaald door hun begeleiders. Ze zullen 24 uur per dag opgevoed, begeleid en opgeleid worden tot onkreukbare machines met als enig doel deel uit te maken van het Korps Politieke Politie. Hun specialiteiten zullen Staatsinrichting, Rechten, Criminologie, Gedragswetenschappen en Psychologie zijn. Hun normale vaardigheden omvatten elektronica, wapenbeheersing en een fysieke gevechtsopleiding die ieder van hen een absoluut zelfvertrouwen geeft. Na afloop van hun opleiding worden ze ingezet voor maar één doel. En dat is de controle op iedereen in het land die, op welk niveau dan ook, door de bevolking als vertegenwoordiger is verkozen en ongeacht de functie die de gekozene bekleedt. Hun bestaan en takenpakket dienen in de grondwet te worden vastgelegd. In dat takenpakket dient in ieder geval de bevoegdheid om een onbetrouwbaar gebleken volksvertegenwoordiger op staande voet van zijn taak te ontheffen en vervolging tegen hem in te stellen, voor te komen. Ook dient daarin te worden opgenomen dat ze hun functie nooit langer dan 20 jaar mogen bekleden, waarvan 5 jaar onder mentorschap en 5 jaar om als mentor op te treden. Dit laatste naast hun reguliere werkzaamheden. Ze zullen in rang boven iedere politiefunctionaris staan. Op een in hen beschaamd vertrouwen, dit inclusief het overtreden van de dan bestaande wetgeving zal altijd levenslange gevangenisstraf staan.
Dat zullen inderdaad mannen van staal zijn en misschien niet het prettigste soort mensen om vriendschappelijk mee om te gaan. Er zal echter nooit aan hun eerlijkheid, inzet, bekommernis om het recht en de rechtspleging getwijfeld kunnen worden. Offeren we daarmee zomaar een stel jongeren op? In feite wel. Maar we sturen tenslotte ook een paar honderd militairen naar Afghanistan met te weinig macht en middelen zodat ze achteloos vermoord kunnen worden. Ik meen dat een bevolking die zichzelf perfect bestuurd wil zien, een dergelijk controle element mag eisen. Het is in ieder geval heel goed mogelijk om een dergelijke organisatie te creëren die absoluut geen invloed duldt van wie dan ook en slechts één baken kent waar het zich op richt, n.l. de wetgeving. Ieder ander soort controle op politici zal altijd ontoereikend zijn.

Hardheid 10
Als we een goed functionerend politiekorps willen hebben, moeten we ons eerst de vraag stellen of die politieman een spiegel moet zijn voor de bevolking of de bevolking een spiegel voor de politie.
Tot zelfs in het verste verleden is gebleken dat een bevolking zich alleen onder dwang van een sterke macht aan de regelgeving of wetgeving wil houden. En dan nog alleen als ze collectief beseft dat die regels niet alleen goed bedoeld zijn, maar ze ook goed voor die gemeenschap. Uiteraard praten we hier dan over een welwillende gemeenschap die de doelstellingen en zin van die gemeenschap onderschrijft en die ook bewust mee helpt vormen en doen evolueren. We mogen dan ook veronderstellen dat ongeveer 90 procent van de bevolking dat wil. Maar onderschrijft die 90 % ook alle wetten? Als we de krant lezen en we lezen de rechtbankverslagen, dan weten we in ieder geval dat een flink deel van de bevolking een nogal eigengereide kijk heeft op de wetgeving. Zij het, ook dan weer, slechts ten dele. Waar de één er niet over zou peinzen om de verkeerswetgeving te overtreden vindt hij het volkomen acceptabel om de wekelijkse vuilniszak ergens in het bos of langs de autosnelweg te dumpen. Hij weet immers dat de boswachter of de gemeentelijke dienst die zak vanzelf weg haalt terwijl het hem op die manier Euro 1,25 per zak bespaart? Maar de verkeersveiligheid in gevaar brengen beschouwt hij als een halsmisdrijf. Het mag verondersteld worden een bekend begrip te zijn dat in een gevangenis, waar toch niet de fine fleur van de samenleving is ondergebracht, een kinderverkrachter ernstige risico’s loopt om door zijn medegevangenen gemolesteerd te worden. Kortom, een kraakje zetten is één ding, de persoonlijke integriteit van een klein kind aantasten is heel wat anders. In feite geeft iedereen dus een zekere zin aan de eigen interpretatie van de wetten. Het zal overigens duidelijk zijn dat als je zelf een deel van de wetgeving overtreedt omdat je dat stukje wet niet belangrijk vindt, je jezelf niet moet beklagen als je portefeuille gerold wordt, je auto gestolen of je kind door één of andere pedofiel wordt misbruikt. De betrokken smeerlap heeft immers net zoveel recht om een ander deel van de wetgeving te negeren?

Als gemeenschap vinden we echter dat er wetten en regels moeten bestaan om ons enige zekerheid te verschaffen in onze gedragingen jegens elkaar. En dus kijken we naar die blauwe jongen die zo trouwhartig en vaak vruchteloos probeert om die wetgeving te doen naleven. In feite is hij ons voorbeeld en dus proberen we ons aan hem te spiegelen. Niet soms? Waarom haal je dan je voet van de gaspedaal als je ziet dat een politieauto je inhaalt? Waarom besluit je om dat winkeldiefstalletje maar achterwege te laten omdat er net een beveiligingsbeambte rondloopt? Maar ook: waarom geeft het zo’n opgelucht gevoel als je s’avonds laat nog door een wat slecht verlichte straat moet lopen in een niet te best bekendstaande buurt en je ziet langzaam een patrouillewagen voorbij komen? Omdat het een veilig en geborgen gevoel geeft. Waarom erger je je als een politieauto de maximumsnelheid overtreedt? Juist. Omdat er barstjes in de spiegel te zien zijn en je die juist puntgaaf wil zien.
Politiemensen zijn werkelijk de spiegel waarin we ons zelf, met al onze ondeugden, moeten kunnen spiegelen. En dan rijst bij al die slachtoffers van de vele kleine en grote misdrijven en overtredingen onmiddellijk de vraag waarom er zo weinig van die spiegels zijn. Daar is een heel simpel antwoord op: schuld van de regering! Ja? Nee! Schuld van ons zelf. Wij kiezen de volksvertegenwoordigers die ons beloven dat er ‘meer aan veiligheid wordt gedaan’. Die verkiezingsbeloften worden ons al jaren gedaan. Ze staat bij o.a. de liberalen zo hóóg in het vaandel dat we de lettertjes niet eens meer kunnen lezen.

Laten we maar eens stil staan bij de vraag wat veiligheid is.
Toen de koude oorlog in de jaren tachtig schroeide, waren we blij dat er een leger was dat er garant voor stond dat we de zegeningen van die toen rode, nu groene, kameraden aan ons voorbij konden laten gaan. Het Warshaw-Pact was werkelijk een bedreiging alhoewel de meesten van ons dat niet konden of wilden beseffen. Het leger verschafte ons een soort veiligheid. Toen de hele Sovjet Unie ophield te bestaan en weer gewoon Rusland werd, het Warshaw-Pact uit elkaar viel en het communisme een misplaatste folklore werd in een paar onbelangrijke rotstaatjes, werden de strijdkrachten van bijna alle Europese landen gedecimeerd. Iedereen schreeuwde het uit van vreugde en net zo hard als de socialisten eerst met hun communistische broeders op elke 1ste Mei op het Rode Plein de Internationale stonden te brallen, bralden ze daarna over ‘vredesdividend innen’. Daar bedoelden ze gewoon mee dat ze naar hartelust konden graaien in het defensiebudget en het departement tot een soort sociale werkplaats konden omtoveren.
Zou het niet volkomen logisch zijn geweest als dat hele op defensie bespaarde budget naar het Departement van Justitie was gegaan? Eerst was dat budget bedoeld geweest om te voorkomen dat we de loop van een Kalashnikov van een Sovjet soldaat in onze rug kregen. Nu zou ik toch wel graag zien dat dit budget wordt gebruikt om te voorkomen dat ik de loop van een Kalashnikov van een gangster in mijn rug krijg. Maar daar heb je wel een politiekorps voor nodig. En niet zomaar een paar politiemensen die de burgemeester toegeschoven krijgt met de mededeling dat hij het er maar mee moet doen. Ook niet zomaar een paar mensen die een jaar op een politieschool zitten en dan de straat worden opgestuurd. En ook niet zomaar een man die niet in staat is om met een collega te communiceren die net over een taalgrens werkt. Ook niet een man die alcohol drinkt tijdens de diensturen. Ook niet een man die zijn patrouille onderbreekt om bij moeder de vrouw, zusterlief, beste broer of oudoom Piet een biertje of een kop koffie te gaan drinken. Als een politieman dienst heeft zit hij op de weg, wandelt door zijn wijk, doet zijn onderzoeken, kortom, is actief bezig met zijn taak. En als hij zijn taak buiten en op het bureau heeft gedaan zit hij op dat bureau te wachten tot er wat komt. Er is niets mis met een politieman die op zijn bureau koffie zit te drinken, wat vakliteratuur zit door te lezen, met een collega zit te praten, naar de schietkelder gaat om zijn schietvaardigheid bij te houden of met een paar collega’s en de baas vergadert om te bezien hoe een bepaald probleem effectief kan worden aangepakt of hoe de shiftverdeling voor de komende week zal zijn. Want als er zo weinig politiemannen zijn dat iedereen bezig is en niemand met zijn duimen zit te draaien op het bureau, dan komt de politie niet als je ze nodig hebt. Ze zijn er dan gewoon niet.
Die zijn er alleen als er een politiekorps bestaat dat voldoende gevuld is en waarvan de leden een langdurige, uiterst gedegen vorming en opleiding hebben gehad waarin het herhaald maken van fouten wordt gestraft door betrokkene van de opleiding te verwijderen en als het tijdens actieve dienst gebeurt uit het korps wordt verwijderd. Het rekruteren van dergelijke mensen kan alleen als de landelijke korpsleiding een keus kan maken uit het totale aanbod van geschikte jeugd en de betrokken kandidaten zelf het aanbod kan doen om tot het politiekorps toe te treden. Dat kan heel gemakkelijk door de scholen te verzoeken om geschikte kandidaten, die bij voorbaat voldoen aan bepaalde eisen, onder de aandacht van de korpsleiding te brengen. En uit dat aanbod kan na grondig antecedentenonderzoek een keus worden gemaakt van geschikte jongeren die dan inderdaad het aanbod krijgen om toe te treden tot de politieopleidingen. Er zou dan ook een veel betere verhouding mannen/vrouwen bij de politie bestaan omdat het de korpsleiding is die de keus maakt. De opleiding zou, afgezien van een intensieve wettenstudie, een psychologische en fysieke vorming moeten inhouden die elke politieman in staat stelt om elke situatie aan te kunnen, elk opgedragen onderzoek met succes te voltooien en elk probleem in de juiste richting te dirigeren waar een oplossing gevonden kan worden. Het zou een eer moeten zijn om bij de politie te dienen en niet zomaar acceptatie van een baantje om brood op de plank te hebben.
Een politieman is niet alleen maar een man in een blauw pak met een pistool, wat simpele wetskennis en opsporingsbevoegdheid. Een politieman moet een vlekkeloze, onpartijdige, afstandelijke figuur zijn die niet alleen schittert als een diamant maar ook de hardheid heeft. Ook dit Korps zou geheel onafhankelijk moeten zijn van welke gekozen politicus dan ook. De enige hoogste chef buiten het korps is de minister van justitie en uitsluitend aan hem is de korpsleiding verantwoording verschuldigd en dan nog alleen inhoudelijk voor het functioneren als politieorganisatie. Het zou niet mogelijk moeten zijn dat een minister het korps kan opdragen om een onderzoek te starten. Het korps vervolgt álle wetovertredingen, zonder uitzondering, en de regering zou domweg verplicht moeten worden om in het budget altijd voldoende geld te bestemmen voor de politie. Het zou ook een volledig onafhankelijke macht moeten zijn naast de Rechterlijke Macht. Voor politici klinkt dat natuurlijk rot. Er kan nooit meer sprake zijn van enige invloed op de politie, nooit meer geouwehoer over wel of niet vervolgen van bepaalde misdrijven en nooit meer twijfel kunnen zaaien bij de kiezers of bepaalde overtredingen nu ‘getolereerd’ zullen worden of vervolgd. Politici maken de wetten. En die wetten zullen verrekt goed in elkaar moeten zitten zonder enige maas en zonder voor tweeërlei uitleg vatbaar te zijn. En als de wet van kracht wordt, dan hebben die politici niets meer over de handhaving van dat stukje wetgeving te vertellen. Dat doet dan een volledig onafhankelijk politiekorps waarvan de leden nu net wél de fine fleur van de bevolking zijn.

Heb je ook wel eens gehoord van een minister die vond dat een kliklijn naar de politie niet kan? Dat was, geloof ik, een socialist. Merkwaardig is dat. Als heden ten dage de politie een misdrijf onderzoekt en het loopt vast, dan hoopt men op een tip. Bij voorkeur de gouden tip. Dat is best te begrijpen omdat ze door de wetgeving zodanig in haar vrijheid van handelen is beknot dat ze met de beste wil van de wereld gewoon niet in staat is om alle opsporingshandelingen te verrichten die tot succes kunnen leiden. Maar is zo’n tip in feite ook niet meer dan klikken? Als het overtredingen en misdrijven betreffen bestaat er niet zoiets als klikken. Klikken wordt gedaan door dat achterbakse jochie op de lagere school die in een goed blaadje wil komen bij de onderwijzer. Niet door een volwassene die de politie belt met de mededeling dat zijn buurman in een wrak van een auto rond rijdt, nooit naar een Technische Controle gaat, geen wegenbelasting betaalt en niet verzekerd is. Dat is geen klikken maar gewoon je burgerplicht doen. Die buurman is een gevaar op de weg, een belastingontduiker, hij bezorgt derden bij een verkeersongeval een hoop ellende en de kans is groot dat hij vluchtmisdrijf pleegt. Vindt de minister het dan nog steeds klikken? Hoorde ik eind 2002 een minister niet zeggen dat het opsporen van zwartrijders geen prioriteit is? Een lekkere landsbestuurder is dat dan. Een klein rekensommetje leert me dat 300.000 zwartrijders in België de staat 120 miljoen Euro kosten. En dan reken ik de wegenbelasting voor een kleine auto. Aangezien dat aantal zwartrijders 10% van het bestand uitmaken houd dit in dat de wegenbelasting met 10% verminderd kan worden als iedereen wel aan zijn verplichtingen voldoet. Maar dat interesseert de minister geen bal. Hij krijgt zijn belasting toch wel binnen door de belasting voor de welbetalers gewoon te verhogen tot hij aan het door hem gewenste bedrag komt. Fijne Man, hé. Het hoeft hem overigens niet te interesseren want die 300000 auto’s gebruiken wel brandstof waar hij een veelvoud van die 120 miljoen Euro mee vangt. Dus zorgt die lieve man voor een rechtsongelijkheid van eerste orde en zegt dan dat we zouden ‘klikken’ als we zo’n zwartrijder bij de politie signaleren. Nog steeds, fijne man, hé. Stem er maar op. Maar dat hoef je helemaal niet, want hij heeft aan de stemmen van die zwartrijders al voldoende voor zijn mandaatje.
Los van dat rekensommetje en die krakkemikkige landsbestuurder is het duidelijk dat het signaleren van waarnemingen die de wenkbrauwen doen fronsen helemaal geen overbodige luxe is. In feite dient er een sterke wisselwerking te bestaan tussen de politie en de goedwillende burgerij. De politie kán helemaal niet zonder die wisselwerking. Ze zóu dat wel kunnen, maar dan als er op iedere vijf burgers één politieman zou zijn. Dat lijkt zelfs mij teveel van het goede. Maar je kunt je wel afvragen hoeveel politiemannen je voor die 120 miljoen Euro kunt aannemen. Volgens mij in ieder geval voldoende om letterlijk iedere verkeersovertreder, zwartrijder, niet-verzekerde en wrakkenrijder te vervolgen.
Maar veel belangrijker zou zijn dat die wetsovertredingen gewoon niet meer kunnen omdat de dader altijd gepakt wordt. En dat geeft rechtsgelijkheid.

De werkverschaffers.
Heeft ooit niet iemand gezegd dat misdaad niet loont? Dan heeft die iemand zeker het loodje gelegd vóór hij Europa anno 2007 heeft gezien. Of hij is inmiddels op zijn mening teruggekomen. Misdaad loont hier wel degelijk. En als het al geen misdaad is voor gewin maar gewoon voor de lol, dan nog is men al snel niet te straffen.
Pakken we maar eens gewoon een ordinaire winkeldief bij de kop. Hij steekt wat kleine spullen in zijn zak en weet ongemerkt de winkel te verlaten. De waarde van de gestolen spulletjes bedraagt 25 Euro. Dat is zeker niet veel. Maar hoeveel winst staat er bij de winkelier op bij normale verkoop. 3 Euro misschien? De winkelier zal dus diezelfde dag nog 9 van diezelfde apparaatjes moeten verkopen om alleen maar geen echt verlies te hebben. Maar de kosten van de winkel heeft hij dan nog niet verdiend en zijn personeel is nog niet betaald. Wat moet hij dus doen om wel uit de kosten te raken en winst te maken? Juist. Zijn prijzen verhogen om toch aan winst te geraken.
En wie betaalt die hogere prijs? Juist de gewone, betalende klant. En als die winkeldief al betrapt wordt omdat een klant de diefstal ziet en de eigenaar waarschuwt? Juist. Niets. Want er is op dat moment geen politie beschikbaar i.v.m. gebrek aan personeel. En als er al een paar politiemensen komen en de dief kan worden meegenomen naar het bureau? Dan bestaat er een gerede kans dat die dief sneller weer op straat loopt dan de winkeleigenaar het spul weer in de vakken heeft gezet omdat de dief na een berisping en het noteren van zijn persoonlijke gegevens weer wordt heengezonden. Reeds in het begin van de jaren zeventig werden winkeldiefstallen van minder als vijftig gulden in Nederland niet meer vervolgd omdat naar de mening van de Officieren van Justitie (in België de Procureur des Konings) vervolging teveel kosten en mankracht met zich meebracht. Als reden voerde men overigens ook aan dat de warenhuizen en winkelcentra zelf min of meer verantwoordelijk waren voor de diefstallen door hun wijzen van presentatie en gebrek aan verkopend personeel. Elders in Europa volgt men overigens dat idee. Maar in feite keert men de zaak om. We gaan uit van de basisgedachte dat iedereen eerlijk is en diefstal uitzonderlijk. Als ik dus mijn portefeuille ergens vergeet hoort het zo te zijn dat dat ding daar nog ligt waar ik het heb achtergelaten of het ligt op het dichtstbijzijnde politiebureau. Ik zou zonder probleem mijn auto moeten kunnen parkeren en gaan winkelen zonder het ding op slot te doen.
O nee? Is dat niet zo? Dus dan moet ik er van uitgaan dat iedereen het recht heeft om mijn eigendommen te stelen als die voor het grijpen liggen? Als dat zo is, dan is diefstal dus normaal en hoort er helemaal geen wetsartikel te zijn dat diefstal verbiedt omdat een dergelijk wetsartikel immoreel is en niet meer aan de eis des tijds beantwoordt. Loop ik zelfs het risico om vervolgd te worden wegens het geven van gelegenheid tot diefstal? Dan zijn nu de rapen gaar, want het betreffende wetsartikel gaat over het verschaffen van gelegenheid, middel of inlichtingen om de diefstal mogelijk te maken. En dat betreft een intellectuele dader die beter wordt van het verschaffen ervan. Dat wetsartikel heeft niets met het slachtoffer te maken. Als dat standpunt echter wel wordt gehuldigd, dan geeft een jong meisje, dat met kleding loopt die haar wat al te aantrekkelijk maakt, het risico dat ze bij aanranding te horen krijgt dat ze die aanranding uitgelokt heeft. Kortom, ze zou de intellectuele dader zijn? Dan kunnen we nu alle socialistische politici laten vervolgen wegens uitlokking van bijstandsfraude. Ze geven door het zo gemakkelijk verschaffen van leefloon een motivatie om die fraude te plegen? Oh, is het nu plotseling geen uitlokking? We kunnen overloper Van Quickenborne, een Belgische minister met een even wazige functie dus laten vervolgen wegens het uitlokken tot drugsdelicten. Hij werd immers zelf niet vervolgd toen hij openlijk bekend maakte dat hij marihuana gebruikt. Dus geeft hij, als iemand die er op moet toezien dat de regering de wetgeving laat naleven, zelf aan dat er niet vervolgd zal worden. Dat is strafbare uitlokking in de visie van diegenen bij de rechterlijke macht die winkeldiefstallen niet vervolgen. Trouwens leuk voor al die ouders die hun kinderen langzaam maar zeker naar de bliksem zien gaan door drugsgebruik. Wat doet die drugsgebruiker om aan het geld te komen voor die drugs? Hij gaat stelen. Waarom? Omdat je met gewoon werken domweg geen geld genoeg kunt verdienen om je drugsverslaving te betalen. En wat doen de winkeliers om uit de kosten te raken door al die winkeldiefstallen. Ze verhogen de prijzen. Wat doet dus een verstandige burger? Die waarschuwt de winkeleigenaar. Wat zou die winkeleigenaar eigenlijk moeten doen om verdere winkeldiefstal door die gevatte dief te voorkomen? Juist, die rammelt de vent door elkaar tot hij diens naam en adres heeft en gaat daar eens op bezoek om de zaak te verbouwen. In de visie van die niet vervolgende magistraten staat de winkeleigenaar in zijn recht want die ouders hebben immers hun zoontje zo beroerd opgevoed dat hij steelt en daardoor geweld uitlokt. Ah. Ik zie het dus verkeerd. Die winkeleigenaar moet zijn verlies maar gewoon nemen of er een bedrijfsrechercheur op na gaan houden en meer personeel om toezicht te houden.
Dat heet werkverschaffing. Misschien is het gewoon een heel slim plannetje van die politici om ervoor te zorgen dat overal meer personeel wordt aangenomen. Daardoor stijgen de prijzen en op die prijzen vangt de staat dus meer BTW. Slim hoor. Hallo, ben je daar nog? Pakken we er ook nog even een paar vrolijke knullen bij die niets anders te doen hebben dan wat rondslenteren en voorbijgangers uitdagend aanstaren. Je weet wel, van die vervelende minderjarigen die iemand een staaf ijzer naar het hoofd gooien zodat hij sterft en dan een beroep doen op strafrechterlijke minderjarigheid. Of die van een viaduct een stevige steen door je voorruit keilen zodat je levenslang invalide bent. Veroordelen gaat natuurlijk niet i.v.m. minderjarigheid en van de ouders zul je nooit een cent vergoeding ontvangen omdat er, naar bekend, van een kikker geen veren te plukken valt. En als er al wat vergoed wordt, dan is dat door een of ander sociaal fonds zodat in feite de hele gemeenschap ervoor opdraait.
We kunnen ons afvragen waarom een aantal misdrijven niet of nauwelijks worden afgestraft. Is het de politicus die dat werkelijk wil? Is dat de rechterlijke macht die dat werkelijk wil? Is dat die pleitende advocaat die de wetgeving tot op het bot uitmergelt om zijn cliënt vrij te krijgen? Is het de bevolking die een misdadiger niet gestraft wil zien?
Als we naar het verkiezingsgeschreeuw luisteren zou dat niet zo zijn. Iedere politieke partij maakt er wel min of meer een item van. Maar ze zien dat item allemaal op een andere manier. Nl. de manier van de achterban. De Liberalen richten hun pijlen op de onveiligheid op straat, evenals nationalisten. De Socialisten en Groenen richten hun pijlen vooral op witte-boorden criminaliteit.
De politieke partijen zijn domweg gedwongen om hun pijlen vooral te richten op de aanhang van de concurrerende partijen en hun eigen aanhang te ontzien. De huidige democratie is niet meer dan een winkelartikel dat zo aantrekkelijk mogelijk door een stel handelaars in stemmen wordt verpakt en te koop aangeboden. Handelaars kunnen fraude plegen en het wordt tijd dat handelaars in democratie vervolgd worden als het door hen aangeboden artikel niet blijkt te zijn wat de kopers beloofd werd. Een verkiezingsbelofte moet worden waargemaakt of het is heel gewoon fraude. En daar zou zo’n KPP een heel nuttige functie vervullen.
——————————————
Deel 1 verscheen eergisteren en deel 2 gisteren.
——————————————
*) Cornelis Brouwer is de schrijver van onder andere het Nederlandse boek:
“CASTRA AETERNA” (ISBN 90-5179-225-7 Gopher Publihers

4 REACTIES

  1. Pfff, een lang stuk en onmogelijk er goed op in te gaan zonder een nog langer stuk te creëren. Net als in de vorige twee delen saat er veel waars in. Toch is op dit deel het meeste af te dingen: twee kanttekeningen:

    1) Dat de KPP ploeg integer zal blijven is natuurlijk een illusie. De schrijver heeft het over ‘machines kweken’, maar het blijven mensen, die door hun opleiding en eigenschappen een superieure elite zullen vormen. En die dat zelf dus ook goed zullen beseffen, en vanuit die dagelijks ervaren superioriteit zelf gaan vaststellen wat wel of niet door de beugel kan. Men zal menen onfeilbaar te zijn, en daar naar gaan handelen. Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen.

    2) Wat ik mis in het ‘politie-beleving’ stuk is het onderscheid tussen slachtofferrijke en slachtofferloze misdaden. Die steeds weer aangehaalde snelheidsovertreding is het meest beroerde voorbeeld dat te bedenken is, omdat het ten eerste slachtofferloos is, en ten tweede een overtreding van een arbitrair vastgesteld ambtelijk regeltje, waar enige rechtsgrond aan ontbreekt. Op een provinciale weg mag ik 80km/u. Als ik dat doe is er niks aan de hand. De volgende dag staat er ineens een bord 60. Zomaar. Rijd ik weer 80, dan ben ik ineens in overtreding (en fors ook nog) terwijl dat ‘gisteren’ dus nog legaal was.

    Vergelijk het ook met een stoplicht op een verlaten weg in de polder. Rood betekent stoppen, zo niet, volgt een boete. Alleen heeft dat stoplicht geen bestaansrecht, en is het negeren ervan dus geen overtreding.

    En hoe geruststellend die politieauto is is ook nog discutabel, aangezien bij echte problemen daar geen actie van verwacht mag worden; zie de doodgemartelde pedo vorige week. Bromsnor stond erbij en luisterde ernaar, maar greep niet in. En dat zijn dus onze, nota bene gewapende, ‘beschermers’.

    Mwah…

  2. [1]
    R. Hartman,

    Goed gezegd. Ik vond de 3 artikelen leuk om te lezen (zij het zelfs voor mij, en dat zegt wat, een beetje lang), maar ik zie met name in dit laatste deel ook dezelfde problemen die jij signaleert.

    Het doet allemaal nogal Spartaans en politiestaat-achtig aan. De Spartanen hadden ook hun Eforen die de politici overal begeleidden om te kijken of ze zich wel aan de wet hielden. En de Romeinen hadden censors voor ongeveer dezelfde taak: het "moreel gehalte" van de kandidaten voor politieke ambten in de gaten houden. Dat heeft niet verhinderd dat men toch de meest onzinnige wetten kon afdwingen, en uiteindelijk zelfs het hele politieke stelsel werd ondergraven.

    En we weten ook wel dat de meest onbuigzame politici en ambtenaren nu eenmaal niet altijd de prettigste zijn. Leuk dat ze (relatief) oncorrumpeerbaar zijn, maar dat was iemand als Robespierre ook. Dat weerhield hem er niet van, of stimuleerde hem juist, om de Terreur in te zetten tegen iedereen die het ook maar waagde om zijn beleid in twijfel te trekken.

    Bovendien zie ik het absoluut niet zitten dat de Staat de beste jongeren gaat wegroven bij hun ouders en inzetten als perfecte "enforcers" van hun wetgeving. Dat is zowel een misdaad tegen de vrijheid van die kinderen, een verlies voor de vele productieve banen die zo’n kind had kunnen vervullen, en bij het afdwingen van slechte wetgeving, een verlies voor de vrijheid en rechtvaardigheid.

    Inderdaad is het gebrek aan onderscheid tussen "morele" en "immorele" wetten een nogal duidelijk minpunt. Ik zie geen moreel bezwaar tegen "klikken", mits zowel de wet zelf moreel verantwoord is, en ook de straf redelijk en proportioneel. Klikken dat mijn buurman geen verzekering heeft, zeker als hij daarvoor een idioot lange gevangenisstraf of absurde boete zou krijgen, zie ik eerder als een misdaad op zichzelf. Bovendien heeft verzekerd rondrijden maatschappelijk gezien volgens mij geen enkel voordeel. Als hij niet verzekerd is, betaalt hij zelf het deel van de schade dat hij kan betalen, en de eventuele rest wordt afgewenteld op (de verzekering van) het slachtoffer. Als hij wel verzekerd is, wordt de schade sowieso betaald door zijn medeverzekerden, inclusief het slachtoffer en diens medeverzekerden. Onverzekerd rondrijden is volgens mij vanuit het oogpunt van het slachtoffer, mits die wel verzekerd is tegen schade door derden, wellicht zelfs voordeliger, want hij hoeft dan niet zelf mee te betalen aan het deel van de schade dat de dader uit eigen vermogen kan opbrengen.

    Ook op het zonder kosten-baten analyse inzetten van politie en justitie voor ieder mogelijk vergrijp, is wel wat af te dingen. Uiteindelijk wordt zo’n politieagent ook betaald door de burgers. Dus een winkelier die voor elke diefstal van 25 euro een politieagent, of zelfs meerdere, over de vloer krijgt, jaagt zichzelf en de andere belastingbetalers ook behoorlijk op kosten. Natuurlijk zou je dat op de dader kunnen afwentelen, maar dan krijg je een willekeurig hoge boete voor misdaad. Dus als de winkelier of het lokale korps meteen 20 agenten op zo’n zaak zou zetten, betekent dat dat de dader het loon van 20 agenten zou moeten betalen. Terwijl in een ander geval, als er maar 1 agent op wordt gezet, een dader 20 keer minder boete hoeft te betalen. Dat lijkt me ook lichtelijk absurd. Uiteindelijk heeft niet iedereen dezelfde behoefte aan veiligheid of risico. Ik zou niet permanent een heel leger aan soldaten of politie-agenten willen betalen, als die zich voornamelijk met schietoefeningen bezig moeten houden, of met z’n tienen tegelijk op iedere winkeldiefstal zouden storten. Dan wordt het denk ik tijd om het korps, en het budget, flink in te krimpen en het geld aan de belastingbetaler terug te geven.

    Maar dat terzijde. Ik zag ook nog wel een aantal andere punten waarop af te dingen is, maar dan zou mijn reactie, zoals gewoonlijk, een beetje lang worden.

  3. [2] Leuk dat er gereageerd werd op het in drie stukken gehakte artikel. Dat was uiteraard ook de bedoeling. De reactie van Owl roept bij mij toch wel enkele vragen op. Dat KPP is bedoeld voor het huidige politieke bestel. Niet voor een samenleving waar het devies van De Vrijspreker als (enige)regel geldt. Het aanhalen van snelheidsovertredingen was niet bedoeld als algemene visie op de verkeerswetgeving maar op het ik-sta-boven-de-wet gedrag van politici. Wat teleurstellend is in Owls visie op onbuigzame (relatief)niet corrumpeerbare overheidsambtenaren is dat hij daarmee tienduizenden absoluut onkreukbare overheidsdienaren betrekt bij een mogelijk maar kleine minderheid die, terecht, de laan uitgestuurd zouden moeten worden. Het selecteren van kinderen voor bepaalde beroepen gebeurd nu ook. Je kunt niet goed leren, dus ga je naar het LBO. Er zijn te weinig informatici, dus promoten de scholen vooral die studierichting. Maar ook: Je wilt als kleine jongen piloot worden, dus streef je daarnaar gedurende je hele adolescentie. Je bent de zoon van een kleine zakenman, dus wordt je in feite voorbereid op het overnemen van de taak van Pa. Enz, enz. enz. Kinderen hebben in feite maar betrekkelijk weinig keus. Maar als zo’n kind bij dat (fictieve) roemruchte KPP wil dienen en het geeft die wens te kennen, dan moet dat ook kunnen bij gebleken geschiktheid. Verzekeringen zijn bedoeld om de schade bij niet te voorkomen gebeurtenissen te dekken. Ze zijn niet bedoeld als een van de vele sociale uitkeringswetten. Owl suggereert dit wel. Iemand die zich onttrekt aan de wetgeving en daardoor de gemeenschap opzadelt met door hem veroorzaakte kosten (en dat doet hij ook door financieel niet bij te dragen aan het systeem, waardoor de andere leden van de gemeenschap meer moeten betalen, is een parasiet. Hij is er de oorzaak van dat een aanhanger van de Vrijspreker domweg minder geld te besteden heeft omdat hij meer moet betalen aan verzekering. Het verhaal over de winkeldief is een pleidooi voor ‘proletarisch winkelen’. Als die visie als acceptabel wordt beschouwd en gespiegeld wordt aan het devies van De Vrijspreker heeft die laatste geen betekenis meer. Politie, gevangeniswezen, Gerechtshoven en al wat daarbij behoort zou niet moeten bestaan. Maar zolang dat wel het geval is, moet het de wetsoverovertreder zijn die daarvoor moet betalen. Niet de leden van de gemeenschap die die regeltjes niet overtreden. Ware dat zo, dan zou het op den duur het hele justitieapparaat zich overbodig maken.
    Een maatschappij waarin ieder mens soeverein is, is zonder meer mogelijk. Maar dat kan alleen een maatschappij zijn zonder politici. En voor alles, na een decennia lange mentaliteits(ver)vorming.

  4. [3]
    C. Brouwer,

    Het hangt er een beetje vanaf wat je als "onkreukbaar" beschouwt. Een zelfstandig denkende, vrijheidslievende ambtenaar die zijn principes lijnrecht toepast, is een zegen. Maar een "befehl ist befehl" ambtenaar, die als een robot iedere wet afdwingt, ongeacht hoe immoreel, nutteloos of contraproductief die moge wezen, is een verergering van een slecht systeem. Corruptie in een slecht systeem is juist een soort correctie die het net een graadje minder slecht maakt.

    Wat ik uit je artikel begreep, zouden kinderen weinig keus hebben bij het volgen van een opleiding tot KPP’er. De meeste kinderen weten niet wat ze willen worden, of willen hun hele jeugd een bepaald beroep uitoefenen, maar veranderen alsnog van baan. Door een zin als dit: "…Offeren we daarmee zomaar een stel jongeren op? In feite wel. Maar we sturen tenslotte ook een paar honderd militairen naar Afghanistan met te weinig macht en middelen zodat ze achteloos vermoord kunnen worden…", kreeg ik eerder de indruk dat het om een soort dienstplicht ging van geselecteerde jongeren die niet zelf mogen kiezen of van gedachten veranderen. Als dat niet je strekking was, vervalt mijn bezwaar wat dat betreft.

    Wat ik met die verzekering bedoelde is dat het onverzekerd zijn juist niet per se de maatschappij of het slachtoffer op kosten jaagt. Als een dader verzekerd is in een verplichte verzekering, wie betaalt dan de schade? Niet de dader, maar de medeverzekerden, inclusief het slachtoffer dat ook verplicht in diezelfde verzekering zit. Zonder die verplichte verzekering zou de dader zelf garant moeten staan voor de schade, met zijn hele vermogen. Als zijn auto bijvoorbeeld verzekerd was tegen schade, en hij krijgt een nieuwe, kan die verkocht worden ter vergoeding van de schade aan de auto van het slachtoffer. Als hij een huis en eigen vermogen heeft, moet hij dat afstaan voor zover nodig om de schade te vergoeden. Blijft er nog een restbedrag over, of als de dader een zwerver is (die dan eigenlijk ook geen verzekering zou kunnen betalen, maar dat terzijde), zou de schade verhaald worden op de verzekering van het slachtoffer. Maar dat kost nog altijd minder (of hoogstens evenveel), als de situatie waarin het slachtoffer en zijn medeverzekerden sowieso hadden moeten meebetalen aan een verplichte verzekering waar zij net als de dader in zouden zitten.

    Het verhaal van de winkeldief is geen pleidooi voor diefstal, maar het wijzen op de realiteit dat alles geld kost, dus ook misdaadbestrijding. En dat niet iedereen daar evenveel voor over heeft. Net zoals jij misschien je inkomen zou willen verzekeren, zodanig dat je 90% van je loon krijgt doorbetaald bij onvrijwillige werkloosheid, terwijl een ander wellicht genoegen neemt met een verzekering van een bepaald minimum-inkomen. Ik zou liever een systeem zien (een verzekering met een variabel eigen risico naar keuze van de verzekerde bijvoorbeeld), waarin iedere winkelier voor zichzelf bepaalt hoeveel hij bereid is te betalen voor bescherming.

    Als alle beschermingskosten automatisch worden doorberekend aan de daders, zou je de absurde situatie krijgen dat dieven van een winkelier met een hoge beschermingsverzekering willekeurig veel zwaarder gestraft worden dan degenen die bij een laag verzekerde stelen. Dan gaat bovendien bijna iedereen een maximaal hoge verzekering afsluiten, in de veronderstelling dat de eerste kruimeldief die 25 euro van hen steelt, het toch allemaal moet betalen. Dat die dief dan wellicht duizenden euro’s moet betalen voor de verzekering van zijn slachtoffer (die hij heeft afgesloten tegen alle misdaad, en niet alleen die ene), lijkt me niet echt redelijk.

    Ditzelfde principe geldt natuurlijk ook in ons huidige systeem. Als we alle kosten laten betalen door de criminelen, zal niemand een stimulans hebben om die kosten enigszins redelijk te houden. Dan zou in theorie een dief van 25 euro levenslang al zijn inkomen moeten afstaan, om onze subjectieve behoefte aan "veiligheid" te dekken.

    Over politici zijn we het eens. Die ben ik ook liever kwijt dan rijk.

Comments are closed.