De afgelopen week zijn er smeuïge discussies gevoerd over de vraag of UWV re-integratietrajecten mag financieren waarin het leggen van Tarot-kaarten wordt ingezet.

In kranten en internetmedia spraken politici en lezers schande van deze verspilling van overheidsgeld.

Volgens het UWV gaat het om enkele tientallen trajecten. Ten opzichte van de tienduizenden trajecten die jaarlijks worden ingekocht, mag je het een zegen noemen als slecht een tiende procent verspild zou worden aan “zinloze trajecten”. Wat is er dan echt aan de hand? Waar maakt men zich dan zo druk om?

Bij de invoering van de Individuele Re-integratie Overeenkomst (IRO) stonden de meeste kamerfracties te juichen. De uitkeringsgerechtigde kreeg het recht en daardoor de verantwoordelijkheid om de beste weg naar werk zelf uit te stippelen en te kiezen door wie hij daarbij geholpen zou worden. Maar is keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid alleen gewenst als de keuzes gemaakt worden die de politiek zelf zou maken? Of wegen de voordelen van zo’n systeem ruimschoots op tegen de nadelen? Je kunt je ook afvragen wat het alternatief is van dit systeem, waarbij door regulering en controle getracht wordt dit soort missers te voorkomen. Om dat te weten hoeven we niet ver terug te gaan.

Voor de privatisering van de re-integratiemarkt in 2000 werd iedere werkzoekende door het Arbeidsbureau uitgenodigd, ingeschreven en zonodig begeleid naar werk. Het Arbeidsbureau had daarvoor een arsenaal aan testen, trainingen en scholingen op de plank liggen. Op basis van een intakegesprek werd bepaald welke opleidingen en trainingen ingezet moesten worden om de persoon aan het werk te krijgen. Daarmee was het werk voor de consulent van het arbeidsbureau grotendeels gedaan. En gelukkig maar, want zo had hij er nog 150 voor wie plannen moesten worden gemaakt en scholingen ingezet. In 2001 heeft de rekenkamer een rapport gepresenteerd waarin gesteld werd dat het onmogelijk was de efficiëntie van de 220 arbeidsbureaus te meten, omdat gegevens daartoe veelal ontbraken. Hoe efficiënt dit systeem was, zullen we dus nooit weten. Hoe tevreden de klanten van de arbeidsbureaus waren, kunt u in uw eigen omgeving nagaan.

Vanaf 2000 is de re-integratie geprivatiseerd. Met name een aantal grote bedrijven heeft zich op die nieuwe markt gestort en ze gingen op dezelfde manier aan de slag als de arbeidsbureaus. Consulenten moesten soms 90 tot 150 werkzoekenden persoonlijk begeleiden. Om de werkdruk te verlichten, kochten ze trainingen in omdat de klant dan even onder de pannen was. De trainingen werden zonder meer vergoed. Het enige positieve was, dat de re-integratiebedrijven werden afgerekend op resultaat. Als de klant niet aan het werk kwam, werd de helft, of soms helemaal niets vergoed. Verder bleef de re-integratie massaal en onpersoonlijk. En de druk om te presteren leidde er toe dat alleen geïnvesteerd werd in kansrijke werkzoekenden. Klanten die minder kans op werk hadden, kwamen er bekaaid van af.

Toen in 2004 de IRO in het leven werd geroepen, veranderde de situatie drastisch. Waar voorheen geprobeerd werd de kwaliteit van dienstverlening door re-integratiebedrijven te reguleren door strenge regels, dikke contracten, en bureaucratische keurmerken, kon de klant nu zelf kiezen voor een bedrijf of coach die hem zou begeleiden, opleiden of bemiddelen naar werk. Daarbij waren er nauwelijks beperkingen. Daarmee veranderde de re-integratiemarkt van een business-to-government markt in een business-to-consumer markt. Het eerste wat daarin telt is dat de klant (de werkzoekende in dit geval) vertrouwen heeft in de aangeboden dienst, en tevreden is over de uitvoering en het resultaat. En dat bleek te werken; de klanttevredenheid bij IRO-trajecten is structureel hoger dan bij andere trajecten, zoals blijkt uit het jaarlijks door de Stichting Blik op Werk uitgevoerde klanttevredenheidsonderzoek. En ook de resultaten zijn beter.
Grote re-integratiebedrijven hebben een belangrijk deel van hun markt moeten afstaan aan vaak kleine bureaus die veel persoonsgerichter werken en meer maatwerk kunnen leveren.

Dat politici moeite hebben met het echt afstaan van verantwoordelijkheden en deregulering is niks nieuws. En dat elke keer om meer toezicht en nieuwe regels geschreeuwd wordt, als er overheidsgeld verkeerd lijkt te zijn uitgegeven, klinkt ook bekend. De individuele werkzoekende die een verkeerde keuze maakt, en daarmee een paar duizend euro overheidsgeld verspilt, kost onze samenleving altijd nog minder dan een overheidsstelsel dat centraal uitgedacht en gecontroleerd en na enkele jaren toch niet blijkt te werken. En de meeste burgers weten best wat goed voor ze is.
Dat hoeft Den Haag niet voor hen te bepalen.
———————-
Ingezonden door Maarten Freriks
IDplein. IDplein vertegenwoordigt 160 zelfstandig werkende re-integratiecoaches verspreid over Nederland.
————————————————————
RED: Een aardig voorbeeld dat iets grotere vrijheid ook al betere resultaten oplevert. Toch is het nog steeds een overheidsregeling met subsidies. Ook die zouden nog weggeprivatiseerd moeten worden.

11 REACTIES

  1. Nu nog wachten op de privatisering van het CWI. Op een enkele witte raaf na is het daar een tamelijk triest gevalletje incompetentie waarbij ±18-jarige meisjes wel even bepalen wat goed voor je is en wat niet. Jong talent, helderziend of snel even een cursus gekregen? Ik ken een oud-medewerker en als ik die mag geloven wens je die tijdverspilling je vijanden nog niet toe. Het CWI is verplicht om elk verzoek om personeel in te schrijven zonder al te veel screening dus worden er mensen afgestuurd op bijvoorbeeld allerlei vage netwerkmarketing organisaties. Je zou hun werk makkelijk kunnen uitbesteden aan uitzendbureau’s maar die mogen dat weer niet. Zou toch ook eens een proef mee gedaan kunnen worden. Wie van de twee kan werklozen beter en sneller helpen aan een baan waarbij de betrokkenen bovendien tevreden zijn over het resultaat, en dus een gemotiveerde werknemer zal zijn?

  2. CWI / reïntegratie moet zich beperken tot gehandicapten.
    Ieder ander kan zich bij een arbeidsbureau inschrijven / advertenties lezen.

  3. Een tijdje terug ergens gelezen dat Consens, dat de reïntgratie voor de gemeente Maarsen doet en daar veel succesvoller in is gebleken dan de gemeente zelf, geen nieuw contract krijgt. Het werkte kennelijk zo goed dat er budgetten en/of banen in gevaar kwamen. Maarssen gaat het nu weer zelf doen.

    Moet ik nog vermelden dat Maarssen sinds 2006 een links college heeft? Nee hè? Open deur, of zoiets…

  4. [1] Dat van die uitzendbureaus is mij ook een raadsel. Die uitzendbureaus sturen nu al af en toe mensen naar opleidingen, dus dat traject beheersen ze ook. Maar gezien het berichtje van Hartman, moeten we ons hart vasthouden.
    Ik heb zelf in de jaren ’90 ervaring gehad met wat toen nog gewoon arbeidsbureau heette. Ik kreeg een sollicitatiecursus aangeboden, maar had al lang aangegeven dat ik als zelfstandige was begonnen. Uiteindelijk ben ik maar zelf langs gegaan, want ik kreeg steeds bozere brieven, waarin zelfs met een korting op mijn uitkering werd gedreigd. Terwijl ik helemaal geen uitkering had. Ik heb toen inzage in mijn gegevens geeist, die ze uiteindelijk gaven. En daar stond een hele negatieve aantekening. Ik ben er bij gebleven totdat alles gecorrigeerd was, want je weet maar nooit hoelang zoiets rond blijft zingen in de overheidsbureaucratie.
    Moraal van het verhaal: je kan wel de namen van falende instituten veranderen, maar zolang de overheid geen praktische maatregelen durft te nemen (zoals uitzendbureaus ook het recht geven te bemiddelen voor vaste aanstellingen), blijft het dweilen met de kraan open.

  5. hallo iedereen
    kwam vorige week op deze site http://www.kiesjereintegrat
    Ik heb een artikeltje gekopieerd van deze site, ik denk dat het fictief is maar wel klopt met de realiteit.

    Voorbeeld 1: Reintegratiefabriek ‘El Cheapo’

    Vooraf
    ’El Cheapo’ is ‘steenkolen-Spaans’ voor ‘de goedkope’. Onderstaand vertelt oprichter en eigenaar Escobar hoe hij zijn ‘reintegratiefabriek’ succesvol heeft opgezet. Zijn aanpak is door velen gekopieerd!

    Het verhaal verteld door oprichter en eigenaar van
    ‘El Cheapo: de korstste weg naar werk!’

    “Mijn naam is Pablo Escobar, 50 jaar, en 5 jaar geleden heb ik het reintegratiebedrijf El Cheapo opgericht. Onze slogan was: ‘El Cheapo: de korste weg naar werk!’. Ik vertel onderstaand verhaal openhartig; ik heb er geen belang meer bij waarheid achter te houden, ik heb mijn bedrijf inmiddels namelijk verkocht en geniet op een fraaie hacienda van mijn vele miljoenen. Ik zal u vertellen hoe ik rijk geworden ben!

    De aanleiding
    In 1999 kreeg ik door dat reintegratie ‘big business’ ging worden. Er was een tekort aan werkkrachten, een teveel aan WAO-ers in Nederland en de Nederlandse beleidsmakers leken in de toekomst bereid vele miljarden te pompen in ‘reintegratie’ – met andere woorden: mensen ‘aan een baan helpen’. Als zakenman wist ik:
    – dit is een trend
    – je maakt winst door zoveel mogelijk geld voor je diensten te vragen
    – vervolgens zo min mogelijk kosten te maken bij de uitvoering.

  6. Het vervolg
    Het prettige voor mij was dat ik geld ontving van de overheid voor reintegratie, maar dat onnozele burgers mijn klanten waren. Wat ben ik gaan doen?
    Ik deed mee op grote aanbestedingen, waarbij ‘kavels’ van bijvoorbeeld 5.000 WW-ers door de overheid werden aangeboden. Ik had zo mijn contacten in die wereld, wist wat concurrenten boden, ik fêteerde een paar ambtenaren en won veel aanbestedingen. Mijn verleden in de bouwwereld kwam mij goed van pas! Voor een kavel van 5.000 WW-ers ontving ik al snel 5.000 euro per WW-er, dus een kavel van 5.000 WW-ers leverde mij al 25 miljoen euro omzet op.
    Vervolgens ging het erom zo min mogelijk kosten te maken.

    Natuurlijk moesten de WW-ers wel op komen draven voor de reintegratie, anders ontving ik die 5.000 euro per WW-er niet. De mij toegekende WW-ers stuurde ik brieven waarin ik ze sommeerde op een tijdstip dat mij uitkwam te komen voor een intakegesprek. Om ervoor te zorgen dat ze op kwamen draven zette ik in de brief: ‘niet verschijnen bij de afspraak kan consequenties hebben voor uw uitkering’. Dat deed wonderen! Natuurlijk heb ik niet de bevoegdheid om een uitkering te korten, maar éen telefoontje van mij naar het UWV zou genoeg zijn om het een WW-er die niet op kwam draven moeilijk te maken. Het UWV dreigde de WW-er dan met korting op de uitkering, en daarvoor ‘scheten’ de meeste WW-ers in hun broek van angst (excuses voor mijn platte taalgebruik, ik ben in een achterbuurt opgegroeid).

    Bij de intake vertelden we de uitkeringstrekkers wat hun plichten waren. We gaven hen diverse formulieren te ondertekenen, evenals geheimhoudingsverklaringen, zodat zij nooit naar buiten zouden durven brengen wat ze bij ons meemaakten.

  7. Na een paar weken had ik altijd genoeg uitkeringstrekkers om er een klasje van te vormen, van bijvoorbeeld 15 of 20 personen. Het klasje duurde bijvoorbeeld 5 dagen achter elkaar, of een ochtend per week gedurende een paar maanden. Ik vertelde de mensen dat het goed zou zijn elkaar te ontmoeten. Wat de mensen aan elkaar hadden kon me niet schelen, maar 1 trainer zetten voor een klasje van 20 bespaarde mij een 20-voud in de kosten! Vaak noemde ik het onderdeel groepssessies iets van ‘programma JOBS’ of een andere, bij UWV goed klinkende naam.

    Na deze groepssessies kreeg iedereen een dag sollicitatietraining: hoe een brief en CV te schrijven. Wederom in klasjes van 20 mensen. Het UWV vond het altijd prettig dat ik iets van ‘Sollicitatietraining’ in de offertes zette.
    Vervolgens liet ik de mensen graag aan hun lot over. Als ze er erg op aandrongen, konden ze een apart gesprekje krijgen met een consulent. Verder vertelde ik ze dat ze ‘klaar waren om het zelf te doen’. Zeker tegen hoger opgeleiden zeiden wij dat ze ‘het zelf moesten kunnen’. Ik zette de nodige PC’s neer met internetverbinding, en ze waren altijd welkom om bij ons op internet te zoeken naar vacatures. Dat had ‘gastvrijs’

    Af en toe zit er onder de uitkeringstrekkers een ‘brutale hond’ die durft te vragen om een opleiding bij een opleidingsinstituut. Natuurlijk zeggen wij dat dit niet mag van het UWV, en daarmee is de kous meestal af. Begint de persoon nog verder aan te dringen, dan dreigen wij met korting op de uitkering, of bieden wij eigen interne opleidingen aan. Deze opleidingen prijzen wij richting UWV voor een veel hoger bedrag dan de daadwerkelijke kosten – zo maken we daar ook nog wat winst op.

    Als iemand toevallig een baan vond, dan meldden we dat snel richting UWV en kregen we voor die persoon een bonus van een paar duizend euro, al had die persoon helemaal zelf de baan gevonden. We zeiden dan dat we de persoon ‘geplaatst’ hadden.
    Als personeel nam ik liefst zo goedkoop mogelijk personeel aan: meestal op MBO niveau, tussen 25 en 30 jaar. Die zijn niet zo duur en willen hard voor me lopen.

  8. De berekening: hoe ik rijk geworden ben!
    Ik zal u nu eens voorrekenen hoe ik rijk werd. Neem een klajse van 20 personen. Van het UWV krijg ik hier 20 maal 5.000 is 100.000 euro voor.
    Een MBO-consulent tussen 25 en 30 jaar kost me als ondernemer ongeveer 150 euro per werkdag, inclusief alle premies (afgerond: 20 euro per uur). Een werkruimte (gehuurd) kost mij ongeveer 1 euro per m2 per dag. Voor een klasje van 20 is een ruimte van 40 m2 voldoende.
    De kosten voor 20 mensen bedroegen mij dus:
    – 5 dagen ‘JOBS’ of vergelijkbaar programma: 5 maal 150 euro per dag voor de consulent is 750 euro
    – 5 dagen een ruimte van 40 m2 is 200 euro.
    Daarnaast drong elke WW-er gemiddeld aan op 5 vervolggesprekken van 1 uur, dus voor 20 mensen is dat 5 maal 20 = 100 euro. Voor 20 WW-ers dus 2.000 euro.
    Voeg hieraan toe de kosten voor spreekruimte (10 m2) voor deze gesprekken: 20 mensen maal 5 uur per persoon maal 10 m2 maal 1 euro per 1 m2 is 1000 euro aan ruimte voor 20 WW-ers voor individuele gesprekken.
    De PC-kosten zijn heel laag: een PC kost mij per jaar inclusief afschrijving ongeveer 300 euro, en hier maken gemiddeld per jaar 50 mensen gebruik van. Dus voor een klasje van 20 personen heb ik per jaar 20/50 maal 300 euro = 120 euro aan PC kosten.
    Hoe ziet mijn verlies- en winstrekening er dus uit voor een klasje van 20 mensen?

  9. Inkomsten
    20 maal 5.000 euro = 100.000 euro

    Uitgaven
    – programma JOBS (5 dagen): 750 euro voor de consulent
    – programma JOBS (5 dagen): 200 euro voor de ruimte
    – gemiddeld 5 vervolggesprekken per WW-er: voor 20: 2.000 euro aan kosten consulent
    – gemiddeld 5 vervolggesprekken per WW-er: voor 20: 1.000 euro aan kosten voor de ruimte
    – PC kosten met internetaansluiting: 120 euro
    totale uitgaven voor 20 WW-ers in reintegatie: 4.070 euro

    Dat betekent dus dat ik op een groep van 20 WW-ers met deze aanpak 100.000 euro ‘vang’ en slechts (ruim) 4.000 euro aan kosten maak. Ik houd dus van de 100.000 euro 96.000 euro over! Zeer belangrijk is het om het aantal individuele sessies zo laag mogelijk te houden; u kunt bij mijn uitgavenstaatje zien dat individuele sessies, ook al zijn het er maar 5 per WW-er, de grootste kostenpost vormen! (zowel qua consulent-kosten als qua ruimtegebruik).

    U begrijpt dat het een ongekend lucratieve business is. Uiteraard, uit die 96.000 euro moet ik een receptioniste betalen, iemand die de offertes schrijft, en de contributie aan branchevereniging Borea. Ik betaal ze ook goed voor een ‘keurmerk’ dat riching UWV garandeert dat mijn procedures ook goed staan beschreven.
    Waar elders is het mogelijk om 96% van de omzet zelf te mogen houden?
    En in werkelijkheid had ik 5.000 WW-ers, dat zijn 250 klasjes van 20, dus u begrijpt dat ik door het winnen van 1 aanbesteding van 5.000 WW-ers eem omzet van ca. 25 miljoen euro maak en daar bijna 24 miljoen euro marge aan over houd.

  10. Vervolg
    Met dit fantastische bedrag kon ik al snel overal in den lande vestigingen openen (huren natuurlijk, ik ga zo min mogelijk voor-investeren; en de consulenten nam ik aan op 6 maands of hoogstens 1 jaars-contracten – ook hier: zo min mogelijk voor-investeren). Daarmee kreeg ik ‘landelijke dekking’ – noodzakelijk om grote aanbestedingen te winnen. Vervolgens hebben wij met een paar andere grote bureaus van Borea het UWV zodanig bewerkt dat wij erop aandrongen dat de aanbestedingen hoog bleven: kleintjes en nieuwkomers werden aldus van aanbestedingen uitgesloten. De Minister en het UWV verkopen dit aan de buitenwereld door te zeggen ‘dat de markt transparant’ moet zijn – waarmee zij bedoelen: slechts een paar grote spelers overhouden. Het gebrek aan kwaliteit hebben wij goed afgeschermd door een ‘Borea keurmerk’ op te richten dat zeer procedureel is. Uiteraard mogen in het bestuur van Stichting Borea Keurmerk alleen bestuursleden zitten van branchevereniging Borea, en daar hebben leden een stem pro rato hun omzet, dus u begrijpt hoe grote jongens als El Cheapo hun macht hielden. U begrijpt nu hoe ik in een paar jaar tijd 100 miljoen euro heb verdiend!!!

    Hoe ik er achteraf tegenover sta? Aan de ene kant heb ik absoluut geen spijt. Ik ben er multimiljonair van geworden, en ik ben trots op mijn ondernemingsgeest. Aan de andere kant: toen ik 100 miljoen bij elkaar had verdiend, kreeg ik er een beetje genoeg van. Ziet u, het is altijd hetzelfde spelletje. En het spelletje kan nog jaren voortduren! Want Minister De Geus en andere politici hebben er alle baat bij onder het tapijt te schoffelen dat er een tekort is aan werkgelegenheid. Tot vervelens toe blijven zij herhalen dat ‘iedereen die kan werken, ook aan het werk moet’ en dat het erg belangrijk is ‘dat mensen aan een baan worden geholpen’. Minister De Geus blijft bij Borea persoonlijk ‘Borea-certificaten’ uitreiken, terwijl hij elk contact met de andere branchevereniging, Phoenix, weigert. Als er al een slimme journalist is die erop wijst dat de ‘plaatsingsresultaten’ van El Cheapo en vergelijkbare bedrijven met 36% (36% vindt een baan binnen 2 jaar tijd) nauwelijks beter zijn dan ‘het toeval’ (want: in de 20 jaar ervoor vond – voordat de ‘hype’ reintegratie bestond – gemiddeld 34% een baan, zie het onderzoeksrapport ‘De uitkering van de baan’ van het SCP), fêteren wij Jet Bussemaker van de PvdA en enkele andere Kamerleden om vooral te benadrukken dat ‘reintegratie nog een jonge branche is’. En daarmee zijn alle fouten vergeven.

  11. Af en toe heb ik nu last van nachtmerries: mijn geweten zegt mij dat ik veel goedgelovige werkzoekenden, die aan het einde van hun Latijn waren, in de steek heb gelaten om mijzelf te verrijken. Ik kan het verleden niet terugdraaien…..het geld dat ik verdien heb wil ik ook niet weggeven….maar iets in mij zei dat ik mijn verhaal moest opschrijven. Veel andere grote bedrijven van branchevereniging Borea zullen mij kwalijk nemen dat ik dit opschrijf, en mij bedreigen. Maar mijn adres is zeer goed geheim gehouden! Maar eerlijk is eerlijk: mensen, ga niet naar een grote ‘reintegratiefabriek’ zoals toendertijd mijn El Cheapo. Kom voor jezelf op, dring aan op een reintegratietraject met minstens 20 individuele sessies, met iemand van HBO of universitair niveau met veel levenservaring. Laat de broekjes van 25-30 jaar maar intercedent spelen bij een uitzendbureau. U verdient betere begeleiding!’

    Met oprechte groet,

    Pablo Escobar
    100 voudig miljonair geworden met reintegratie’fabriek’ El Cheapo

    PS: ik dank de site ‘kiesjereintegratie’ voor het publiceren van mijn verhaal.
    Uiteraard dien ik, Pablo Escobar, juridisch te worden aangeklaagd als iemand aanstoot neemt aan mijn openhartige verhaal. De site is slechts de ‘uitgever’ die mijn verhaal publiceert”

Comments are closed.