In de vijftiger jaren was er te Sneek een sociaal-geograaf, drs. Heeg, leraar aan het Stedelijk Gymnasium. Hij kon boeiend vertellen over de volgens hem belangrijke problematiek van de Sahel-landen. De ontbossing, het verschuiven van grond op hellingen, verschraling van de grond, toenemende droogte: dat alles zou leiden tot uitbreiding van het woestijngebied.

De man hield bij voortduring een pleidooi voor voorlichting aan de lokale, ongeletterde bevolking om op te houden met bomen kappen. Daarmee konden ze hun eigen ellende verhelpen, minstens voorkomen dat het erger werd. Heel trots liet hij een paar zwart-wit foto’s zien, gemaakt vanuit een soort Uiver-vliegtuig. Kon dat maar beter, riep hij dan.

Nu kunnen we via Google-Earth en de Nasa-satelieten haarscherpe foto’s op onze thuis-pc rustig bekijken. Wat zou meneer Heeg blij zijn geweest…! De goede man heeft nooit kunnen bedenken dat vijftig jaren later zijn simpele logica dankzij vele miljoenen belastinggeld waar bleek te zijn. Niet omdat dat geld werd gestoken in directe hulp aan de locals maar in zich wetenschapper noemende medeburgers, die veelal buitenlands vertoeven ( met behoud van ABP-salaris en buitenlandvergoeding ) en beschrijven wat ze waarnemen.

Onder de paraplu van de VU wordt uiteraard wetenschappelijk verantwoord gewerkt. Een mooi voorbeeld is de ontwikkeling van een eigen instituut. Het International Institute for Environment en Development bereist al vele jaren de Sahel-landen en poogt te helpen bij de bestrijding van de gevolgen van de uitbreiding van “de Sahel”. De intentie is zonder twijfel goed.

Maar wat moet een Amsterdamse school in de Sahel in casu Niger zoeken? Studenten leren er geen wetenschappelijk onderzoeken van. De medewerkers doen van alles behalve op school les geven. In OpperVolta, Niger etc. ontmoeten ontwikkelingswerkers elkaar. Voor je het weet heb je een internationale, even later multi-nationale samenwerking. Dat klinkt goed en is een reden om van Noorwegen tot Australié te reizen, met Afrika als trefpunt. Als je maar periodiek beschrijft in een soort vakjargon wat je aantrof kun je je aktiviteiten blijven uitbreiden.

How to move from research to action in the post-Bali era?

Tja, dat doe je op de wijze die blijkbaar onder de vlag van de VU kan. Je constateert dat de boeren in Niger zelf meer bomen zijn gaan planten op hun grond, dat daarmee deze mensen in hun eigen belang handelen en beter landbouw kunnen bedrijven. Als echte boeren ( want dat zijn de overlevers van de wereld….) zorgen ze voor gezin, land, vee etc. Als je dat teveel benadrukt neemt geen mens je meer serieus. Dus:

Leg een link met klimaatverandering, met de post-Bali-tijden. Subsidie gegarandeerd. Als je er dan nog bij vertelt dat je somberder bent over de klimaatontwikkeling dan de VN-commissie zit je helemaal gebeiteld.

Lees de bijlage. De feiten zullen wel kloppen. De sugesties niet.

Naar mijn mening moeten we paal en perk stellen aan de wild-west-ontwikkelingen in zogenaamde research, onderzoeksrapporten etc. De Koninklijke Academie voor Wetenschappen zou vooraf goedkeuring moeten geven aan dergelijke ” onderzoeken ” en als coördinator moeten optreden voor de projecten. Dan wordt de kans vergroot dat we niet via elke school in dit land moeten betalen voor een zootje ongeregeld dat wordt verkocht als “onderzoek”. Een particuliere hobby van een medewerker, ook al betaalt een universiteit hem/haar, is geen garantie voor wetenschappelijk onderzoek. Het is ook maar de vraag of b.v. de VU wel weet wat er gebeurt… Controle is er niet. Vrij logisch eigenlijk in een tijd waar je op universiteiten hoogleraren vrijetijdskunde, feministische theologie, filmtechnieken dan wel pop-muziek aantreft.

Ik heb geen enkele reden om aan te nemen dat allerlei zg. onderzoeken naar CO2-uitstoot o.i.d. van betere kwaliteit zijn. Wel valt voortdurend de link op met extra benodigd belastinggeld. Een heffing op iets wat de natuur wel regelt…..
—————————————-
Ingezonden door Wim Siemonsma
=============================================================

Oorspronkelijke (Engelse) Publicatie:

LINKING ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE, POVERTY REDUCTION AND SUSTAINABLE DEVELOPMENT IN DRYLANDS: How to move from research to action in the post-Bali era?

International Institute for Environment and Development ICCO
VU University Amsterdam Both Ends
IED Afrique SOS Sahel UK
IUCN Senegal Tree Aid
Réseau MARP Burkina Faso Near East Foundation
CRESA, Université de Niamey World Vision Australia
Drylands Coordination Group, Norway CARE Denmark
and other partners
Niger: farmer-managed re- greening at a spectacular scale

The purpose of this note is (i) to highlight the unprecedented farmer-managed re-greening in Niger over the last twenty years; (ii) indicate some of the beneficial impacts of this on-farm re-greening and (iii) offer a way forward for publicizing and replicating the Niger success story in other Sahel countries.

In some regions of Niger farmers began protecting and managing on-farm trees in the middle of the 1980s. Remote sensing images and field visits show that this farmer-managed re-greening in Niger now concerns at least 5 million ha. This means an average increase in on-farm protection of trees of 250,000 ha/year over a period of 20 years. This has never been achieved by any tree planting project in Africa.

Five million hectares x an average 40 trees/ha means 200 million new trees. If each tree produces an average annual value of 1 Euro/tree (firewood, fodder, fruits, medicinal products, etc.) this means an annual production value of 200 million Euro. This does not yet include the value of the standing tree stock (asset building).

In some places projects have played a key role in stimulating farmers to protect and manage on-farm trees, but it subsequently spread spontaneously.

What has triggered farmers to protect and manage on-farm natural regeneration in Niger?
1.The environmental crisis of the 1970s and 1980s (the need to fight dust and sand storms, land degradation, declining crop yields, etc.)
2.The perceived shift in rights to trees from State-owned to private ownership.
3.The need to intensify production systems in reaction to strong demographic growth.

Which are some of the measured or perceived impacts of this farmer-managed re-greening?
1.Higher crop yields and improved household food security. Before the farmers had to sow 2 – 4 times before the crops succeeded as the strong winds covered the crops with sand or wind-blown sand razed the young plants. Now they only sow once, which increases the length of the growing season.

2.The local climate has changed as wind and sun do not scorch the soil. Rainfall studies have shown that large-scale re-greening also leads to locally higher rainfall (+ about 30%). (Nicholson et al.

3.The farming systems become more complex, more productive, which leads to a reduction in rural poverty and increases in household food security. Trees produce fodder, which allows farmers to keep more livestock. More livestock means more manure, which is no longer used as a source of household energy, but is all used to fertilize the fields and subsequently increase productivity.

4.The time women spent on the collection of firewood has gone down from about 2.5 hours/day to 0.5 hours/day.

5.The re-greening has reduced vulnerability to drought. During the 2005 famine, child mortality in villages which had protected natural regeneration was much lower than in villages without.

6. In some regions farmer-managed natural regeneration is dominated by Acacia albida , but elsewhere tree biodiversity is increasing.

7.The economic benefits to farmers of investing in the protection and management of on-farm natural regeneration are high. A study by economists, which is based on a review of some of the benefits, shows an internal rate of return of 31%.

How to promote re-greening of the Sahel based on farmer-managed natural regeneration?
1.It is vital that national legislation supports investments by farmers in trees and a vital policy measure is that farmers are granted exclusive rights to the trees on their fields.

2.It is important to identify and analyze existing grass-root success stories in farmer-managed re-greening in the Sahel and use these success stories as a basis for organizing farmer study visits which are a proven tool for spreading good practices. There are numerous cases of farmer-managed natural regeneration in the other Sahel countries.

3.Use mass media to inform the farmers and the widest possible audience about success stories, the impacts of farmer study visits as well as about forestry legislation.

How to organize substantive on the ground action?
1.In each participating Sahel country (at present Niger, Burkina Faso, Mali and Senegal) a national alliance of NGOs and other partners is created. All partners in the national alliances will jointly promote the protection and management of on-farm natural regeneration by farmers.

2.An international alliance of NGOs and research institutions has been created to support the national alliances.

Conclusion
Promoting farmer-managed natural regeneration in the Sahel is complex, but it contributes to realizing some of the MDGs as well as the international environmental conventions on climate change, desertification and biodiversity. It also offers a relatively low-cost, rapid and sustainable means of fulfilling the African Heads of state desire to combat desertification through the Green Wall initiative, while avoiding weaknesses of previous major tree planting projects. This is an opportunity for developing substantive civil society action on the ground, which builds on existing grass-root success stories.

To become involved or for further information about the initiative you can contact:

Chris Reij : VU University Amsterdam (Email: cp.reij@dienst.vu.nl; tel. : + 31 20 5989090)

3 REACTIES

  1. Dit is in het beste geval een naieve wereldverbeteraar die met belastinggeld wil ingrijpen in Afrika.

    Let ook even op de suggesties genoemd onder "How to organize substantive on the ground action".

    Ten eerste de nationale alliantie. Dit is de worst voor de lokale politici die wederom een aantal baantjes te verdelen hebben om de nationale alliantie van de grond te krijgen. Ten tweede is er een worst voor de westerse subsidiesponsen, deelname aan de internationale alliantie.

    Dus een pyramide van allianties om iets te regelen dat al prima door de boeren zelf geregeld wordt, zolang er maar voldaan wordt aan het enige aangehaalde libertarische principe:"….and a vital policy measure is that farmers are granted exclusive rights to the trees on their fields". Echter als je dit zegt krijg je geen subsidie en zou je als universitair onderzoeker zowaar eens echt onderzoek moeten gaan verrichten.

  2. Henry:

    Ik kan instemmen met je reactie. Wat vind je van de suggestie om de Academie van Wetenschappen ( prof. Rörsch etc.) te laten coördineren? In vrijwel alle Afrikaanse landen verrichten nederlanders soortgelijk "onderzoek".

  3. [2] Ik ben niet genoeg ingelezen om de suggestie dat de Academie van Wetenschappen hier coordinerend moet optreden te kunnen onderschrijven.

    Indien de Academie inderdaad bestaat uit wetenschappers gemotiveerd door een voorliefde voor reden en wetenschap zou de Academie inderdaad een waakhond functie kunnen vervullen. Ik ben echter altijd huiverig als iemand het woord coordinatie in zijn mond neemt. Wetenschap en coordinatie is iets dat niet altijd samen zal gaan, alhoewel een zekere toetsing, wellicht meer dan nu, toch nodig is. Maar verwacht van mij niet het antwoord!

Comments are closed.