Het is inderdaad verbazingwekkend dat velen van ons hebben kunnen overleven zonder al dat getuttel wat er tegenwoordig over ons wordt uitgestort.
———

Ben je van vóór 1970: lekker doorlezen en lachen!
Ben je van ná 1970: idem… 
 
Hoe is het in godsnaam mogelijk dat wij als geborenen in de 60-er jaren (of daarvoor) nog leven? 

– Volgens de theorieën anno 2005 zouden we toch al lang dood moeten zijn?

– Wij zaten in auto’s zonder veiligheidsstoeltjes, gordel of airbag.

– Onze bedden en speelgoed waren geschilderd met verf vol lood en cadmium.

– Bovenaan een trap was geen hekje; wie te ver ging flikkerde gewoon naar beneden.

– Als je wakker werd in bed hoorde niemand dat, en als er echt iets was moest je hard schreeuwen voordat je ouders het merkten.

– Flessen met gevaarlijke stoffen en alle apotheekpotjes konden we gewoon met onze handjes en beperkte motoriek openen.

– Poorten en deuren gingen gewoon dicht, en als je met je vingers er tussen zat waren ze weg.

– Op de fiets zat je achterop met je gat op de bagagedrager en probeerde je je vast te houden aan de schroefveren van het zadel voor je.

– Een helm hadden ze nog niet eens op een bromfiets, laat staan op een fiets.

– Water dronken we uit de kraan, niet uit een fles.

– Brood stond stijf van conserveringsmiddelen, na twee weken was een Bums of Kingkorn nog net zo vers als in de winkel.

– Kleur en smaakstoffen moeten toen ook al hebben bestaan, want zo rood, groen of geel als die limonade toen was, zie je ze nu écht niet meer.

– Een kauwgom legde je ’s avonds op het nachtkastje en stak je ’s morgens weer in je mond.

– Op school hadden ze maar één maat bank met zo’n heerlijk gevaarlijke klep er aan.

– Schoenen waren meestal al ingedragen door broer, zus, neef of zo, en ook je fiets was of te groot of te klein.

– Een fiets had geen versnellingen en als een band kapot was leerde je vader je zo snel mogelijk om hem zelf te plakken.

– We gingen ’s morgens weg van huis en we kwamen terug als de straatverlichting aan ging. Niemand wist waar we waren in de tussentijd en we hadden geen GSM mee!

– Het bos of een park was een plek om te spelen en geen viezemannetjesverzamelplek.

– Als we naar een vriendje gingen, liep je er gewoon naar toe, je hoefde niet aan te bellen en ook geen afspraak te maken. Er ging ook geen volwassene met je mee. Je ging gewoon achterom…..

– Wij aten ook al koekjes en kregen brood met veel boter en werden toch niet dik.

– We dronken uit dezelfde fles als onze vrienden en niemand werd er ziek van.

– Wij hadden geen Playstation, Nintendo, X-box, 64 televisie zenders, videofilms, surround sound, eigen televisies, computer of internet. Wij hadden vrienden!

– De televisiezender begon pas om 18.00 uur. Dan kwam een uurtje wat leuks voor de kinderen en oh wee als je daarna durfde op te staan om op een knopje van een andere zender te duwen (die zaten aan het toestel vast). Pa bepaalde wat en hoe lang je daarna nog keek.

– We hebben ons gesneden, botten gebroken, tanden uitgevallen en er werd niemand voor naar de rechter gesleept. Dat waren gewoon ‘ongelukken’ en soms kreeg je er ook nog zelf een extra pak slaag voor.

– Wij vochten en sloegen elkaar soms groen en blauw, en er was geen volwassene die zich er druk over maakte, laat staan een lieveheersbeestje op je jas spelde.

– Pedagogisch verantwoord speelgoed maakten we zelf; met stokken sloegen we naar ballen, we bouwden zeepkisten en merkten onder aan de berg dat we de rem vergeten waren.

– We voetbalden op straat, en alleen wie goed was mocht mee doen; wie niet goed genoeg was moest maar blijven kijken en leren omgaan met teleurstellingen.

– Op school zaten ook domme kinderen. Zij gingen en kwamen op dezelfde tijd als wij en kregen de zelfde lessen. Zij deden soms een klas nog een jaar en daarover waren ook geen discussies op ouderavonden. De meester had altijd gelijk.

– We smeerden onze boterhammen zelf, met een grote-mensenmes, en als je ze vergeten was kon je op school niets kopen! Als je de korst niet at had je een beetje meer honger de rest van de dag.

– Wij gingen met de fiets naar school, helemaal zelf, ook in de winter! Als je moeder aan de huisdeur nog naar je zwaaide was je al een watje!

– Als je problemen veroorzaakt had, waren je ouders het eens met de politie. Ze kwamen wel om je te halen, maar niet om je er uit te lullen. Onze daden hadden consequenties. Dat was duidelijk en je kon je niet verstoppen.

– Wij hadden vrijheid, mislukkingen, succes en verantwoordelijkheid.

– We hebben er mee moeten leren omgaan. Onze generatie heeft veel mensen voortgebracht die problemen kunnen oplossen, innovatief bezig zijn en daarbij risico durven nemen en voor de gevolgen instaan.

Hoor jij ook daar bij?

GEFELICITEERD! WIJ WAREN HELDEN!

————————————-
INgezonden door PvD

21 REACTIES

  1. Wie na school thuis theedronk in plaats van straatvoetbalde werd uitgelachen en voor onsportief uitgemaakt.

  2. Heerlijk, zo’n frisse wind in de ochtend (ja, ik lees dit nu net, ’tis 6:47 en nog wat;-).
    Rode draad voor mij is eigenlijk dat je door allerlei gevaren leert ermee om te gaan. Gebeurt dat niet dan wordt het pas echt gevaarlijk!

  3. Mijn schoenen waren niet alleen ingelopen, er zaten ook luchtgaten in van onderen.
    Een oude krant als inlegzool hield mijn sokken heel. (niet droog)

    Mijn eerste fiets heb ik zelf met (rest) onderdelen in elkaar gezet. Ik weet nog goed hoe woest mijn oudste broer was toen ik zijn handsvaten met gekleurde sliertjes had gejat.
    Achteraf wel lachen, toen niet.

    Ik ben van 1952 en kan inderdaad met weinig overleven.

  4. Alles wat hier boven staat is herkenbaar ook al ben ik uit het jaar 1976, komt misschien omdat ik niet in de trentzettende stad ben opgegroeid.

  5. Haaha, ja ik ben van 1964. En het is zo waar van wat hier geschreven is.
    Ik herinner me nog de intrede van de kleurentv, man wat was dat spannend. Nu kijk ik nooit meer tv, alleen films en docu’s. Het eerste videospelletje, nu speel ik die enorme spellen niet meer, het kost je steeds meer geld, omdat de specificaties steeds veeleisender worden.

    Vooruitgang is niet altijd vooruitgang.

  6. Ik ben van na 1970 maar wel zo oud dat ik weet dat deze al eens op de VS gestaan heeft 😉

  7. Vroegahh was allus betah!
    Straatvoetbal, kingkorn en snoep en ijs waar je mond alle kleuren van de regenboog van kreeg; ik herken het allemaal. Damn ik word oud
    Het lijkt hier wel een ouwelullen babyboomsite 😉
    Dat mensen steeds panischer om gaan met veiligheid in het algemeen en hun kroost in het bijzonder herken ik wel.
    Voor een deel wel te begrijpen want nu hebben de ouders er vaak een of twee en vroeger een stuk of tien.
    Het is jammer dat die veiligheidsterreur (want het is te ver doorgeschoten!) ten koste gaat van de de ontwikkeling van het kind. Risicomijdende bange kinderen hebben nl niet de toekomst.
    Ben toch blij dat ik ben opgegroeid in een tijd dat bv ADHD, AIDS, fiethelmpjes en overgewicht nog niet bestonden 🙂

    • Ja, gek dat die niet en bloc op de LP stemmen.
      Of wacht even, misschien zijn het wel ECHTE libertariers (volgens Hub) en stemmen ze gewoon NIET (waardoor de wussies vrij spel hebben om collectivisten aan de macht te helpen die het land verder om zeep helpen).

  8. Ik heb op mijn 21ste een jaar bij mijn zieke oma gewoond en met haar stad en land afgereden in het autootje naar haar familie, rondvluchten gemaakt omdat ze graag wilde vliegen en het fantastisch vond, veel nieuwe kleren met en voor haar gekocht.
    En dan vertelde ze weleens over hoe ze 8 kinderen groot bracht, hoe de pastoor langs kwam als ´het´ te lang duurde voor ze weer zwanger was, dat ze op zondag graag achterin de kerk zat want de kon ze even een uurtje slapen, hoe mijn opa van ´s ochtends tot laat in de avond op het land moest werken, en nog zo wat ding.

    ´Vroeger?´`Laat vroeger de pest maar krijgen!´

  9. Ben van begin jaren vijftig… woonde in een heerlijke straat waar zomer’s alle voordeuren openstonden en waar je zo zonder aanbellen naar binnen kon lopen en dat deden we dan ook. Overal waren kinderen. Voetballen op het schoolplein met een tennisbal, ‘stoeprandjebutsen’ was de populairste bezigheid op straat, zeepkistenkarretjes, hutten bouwen, voetbalplaatjes ruilen (Eddy PG, Elinkwijk, DOS, DWS), het ‘ik ben Johan Cruijff – nee ikke’-gegil, de schoolplaten van Jetses, het eerste zwarte jongetje op school, Eddy uit Suriname, de fietstochten, eerst met mijn vader, later met vrienden, de inktpotten die uit een grote fles nagevuld werden, de eerste zelfgebouwde radiontvanger met een oortelefoontje, een diode en koperdraad rond een wc-rol gewikkeld met draadje naar de dakgoot, die als antenne diende, de zwart-wit-tv (veel mooier dan kleur), met Mies Bouwman, Willem Duys, Berend Boudewijn, series als Swiebertje natuurlijk, Thierry de la Fronde, Floris, Sebastien, Woestewolf en natuurlijk de boeken van Schuil, Bram Vingerling, de AFC-ers, 7 jongens en een oude schuit, Bulletje en Bonestaak, Pietje Bell en nog een paar honderd meer.

    Voor mij hoeft vroeger de pest niet te krijgen. Het was een grote orgie van blank geluk.

    Diezelfde straat waar mijn ouders nog steeds wonen is nu uitgestorven, geen kind meer te bekennen en alle deuren zijn dicht. De straat is nog steeds blank, grijs-blank. Een paar straten verderop heersen de schotel-antenne’s, er zijn daar heel veel kinderen. De oude wereld is vermoord door de meest vreselijke generatie die ooit in dit land heeft rondgelopen, die van 1968.
    huub reageerde op deze reactie.

    • Je hebt gewoon heimwee naar je jeugd.

      Mijn zoontje doet precies dezelfde dingen maar de namen van sporthelden en auteurs zijn veranderd en verzameld hij nu ‘van der Vaart’ en zijn ze ‘Taeke Taekema’ / ‘Dennis van der Geest’ e.d. (Duh..) .
      En over een jaar of 40 zal hij bij zo’n ouderwetse platte-kleurentelevisie met kabelaansluiting en zo’n afstandbedienkastje nostalgische gevoelens krijgen 😉

      De natuurlijke ‘life-cycle’ van een straat/buurt zegt mij dat over een tijdje in jouw ouwe straatje meer jonkies zullen lopen, maar eerst moet het oude op.

      huub reageerde op deze reactie.

    • Ja! Thierry (met zijn trefzekere slinger), Floris (met een piepjonge Rutger Houwer in zwart-wit), Sebastien (klassieke tranentrekker), Swiebertje (oer-libertariër?), Mies ‘lieve mensen’ Bouman (Eén van de Acht met lopende band en het beroemde vraagteken), Willem O’ Duys (met zijn goudvissenkom en zijn ontdekking van de zingende kraanmachinist Lee Towers), de Berend Boudewijn Show (met het pathetische commentaar van Pierre van Ostade). Verder erg onder de indruk van:

      The Thunderbirds (Gerry Anderson’s TV-serie en een geweldige strip van Frank Bellamy)
      http://www.technodelic.pwp.blueyonder.co.uk/Upload01/Thunderbirds01.htm

      en natuurlijk:

      Bob Evers!
      http://www.bobevers.nl/

      Waar blijft de tijd … (zucht)

  10. Ik ben uit 1988,

    maar erg blij dat mijn ouders me hebben opgevoed zoals bovenstaand. Mochten nooit lang tv kijken, geen computerspelletjes etc. En om eerlijk te zijn: we hadden er ook helemaal geen behoefte aan! Met een elastiekje en een touwtje kon je namelijk al een kabelbaantje bouwen. Het bos gaf genoeg materiaal om hutten te bouwen, zwaarden (stok) etc. etc.. Ik en mijn zusje vermaakten ons zelf wel, en het was fantastisch!

    Wat is er mooier dan de fantasie van een kind?

    Zonde om dat te ontnemen.

  11. @Ron Paul Fan: Ik ben van ’61 en zag de schoorstenen van de “Emma” op weg naar school, heb ook van die plaatjes in m’n hoofd… mijn herinneringen aan Hoensbroek zijn ook ongeveer zoals de jouwe.

    wie auch immer, well written my dear!

    hw

  12. Herinneren jullie nog hoeveel kritiek je op je ouders had, toen je 18 was? Je vond het oude zakken. Dat kwam voor een belangrijk deel, omdat zij steeds riepen: vroeger was alles beter. Nu roep je dat zelf ook.

    Je zult dus moeten toegeven, dat je óf vroeger óf nu ongelijk hebt.

    Ik denk dat het bovenstaande allemaal geklets is van oude zakken. Het was vroeger niet beter. Integendeel. Het is nu niet ideaal, natuurlijk. Maar daaruit mag je niet concluderen dat het vroeger beter was.

    Frenkelfrank: Je legt op een fraaie manier een belangrijke zwakheid van dit geklets bloot.

    Peter de Jong reageerde op deze reactie.

  13. Nog een groot voorbeeld van betutteling: de Glorix reclame. Een jongetje zit op de wc met zijn handen op de rand, maar gelukkig heeft mama die met glorix schoongemaakt. Sinds wanneer zijn wat bacterieen die hooguit je weerstand verhogen, slechter voor je dan chemische producten, die alles in je lichaam (ook de ‘goede’ bacterieen) doden?!

    En wie kan me dat overgewicht uitleggen inderdaad? Ik en mijn zusje snoepten ook (als gekken: chips, koekjes, chocolade), dronken al cola, hadden een snoepautomaat op school, gingen van ons bij elkaar gewerkte geld naar de snackbar.. Waarom bleven wij dun? Stoppen ze iets in het eten tegenwoordig?

  14. In de auto zonder gordels ?
    Mijn vader reed Berini M21, met twee handversnellingen. En later kreeg ik een Mobylette Captain EEG.

Comments are closed.