Op minder dan twee uur afstand van het welvarende Vanuatu bevindt zich een andere republiek die qua natuurschoon, vergezichten en potentieel niet onderdoet voor het rijkere buurland. Dit is een van de landen waar reeds jaren geklaagd wordt over onafhankelijkheid en ontwikkelingshulp.
Het is een uur in de nacht op een vrijdagavond in Honiara, hoofdstad van de Solomon eilanden, qua grootte een fractie van de gemeente Amstelveen.
Op het terras van het Kitano Mendana Hotel amuseren de feestgangers zich en het einde is nog niet in zicht.
Een door drank en muziek gevoede roes houdt hier avond aan avond de zingende en dansende upper five hunderd van het land in haar greep: een roes, welker intensiteit helaas omgekeerd evenredig is aan het succes van een snel gerealiseerde maar rampspoed brengende onafhankelijkheid die een aantal mensen in het water gegooid heeft die niet kunnen zwemmen.
De vliegtuigen zitten vol. Ontwikkelingswerkers vliegen af en aan met steeds nieuwe projecten die in de hoofden van de ontwikkelende instanties opkomen, tuk als zij zijn op steeds meer en steeds grotere zegenrijke en zakkenvullende projecten.
Toen ik ruim 25 jaar geleden mijn eerste bezoek aan dit land bracht, zat ik in het vliegtuig naast een Nederlander die een nieuwe verkeerstoren kwam neerzetten die destijds zeven miljoen gulden kostte. Op kosten van wie valt gemakkelijk te raden.
Projecten voor wegen, waterzuivering, gezondheidszorg, onderwijs, bankaire systemen, tourisme, bos- en mijnbouw, scheepvaart en handel, het is er allemaal. Steeds nieuwe ontwikkelaars, adviseurs en deskundigen van velerlei pluimage, landen en vertrekken. Het vliegveld met uitgang nummer een en straks zelfs nummer twee is als een duiventil met steeds toenemende populariteit.
Na enkele decaden onafhankelijkheid beschikt het land niet over een boekwinkel. Een winkel waar veelbelovend opstaat: “ books wholesale, retail “ verkoopt pennen , zaklantaarns en opschrijfboekjes.
De cassiere van mijn hotel is noch met noch zonder calculator in staat om zelfs de meest eenvoudige berekeningen te maken binnen een normale tijd.
Men kan de overhead een drang tot zuiverheid en transparantie niet ontzeggen: opschriften die aanmanen niet aan corruptie te doen, zijn in overvloed aanwezig.
Monetair en economisch inzicht zijn ook bij de elite niet in overmaat aanwezig. Het is bij bij wet verboden een bedrag van meer dan dertig dollar in lokale valuta het land uit te brengen.
Een uitputtende burgeroorlog tussen de bewoners van twee eilanden die plaatsvond tussen 1998 en 2003 heeft het land miljarden gekost.
Zelfs voor de grootste optimist is het moeilijk, een gunstige prognose te stellen:
01.De burgeroorlog kan weer uitbreken, als sluimerende gevoelens van onbehagen een uitweg zoeken
02.De ontwikkelingshulp zal voortgaan, de economie te ontwrichten en het land in een permanente staat van afhankelijkheid te houden
03.Verbetering in de situatie valt niet te voorzien: te veel partijen hebben belang bij het handhaven van de status quo
Voor de hierboven genoemde upper five hundred is er echter een troost: de winkelcentra van Brisbane lonken op een afstand van een uur en vijfenveertig minuten ; voor de armen is er de kerk.
Lezers van dit stukje die over een gezonde baatzucht beschikken, kan ik het advies geven zo snel mogelijk in de ontwikkelingshulp te gaan: de goudmijn van nu, de goudwaterval van de toekomst.
Hugo van Reijen
quote:
Na enkele decaden onafhankelijkheid beschikt het land niet over een boekwinkel. Een winkel waar veelbelovend opstaat: “ books wholesale, retail “ verkoopt pennen , zaklantaarns en opschrijfboekjes./einde citaat
als ze internet hebben is dat het probleem niet
Ergens kan ik me nu voorstelen dat de bewoners van de Waddeneilanden jaloers naar deze eilanden kijken, ze moeten nog even een eigen rijkje gaan vormen, en op de Antillen keken ze deze kunst zeker ook af.
Soort paradijs en toch maken ze onderling ruzie, zelfs zonder dat de slang heeft gesproken,jammer.
Of het internet de boekwinkel kan vervangen weet ik niet.
Het percentage mensen dat toegang tot het internet heeft is heel gering.
De meeste wonen op het platteland en daar zijn wel veel Christelijke gebouwtjes voor erediensten, maar verder is er niets.
hugo van reijen
Comments are closed.