Het gebruik van de Nederlandse taal in onze nieuwsbrieven, offertes, certificaten, e-mails, klachtafhandelingen en andere min of meer officiƫle stukken die dagelijks de deur uitgaan, laat te wensen over.
Het veelgehoorde argument dat het maken van taalfouten niet erg is zolang maar duidelijk is wat er wordt bedoeld, is geboren uit armoe. Het is in feite een non-argument dat neerkomt op het accepteren van gemakzucht en onzorgvuldigheid.Ā De slogan “Een betrouwbare waarde” heeft niet alleen te maken met analyseresultaten en leverbetrouwbaarheid, maar ook met zorgvuldig opgestelde correspondentie.Ā
Ā
Onderstaande voorbeelden zullen hopelijk duidelijk maken dat een verkeerd of onzorgvuldig taalgebruik kan leiden tot hilariteit, onduidelijkheid, onbegrip en in het slechtste geval ook tot foutieve beweringen.
Ā Opvallend vaak wordt ten onrechte gebruik gemaakt van spaties in samengestelde woorden.
Deze op geen enkele regel gebaseerde aanpassing van het geschreven woord kan leiden tot hilarische misverstanden.
–Niet het model, maar de kunstenaar gaat met zijn billen bloot bij het naakt modeltekenen.
— Neem als wild plasser altijd een handdoek mee, zodat je na afloop je buik en dijen kunt afdrogen.
— Het zal niemand verbazen dat tamme konijnen bouten omdat ze worden vetgemest.
— Bij een laboratorium als het onze rijst de vraag of we met het software matig verwerken van analyseresultaten wel goed bezig zijn.
Het ontbreken van leestekens is een bron voor het ontstaan van lachwekkende zinnen.
Een juist gebruik van leestekens is verre van eenvoudig. Toch moet ernaar worden gestreefd om, door gebruik te maken van dergelijke tekens, enige orde te scheppen in (te) lange zinnen.
Eenvoudiger is het natuurlijk om kortere zinnen te maken. Het volgende voorbeeld laat zien dat door het weglaten van leestekens, zinnen bijna onbegrijpelijk worden, zeker als er ook nog onterechte spaties worden geplaatst.
–‘Ik ga er vanuit dat alleen in gevallen waarbij deĀ standaard onderste rapportagegrens hoger ligt dan de door jou opgegeven minimale detectie limiet we ook meet gegevens moeten meesturen’.Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā
Het construeren van kromme zinnen is ook een regelmatig terugkerend verschijnsel:
Onbetwiste winnaar is voor mij de volgende zin. Ik verwacht concurrentie vanuit huidige partijen waar mantelovereenkomst van waterdienst mee heeft (Vitens voor bacteriologie) is.
Stuur uw oplossing van dit vraagstuk maar naar de redactie.
Het meest storend is echter het lukraak en zonder enige logica verwisselen van d ’s en t ’s in vervoegingen van werkwoorden. Deze fouten worden naar mijn idee eerder veroorzaakt door gemakzucht en slordigheid dan door onbekendheid met basale regeltjes als stam + t en het kofschip of het fokschaap.Ā
Het verwarren van bezittelijke voornaamwoorden en persoonsvormen is ook een veelgeziene fout.
Zo kom ik regelmatig tegenĀ “jou sollicitatie” of “in de mail van jouw”.
Ā Soms wordt geprobeerd om het onvermogen om foutloos te schrijven te verdoezelen met een soort van deftig, bombastisch, of quasi-juridisch taalgebruik. Hierdoor ontstaan vaak warrige, maar vooral dikdoenerige, zinnen die op het eerste gezicht doen denken aan notariĆ«le akten of aanpassingen in de grondwet. Na twee of drie keer lezen blijkt het dan gewoon te gaan over een wijziging van analyseresultaten of over het maken van een afspraak om te komen solliciteren.
Ā Het toenemend gebruik van management- en marketingtaal is een schier onuitroeibaar modeverschijnsel dat mijns inziens voornamelijk bedoeld is om dingen belangrijker te maken dan ze in werkelijkheid zijn.
Doe gewoon en schrijf ‘mogelijke opdrachtgever’ in plaats van ‘prospect’. Als je vindt dat een ‘decision making unit’ beter klinkt dan ‘de afdeling die een beslissing neemt’, kun je beter naar Amerika emigreren. Hetzelfde geldt voor mensen die vinden dat woorden als ’target’, ‘profit” of ‘end user’ gewichtiger klinken dan doel, winst of eindgebruiker.
Ā Verwant aan het bovenstaande, is het gebruik van anderstalige woorden of termen, zelfs als er uitstekende Nederlandse alternatieven beschikbaar zijn. Ook hier gelden naar mijn idee duistere motieven als gewichtigheid en dikdoenerigheid. Ondanks jarenlang schoppen tegen deze taalvervuiling ben ik er niet in geslaagd het te stoppen of zelfs maar te verminderen. Maar ik ga strijdend ten onder.
Wie denkt dat we het ergste hebben gehad, moet ik teleurstellen. Voor een analytisch laboratorium dat in zijn visie kreten als kennis, kwaliteit en kunde voert, is vooral het verkeerd weergeven van chemische afkortingen (CL, ph et cetera) desastreus. Bovendien maken dergelijke missers bijna een karikatuur van de zo zelfbewust gekozen slagzin ‘een betrouwbare waarde’.
Ā Een enigszins geruststellende gedachte is dat er ook bij onze opdrachtgevers en andere relaties sprake is van een bewustzijnsvernauwing waar het de Nederlandse taal betreft. Toch mag dit geen reden zijn om gebrabbel met gebrabbel te beantwoorden.
Het is dan ook aan te bevelen om medewerkers die regelmatig schriftelijk moeten communiceren met relaties en opdrachtgevers, een opleiding aan te bieden om zich te bekwamen in het schrijven zonder fouten.
Tot die tijd kan het aanzetten van de spellingcontrole helpen om de grootste blunders te detecteren.
Het signaleren van fouten in vervoegingen van werkwoorden is echter in de meeste gevallen niet mogelijk met de spellingcontrole. Hier zal op eigen kracht over nagedacht moeten worden.
Ā Een andere optie is natuurlijk om de uitgaande correspondentie te laten nakijken op taalgebruik.
Ā Bedenk wel dat een ‘betrouwbare waarde’ nog betrouwbaarder overkomt als het gehele traject van offerte, rapportage en eventuele nabehandeling in goed en foutloos Nederlands zou worden gevoerd.
Ten slotte een kleine en geanonimiseerde selectie van fouten en voorbeelden van quasi-juridisch taalgebruik die ik de afgelopen maanden ben tegengekomen. De voorbeelden zijn niet bedoeld om mensen belachelijk te maken, maar dienen slechts ter illustratie om duidelijk te maken hoe het niet moet.
- Ā Door middel van een aparatuur storing kunnen we de resultaten niet raporteren….
- Ā Daar in tegen (in plaats van daarentegen)…..
- Ā Het is onduidelijk of dit gebeurt is tijdens het transport……etc.
- Ā De begaande grond zal worden verbouwd…..
- Ā De klant wordt benadert……
- Ā Ten aanzien van de analyseresultaten welke gerapporteerd zijn…………
- Ā Overschreiding van de toetsingswaarde…….
- Ā Kontrole moet echt met een c worden geschreven. Calibratie daarentegen schrijft men met een k.
Ingezonden door Hoogvlieger
Een artikel naar mijn hart. Met name de media dienen het goede voorbeeld te geven, maar laten zo vaak steken vallen, dat er mijns inziens eerder sprake is van slordigheid en ongeĆÆnteresseerdheid dan van vergissingen.
Zo zat ik mij van de week te ‘ergeren’ aan het feit dat er een vliegtuis was “gecrashed” bij Schiphol. Heel tragisch voor de betrokkenen, maar de randdebielen op redacties bij diverse media die niet meer weten dat een vliegtuig kan neerstorten of een auto kan botsen, moeten terug naar school. En snel ook. Of een enkele reis CWI krijgen.
Die spaties in woorden komt natuurlijk uit het Engels. Bij sommige bedrijven gaat het al zo ver dat men contracten in het Engels opstelt. In het algemeen teken ik die graag want dat heeft -zo ver ik weet- geen enkele juridische status in Nederland en het verplicht mij tot niets.
Mensen die beter zouden moeten weten en hun correspondentie naar mij sturen vol met krom Nederlands neem ik maar half serieus.
Bon Vivant [3] reageerde op deze reactie.
@Bon Vivant [2]:
Toch nog een tikfout… “vliegtuis” moet zijn “vliegtuiG”
Spy-Nose [9] reageerde op deze reactie.
Goedesmorgen,
Ik heet Net. Net Jus uit Helmond. Ik ben al vanaf kinbeen besig met schreifen en ook briefen foor mein friendinnen. Ik ben bekant sestien en hep in de klip fan de winkelmijsjes gesongen gehad die eene aan de casha met da groen jurrekje dus ben ikkut niet met jouw eens want we kreege opsgool een heele hoop huiswerrek en sus en so en ditendat mee dus en een gecreched fliegtuig is bes wel erreg maar maak ut uit of ie cresjt of falt. Naudan.
Quote: “Het is in feite een non-argument dat neerkomt op het accepteren van gemakzucht en onzorgvuldigheid. ”
Als daar vervolgens een probleem door onststaat is dat erg. Maar als ik in je artikel ga turven, kom ik vooral ergernissen tegen waar geen probleem door ontstaat, en dat terwijl je ze nog bewust hebt uitgezocht ook š
Je kunt het maken van spelfouten niet leuk of irritant vinden, dat wil niet zeggen dat de rest van de natie er automatisch ook last van heeft. Hardop uitgesproken snapt ineens iedereen wat er bedoeld wordt.
Verder is de strijd tegen taalarmoede sowieso een zinloze strijd zolang we het er met z’n allen niet over eens zijn wat nou foutloos Nederlands is.
Neem bijvoorbeeld jouw zin: Zo kom ik regelmatig tegen ā(…)ā of ā(…)ā.
Hier ontbreekt op z’n minst een dubbele punt of een lidwoord of voornaamwoord, en eigenlijk is dit gewoon een zin met een kromme woordvolgorde.
Is dat erg? Natuurlijk niet!
Zo zijn we het er ook nog steeds niet over eens of en wanneer er een komma voor het woord “en” mag. Tsja…
klachtafhandelingen, is dat niet klachtenafhandeling? Veelgehoorde is veelgehoord? Rapportagegrens kom ik in de Dikke van Dale niet tegen, maar is toch correct?
veelgeziene is veel geziene? dikdoenerigheid of dikdoenerij?
Welck ene zonde is het toch dat tael niet en stille staet doch door den tyd heen evolueert.
Bovendien is het godgeklaegt dat er immer meer uytheemsche woorden in onze tael binnensluypen en er sich voortduerend ende blyvend nestelen als een peerd van Troje zodat wijlen risceren op den duer onze eygenheid als volck te verliezen.
Ach, wie maakt er niet af en toe een tikfautje? Dat vind ik in de dagelijkse omgang niet eens zo erg.
WƩl vind ik het erg, als dat tikfoutje in officiƫle correspondentie voorkomt, zoals van of naar de overheid en in zakelijke correspondentie. Want als een verkeerd geschreven naam tijdens een rechtszaak al een procedurefout mag heten, met alle gevolgen van dien, mag ik als burger dan een contract met de overheid of een particuliere instantie of bedrijf dan tot tot mijn tevredenheid uitbuiten en daarna als nietig beschouwen?
Verder: geachte IJzervreter, het moge een ieder bekend zijn, dat de officiƫle spelling vastgelegd is in het Groene Boekje. Of u er wel of niet eens mee bent, is een andere discussie, maar wettelijk ligt alles vast in dit boekje.
En over dat pseudo-interessante Engels… bij een Engels geƶrienteerd bedrijf, waar uitsluitend Nederlanders op kantoor zaten, werd mij eens de vraag gesteld of ik nog issues had voor de meeting. Nee meneer, maar nog wel een agendapunt voor de vergadering.
En in de privĆ©sfeer erger ik me kapot aan zinnen als: “we zijn met de KIDS gaan SHOPPEN.” Waar zijn de “kinderen” gebleven en wat is er mis met “winkelen”? Meestal vraag ik dan of ze op de BIKE zijn geweest of met de CAR (want ik mag dan toch ook af en toe zomaar een Engels woord in mijn zinnen gooien?). Dan is er opeens geen antwoord meer en kijken ze me verbaasd aan. Leuk om te proberen, let vooral op de verbaasde blikken.
IJzervreter [10] reageerde op deze reactie.
@Bon Vivant [3]:
U vergisd jouw, er was een vliegduif gecreched.
Ik bleif lekker ijgeweis.
@Paul Martens [8]: “dat de officiĆ«le spelling vastgelegd is in het Groene Boekje. Of u er wel of niet eens mee bent, is een andere discussie, maar wettelijk ligt alles vast”
En ziedaar een overheidsfetisjist op een libertarische website š
Het punt wat ik wilde maken is dat taal evolueert.
Die kids en dat shoppen worden over tig jaar heus wel in de nieuwste edititie (oeps: uitgave) van het Groene Boekje opgenomen. Net zoals ruim de kwart van de woorden die er in de huidige uitgave instaan, er niet in voorkwam toen opa nog een jonge snaak was. En wat er in stond werd tot voor halverwege de jaren ’50 veelal anders gespeld.
Taal evolueert nu eenmaal (niet alleen spelling trouwens, ook woordenschat en zelfs zinsbouw).
Proberen een willekeurige momentopname (vermoedelijk die van toen jezelf op je 18e eindexamen deed) te institutionaliseren is een vorm van struisvogelpolitiek.
Een standaard vinden mensen soms handig maar waarom moet een of andere overheidspublicatie tot norm verheven worden?
Pas op: ’t is niet dat ik je niet begrijp. Zelf worstel ik voortdurend op uiteenlopende terreinen met het conflict tussen mijn emotioneel conservatisme (dat graag een standaard wil) en mijn principieel libertarisme (dat geen standaard wil en ZEKER niet als die van de overheid afkomstig is).
Paul Martens [11] reageerde op deze reactie.
Fred [14] reageerde op deze reactie.
@IJzervreter [10]: Ha ha, overheidsfetisjist? Bedankt voor deze nieuwe term, wordt nog lachen tijdens de komende gesprekken met vrienden/kennissen over deze onderwerpen.
Dat de wet de taal via het Groene Boekje vastlegt (en de vorige keer was 1953, dus met jouw verwijzing naar “halfverwege de jaren ’50” zat je zeker goed) is op dit moment zo geregeld in Nederland en Vlaanderen. Mij maakt het niet uit of de wet dit regelt, als er maar afspraken zijn. Zonder overheid en/of wetten maken we op andere wijze wel afspraken.
Eigen interpretaties van taal of het bekende “maar je weet toch wel wat ik bedoel” kan verstrekkende gevolgen hebben, zoals ik al schreef: vooral bij overheids- of zakelijke correspondentie.
Ik denk zelfs nog een stapje verder. StƩl dat de wereld een ideale wereld wordt en wij allemaal libertarisch gaan leven. Dan wordt er minder centraal geregeld, want dat doen we dan onderling. Daarom acht ik juist dƔn goede afspraken over communicatie erg belangrijk. En dat heeft dan ook zeker voordelen t.o.v. de huidige overheidssituatie, want het taalgebruik van de overheid wordt door de bevolking nauwelijks begrepen. Hiervan heeft enkele jaren geleden een goed artikel in het blad van Genootschap Onze Taal gestaan.
En inderdaad, bij mij leeft dat conservatisme ook, zeker op taalgebied.
beek [12] reageerde op deze reactie.
@Paul Martens [11]:
Bij zakelijke contacten waaruit vastgelegde afspraken volgen, is het nogal omslachtig als er eerst uitgebreid onderhandeld moet worden om overeenstemming m.b.t. de gebruikte taal en haar grammatica.
In dat opzicht is het gewoon handig als daar reeds afspraken over bestaan.
Als in een libertarische wereld iedereen daar eerst afspraken over moet maken (doen we het in het Gronings, het Twents, het Achterhoeks, het Zeeuws, het Limburgs of in het Brabants? En welke spelling gebruiken we daarbij?) is dat alleen maar onnodig omslachtig.
Bedenk dat we van zo’n uiterst gefragmenteerde situatie komen, maar dat met de toenemende internationale handelsbetrekkingen en zich uitbreidende communicatienetwerken , de roep om een universele taal vanzelf ontstaan is.
Min of meer als een natuurlijke en logische ontwikkeling.
Waarom het dan libertarisch interessanter zou zijn om steeds weer opnieuw onderling in vrijheid de taalregels te gaan afspreken, dat ontgaat mij.
Waarom is een babylonische spraakverwarring een ideaal?
beek [13] reageerde op deze reactie.
Paul Martens [17] reageerde op deze reactie.
@beek [12]:
Eerste zin:
… om overeenstemming … te bereiken.
Staartje vergeten.
@IJzervreter [10]: De verplichting om de voorschriften in het Groene Boekje te volgen, geldt alleen voor de overheid en het onderwijs. Geen enkele krant zal beboet worden omdat zij het Witte Boekje volgen.
Ik vraag mij trouwens af of veel fouten in e-mails of op forums als hier, niet veroorzaakt worden door de verdomd kleine toetsenbordjes van de laptops. Ik heb als tengere man hele ranke vingers, maar ook ik sla met gemak twee letters te gelijk of een foutieve letter aan. Ook de onoverzichtelijkheid die veroorzaakt wordt door de beperkte ruimte om een reactie te schrijven op forums als dit, is volgens mij een oorzaak van veel fouten. Met beperkte ruimte bedoel ik niet een maximaal aantal woorden, maar de lengte en breedte van het kader waarin je gedwongen bent te schrijven, waardoor je zelden je gehele tekst overzichtelijk in beeld krijgt.
Vrijspreker biedt gelukkig de mogelijkheid de tekst nog eens te corrigeren na plaatsing, al is daarbij ook het kader erg klein. Veel andere websites bieden die mogelijkheid niet.
Erger dan spellingsfouten of grammaticale blunders, vind ik de woordendiarree die jij als ‘gewichtigdoenerij’ omschrijft. Maar dat is niet nieuw. Hooft klaagde al over het gebruik van eufemismes om te verbloemen dat men niets te melden heeft. En Gerrit Komrij geeft in o.a. de bundel Averechts (het deel getiteld ‘Uren met de Volkskrant’) een hilarisch overzicht van betekenisloze dikdoenerij.
In ieder geval bedankt voor dit artikel, want hierdoor herinnerde ik mij opeens dat Komrij er veel over geschreven heeft. Vanaf vandaag duik ik weer eens in de bundels. Tijd om hem te herlezen.
beek [15] reageerde op deze reactie.
@Fred [14]:
Toetsenbordfouten, veel voorkomend. Let maar op: vaak naastgelegen letters die worden ingetikt.
Maar tevens ontmoet men hier zeer vaak fouten als het om de spelling van de werkwoorden gaat.
(het gebeurd, het is gebeurt, dat soort)
En dat vind ik elke keer weer erg dommig overkomen.
Fred [16] reageerde op deze reactie.
@beek [15]: En het is volgens mij besmettelijk. Ik betrap mijzelf erop dat ik vaker dan een paar jaar geleden ook de ‘d’ en ’t’ verwissel. Of word ik gewoon demend, uh, demet, uh dement.
@beek [12]: Beste Beek, ik heb niet geschreven dat we per afdonderlijke deal (oh nee, “overeenkomst”) de taal of schrijfwijze vast moeten leggen. Ik wil alleen aangeven, dat we afspraken moeten maken en zonder overheid moeten we dat op een andere manier doen. Het liefst wel centraal of als we het concept “landsgrenzen” aan willen houden: dan per land.
Zoals internationaal vooraf ook de contracttaal afgesproken wordt en vooraf vastgesteld wordt welk juridisch apparaat de arbitrage verzorgt.
Een echt vrije marktwerking zorgt er wel voor dat er een evenwicht komt in het aantal particuliere organisaties dat dit soort zaken gaat regelen. Waarbij wij, als personen en bedrijven, in gezamenlijk overleg en overeenstemming onze contracten onderbrengen. In diezelfde vrije markt zal er ook echt wel een “universele” spreek- en schrijftaal tot stand komen, simpelweg omdat dat nu eenmaal prettiger werkt voor al de cliĆ«nten, dus economisch interessanter.
Als bijvoorbeeld alle wegen in particulier bezit zouden zijn, is het toch ook een vorm van service van de eigenaars, om overal af te spreken dat we voor rood licht stoppen en verkeer van rechts voorrang geven? Is nu door de overheid geregeld, maar particuliere bezitters zullen toch niet zo stom zijn om hun betalende klanten in verwarring te gaan brengen door paarse en blauwe verkeerslichten op te gaan hangen? Gewoon een kwestie van serviceverlening en logisch, klantgericht denken, iets waar de overheid weinig kaas van gegeten heeft.
Dit kan met taal dus ook vastgelegd worden door particuliere organisaties.
Dus nee, hoeft niet door een overheid geregeld te worden en zeker niet per overeenkomst in de verscheidenheid van dialecten, straattaaltjes, SMS-taal, enz.
beek [18] reageerde op deze reactie.
Fred [19] reageerde op deze reactie.
@Paul Martens [17]:
Concurrerende particuliere organisaties die ’taal’ gaan ‘vastleggen’?
Hoe ziet Martens dit voor zich?
Hoe verdienen die organisaties hun geld? Dient men zich als lid aan te melden, waarna men ‘hun taal’ ‘mag’ gaan gebruiken?
Wordt men bekeurd als men zonder hun toestemming of zonder hen te betalen, ‘hun’ taal heeft gebruikt?
Ik kan mij geen enkele voorstelling maken van zulke organisaties op een vrije markt.
Is de taal te koop? Kiest men als klant een taal?
Bedient men zich vervolgens illegaal van de taal van de concurrent?
Raadsels.
Paul Martens [20] reageerde op deze reactie.
@Paul Martens [17]: Dat is maar de vraag. In de loop van de 18e en 19e eeuw hebben de overheden ervoor gezorgd dat er standaarden kwamen voor taal (Engels, Frans, Nederlands), maar ook voor maten en gewichten. Eeuwenlang bleken particulieren daartoe niet in staat. Deze standaardisering heeft uiteindelijk mede bijgedragen aan een groeiende welvaart. De enige gunstige uitzondering waren wetenschappers die al snel overgingen op kilo’s en meters, i.p.v. ponden en ellen.
Kortom dat ‘gewoon een kwesite van serviceverlening en logisch klantgericht denken’ is toch voornamelijk een ideologische kwestie. De praktijk blijkt veel weerbarstiger.
Het valt mij trouwens op hoeveel overeenkomsten het libertarisme heeft met het socialisme: een sterk ideologisch gestuurde denkwereld, blind voor de praktijk en de geschiedenis, een aandoenlijk, maar gevaarlijk blind vertrouwen in logica en redelijkheid, en uiteindelijk een mateloos vertrouwen in de goede bedoelingen van de mens.
Bij libertariĆ«rs is de voorwaarde dat de markt maar geheel vrij moet zijn, bij socialisten als de onderdrukkende systemen en klassetegenstellingen maar worden afgeschaft. Bij libertariĆ«rs zorgt dan de ‘onzichtbare hand’ van deze vrije markt voor harmonie en evenwicht. Bij socialisten zorgt de historische dialectiek voor diezelfde harmonie en evenwicht.
Paul Martens [21] reageerde op deze reactie.
@beek [18]: “Concurrerende particuliere organisaties die ātaalā gaan āvastleggenā? Hoe ziet Martens dit voor zich?”
Waarom concurrerend? Misschien 1 organisatie (bijvoorbeeld Genootschap Onze Taal) die richtlijnen geeft voor officiƫle communicatie. Nu is de overheid die organisatie met een monopolie-positie. Is dƔt dan de ideale oplossing? Moet die overheid bepalen dat Zeeuws een dialect is en Fries een taal? Diezefde overheid die grandioos faalt om de jeugd goed in taal en rekenen te onderwijzen?
Ik weet de details ook nog niet, maar het is het zeker waard om dit te onderzoeken.
“Hoe verdienen die organisaties hun geld? Dient men zich als lid aan te melden, waarna men āhun taalā āmagā gaan gebruiken?”
In plaats van allerlei huidige belastingen (bedrijven en particulieren) is er dan misschien wel 1 of 2 % financiĆ«le ruimte of een vast bedrag om per geleverde dienst in de kosten van die organisatie(s) te voorzien. Want onze dure overheid valt weg, dus hebben we meer geld om zaken particulier te financieren. En die bureau’s worden ook goedkoper, want ook hun belastingdruk valt weg.
Gezamenlijk kunnen dergelijke organisaties ook adviezen verkopen/opstellen voor het particuliere onderwijs.
“Wordt men bekeurd als men zonder hun toestemming of zonder hen te betalen, āhunā taal heeft gebruikt?”
Nee, dat riekt weer naar overheidscontrole. De organisaties geven of verkopen adviezen die wij kunnen gebruiken voor officiĆ«le documenten. Het gaat mij alleen om die zaken, waar mis-interpretaties grote gevolgen kunnen hebben. Hoe wij dan in het dagelijks leven met elkaar communiceren is minder belangrijk. Kijk nu maar om je heen, op internet, SMS-taal, invloeden van buitenland. We begrijpen elkaar “op straat” echt nog wel.
En daarbij, als dan in de loop der tijden het taalonderwijs op een hoger niveau staat en we genoeg geleerd hebben van die betaalde adviezen, zal de marktwerking er wel voor zorgen dat we die organisaties niet meer raadplegen en zullen zij verdwijnen. Zoals het hoort. Nu blijven we veel betalen aan een overheidslichaam dat NOOIT zal verdwijnen.
“Ik kan mij geen enkele voorstelling maken van zulke organisaties op een vrije markt.”
Ik wel, net zoals er nu voor juridische geschillen particuliere bemiddelaars (mediators) zijn, waarbij de 2 strijdende partijen kiezen voor deze vorm van arbitrage en het oordeel daarvan erkennen. En particuliere bureau’s die nu contracten verzorgen voor partijen die daar wederzijds toestemming voor geven. Waarom laten we voor belangrijke documenten dan niet bedrijven de overeenkomsten opstellen inclusief de correcte wijze van taalgebruik?
“Is de taal te koop?”
Nee, hoewel… wat betalen wij nĆŗ om onze taal (slecht) onderwezen te krijgen? Maar de overeenkomsten op de door mij beschreven wijze zijn dan wĆ©l te koop. Net zoals nu, maar door overheidsdruk veel te duur.
“Kiest men als klant een taal?”
Ja. Doen we nu ook. In NL worden nu ook overeenkomsten bewust in het Engels, Duits of Frans gekozen. Dus voor buitenlandse transacties accepteren we dit wel? Waarom dan niet voor binnenlandse, belangrijke overeenkomsten? Het gaat niet om het kopen van een taal, maar op het leveren van correcte schrijfwijze voor belangrijke documenten en overeenkomsten. Ik spreek in het dagelijks leven ook Zeeuws, maar heb wƩl geleerd om me redelijk goed in het Nederlands uit te drukken. Ik kies dus Zeeuws, maar kƔn Nederlands.
“Bedient men zich vervolgens illegaal van de taal van de concurrent?”
Nee, want logischerwijs zal er niet veel veranderen in het taalgebruik en taalevolutie. Het gaat mij er om, dat er voor officiƫle gelegenheden een taalgebruik wordt gebezigd, dat foutloos is en geen ruimte laat voor meerdere interpretaties.
“Raadsels.”
Die zijn er om opgelost te worden. Nu gaat meer dan de helft van ieders inkomen naar een instituut dat zaken centraal regelt, onder andere taal en het onderwijs daarin. Was ooit misschien nodig, maar ik denk dat dit ook particulier geregeld kan worden. Misschien niet gemakkelijk, maar vind je het taalonderwijs dan nu zo formidabel? Ik niet, maar ik vind het wel erg duur. Nogmaals: de details weet ik ook nog niet, maar die zijn nu ook verre van ideaal.
De veranderingen naar een libertarische wereld zullen echt wel met een paar hobbels gepaard gaan, maar ik wil het bestproberen. En jij?
beek [22] reageerde op deze reactie.
@Fred [19]: Ideologische kwestie? Ja, maar wel onze eigen ideologische kwestie, niet die valse, door de overheid opgelegde ideologie.
Ik denk dat sociaal zijn, vanuit jezelf en niet (wederom) gedwongen door de overheid zeker een belangrijk deel is voor een goede samenleving. Ook een libertarische samenleving. Maar ik bepaal dan tenminste zƩlf voor wie en wat ik sociaal ben.
En ja, voor mij is libertarisme inderdaad logica en redelijkheid, dus rationeel denken en handelen. Wil je zeggen, dat de valse en opgelegde moraal van de overheid dan goed is? Jij ondersteunt dus de oorlog in Irak, want jij betaalt hiervoor ook een deel van jouw inkomsten om deze dure en valse moraal te ondersteunen. Jij ondersteunt de uitverkoop van ons land aan de EU? En zo heb ik nog wel een paar honderd vragen…
Meer hierover op onderstaande locaties:
http://www.strike-the-root.com/72/molyneux/molyneux4.html
http://www.lewrockwell.com/orig6/molyneux8.html
Fred [28] reageerde op deze reactie.
@Paul Martens [20]:
Ik vind de argumentatie niet helemaal zuiver.
Die komt er op neer dat ‘de’ overheid de taal slecht onderwijst, en tevens te duur is.
Beide zijn geen argument tegen een officiele taal vastgelegd door een overheidsinstantie, en voor particuliere organisaties (concurrerend, jawel, want dat is het principe van vrije markt) die ’taal’ gaan reguleren.
Slecht onderwijs is geen argument.
Er was een tijd, voordat de progressieve vernieuwingen min of meer gedwongen werden ingevoerd, dat de overheid zich eveneens bezighield met het vastleggen van regels voor dde Nedelandse Taal, waarbij tevens het onderwijs in die Nederlandse Taal uitstekend was.
Een goedkopere overheid: maakt dat je geld overhoudt, inderdaad.
Maar waarom een logisch gevolg daarvan zou zijn dat particuliere organisaties ’taal’ gaan vastleggen, dat is allerminst duidelijk.
Het een vloeit beslist niet noodzakelijk voort uit het ander.
Martens geeft geen goed antwoord, hoe men als klant ’taal’ zou kopen (dat is immers de kern van de vrije markt: men koopt en verkoopt iets), van een particuliere organisatie.
Want dat is de kern van de zaak!
Een instituut inhuren dat voor jou een contract opstelt, heeft immers een vastgelegde taal als instrument. Vastgelegd door 1 instantie.
Het instituut bepaalt niet de spelregels van de taal, en daar ging het hier om.
Paul Martens [24] reageerde op deze reactie.
Verder vind ik de voorstelling van zaken dat ‘de’ overheid per decreet het Fries als taal heeft opgelegd, een tamelijk valse.
Die Friese taal was levend onder de gebruikers.
Taalgeleerden hebben deze realiteit, die gevormd was door gewone burgers in een levende interactie, onderzocht, en besloten aan de hand van door hen opgestelde kenmerken, dat we van een aparte taal kunnen spreken.
Een overheid was eerder volgend dan sturend.
Paul Martens [25] reageerde op deze reactie.
@beek [22]: De kern van de zaak is, dat het niveau van de taal in officiƫle stukken te wensen overlaat.
Dan ga ik zoeken naar de oorzaak en oplossing.
Oorzaken zijn mijns inziens vooral het slechte onderwijs (een overheidsaangelegenheid) en een dalende interesse om je werk goed te doen (zowel een overheids- als particuliere aangelegenheid).
Als je als libertariƫr een samenleving zonder overheid wilt, moet je dus zoeken naar oplossingen. Wat ik hierboven beschreven heb is het onderzoeken waard, denk ik. Ondanks enkele onvolkomenheden en de details die nog niet ingevuld zijn. Als de overheid eeuwen mag doen over een slecht en duur systeem, zal ook het door mij omschreven concept tijd en uitwerking nodig hebben.
Ik heb ook gesteld, dat ik 1 instituut als bepalend voor de taal niet wegcijfer, zoals mijn voorbeeld weergeeft. Ik vind, dat je me probeert te pakken op voorbeelden en situatieschetsen, in plaats van het concept achter mijn gedachten een kans te geven. En je geeft duidelijk de voorkeur voor staatsinmenging, waar ik juist vanaf wil.
beek [26] reageerde op deze reactie.
@beek [23]: En wie heeft het akkoord gegeven, dat Fries als taal beschouwd moet worden? Of de overheid een advies nu WEL of NIET volgt, het blijft regulering van de overheid. En die regulering is niet goed, zelfs als je het er mee eens bent.
@Paul Martens [24]:
Als er sprake is van slecht taalgebruik, kan men dat tot op zekere hoogte een overheid verwijten, die de wil heeft gehad (de laatste decennia) het onderwijs af te helpen van ‘prestatiedrang’ en ‘de leerstof centraal’.
Dat was een progressieve aangelegenheid.
NIET noodzakelijk een overheidsfalen an sich, want, zoals ik al zei, voor de oorlog, maar ook nog daarna, was er uitstekend onderwijs in de Nederlandse Taal, waarbij ook toen een overheidsinstantie regels voor de taal had vastgelegd.
Wederom: slecht taalgebruik is NIET noodzakelijk een overheid (als CONCEPT, Martens!) te verwijten, wat men als libertarier kennelijk reflexmatig wel doet.
Martens zoekt daarom de oplossing bij particulieren op een vrije markt. Maar weet geen goed alternatief te bedenken, dan te stellen dat raadsels er zijn om opgelost te worden.
Dank je de koekoek.
Particulieren kunnen een taal niet verkopen aan klanten.
Doen zij dat wel, is niemand ermee gebaat.
Ik stel mij voor dat particuliere taalbureaus zich aan scholen aanbieden.
De school koopt een taal.
Waardoor kinderen in plaatsje A, of in wijk D, een andere taal leren dan in dorp Q, of wijk Z.
Allemaal heel leuk en ‘vrij’, maar zeker niet in het belang van die kinderen, die aldus moedwillig een onnodige beperking krijgen opgelegd als voorbereiding op een wereld met zeer uitgebreide communicatienetwerken en dito handelsnetwerken.
Paul Martens [29] reageerde op deze reactie.
Geen enkel particulier bureau kan een taal verzinnen om die daarna succesvol uit te venten.
Taal ontwikkelt zich natuurlijk en vrij, in onderlinge interactie.
Taal is NOOIT het eigendom van particuliere bureaus.
Zelfs is taal niet het eigendom van een overheid.
Een overheid kan hier voornamelijk slechts volgen.
En dat doet deze dan ook, op een paar ondergeschikte spellingswijzigingen na.
Bedenk hoe een kunstmatige taal als het Esperanto, nooit is aangeslagen.
@Paul Martens [21]:
U begrijpt mij verkeerd. Is de mens een sociaal wezen? Jazeker. Is de mens in staat tot logisch denken en redelijkheid? Jazeker. Maar de mens is ook een egoĆÆstisch wezen en irrationeel en emotioneel. Het libertarisme houdt te weinig rekening met die andere kant van de medaille en gaat er te gemakkelijk vanuit dat als de omstandigheden maar juist zijn het allemaal wel goed zal komen met die paar vlekjes op onze ziel.
Vandaar mijn opmerking over het libertarisme als ideologie. En van een ideologie zonder kijk op de schaduwzijde van de werkelijkheid komen ongelukken.
Uw opmerking ‘Maar ik bepaal dan tenminste zĆ©lf voor wie en wat ik sociaal ben’, spreekt daarbij boekdelen. Zelden heb ik egoĆÆsme zo ingewikkeld omschreven gezien.
Overigens wil het feit dat de mens een sociaal wezen is, niet per definitie zeggen dat dat goed of slecht is. Dat sociale uit zich in zorg om anderen, maar ook in een constante strijd om de macht. Alleen sociale wezens kennen een strenge hierarchie en een constante strijd om een stapje hoger op de tree te kunnen komen. Net zoals egoistisch handelen mooie bijeffecten kan hebben. Maar daarmee kom ik weer terug op wat ik probeer uit te leggen: de werkelijkheid is veel complexer dan in een ideologie is samen te vatten.
De rest van uw opmerkingen al zou ik de ideologie van de overheid (die is er niet eens) dus ondersteunen, is voor uw rekening. Ik steun de oorlog in Irak niet, ik vertrouw i.p. geen enkele overheid, maar wil wel alle maatregelen apart op hun merites beoordelen. En het afschaffen van de overheid leidt m.i. tot een oorlog van allen tegen allen, precies zoals Hobbes dat in Leviathan omschreef. De kunst is de overheid te beteugelen, niet hem te laten verdwijnen.
Waar ik zeker niet in geloof is een ideologie die ervan uitgaat dat dat we zonder welke vorm van overheid ook beter af zouden zijn. Daar is geen enkel bewijs voor, maar is alleen maar een veronderstelling. Precies zoals het socialisme geen been heeft om op te staan. En ik ben niet van plan om dan maar eens een libertarisch experiment aan te gaan. Uit uw reactie krijg ik de indruk dat u zich betrapt voelt omdat iemand probeert duidelijk te maken dat u misschien minder rationeel bent dan u denkt en meer ideologisch dan u lief is.
Paul Martens [30] reageerde op deze reactie.
@beek [26]: Het taalgebruik vroeger en nu is een groot verschil. Toen de overheid de standaard van 1953 nog aanhield, kwamen er in de zestiger en zeventiger jaren geitenwollensokken figuren met de zogenaamde “moderne spelling” (buro i.p.v. bureau, e.d.).
Na die tijd is het onderwijs, op aanraden van de overheid, veranderd. Met gevolgen dat PABO-studenten zelf de taal en het rekenen niet meer machtig zijn. En onze kinderen dus evenmin. Dit is geen mening, maar een feit. De overheid heeft hierop dus niet goed gereageerd, dus overheidsfalen.
Zoals Beek schrijft, hoeft taal niet verkocht te worden. De dagelijkse spreektaal ontwikkelt zich zelf wel. Voor de derde keer (en hierna stop ik ermee): het gaat mij om het vastleggen van de schrijfwijze en taal voor officiƫle stukken. Niet om het verkopen van taal. Beek gaat bij de argumenten wel erg kort door de bocht dat het puur om verkopen gaat, zoals het voorbeeld van plaatsje A en wijk D. Beek maakt er zelf van, dat er dus in Nederland verschillende taaldelen zouden komen door particulier initiatief. Zoals trouwens al aanwezig is (Belgiƫ of in groter geheel, Europa).
Beek legt mij dus woorden in de mond die ik niet heb geschreven. Ofwel: Beek denkt voor mij te kunnen denken en spreken… werkt Beek zelf voor de overheid, soms? Dat zou dit gedrag verklaren.
Schijnbaar WIL Beek niet goed lezen wat ik schrijf of ik schrijf het niet goed op: bij een van ons tweƫen heeft het taalonderwijs dus schijnbaar ook gefaald. Dat onderwijs van de overheid, dus.
Daarbij: ik weet dat overheid een concept is, net zoals taal trouwens. Of een land.
En ja… raadsels zijn er inderdaad om opgelost te worden. Dat is het hele idee achter een raadsel. Ook koekoek voor u.
beek [31] reageerde op deze reactie.
@Fred [28]: De overheid bestaat louter uit individuen, die allemaal een donkere zijde hebben, net zoals ieder mens. En die overheidsindividuen handelen ook uit egoĆÆsme en leggen daarbij hun handelswijze op aan anderen. Dat is dwang en agressie.
Hoe ideologisch of egoĆÆstisch iemand libertarisme ook mag vinden, het blijft voor mij een minder schadelijke leefwijze dan nu te moeten leven volgens de egoĆÆstische grillen van 150 beleidsmakers in Den Haag.
Als mens ben ik zeker begaan met sociale aangelegenheden (zorg, onderwijs, milieu, enz.) en naast het geld dat mij dwangmatig afgenomen wordt, spendeer ik ook zelf aan die sociale doelen. En weet je? Dat goede gevoel dat mij dat geeft is puur egoĆÆsme! Inderdaad een egoĆÆsme dat goede bijwerkingen heeft.
Met het beteugelen van de overheid ben ik het helemaal eens. De geschiedenis laat zien dat landen de grootste groei hebben meegemaakt, toen de overheid niet meer dan 5-7% van het BNP was. Daarna is de overheid gegroeid tot meer dan 40% van het BNP, met het huidige Westen als resultaat. Dus inderdaad beteugelen, terug naar die 5%.
En helaas ben ik het oneens met uw stelling over het ondersteunen van overheidsideologie. Elke belastingbetaler doet dit ongewild. Financieren van oorlog door middel van belasting betalen is ook ondersteunen, al is het niet in de zin van “mee eens zijn”. Dan stel ik (wederom heel erg egoĆÆstisch) dat ik liever zĆ©lf bepaal welk doel ik financieel ondersteun: het liefst een doel dat ik ook moreel ondersteun.
Comments are closed.