> Ik wil het weer met u over geld hebben…en deze keer niet over de sterkste schouders die in de bajes veranderen in de zwakste endeldarmen wanneer zij niet mee wensen te doen met uw solidariteit.
< Gelukkig! Hoewel ik wereldvreemde praatjes over ‘bescherming van gevangenen’ heel lang zou kunnen volhouden, voelde ik mij er toch erg ongemakkelijk bij.
> “Bluf alleen als het geloofwaardig is!”
< Ah, u wil het over casino’s hebben. Altijd leuk zo’n monopolie, goed voor een kleine 300 miljoen per jaar. Mooi meegenomen.
> Een monopolie, maar toch reclamespotjes op TV…
< …ach, zie het maar als een verlengde van de Postbus 51 spotjes. Of wat te denken van de spotjes waarin kond wordt gedaan van dat je op het postkantoor een biljet van 5 euro kunt wisselen voor een munt van 5 euro, om te vieren dat de belastingsdienst in Nederland 200 jaar bestaat.
> Is dat een reden tot feest, de belastingsdienst die 200 jaar bestaat?
< Oh, zeker wel. Door de belastingsdienst kwam er een einde aan de praktijken van de belastingophalers, die gewelddadig te werk gingen en corrupt waren, zoals die in de 18de eeuw bestonden en kon alles centraal goed geregeld worden.
> Ah, toen kwam de gewelddadigheid en de corruptie dus te berusten bij één centrale organisatie!
< U bent veel te cynisch, meneer. Gelukkig maar dat alle burgers, op een marginaal groepje ultra-rechtse reactionairen na, belastingen zien als een vervelend maar noodzakelijk kwaad die ook nog eens de televisiespotjes van de belastingdienst erg leuk vinden.
> “Leuker kunnen we het niet maken…”.
< ….hahahaha….wat een vondst hè. En ook vol empathie naar de burger toe. Wij geven er mee aan, dat we ons kunnen voorstellen dat het niet leuk is om belasting te betalen. En tegelijkertijd dat we niet van plan zijn daar ook maar iets aan te veranderen. Hahahaha.
> Maar eh, om even terug te komen op de casino’s….spotjes voor het casino, casino’s er op na houden als overheid en ook subsidies verstrekken aan anti-gokverslavingszorg…is dat niet al te tegenstrijdig?
< “Speltip 1, spreid je winkansen” Hahahahaha.
> Een sigaar uit eigen doos.
< Ja. Nu u toch over roken begint. Wist u dat de gemiddelde roker de staat meer geld oplevert aan accijnzen dan de gemiddelde gokker aan verloren spellen in de Hollandcasino’s? Maar ik moet nu gaan. We hebben zo een vergadering.
> Waarover deze keer?
< Over de vraag of we als kabinet de president van Zimbabwe, Robert Mugabe, een officiële waarschuwing gaan geven.
> Komt als die waarschuwing in de wind wordt geslagen een korting op het van staat naar staat gegeven ontwikkelingsgeld?
< Nee, dan volgt er een tweede waarschuwing. Het volk van Zimbabwe mag immers niet lijden onder het onverstandige optreden van hun leiders.
> Maar die lijden toch onder meer zwaarder omdat hun “onverstandige leiders” zwaar gesubsidieerd worden door ontwikkelingsgelden en aldus nog sterker in het zadel komen te zitten dan ze al zaten en dus nog meer “onverstandig” kunnen optreden?
< Dát is cynisch, meneer.
> Cynisch of niet, dát is geen argument.
< Als u met de poten in de modder zou staan, zoals mijn waarde collega’s Jan en Evelien en nu Bert, dan zou u wel anders praten.
> Inderdaad, dan zou ik anders praten. Zeer juist, geen speld tussen te krijgen. Wie met zijn poten in het drijfzand van de corruptie staat, heeft er nu eenmaal belang bij zijn vocabulaire aan te passen.
< Gelukkig hoort u tot een zeer kleine groep van cynici en willen de meeste mensen de arme mensen wél helpen.
> Arme mensen als Robert Mugabe?
< Nou moet u ophouden! Ik ga. Tot volgende week! Dag!
Oscar