China herdenkt haar zestigjarige bestaan als Volksrepubliek China. Aan dit feest moeten ook de overheidsdienaren meedoen die de statistieken bijhouden. Juweeltjes als ‘Ik ben slechts een kiezel in het statistiekgebouw van de Volksrepubliek’ en ‘ Eert het moederland, eert de statistiek ! ‘ tonen hun loyaliteit en diepe overtuiging. Helaas passen de dames en heren statistici deze ongein niet alleen op slogangebied maar ook in hun werk toe. De cijfers van China zijn op zijn zachtst gezegd geflatteerd door lokale partijbonzen die belang hebben bij onstuitbare groeicijfers.
Tot en met augustus dit jaar zou het bruto nationaal product van China een groei van 8% hebben. In diezelfde tijd zijn analisten druk doende om een vinger achter de werkelijke cijfers uit Peking te krijgen.
Uit de provincies komt ieder kwartaal een overzicht. Dit wordt in twee weken geproduceerd, drie keer zo snel als vele ontwikkelde economieen doen met een veel efficienter proces van dataverzamelen. Het Chineze CBS verzamelt dit, ‘consulteert’ senior overheidsbobo’s, past een mysterieuze methodologie toe om het geheel in lijn te krijgen en stuurt het dan naar organisaties als de Wereldbank en de OECD. Een paar jaar later blijken er enorme afwijkingen te bestaan. Peking belooft de lokale overheid streng te straffen voor de vervalsingen en het spel begint opnieuw.
In de Tang Dynastie (618-907 A.D.) was er 1 ambtenaar op iedere 2.927 burgers. Tijdens de Qin Dynastie (1644-1911 A.D.) was dit al opgelopen naar 1 op 299 burgers. Maar in het huidige China zijn er meer dan 45 miljoen ambtenaren, 1 op 35 ! Te weinig personeel is een kreet die men aan de overheidsburelen zelden hoort…
Peking regeert over 34 provincies en administratieve gebieden die op hun beurt weer 1.450 gemeenten aansturen. Deze gemeenten betreffen 770.000 steden en dorpen. China is gedecentraliseerd omdat, in theorie, lokale autoriteiten efficienter publieke middelen inzetten, beter de orde kunnen handhaven en sneller wetten kunnen doorvoeren. Maar onder die decentralisatie en vermenigvuldiging van overheidsdienaren is het alleen maar inefficienter, stroperiger en corrupter geworden.
De partij controleert zowel de rechtbank en de rechtspraak, de media en de economie. Staatsbedrijven maken driekwart van alle economische activiteit uit. De staat bezit meer dan 65 % van alle grond en gebouwen. En lokale bestuurders hebben een enorme macht over deze staatsbedrijven.
Lokale bestuurders controleren kapitaal, grond en arbeid. Als ze zaken willen verhinderen met bureaucratie dan is dat geen probleem voor ze. De explosieve stijging van ambtenaren in China was de voorbode voor niet-verantwoordelijke bureaucraten die allemaal een stuk macht, geld en invloed willen hebben.
Het corruptieprobleem in China is bijkans onmogelijk op te lossen als je miljoenen niet-verantwoordelijke ambtenaren hebt in combinatie met een kleine duizend niet-verantwoordelijken aan de top. Het beklimmen van de glibberige ladder van status en rijkdom binnen China’s immense politieke en bureaucratische netwerk, hangt van resultaten af. En resultaten worden gedefinieerd door de economische prestaties van een stad, gemeente of gewest.
Ondanks 30 jaar ontwikkeling in China is de bureaucratie net zo hard, of harder, meegegroeit. Als het op statistieken aankomt, hebben lokale bestuurders veel belang om de prestaties te overdrijven. En de pakkans is minimaal. Geen wonder dat de groeicijfers altijd hoog uitvallen. En die kunstmatige cijfers worden dan ook nog op het hoofdkwartier bijgesteld om een politiek acceptabel niveau te halen.
Peking zal haar best doen om de wereld te overtuigen dat haar cijfers juist zijn. Maar autoritaire politiek in combinatie met twijfelachtige data bepaalt door politieke prioriteiten geeft een heel ander plaatje.
prima artikel,erg verhelderend,dat belooft niet veel goeds voor Nederland.Spuitgast
Daarbij komt dat slavernij best een productief systeem is, zeker als je een redelijk succesvol geïndoctrineerd volk hebt en zoals je zegt de macht gedecentraliseerd is en dus lastig systematisch aan te pakken door dissidente krachten.
Groeien doet China vast wel, en ook spectaculair, de vraag is: ten koste van wat? En de antwoorden daarop zijn evident: vrijheid, eigendom en het nastreven van geluk.
Test
Comments are closed.