In deel 1 van deze serie van artikelen over de vraag wat geld is, komt al duidelijk naar voren hoe groot de verwarring rondom het begrip geld is, niet het minst vanwege het aantal en de aard van de discussie die er op volgde. In deel 2 van deze serie een korte analyse van de aard van de verwarring.

De verwarring aangaande monetaire theorie is onder te verdelen in vier categorieën. In de eerste plaats heerst er conceptuele verwarring, onbegrip over hoe de vrije markt werkt. De twee fundamentele regels voor prijsbepaling in een vrije markt zijn:

  1. Vraag en aanbod,
  2. Hoogste bod wint.

Door toepassing van deze twee principes op alle economische domeinen beschikt men over de conceptuele gereedschappen om de basis van economische causaliteit te kunnen begrijpen. Alle afwijkingen van economische vrije-markt theorie worden veroorzaakt doordat men van één of beide van deze fundamentele regels afwijkt, hetgeen zeker geldt voor monetaire theorie en monetair beleid.

In de tweede plaats bestaat er verwarring over de oorsprong van geld en het antwoord op de vragen naar de ontstaansgeschiedenis van geld, wat mensen gemotiveerd heeft om de beslissingen te nemen die hebben geleid tot de totstandkoming van geld als instituut, op welke manier de staat zich dwangmatig inmengt met wat mensen motiveert zodat de staat er bepaalde voordelen aan heeft, en op welke manier deze interventies economische vrijheid verminderen en het perfect functioneren van het monetaire systeem verminderen.

Op de derde plaats is er een financiële tegenstrijdigheid. Hetgeen individuen voor zichzelf wensen, namelijk méér geld, is slecht voor de economie als private contracten tussen twee partijen ondergraven worden door hetzij de overheid hetzij het bancaire systeem met als doel het verkrijgen van méér geld voor het collectief. Wat men dus op individuele basis wil bereiken, moet men als collectief niet willen: méér geld. Dit wordt niet onderkend door zo’n beetje alle economische systeemconcepten, met uitzondering van de Austrian School.

Op de vierde plaats is er de politieke problematiek. Er heerst grote verwarring over de juiste relatie tussen de overheid als civiel bestuur en monetair beleid. Economen zijn van mening dat het monetaire systeem niet autonoom dient te functioneren; het civiele bestuur moet op de één of andere manier interveniëren met als doel het bereiken van stabiliteit en voorspelbaarheid van de monetaire orde. In uitzonderlijke gevallen is dit beperkt tot het bekrachtigen van de rechtsgeldigheid van contracten; in de meeste gevallen is het pricipe van de noodzaak tot bestuurlijke interveniëring uitgebreid tot een brede bevoegdheid door de politieke autoriteiten.

In 1948 publiceerde Richard Weaver het boek Ideas have Consequences. Dit principe, Ideeën hebben Gevolgen, is ook van toepassing op monetaire theorie, waar foutieve ideeën rampzalige gevolgen hebben, meer dan op welk ander economisch domein dan ook. De reden daarvoor, is dat geld aan de basis staat van de moderne economie. Foutieve ideeën op het gebied van geld en bankieren verspreiden zich door de gehele economie waardoor deze foutieve ideeën als het ware vermenigvuldigd worden. Hoe slechter een economische theorie is, des te wijdverspreider en verwoestend de gevolgen wanneer die theorie wordt toegepast op het monetaire systeem.

Er zijn vijf categorieën waar foutieve ideeën leiden tot slecht economisch beleid: souvereiniteit, authoriteit, recht, sancties en continuiteit. Deze vijf categorieën zijn cruciaal voor economische analyse, en bijzonder cruciaal op het gebied van monetair beleid. Ze zijn in de moderne samenleving sinds 1914, de uitbraak van WO 1, constant geweld aangedaan. Voordien, van 1815 tot 1914, kwamen nationale overheden en de private bancaire instituten dicht bij het ongemoeid laten van deze vijf categoriën. Tijdens die periode was er een aanzienlijke monetaire stabiliteit voor West Europa, die er toe heeft geleid dat de economische groei groter was dan enig andere periode in de geschiedenis van de mens.

Doordat dit 19e eeuwse monetaire beleid geweld aan werd gedaan, hebben we te maken gehad met twee wereldoorlogen, hyperinflatie en depressie. Geen van deze zou mogelijk zijn geweest zonder het bestaan van fiat geld, hetgeen een overtreding is op het gebied van het recht op bezit. Deze overtreding heeft geleid tot verschrikkelijke gevolgen in de echte wereld en zal dat blijven doen zolang deze overtredingen blijven plaatsvinden.

Wordt vervolgd.

8 REACTIES

  1. Knap stukje, ook soepeltjes leesbaar, zeker voor de gemiddelde vogel die langskomt fladderen en zich wil verdiepen in libertarisme. Is libertarisme überhaupt wel geschikt voor de gemiddelde man of vrouw? Het lijkt er steeds meer op dat men toch een behoorlijke studie achter de rug dient te hebben om het libertarisme te kunnen begrijpen…Of is het gewoon een peacock show die hier wordt gehouden?

    Oscar [3] reageerde op deze reactie.

  2. @IIS [1]:

    “Het lijkt er steeds meer op dat men toch een behoorlijke studie achter de rug dient te hebben om het libertarisme te kunnen begrijpen.”

    Libertarisme is zeer eenvoudig. Non-agressie. Mogen beschikken over je eigen lichaam en je eigen spulletjes en dit recht ook bij anderen respecteren.

    http://www.vrijspreker.nl/wp/de-filosofie-van-de-vrijheid/

    Libertarisme is niet alleen de meest ethische ideologie, het is ook de enige ethische ideologie. En de meest eenvoudige.

    Men dient echter wel de nodige studie en het nodige denkwerk te verrichten om euvels als democratie, socialisme en mensenrechten te begrijpen (en daarna als een kwaad te beschouwen en te verwerpen). Aangezien machthebbers een ontmoedigingsbeleid hebben om over de ethische basisprincipes van zaken na te denken en bewust moeilijk gaan doen over zaken.

  3. Zeker goed stukje.

    Het zou goed zijn als bankiers en politici wat meer zouden nadenken over het ontstaan en de werking van geld. Struin je rond op een site als http://www.bankingreview.nl/ dan lees je niets hierover. Ik lees wel eens rapporten van de rekenkamer over DNB of van de NVB over het depositogarantiestelsel (dgs) en fundamentele zaken, zoals jij die wel aansnijdt, worden door hen niet behandeld. De aannames, bijvoorbeeld dat het dgs voldoet aan een maatschappelijke behoefte, zijn verkeerd. En daar wordt vervolgens beleid op gemaakt.

    Voor het gros van de bankiers zal gelden dat ze te lui of te dom zijn om de juiste vragen te stellen laat staan te beantwoorden. Helaas weet de elite, waaronder Wellink en Bos, wel degelijk wat de belangrijke vragen zijn, maar houden zij die sluw voor zich.

    Andre [5] reageerde op deze reactie.

  4. @Zacharias [4]:

    Uiteraard worden fundamentele zaken niet behandeld. De keizer heeft namelijk geen kleren. Het is in het belang van de acteurs in het toneelspel dat het fabeltje overeind blijft. Ze hebben geleerd om op maar één manier te acteren.

    Academici die zich al te ver buiten de grenzen begeven, worden als paria aan de kant gezet. Degenen die een carrière op willen bouwen, denken daar wel twee keer over na. Degenen die de dingen wél zo zien zoals ze zijn, en niet meedoen aan het toneelspel, worden afgeserveerd en verdwijnen in een diep gat.

    Vergelijk het maar met de global warming charade, maar dan ouder en groter. De tijd gaat komen dat ook deze sinds WO 1 bestaande luchtballon wordt doorgeprikt. Het is daarom ook van belang, dat het gedachtengoed van de Austrians méér onder de aandacht komt.

  5. @LvM [7]:

    Geld moet hoe dan ook een achterliggende waarde vertegenwoordigen voor een eerlijke ruil. Die gemanipuleerde vodjes die je daar ziet doen dit nauwelijks nog.
    Monopolies leiden altijd tot machtsmisbruik en manipulatie.

Comments are closed.