In de discussie over armoede verbaas ik mij over de houding ten aanzien van gelijkheid. De nadruk wordt steeds gelegd op de relatieve armoede. Ondanks het woord armoede heeft relatieve armoede niet echt iets te maken met armoede. Relatieve armoede is een maatstaf voor inkomensongelijkheid. Hoe doen de armsten het ten opzichte van de rijkeren? Dus als de rijksten tien procent tien keer zoveel verdient als de armste tien procent dan is dat kennelijk niet goed.
Bij armoede denk ik zelf echter aan een meer concrete maatstaf. Hebben mensen genoeg voedsel en hebben ze toegang tot medische zorg. Het gaat naar mijn mening dus om de toegang tot de eerste levensbehoeften. We hebben het dan ook wel over absolute armoede. De inkomenspositie kan daarbij een rol spelen maar dit is zeker niet noodzakelijk.
De sterke nadruk op gelijkheid zorgt voor vreemde situaties. Zeker als er internationale vergelijkingen worden gemaakt is de relatieve armoede een slechte maatstaf. Als we de armoede in Nederland gaan vergelijken met de armoede in Bulgarije dan is relatieve armoede een slechte maatstaf. De armsten in Nederland hebben veel minder dan de rijksten. Maar in Bulgarije is de armoede veel groter. Er zijn daar veel meer mensen die moeilijkheden hebben om te voorzien in de eerste levensbehoeften.
Er is bij relatieve armoede geen einddoel en er is dus een eindeloos probleem. Ga je uit van absolute armoede dan kun je tevreden zijn als mensen voedsel, huisvesting en gezondheidszorg hebben. Dan kun je die norm wel iets verhogen door bijvoorbeeld ook onderwijs erbij te betrekken omdat dit vereist is om later in je eigen onderhoud te voorzien. Maar absolute armoede blijft betrekkelijk constant omdat je uit gaat van basisbehoeften. Ga je uit van relatieve armoede dan het een probleem zijn dat iemand niet op vakantie kan en geen tv kan betalen. Dit proces gaat steeds verder door. Want als je tegenwoordig geen computer thuis hebt dan leef je toch in arren moede. Zo kun je de norm steeds verder oprekken. In de niet al te verre toekomst zijn we zo rijk dat iedereen die een bovenmodaal inkomen heeft eenvoudige toegang heeft tot plastische chirurgie. Dan zien we dat alle rijke mensen ook nog eens knap zijn. Weer een probleem erbij dat natuurlijk opgelost moet worden.
Het toestaan van meer ongelijkheid leidt uiteindelijk tot minder absolute armoede. De nadruk op gelijkheid remt de economische groei. Op langere termijn remt dit ook de groei van het inkomen van de armsten. Door het toepassen van herverdeling geef je ineens de armsten er wat geld bij. Maar de groei van dat inkomen vertraagt. Op termijn zul je zien dat dit leidt tot achterstand op de armsten in landen met meer ongelijkheid. Zo krijgen we bijvoorbeeld een beeld voorgeschoteld dat de armoede in de VS veel groter is dan in Nederland. Maar dat is de relatieve armoede. In absolute zin is er nauwelijks verschil tussen de VS en Nederland. En in Duitsland is de armoede bijvoorbeeld groter dan in de VS. En omdat de economische groei in de VS steeds hoger ligt dan in Europa zal in de toekomst de VS ook Nederland inhalen.
Waarom wordt er een sterke nadruk gelegd op gelijkheid. Wat drijft mensen tot herverdeling. Meestal gaat het om goede bedoelingen waarbij mensen graag willen dat de armoede vermindert. Het is op een bepaalde manier logisch dat de rijksten dan wat weggeven aan de armsten want die hebben al zoveel. Het principe van de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
Zou de nadruk gelegd worden op absolute armoede in plaats van op gelijkheid dan zouden we onze blik moeten richten op de ontwikkelingslanden. Daar is de armoede veel groter. Als je de armoede wil verminderen dan zou je moeten kijken naar degenen die het minst hebben. Welke rol spelen de landsgrenzen hier eigenlijk? Kennelijk wil men de problemen binnen de grenzen eerder oplossen dan die daarbuiten.
Dit zou verklaard kunnen worden uit eigenbelang. De armoedezorg is in eerste instantie opgezet door de welgestelden om de onrust onder de bevolking weg te nemen. De rijken die alles voor zichzelf houden worden snel het doelwit van agressie. Door af en toe wat weg te geven kreeg men een nobel imago en dat gaf de rijken veel rust. Ook tegenwoordig zou een dergelijk argument nog mee kunnen spelen. Als de armenzorg wordt afgebouwd is men bang voor onrust onder de bevolking.
Verder is het mogelijk dat de betrokkenen er belang bij hebben om het probleem in stand te houden. Dan is een definitie van armoede in termen van ongelijkheid heel effectief. Want er zal altijd ongelijkheid zijn. Er is altijd een groep die meer heeft en een groep die minder heeft. Dit kun je eindeloos problematiseren. De betrokkenen hebben er dus alle belang bij om de cijfers van de relatieve armoede te publiceren en niet die van de absolute armoede.
Armoede is wat mij betreft één van de belangrijkste problemen op de wereld. Het oplossen van armoede zie ik het liefst zo snel mogelijk gebeuren. Daarvoor vind ik het nodig dat we zoeken naar de beste oplossing om dat te bereiken. Momenteel zie ik dat de sociale programma’s juist tegengesteld werken. Er zijn talloze beleidsmaatregelen die juist diegenen schaden die ze zouden moeten beschermen. Niemand uit de politiek neemt de moeite om uit te leggen wat het beste is om de armoede op te lossen. Dit zijn hoog opgeleide mensen die beter zouden moeten weten. Zij weten dat het afschaffen van deze programma’s uiteindelijk tot een vooruitgang zullen leiden. Deze mensen verkopen leugens over de ruggen van de zwakkeren in de samenleving onder het motto dat de sterkste schouders de zwaarste lasten zullen dragen.
Dieren die niet in staat zijn of niet bereid zijn genoeg voedsel te verzamelen dat nodig is voor hun overleven hebben uiteindelijk geen bestaansrecht. Overpopulatie speelt hierin een belangrijke rol.
Er zijn volkeren die in de woestijn leven en maar raak fokken. En dan vinden ze het gek dat hun kinderen van honger omkomen.
Als iemand veel produceert kan hij ook veel consumeren. Er is harde concurrentie als het om produceren gaat.
Kortom: productie = consumptie.
De rijken zijn niet rijk omdat de armen arm zijn, maar de rijken zijn rijk omdat ze veel produceren en dus ook veel kunnen consumeren. Als ze het geproduceerde opsparen noemen we dat vermogen of bezit.
Als de bakker een aanzienlijk deel van de vruchten van zijn arbeid af moet geven aan arme mensen omdat het zo goed met hem gaat, waarom zou hij dan nog iedere ochtend om 02.00 uur opstaan om brood te bakken? Hij kan ook wat later opstaan en wat minder produceren, dan is hij ook niet langer rijk en hoeft hij ook niets meer af te geven.
Het lijkt me logisch dat als je een probleem in de samenleving misbruikt om mensen af te persen, dat je het probleem dan zo moet definieeeren dat het nooit opgelost kan worden.
Als je armoede definieert als de armste 20% van de samenleving en het gebruikt om anderen af te persen, ben je verzekerd van een oneindige bron van inkomsten.
Hetzelfde is met de definitie van monopolies gebeurd. Als je het definieert als een met geweld verdedigd privilege, is een samenleving zonder moopolies denkbaar. Met de huidige definitie kun je door markten groter en kleiner te definieeeren, zoveel monopolies creeeren als je maar wilt, zonder dat deze bedrijven anderen met geweld uitsluiten.
Niets mooiers dan een onoplosbaar fata morgana probleem voor de overheid.
Ik weet niet of het opvalt maar de rijken die in mijn zicht komen zijn het misschien financieel maar dat is dan ook het enigste verschil met een arm mens.
Slaaf of eigenaar was vroeger de norm wat nu arm of rijk heet en begon wat nu de industriële revolutie heet.
Eeuwenlang slaaf indoctrinatie kweekt een gehoorzaam mens die als het moet vecht voor belangen die niet van hem maar de baas zijn.
Factoren zoals voedsel hebben niets te doen met armoede als een hongerlijder wacht op een gever en niet zelf op rooftocht gaat.
Ook gezondheid is geen maatstaf, je kan rijk en blind zijn, of arm maar ziende, als voorbeeld dat arm nooit kiest voor de positie van de ander zowel letterlijk als figuurlijk.
LvM [4] reageerde op deze reactie.
Andre [7] reageerde op deze reactie.
“Het is op een bepaalde manier logisch dat de rijksten dan wat weggeven aan de armsten want die hebben al zoveel.”
Op een bepaalde manier logisch voor kleuters wellicht. Als pietje zeikt dat jantje meer snoepjes heeft is er geen probleem, het zijn immers nog onschuldige kinderen. Als volwaardige volwassenen echter met een (plaatsvervangend) calimerocomplex rondlopen is dat zeer triest.
@Bas [3]:
Toegang tot gezondheidszorg hebben is iets anders dan daadwerkelijk gezond zijn.
Relatieve armoede = Jaloezie.
Relatieve armoede op het politieke agenda = Afgunst.
En ziedaar de politieke levensverzekering voor de PvdA.
Jaloezie en Afgunst leven immers bij de stemgerechtigde inproductieve massa.
Oplossing Armoede-probleem:
1. Creëer VRIJHEID,
Dat geeft meer productie,
Waardoor iedereen meer kan consumeren.
2.Verander mentaliteit van “afgunst naar jaloezie
Afgunst is wat ik niet heb, mag jij ook niet hebben.
Jaloezie is wat jij hebt wil ik ook hebben dus ik ga dat verdienen.
@Bas [3]:
FYI:
http://www.youtube.com/watch?v=bFxvy9XyUtg&feature=player_embedded#!
In een vrije wereld zullen er armste mensen bestaan. De totale welvaart zal echter groter zijn, aangezien de markt op haar best zal draaien. Ik neem aan dat de rijkeren in een vrije wereld ook een deel van hun rijkdom ten goede zullen laten komen aan de armsten. Net als nu gebeurt. Er is dan echter zoveel meer rijkdom, dat daardoor de armsten beter af zullen zijn.
Hub Jongen [10] reageerde op deze reactie.
Zorg is een slaaf uitdrukking.
Een vrij mens word verzorgd door slaven die hem het beste geven wat er te krijgen is.
Hij, de vrijmens, noemt dit marktwerking.
De slaaf denkt dat hij ook meedoet, wat kan, als de baas het goed vind.
Een voorbeeld is een operatie, neem een transplant van een hart, louw loenen voor de slaaf maar voor een vrijmens te doen.
De markt draait door als er teveel komen, of het nu om een hart of komkommer gaat, iemand moet betalen !!
Wat een slaaf natuurgetrouw niet kan.
@Katjong [8]:
“Er is dan echter zoveel meer rijkdom, dat daardoor de armsten beter af zullen zijn.
Goede redenering. Omdat er minder belasting betaald hoeft te worden, zijn ook rijkeren eerder geneigd iets voor armen te doen.
En zelfs als het lieden zijn, die daar helemaal geen gevoel voor hebben, dan nog zullen zij van hun rijkdom willen profiteren en uitgaven doen waarvan anderen dan weer voordeel hebben
Katjong [11] reageerde op deze reactie.
@Hub Jongen [10]:
Ik denk overigens dat niet alleen rijkeren meer voor de armsten zouden doen. Ik denk dat iedereen meer voor elkaar zou doen. Niemand kan meer naar een instantie wijzen die de boel moet opknappen. Alleen jijzelf of de ander kan voor een armste of zwakste zorgen in een vrije wereld. De wijze waarop wij voor elkaar zullen zorgen is geweldloos, want geweldplegers eindigen in de bak.
Daarbij zal het ontbreken van een instantie die bestaat bij de gratie van het gebruik van geweld (namelijk onze huidige overheid) leiden tot een wereld waarin minder geweld wordt toegepast. Er zullen dus minder slachtoffers van geweld zijn. Dus minder mensen in de hoek waar de klappen vallen.
LvM [12] reageerde op deze reactie.
@Katjong [11]:
Correct. Socialistische voorzieningen zwakken sociale banden af. Naast dat het afpersen van eigendom van de ene om aan de andere te geven asociaal is, zorgt het er ook indirect voor dat men minder sociaal wordt. “Asocialisme” is een meer adequate benaming.
Oscar [13] reageerde op deze reactie.
@LvM [12]:
Theodore Dalrymple heeft interessante boeken geschreven over dit fenomeen. Over hoe de verzorgingsstaat leidt tot cultureel verval, leegte en asociaal gedrag.
Oscar [14] reageerde op deze reactie.
LvM [15] reageerde op deze reactie.
@Oscar [13]:
Hier een bespreking van een van zijn boeken:
http://www.meervrijheid.nl/index.php?pagina=1469
LvM [15] reageerde op deze reactie.
@Oscar [13]: @Oscar [14]:
Dank voor de tip, ik zal er aandacht aan besteden.
Comments are closed.