Met alle berichten over de pensioenen is het makkelijk om te verzanden in alle informatie die je over je heen krijgt. Om te begrijpen wat er aan de hand is moeten we de ogen op de bal houden. Laten we de zaak eens uiteenrafelen om te zien wat we aantreffen.


Ten eerste is het van belang om te weten wat een pensioen is. Het is niet veel meer dan een spaarpotje. De uitkering is afhankelijk van het rendement en van je levensduur. Leef je langer dan krijg je meer geld omdat je uitkering langer duurt. Dat betekent ook dat als de levensverwachting toeneemt dat de uitkering verlaagd moet worden. Die levensduur is min of meer een gok want we weten niet wat de stand van de medische wetenschap zal zijn over enkele jaren. Maar pensioenfondsen kunnen wel in problemen komen door de langere levensverwachting. Ze zeggen een bepaald vast bedrag toe en als mensen ouder worden dan kan dat erg duur zijn. Maar dat is dan ook precies waar je je tegen verzekerd met een pensioen. Dit is dus precies het werk van de pensioenverzekeraar. Anders had je ook kunnen kiezen voor een regulier spaarpotje. Tenminste als die keuze door de fiscale behandeling van spaargeld niet onmogelijk gemaakt was. Zelf sparen leidt ertoe dat je heel veel belasting moet gaan betalen. Dat betekent in de praktijk dat het bijna verboden is om zelf te sparen voor je pensioen. Je zal altijd gebruik moeten maken van een verzekeraar om een gunstige fiscale regeling af te sluiten.

Afgezien van wat bijzonderheden kun je het pensioen het beste zien als een spaarpotje. Als je veel wil sparen moet je of meer inleggen of je moet een hoger rendement halen. En anders blijft er aan het einde van de rit minder over. Veel moeilijker dan dit moet je het niet maken, want dan verlies je het overzicht. Helaas lijken mensen een behoefte te hebben om dingen ingewikkeld te maken als ze dat niet zijn. Met name als er gesproken wordt over rechten kan het verhaal heel onduidelijk worden. “De gepensioneerden hebben recht op hun uitkering omdat zij daar jarenlang voor hebben gespaard.” Dat klinkt allemaal leuk en aardig, maar het geld is op. Het recht van de gepensioneerden betekent in dat geval dus de plicht van de belastingbetaler om meer af te dragen.

Het rendement op beleggingen zal de komende tijd wel eens tegen kunnen vallen. Je hoeft er niet echt voor geleerd te hebben om te snappen dat het lastig wordt om winst te maken op investeringen de komende tijd. Niets is zeker, maar de kans is zeker aanwezig dat de komende tijd er weinig winst wordt gemaakt. Als je geld weg wil zetten voor later dan heb je iemand nodig die daar geld mee kan maken. Rendementen op spaargeld komen ergens vandaan. Het zijn de ondernemers die de rente op spaargeld mogelijk maken. Er moeten ondernemers zijn die winstkansen zien en rendementen kunnen halen op dat geld. Als ondernemers geen rendement kunnen behalen dan kunnen pensioenfondsen dat ook niet want zij zijn slechts een doorgeefluik.

Wat moet je doen met deze sombere vooruitzichten? Je kan ten eerste zoeken naar mogelijkheden om toch het geld winstgevend te beleggen. Je kan daarvoor kijken of er in andere gebieden op de wereld geen mogelijkheden zijn om je geld beter te beleggen. Er is geen enkele reden waarom het rendement in Europa behaald moet worden. Maar dat geeft geen enkele garantie op hogere rendementen.

Dan is er de mogelijkheid om de uitkeringen van de pensioenen te korten. Daar is op zich wat voor te zeggen. Doorgaan met uitkeren kan leiden tot interen op het vermogen en dan wordt de basis om verder te groeien in de toekomst kleiner. Als je geld weg is tegen de tijd dat het weer goed gaat met de economie dan ben je nog weinig opgeschoten. Je kan dus wel de uitkeringen gelijk houden, maar daarmee neem je een risico met de toekomstige pensioenen. Gok je verkeerd dan gaan de pensioenen in de toekomst extra hard onderuit. Deze verkeerde gok zal veroorzaakt worden doordat de rendementen toch tegenvallen. Helaas blijf je afhankelijk van de pensioenfondsen. De burger heeft niet de mogelijkheid om zijn pensioenfonds aan de kant te zetten en het zelf op te lossen. Zelfs als je een extra spaarpotje op wilt bouwen dan is dat heel lastig. Er zijn wel mensen die fysiek goud oppotten om zo een garantie te hebben als er uiteindelijk te weinig pensioengeld blijkt te zijn.

Dit betekent dat een aantal zaken een rol gaan spelen de komende tijd. Ten eerste ten aanzien van het rendement spelen de beurskoersen en het rendement op staatsobligaties een belangrijke rol. Ten tweede kan de overheid de regels versoepelen zodat het makkelijker wordt om de problemen naar de toekomst te verschuiven. De rentestand speelt een belangrijke rol omdat dit de contante waarde van de verplichtingen verhoogd. Daardoor wordt het lastiger om aan die verplichtingen te voldoen. Dit schetst wel een heel eenzijdig beeld van de situatie. Het suggereert dat een stijgende rentestand betekent dat de problemen afnemen. Stijgende rentestanden kunnen echter weer slecht vallen op de beurzen en verlaagt de waarde van de obligaties die je in bezit hebt. Een hogere rente kan dus problemen geven aan de bezittingenkant van de pensioenfondsen. Het simpelweg toeschrijven van de problemen aan de rentestanden is daarom wel wat te simpel. Het is wel een effectief middel om de publieke opinie en de politiek mee te krijgen om de regels te versoepelen.

Het versoepelen van de regels betekent eenvoudig dat de pensioenfondsen de problemen niet direct hoeven op te lossen. De neiging om problemen naar de toekomst te verschuiven is heel menselijk. Mensen zijn normaal gesproken geneigd om verlies te vermijden, maar dit proces kan verstoord raken en dat kan leiden tot irrationele beslissingen. Met name nadat iemand een groot verlies te verwerken heeft gehad is de neiging groot om grote risico’s te nemen. Een goed voorbeeld hiervan is het spelletje deal-or-no-deal. In dit spelletje krijgen mensen 15 dozen. In deze dozen zitten verschillende bedragen. Op een groot scherm kun je zien welke bedragen er nog openstaan. Elke ronde bestaat eruit dat de speler een doos kiest om weg te doen en vervolgens krijgt hij een aanbod van de bank. Gaat hij in op het aanbod dat speelt hij niet meer verder. In het begin van het spel doet de bank nog slechte aanbiedingen, maar naarmate het spel vordert worden de aanbiedingen beter. Dit spelletje is onderzocht en het blijkt dat als mensen grote bedragen verliezen dat ze dan daarna slechte beslissingen gaan nemen. Stel bijvoorbeeld dat iemand nog 500.000, 10.000. 100 en 10 heeft als getallen. De verwachtingswaarde van het spelletje is nu ruim een ton. De bank biedt je 90.000 en de speler weigert het aanbod. Het aanbod was inderdaad laag dus doorspelen en gokken op een beter aanbod was een reële strategie. Maar de speler heeft pech en hij speelt de 500.000 euro weg. Maar de bank doet hem nu een voorstel voor 4100 euro en dat is meer dan de verwachtingswaarde van doorspelen. Maar nu kiest hij ervoor om toch door te spelen en hij verliest uiteindelijk zelfs die tienduizend euro. Dit is een weergave van een spelletje dat echt heeft plaatsgevonden en veel van deze spelletjes hebben een soortgelijk verloop. Na dit grote verlies wil de speler perse die tienduizend euro winnen en elk bedrag dat lager is dan dat weigert hij.

Een dergelijk effect zie je nu ook optreden op hoger niveau. Bestuurders en politici vallen net zo goed ten prooi aan de menselijke tekortkomingen. De pensioenfondsen hebben enorme verliezen geleden en er is gewoon geen geld genoeg. Maar men wil het verlies nu nog niet nemen en het verzet is daarom groot. Er is net een groot verlies geweest en men probeert wanhopig om de situatie voor het verlies te herstellen. Men verliest de huidige situatie uit het oog en is teveel bezig met repareren van wat er vroeger was. En daarmee wordt een groot risico genomen. De problemen worden vooruit geschoven en de bult problemen die vooruitgeschoven wordt neemt momenteel wel hele grote vormen aan. Het kan goed gaan net als dat de speler van het spelletje toch nog 10.000 euro had kunnen verdienen. Maar als het fout gaat dan is de ellende niet te overzien.

www.devrijeeconomie.nl

5 REACTIES

  1. De oorzaak is een herhaling.

    Jij hebt 100 euro.
    Pietje heeft een huis van 100 euro waarde.
    Je leent mij 100 euro met 10% rente per jaar aflossingsvrij.
    Die 100 geef ik uit aan Pietje om de woning te kopen.

    Hoeveel geld gaat er nu om is onze driepersonen-maatschappij na een jaar?

    Jij hebt nul euro.
    100 euro zit bij Pietje.
    100 euro zit in de waarde van “mijn” huis.
    10 euro (schuld) heb je nog van mijn tegoed door de rente.

    Nu gaat er 210 euro rond in onze driepersonen-maatschappij, terwijl er maar 200 euro bestaat.

    Ik zou gaan werken voor pietje.
    Anders had je mij natuurlijk nooit die lening gegeven.
    Dit was ook de bedoeling, maar Pietje wil plotseling alles zelf doen.
    Ook jij wilt alles zelf doen.
    Waar moet ik dan de rente dan van betalen?
    Je kan het wettelijk het huis in beslag nemen, maar de schuld na een jaar van 10 euro blijft bestaan.

    overzicht na een jaar.

    100 euro waarde huis zit nu bij jouw (ingevorderd)
    100 euro zit nog steeds bij Pietje.
    10 euro schuld aan jouw van mij.

    Dit is alleen maar mogelijk met rente.
    Alleen met rente is het mogelijk dat de totale geldbedragen in een maatschappij hoger worden dan er geld in omloop is.

    Doordat Pietje op het geld blijft zitten, ligt de economie stil.
    Maar ook als Pietje dit niet zou doen en werk voor mij zou hebben loopt het vast.
    Stel dat ik elk jaar 10 euro bij Pietje zou verdienen, ook dan is zijn geld na 10 jaar op.
    Ik kan dan tien jaar de rente betalen.
    Jij zou dan de volledige 200 euro hebben bestaan uit een huis (100e,ingevorderd) en 100 euro contant.
    De schuld van 10 euro blijft bestaan.

    Als door dit proces de waarde van jouw huis 10 euro zou dalen, wat schiet je er dan mee op om rente te vragen. Je hebt 10 euro rente en jouw huis is 10 euro minder waard geworden.
    Rente is dan zinloos.

  2. interessant experiment, ik vraag me af wat ik zou doen als er nog 2 dozen over waren (500000 en 100) en de bank bood mij 250000 aan. Dat is beneden de verwachtingswaarde, toch denk ik dat ik het aanbod zou nemen, maar misschien is dat een persoonlijke inslag.

    Ik denk dat die fiscaal gunstige regelingen om geld ‘achter slot en grendel’ van de overheid te stallen, vooral vanuit de overheid bedoeld is voor een Argentijns confiscatie scenario. Je bent de controle als spaarder immers eigenlijk al kwijt en als ze dan later bij pensioenproblemen zeggen:”de vrije markt heeft er een bende van gemaakt, dus we confisceren alle pensioengelden en iedereen krijgt een staatstoelage” is dan een stuk gemakkelijker.

  3. “Als ondernemers geen rendement kunnen behalen dan kunnen pensioenfondsen dat ook niet want zij zijn slechts een doorgeefluik.”

    En zelfs al maken ondernemers binnen hun bedrijven een hoop winst, dan nog kan de koers dalen als er meer verkoopdruk is dan aankoopdruk. Al wat er dan gebeurt, is dat de waarderingen steeds aantrekkelijker worden (en teruggaan naar hun langjarig gemiddelde, niet van de afgelopen 30, doch van de afgelopen 100 jaar). A.g.v. de demografie zijn pensioenfondsen dus sowieso de pineut omdat ze als te grote marktpartijen hun eigen crash zullen veroorzaken, wanneer ze gewoon aan hun betlingsverplichtingen willen voldoen. Lees er meer over in dit inmiddels 5 jaar oude artikel: http://edelmetaal.wilbertgeers.nl/Michielsens_1.html

Comments are closed.