In de discussie over machtsmisbruik zie je duidelijk twee kampen. De ene groep richt zich op de kwalijke gevolgen van privatisering en Big Business. De andere groep richt zich juist op de politici die allerlei regels maken waarmee ze het leven van ondernemers onmogelijk maken. Zij geven andermans geld uit om een leuk CV op te bouwen. Deze twee kampen vliegen elkaar in de haren en rollen over de grond. Maar ik vraag me af of het onderscheid wel zo zwart-wit is. Machtsmisbruik is in elke vorm en onder elke titel nog steeds misbruik van macht. Big Business en Big Government zijn vaak geen tegenstanders van elkaar, maar juist eerder grote vrienden.

Als de overheid taken uit laat voeren door die te delegeren aan bedrijven spreekt men van corporatisme. De overheid heeft nu de touwtjes in handen en stuurt de “private” organisaties. Een goed voorbeeld is de NS. Dit “private” bedrijf is volledig in handen van de overheid. Heel aardig voor de politici want deze hofnar kan mooi als afleiding dienen voor de eigen incompetentie. Sterker nog als de NS slecht werk levert dan komt de overheid als redder in nood en roept de NS tot de orde. Het prestatiecontract wordt aangescherpt en de politici mogen de dag redden. Dat de hele NS een overheidsoperatie is wordt voor het gemak over het hoofd gezien. Het is de onduidelijkheid die hier een verrassend effect heeft. Rechts heeft het over een ineffectief overheidsbedrijf terwijl links de schuld geeft aan de doorgeslagen privatisering. En waar twee honden vechten om een been …..

Redeneren we de andere kant op dan spreken we eerder van corporatocratie. De bedrijven bespelen nu de overheid om hun zin te krijgen Soms krijgen bedrijven privileges die anderen niet hebben. Denk bijvoorbeeld aan Coca-Cola die samen met een stel landbouwers het grondwater moet delen in India. De landbouwers waren er eerst en hebben er meer recht op. Coca-Cola gebruikt echter miljoenen liters water en dit water verdwijnt vervolgens uit het systeem. De boeren gebruiken ook water, maar dit wordt over het land gesproeid. Het blijft dus in het ecosysteem en dit heeft weinig invloed op het grondwaterpeil. Na de komst van Coca-Cola daalde het grondwaterpeil met dertig meter. Dit betekent een zware klap voor de landbouw in de regio. Er is duidelijk sprake van een aantasting van eigendom van de boeren. Maar Coca-Cola lijkt ermee weg te komen. Men noemt Big Business wel de corporatocratie. Oftewel ‘de bedrijven regeren’. Grote bedrijven bespelen de overheden en zijn zo groot en machtig dat zij praktisch vrij spel hebben.

Maar in de praktijk lopen deze machtsverhoudingen door elkaar. Het is volstrekt onduidelijk of de macht nu ligt bij de overheid of bij de grote bedrijven. Maar duidelijk is wel dat er een grote groep is die geen enkele macht heeft die hier de dupe van is. Meestal wordt dit allemaal onder noemer corporatisme geschaard.

Denk bijvoorbeeld aan de privatisering van de watervoorziening in Bolivia. Suez GDF, een frans bedrijf,  kocht de watervoorzieningen en ging deze exploiteren. Vanuit deze luxe monopoliepositie greep het bedrijf zijn kans. De prijzen werden verhoogd en de zorg voor kwaliteit verslechterde. Niet zo gek dat privatisering een slechte naam krijgt. Bedrijven monopolieposities geven zorgt uiteraard niet voor marktwerking. Maar daar houdt het verhaal niet op. Deze privatisering was namelijk een idee van de Wereldbank. Deze privatisering was een voorwaarde voor een lening die werd afgegeven door de Wereldbank. En dat is toch eerder Big Government dan Big Business.

Maar het wordt pas echt interessant als we eens verder gaan kijken naar de eigenaren van Suez. Deze maatschappij is voor 35 procent in handen van de Franse overheid. Daarmee zijn ze veruit de grootste aandeelhouder. Dan is nog veertig procent in handen van institutionele beleggers. Ik kon niet vinden waaruit dit deel precies bestond. Maar van institutionele beleggers weten we dat ze niet echt stemmen op de aandeelhoudersvergaderingen. Verder is het goed mogelijk dat deze institutionele beleggers ook weer in handen zijn van de overheid of daar sterke banden mee hebben. Denk bijvoorbeeld aan een pensioenfonds voor ambtenaren. In de praktijk kunnen we er dus gerust vanuit gaan dat de Franse overheid het voor het zeggen heeft. Als de Franse overheid zijn 35% van de stemmen in de aandeelhoudersvergadering inzet dan is het in de praktijk onmogelijk om tegen te stemmen. Een tegenstander zou meer dan 35% procent van de aandeelhouders moeten mobiliseren en tegen laten stemmen. Maar een flink deel van de aandelen is in handen kleine beleggers die niet op de vergadering komen en ook niet stemmen. Om een meerderheid te hebben hoef je niet de meerderheid te hebben van de aandelen, het is voldoende om de meerderheid te hebben van de aandelen die meestemmen in de aandeelhoudersvergadering. De Franse overheid heeft in de praktijk het overwicht in elke beslissing die op tafel komt in de aandeelhoudersvergadering. Naast deze invloed heeft de Franse overheid ook invloed doordat zij de regels maakt waaraan Suez moet voldoen. Ondanks de invloed die de Franse overheid heeft over Suez, besteed dit bedrijf ook weer het nodige geld om te lobbyen. Zo gaat het dus over en weer. Suez besteedt ook de nodige middelen aan het beïnvloeden van andere overheden. Suez mag je zeker Big Business noemen, maar het is zeker ook Big Government. En er is zeker geen sprake van kapitalisme, hoewel dat wel vaak zo wordt neergezet.

Typerend voor de onduidelijkheid vindt ik een stukje uit onderstaande documentaire. Daarin beschrijft iemand uit de VS in detail hoe in het politieke proces de nutsvoorzieningen verwaarloosd worden. Met waterleidingen kan een politicus niet scoren en dus is het verleidelijk om te bezuinigen op dergelijke voorzieningen. Men kan dan interen op investeringen uit het verleden. Totdat het helemaal misgaat en dan is het publiek bereid om alle opties te accepteren omdat het toch niet slechter kan worden. Dan wordt de waterleiding geprivatiseerd. De geïnterviewde heeft een duidelijke afkeer voor privatisering. Maar het lijkt wel alsof hij zichzelf niet heeft horen praten over de politiek. Het lijkt wel alsof de overheid of de corporaties de schuld moeten krijgen. Dat ze beide samenwerken en beide schuld hebben is overduidelijk, maar wordt toch over het hoofd gezien.

De verbindingen tussen Big Business en Big Government zijn talrijk. Het is daarom ondoenlijk om één van de twee aan te wijzen als de boosdoener. Het is het samenspel tussen deze twee die zorgt voor een rookgordijn. De één ziet het als betuttelende overheidsbemoeienis en de ander heeft het weer over doorgeslagen “kapitalisme”. Uiteindelijk maakt de naam of vorm niet uit, het blijft machtsmisbruik.

“A rose by any other name is still a rose”

extra informatie:

Met deze informatie in het achterhoofd is het aardig om deze documentaire te bekijken. Deze documentaire belicht de problemen die er zijn met de watervoorziening in ontwikkelingslanden. Privatisering en de rol van big business krijgen ruimschoots de aandacht. De rol van de overheid wordt daarentegen sterk onderbelicht terwijl deze in werkelijkheid een hoofdrol speelt.

http://topdocumentaryfilms.com/the-world-without-water/

Informatie over Suez

http://www.blueplanetproject.net/Movement/Bolivia_05.html

http://www.foodandwaterwatch.org/world/latin-america/water-privatization/bolivia/bolivia-withdraws-from-world-bank-investment-court/

http://en.wikipedia.org/wiki/GDF_Suez

www.devrijeeconomie.nl

42 REACTIES

  1. Het zou leuk zijn om dit uit te breiden naar een artikel over de wereldbank: een organisatie die zich (officieel) tot doel heeft gesteld armoede de wereld uit te helpen maar in werkelijkheid is nog geen enkel land beter geworden van hun ‘hulp’.

  2. Big business geeft ook marktverstoringen zonder overheid. Dat heeft met kartelvorming te maken. En het tegengaan van marktverstoring is precies de reden waarom we een overheid hebben!

    Dit vereist enige toelichting.

    Het ontstaan van big business is in een vrije markt een normaal verschijnsel tgv schaaleffecten. Hoe groter het marktaandeel des te lager de kosten per product of dienst. Big business kan dan dezelfde kwaliteit voor een lagere prijs leveren dan een klein bedrijf. In de meeste sectoren zie je daarom een grote marktleider met een paar kleinere concurrenten die samen de massamarkt bedienen, terwijl een heleboel klein grut allerlei nichemarkten in die sector verzorgen.

    Bij volop onderlinge concurrentie ontstaat vanzelf een normaal prijsniveau met normale winstmarges. Als bedrijven echter onderling afspraken maken, wat natuurlijk volstrekt legitiem is in een vrije markt, dan ontstaat marktverstoring.

    In een vrije markt met volop concurrentie zijn afspraken over de verkoopprijs in principe niet mogelijk, omdat de hoge winstmarge concurrenten aantrekt. Zodra die onder de kartelprijs gaan zitten, trekken zij de hele markt naar zich toe. Het kartel moet dan ook omlaag met de prijs om te overleven. In dat geval echter, wordt het voor de individuele kartelleden winstgevender om elkaar op prijs te gaan beconcurreren. Ieder probeert dan een zo groot mogelijk marktaandeel te krijgen en het kartel valt uiteen.

    Bij de inkoopprijzen (van goederen en van arbeid) doet zich echter een probleem voor. Als het kartel bijv. de lonen kunstmatig laag houdt (dwz minder betaalt dan de toegevoegde waarde van de werknemer) is er sprake van uitbuiting. De werknemers van het kartel kunnen dan wel naar onafhankelijke werkgevers gaan die het normale loon betalen, maar die hebben door de hogere kosten een kleinere winstmarge dan de karteldeelnemers. Het is voor die onafhankelijke werkgevers dan moeilijk concurreren en erg aantrekkelijk om zich ook bij het kartel aan te sluiten.

    Bij het inkopen van goederen geldt hetzelfde. Het kartel houdt de inkoopprijzen kunstmatig laag en perst zo haar toeleveranciers uit. Die kunnen nergens anders terecht, want onafhankelijke afnemers die wel een goede prijs betalen zitten met hogere kosten dan het kartel en zullen op termijn door het kartel worden weggeconcurreerd.

    Hub Jongen [3] reageerde op deze reactie.
    Romee [5] reageerde op deze reactie.
    Jorge [9] reageerde op deze reactie.

  3. @Hub Jongen [3]:

    Dat kan inderdaad. Werknemers verenigen zich dan in vakbonden en toeleveranciers kunnen eveneens toelevercombinaties vormen om hogere prijzen voor hun arbeid en goederen te kunnen krijgen. Zelfs consumenten kunnen inkoopverenigingen vormen om zo goederen en diensten voor een lagere prijs te kunnen inkopen dan als individuele consument.

    De vrije markt bestaat in dat geval uiteindelijk uit een klein aantal kartels (producentenkartels, vakbonden, afnemersorganisaties) en van ongebreidelde concurrentie (nodig voor lage prijzen, hoge kwaliteit, breed assortiment en innovatie) is geen sprake meer.

  4. @Peter de Jong [2]:

    “En het tegengaan van marktverstoring is precies de reden waarom we een overheid hebben!”

    Het artikel wil juist aantonen dat het tegengestelde waar. De overheid zorgt zelf juist voor de problemen en als zij dan de problemen iets verbeterd geven ze zichzelf een schouderklopje.

    Dat er zonder overheid geen machtmisbruik is, is een nieuwe discussie.

    Peter de Jong [6] reageerde op deze reactie.

  5. @Romee [5]:

    Mijn stelling is, dat de vrije markt kartels heeft opgeleverd die voor marktverstoringen zorgen. Om dat tegen te gaan is er een overheid opgericht.

    Toen die overheid er eenmaal was hebben de kartels (werkgevers, vakbonden, consumentenlobbies etc) die gebruikt voor hun eigen doeleinden.

    Dat corporatisme krijg je dus nooit meer weg. Schaf de overheid af en hij komt vanzelf weer terug.

    Romee [7] reageerde op deze reactie.
    Jorge [21] reageerde op deze reactie.

  6. @Peter de Jong [6]:

    De overheid bevorderd ook kartels.
    Bv. bij banken lieten ze geen of nauwelijks nieuwe spelers toe zodat het kartel geen concurrentie kreeg.
    Dit gaat via het commissariaten-netwerk.

    Nu natuurlijk helemaal niet meer omdat de eigen bank ABN eerst weer winst moet maken en geen belangstelling heeft voor een nieuwe speler.

    Dit is tevens een goed voorbeeld van eerst het probleem veroorzaken en dan het probleem tijdelijk oplossen.
    Ze hadden het nl. zelf veroorzaakt dat ABN een systeembank was.

    Een kartel of de huidige overheid is een gevolg en geen oorzaak.
    De oorzaak is connectie, corruptie en chantage.

    Maar ik ben ook bang dat wanneer je het af zou schaffen er redelijk snel weer een nieuwe zou zijn en weer zou groeien dat een huidige grootte.

    Peter de Jong [10] reageerde op deze reactie.

  7. “De verbindingen tussen Big Business en Big Government zijn talrijk. Het is daarom ondoenlijk om één van de twee aan te wijzen als de boosdoener.”

    Ik heb even nagedacht over mijn bewoordeningen uit respect voor de schrijver, die doorgaans erg sterke en informatieve stukken schrijft. Bovenstaand statement (en de titel) laat me geen andere keuze: het is een walgelijke conclusie die op meerdere fronten onrecht doet aan de realiteit. Het anti Big Business denken zit blijkbaar erg diep, want ik zie hier verder niemand tegen ageren.

    ——

    Ik adviseer alle lezers van bovenstaand stuk, ook het volgende hoofdstuk..

    “Amerika’s vervolgde minderheid: De Grootindustrie” (blz. 50 tot 70)

    ..uit “Kapitalisme Het onbegrepen ideaal” te lezen.

    Het boek staat hier vertaald, in pdf formaat:
    http://www.libertarismeforum.nl/boeken/pdf/Ayn-Rand-Kapitalisme-Het-onbegrepen-ideaal.pdf

    Jorge [12] reageerde op deze reactie.

  8. @Peter de Jong [2]:
    “Het ontstaan van big business is in een vrije markt een normaal verschijnsel tgv schaaleffecten. Hoe groter het marktaandeel des te lager de kosten per product of dienst. Big business kan dan dezelfde kwaliteit voor een lagere prijs leveren dan een klein bedrijf. In de meeste sectoren zie je daarom een grote marktleider met een paar kleinere concurrenten die samen de massamarkt bedienen, terwijl een heleboel klein grut allerlei nichemarkten in die sector verzorgen.”

    Dit is een aanname waar ik het niet mee eens ben en waar zowel veel voorstanders als tegenstanders van grote corporaties van uit gaan.
    Ongeveer 95% van de economies of scale worden veroorzaakt door de overheid terwijl 50% (wilde schatting) van de van nature veel sterkere diseconomies of scale onderdrukt worden door de overheid. Peter de Jong maakt dus de klassieke fout de omstandigheden van de huidige samenleving te projecteren op een fictieve libertarische vrije markt samenleving en van daaruit verder te redeneren.

    Peter de Jong [11] reageerde op deze reactie.

  9. @Romee [7]: “Een kartel of de huidige overheid is een gevolg en geen oorzaak. De oorzaak is connectie, corruptie en chantage”

    Ik heb in #2 de redenen aangegeven waarom er in een vrije (dus geen geleide) markt automatisch kartels ontstaan. Niet aan de kant van de verkoopprijs, want dat is door de concurrentie onmogelijk, wel aan de kant van de inkoopprijzen (materiaal en arbeid). Die redenen zijn zuiver economisch van aard. Connectie (old boys, nepotisme etc) corruptie en chantage zijn dus niet aan de orde. Als je het anders ziet zal je met economische argumenten moeten komen. 😉

    Natuurlijk bevordert de overheid ook kartels, dat is immers de essentie van het corporatisme. Als iets gunstig is voor een bepaalde groep economische spelers dan zullen die alle middelen hanteren om daarmee hun positie te verbeteren. Big business koopt daarom politici (partijsponsoring, omkoping) die hen gunstig gezind zijn en die de economie wet- en regelgeving zullen opleggen om de concurrentie buiten de deur te houden. Denk aan de grote handelsblokken (VS, EU, JAP, CN).

  10. @Jorge [9]: “Ongeveer 95% van de economies of scale worden veroorzaakt door de overheid terwijl 50% (wilde schatting) van de van nature veel sterkere diseconomies of scale onderdrukt worden door de overheid.”

    Het klopt, dat in een geleide markteconomie grote bedrijven allerlei belasting- en subsidievoordelen hebben tov het MKB. Ook de corporatistische wet- en regelgeving houdt veel concurrenten buiten de deur. Maar daar gaat het hier niet over.

    In een vrije economie zijn er normale schaalvoordelen. De vaste kosten (bijv de kapitaalsinvestering voor productiemachines) dalen per product als je ze over een groter aantal producten kan omslaan. De variabele kosten (bijv de inkoop van materialen, distributiekosten) dalen per product door kwantumkorting. Ook arbeidskosten dalen per product vanwege de leercurve.

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Schaalvoordeel

    Jorge [14] reageerde op deze reactie.
    Jorge [15] reageerde op deze reactie.

  11. @Devidas [8]:
    Inderdaad, pro vrije markt zijn betekend niet automatisch pro big busines zijn hoewel links dat graag doet voorkomen.

    Redenen waarom grote bedrijven bestaan (boven 100-500):
    Economies of scale veroorzaakt door de overheid, oftewel kunstmatige voordelen voor grote bedrijven die in een voledig vrije samenleving niet bestaan:

    1. Belastingen.
    Veel kleine bedrijven, diensten, producten kunnen niet eens bestaan vanwege de belastingen. Daar staat tegenover dat grote bedrijven kunnen lobbyen voor belasting voordeel en d.m.v. corporate finance truuks soms in de praktijk helemaal geen belasting betalen. Grote bedrijven zijn ook meer mobiel over lands grenzen en kunnen op die manier beter profiteren van bepaalde belastingvoordelen dan kleine bedrijven of werkende individuen dat kunnen.
    2. Regelgeving.
    Net als bij belastingen kunnen veel kleine bedrijven, diensten, producten kunnen niet eens bestaan vanwege de overmaat aan regels. Hoe groter het bedrijf echter hoe minder ze er door negatief beinvloed worden. Grote corporaties kunnen immers experts zoals accountans en consultants etc inhuren of aannemen om met deze regels om te gaan en in sommige gevallen er zelf voordeel uit te halen.
    3. Intellectueel eigendomsrecht.
    De kosten en bureaucratische rompslomp voor bepaalde patenten zijn te hoog voor kleine bedrijven en individuen. Grote bedrijven kunnen echter veel patenten aanvragen niet alleen om zelf een monopolie te berijken maar vaak ook alleen om de concurentie te blokkeren. Groot voorbeeld is uiteraard Microsoft.
    4. Lobbies.
    Grote bedrijven zijn effectiever in het lobbyen voor wetten, regelgeving en beleid ten voordele van het eigen bedrijf of eigen bedrijfstak.
    5. Subsidies.
    Ik hoop dat dit vanzelf spreekt
    6. Bailouts.
    To big to fail. Ooit van gehoord?
    uiteraard als een eenmanszaakje failliet gaat kan dat weinig steun verwachten.
    7. De boom bust cycle.
    Zie nummer 6. De boom bust cycle is ook kunstmatig veroorzaakt door de overheden zoals je hopelijk weet. Grote bedrijven krijgen bailouts en kleine bedrijven gaan falliet of worden opgekocht door de grotere.
    8. Verminderde persoonlijke aansprakelijkheid voor grotere bedrijven.

    Er zijn nog wel meer voorbeelden te bedenken. Al deze zaken maken de samenleving minder efficient maar werken in het voordeel van big bussiness tenopzichte van kleine bedrijven. Daarom zijn de verbindingen tussen Big Business en Big Government talrijk zoals Marcel Meijer aangaf en is een echte libertarier dus tegen beide.

    Devidas [31] reageerde op deze reactie.

  12. Aanvulling:

    De VS is een business.

    The United States is not a land mass, it is a corporation.
    Now, you also have to realize that King George was not just the King of England, he was also the King of France. Treaty of Peace * U.S. 8 Statutes at Large 80.

    &

    This order goes on to redefine words in the Social Security Act and makes some changes in United States Law. Remember, King George was the “Arch-Treasurer and Prince Elector of the Holy Roman Empire and c, and of the United States of America.” See: Treaty of Peace (1783) 8 U.S. Statutes at Large 80.. Great Britain which is the agent for the Pope, is in charge of the USA ..’
    What people do not know is that the so called Founding Fathers and King George were working hand-in-hand to bring the people of America to their knees, to install a Central Government over them and to bind them to a debt that could not be paid. First off you have to understand that the UNITED STATES is a corporation and that it existed before the Revolutionary war. See Republica v. Sweers 1 Dallas 43. and 28 U.S.C. 3002 (15)

    http://tinyurl.com/58ldcb

    &

    Hail Caesar! Queen Gives Marching
    Orders To The UN
    By Joan M. Veon
    7-10-10

    Regarding the queens speech to the United Nations, we were told by the British Mission to the United Nations that the queen “Will be taking a global perspective. She will touch on progress made since she was last here and challenges that remain.”

    For a woman who says she is not head of any country-only titular head of state of 16 countries including Australia, Canada and New Zealand and the nominal representative of 54 governments in the British Commonwealth, who is fooling who? Why should be the people of the world listen to a little old lady from Britain? The answer is because her hereditary demands it.

    The visit by the queen, which was billed as low key-a five hour visit-was designed to get the global agenda of sustainable development and climate control back on track and to make a statement. Nothing the queen does is low key as every visit, and every word has a meaning and a goal for total control.

    First let’s take a look at the queen herself. According to Who Owns the World by Kevin Cahill, the queen is the legal owner of 6,600 million acres of land that equals one sixth of the earth’s non-ocean surface. She is the only person on earth who owns whole countries and who owns countries that re not her own domestic territory. This land ownership is separate from her role as head of state and is different from other monarchies-like Norway, Belgium, and Denmark, where no such claim is made. The value of her holdings is approximately $33T, more than the estimated value of all of the earth’s natural resources which is estimated to be $25T.

    Secondly, the physical structure of the United Nations and its agenda represents the completion of the dream and aspirations of British aristocrat Cecil Rhodes to return the United States and the rest of the world back under British rule. He felt that “too little of the globe was British territoryand if we had retained Americathere would be millions more of English living.”

    In Rhode’s 1877 will, it says

    “the ultimate recovery of the United States of America as an integral part of the British Empire, the consolidation of the whole Empire, the inauguration of a system of colonial Representation in the Imperial Parliament which may tend to weld together the disjointed Members of the Empire,” which may well ultimately be achieved, by the Roundtable which “publicized the idea of and the name `British Commonwealth of Nations.'”

    The executors of Rhodes’ six wills had concerns and fears about what kind of structure all of this should take. According to Dr. Carroll Quigley in his The Anglo-American Establishment published in 1981, they concluded that they would have to transform the British Empire into “a Commonwealth of Nations and then place that system within a League of Nations.” The United Nations is the successor to the League of Nations and the Commonwealth is inside the U.N. In other words, we are there. The representatives to the UN should have greeted her, “Hail Caesar”!

    It should be noted that from 1946-1989 the British Empire gave “independence” to many of their former colonies. How they did this was to allow them to have their own parliament with representative government and their own prime minister. Lest you think they can do as they please, the queen has her own appointed representative called the Director-General that reports to her everything going on in the country and who reads her instructions after the prime minister provides his report at the opening of their parliament.

    As each country obtained independence, they also got a vote at the United Nations. Today the Commonwealth has the potential of 54 votes to America’s one vote. You will find if you look at the number of Commonwealth countries that are members of the other UN agencies like the IMF, World Bank, World Health Organization, World Trade Organization, etc., the U.S. is outvoted.

    In three separate interviews with representatives from three Commonwealth nations in 2002, I was told by each of them who looked at me with fear and terror when I challenged them to leave the Commonwealth that they could not. In fact the queen made reference to the Commonwealth,

    Since I addressed you last, the Commonwealth, too, has grown vigorously To become a group of nations representing nearly two billion people. Last November, when I opened the Commonwealth Heads of Government Meeting in Trinidad and Tobago, I told the delegates that the Commonwealth had the opportunity to lead. Today I offer you the same message.

    Do you now see the meaning of the words and how she used words? The queen also made mention to the Millennium Development Goals. The bottom line, these wonderful socialistic humanitarian goals where the rich countries of the world will give a primary education to every child in the world, reduce poverty and starvation, HIV/Aids, and give $50 to every slum dweller to improve their lives will cost rich between $40-$60B a year according to the United Nations. This money is to come from an assessment on every country’s Gross Domestic Product called “ODA” to the tune of .07%. In fact, you could call it a global tax. For as long as I have been covering global meetings, this has been a request by the United Nations, wow it is a request by the queen. Does anyone know who will get these monies? No. However, it just so happens that the following ten countries which are “Highly Indebted Poor Countries” are members of the Commonwealth: Cameroon, Gambia, Ghana, Guyana, Malawi, Mozambique, Somalia, Sierra Leone, Uganda and Zambia. Do you see what I see? The civilized word is “transfer of wealth.”

    That brings us to the environment, Agenda 21, sustainable development, and climate change. While the first pre-United Nations Conference on population was held in 1927 with the assistance of the League of Nations, it was not until 1972 that the United Nations held its own environmental conference in Stockholm. Eleven years before in 1961, Prince Philip the queen’s husband and Prince Bernard of the Netherlands started the World Wildlife Fund, considered one of the oldest and largest environmental groups in the world. World Wildlife Fund is responsible for the publication of many studies and reports on how to save the environment. These documents have been used to support and implement Agenda 21.

    In 1972 the Club of Rome published Limits to Growth which said the world could not sustain the population and that something would have to be done. Since the dictates of Agenda 21 are based on Limits to Growth assumptions, in a 2006 interview with Maurice Strong who chaired the 1972 and 1992 earth summits, I asked him if in looking back the assumptions and computer models that were used for that report were wrong, given today’s data, and he admitted that they should be revised. The bottom line is that most of the environmentalism and ideas for environmentalism are being birthed in England.

    It was a British scientist, James Lovelock, who formulated the “Gaia Hypothesis” that the earth is a living organism and that it must be protected from you and me. Prince Charles has been involved in environmentalism since 1970 and is responsible for helping to get Agenda 21 to be approved by 25,000 conference participants and delegates at the 1992 UNCED conference through his Prince of Wales International Business Leaders Forum. When you study Agenda 21, it basically is a return of the earth to feudalism. The idea being that you and I cannot protect the earth’s resources so the United Nation’s has to do it moves the $25T value of earth’s natural resources into the balance sheets of the QUEEN. The cost to implement climate change is estimated to be between $80-$100B a year. British Petroleum which is largely owned by the queen could make up their current oil spill expenses very quickly if the U.S. government is stupid enough to pass “cap and trade.”

    Lastly, several years ago I raised the question, “Does the Queen of Canada” become the “Queen of America” through the North American Free Trade Agreement? It appears to be so according to my research. Although Cecil Rhodes talked about “world peace”, I believe what the queen is talking about is the WHOLE PIECE.

    The operation we are discussing here has been 133 years in operation with many actors contributing to its establishment. They include many British and American industrialists and bankers such as the Rockefeller’s, Vanderbilt’s, the Whitney’s, the Morgan’s and Schiff’s. It includes those that are members of the Royal Institute for International Affairs and America’s counterpart: the Council on Foreign Relations, it includes the International Chamber of Commerce, the World Economic Forum, and many other global organizations and NGO’s.

    For those who still don’t understand what happened at the United Nations on July 6, 2010 is that the conquering ruler of the world came and delivered a sharp admonition to the representatives that it is time to act. She ended her speech with,

    In my lifetime, the United Nations has moved from being a high-minded aspiration to being a real force the common good. In tomorrow’s world, we must all work together as hard as ever if we are truly to be United Nations.

    Do you want to be the United Nations or do you want to be the United States of America?

    http://tinyurl.com/37zs77j

  13. @Peter de Jong [11]:
    “Maar daar gaat het hier niet over.”

    Daar gaat het dus wel over want jouw uitgangspunt is dat grote bedrijven bestaan in een samenleving zonder overheidsbemoeienis.

    “In een vrije economie zijn er normale schaalvoordelen.”

    Dat klopt maar die (natuurlijke) schaalvoordelen worden zeer overdreven door de economische wetenschap terwijl de invloed van de overheid wordt genegeerd. Voor zover deze schaalvoordelen in zeer specifieke gevallen grotere bedrijven veroorzaakt zullen deze naar mijn mening in ieder geval niet groter zijn dan 500 personen. Daarnaast zijn trouwens de schaalnadelen vaak veel groter. Met name in de hierarchische organisatie van grote bedrijven die vele malen inefficienter is dan de vrije markt. De voordelen van arbeidsdeling (devision of labour) kan ook beter in de vrije markt geregeld worden dan binnen een bedrijf.

    Peter de Jong [17] reageerde op deze reactie.

  14. @Peter de Jong [11]:
    “De vaste kosten (bijv de kapitaalsinvestering voor productiemachines) dalen per product als je ze over een groter aantal producten kan omslaan.”
    Dit gaat voornamelijk op voor kapitaalintensieve massaproductie wat in een vrije samenleving veel grotere risico’s met zich meebrengt bovendien worden de distributiekosten vergroot.
    “De variabele kosten (bijv de inkoop van materialen, distributiekosten) dalen per product door kwantumkorting.”
    Hier ga je er al vanuit dat de leverancier ook een groot bedrijf is bovendien kunnen ook individuen zich organiseren om groot in te kopen en zo korting te bedingen. Dat hoeft niet binnen een groot bedrijf. Ten slotte vraag ik me af of er zoveel korting mogelijk is als er een heleboel kleine leveranciers zijn die door de marktwerking al gedwongen zijn voor een heel scherpe prijs te leveren.
    “Ook arbeidskosten dalen per product vanwege de leercurve.” De leercurve staat wat mij betreft los van de (natuurlijke) schaalvoordelen en kan ook optreden middels arbeidsdeling in de vrije markt tussen individuen en kleine bedrijven. Omdat mensen met specialistische kennis vaak feitelijk gewongen zijn voor grote bedrijven te werken is het wel een factor in onze huidige samenleving maar verder zie ik het verband niet.

    Peter de Jong [18] reageerde op deze reactie.

  15. From the turn of the twentieth century on, there was a series of attempts by corporate leaders to create some institutional structure by which price competition could be regulated and their respective market shares stabilized. “It was then,” Paul Sweezy wrote, that U.S. businessmen learned the self-defeating nature of price-cutting as a
    competitive weapon and started the process of banning it through a complex network of laws (corporate and regulatory), institutions (e.g., trade associations), and conventions (e.g., price leadership) from normal business practice. But merely private attempts at cartelization (i.e., collusive price stabilization) before the Progressive Era–namely the so-called “trusts”–were miserable failures, according to
    Kolko. The dominant trend at the turn of the century–despite the effects of tariffs, patents, railroad subsidies, and other existing forms of statism–was competition. The
    trust movement was an attempt to cartelize the economy through such voluntary and
    private means as mergers, acquisitions, and price collusion. But the over-leveraged and
    over-capitalized trusts were even less efficient than before, and steadily lost market share
    at the hands of their smaller, more efficient competitors. Standard Oil and U.S. Steel,
    immediately after their formation, began a process of eroding market share. In the face of
    this resounding failure, big business acted through the state to cartelize itself–hence, the
    Progressive regulatory agenda. “Ironically, contrary to the consensus of historians, it was
    not the existence of monopoly that caused the federal government to intervene in the
    economy, but the lack of it.”

    http://members.tripod.com/kevin_carson/sitebuildercontent/sitebuilderfiles/Chapter3.pdf

  16. @Jorge [14]:

    Wat bedoel je precies met ‘overdreven’? Als je 2x zoveel afzet en dus ook 2x zoveel moet inkopen dan is een kwantumkorting van 10% helemaal niet overdreven. Dus als je een product voor een ton inkoopt en daar 10 mille winst op maakt (100.000 inkoop + 10.000 winst = 110.000 verkoop) dan maak je met die 10% kwantumkorting dus 20 mille winst per product (90.000 inkoop + 20.000 winst = 110.000 verkoop). Een verdubbeling van je winst bij een verdubbeling van je afzet vind ik niet bepaald een gering effect!

    Vergeet ook niet, dat schaalvoordelen zichzelf versterken. In de meeste landen heeft de inkomensverdeling de vorm van een Gaussklok. Dat houdt in dat een halvering van de verkoopprijs een verviervoudiging van de verkochte aantallen betekent, ofwel een verdubbeling van je omzet. Bij gelijkblijvende winstmarge geeft dat een verdubbeling van je winst. Dat is ook precies de reden dat ieder bedrijf streeft naar het grootste marktaandeel.

    Je verwijzing naar oplopende management- en afstemmingskosten naarmate een bedrijf groter wordt geldt uitsluitend de verouderde multinationals (‘Dilbert’ bedrijven). Moderne globals bestaan uit een groot aantal kleine en slagvaardige business units die resultaatverantwoordelijk zijn en die volop onderling concurreren. Ze gaan steeds wisselende samenwerkingsverbanden aan, zowel binnen als buiten de bedrijfsorganisatie, om zo goed mogelijk op de voortdurend wisselende marktvraag te kunnen inspelen. Hun medewerkers zijn zelfstandige specialisten die hun expertise in steeds wisselende projecten binnen en buiten de bedrijfsorganisatie inzetten.

    Hoe groter een dergelijke global en hoe meer markten hij bedient des te groter het concurrentievoordeel van de organisatie. Een kleinere global kan onder dezelfde omstandigheden daarom niet eenzelfde aanbod voor dezelfde prijs-kwaliteitsverhouding in de markt zetten. Dit leidt er automatisch toe dat in een vrije markt er nog slechts enkele grote spelers zullen overblijven die vrijwel alle massamarkten ter wereld tot in lengte van jaren zullen blijven bedienen.

    Jorge [19] reageerde op deze reactie.

  17. @Jorge [15]:

    Kapitaalsintensieve massaproductie is al eeuwen de trend. Tegenwoordig komt daar nog mass customization bij (enkelstuks maatwerk voor de prijs van een massaproduct). Traditionele enkelstuksfabricage met veel handwerk is out.

    Je ziet dat ook in ontwikkelingslanden. Zodra de lonen stijgen zet de automatisering door. Uiteindelijk krijgen we wereldwijd vrijwel geheel geautomatiseerde fabrieken die door enkele zeer goed betaalde specialisten worden gerund.

    Idem in de zakelijke dienstverlening. In Japan bijv. is de domotica industrie voor het automatisch verzorgen van de vergrijzende bevolking al enorm groot (denk aan een wc die automatisch je medische gegevens aan je huisarts doorgeeft en het ziekenhuis dat je via wireless sensoren in de gaten houdt, je internetkoelkast die automatisch je boodschappen bestelt, etc. Er is al een exoskelet te koop waarmee een oud omaatje haar zware en hulpbehoevende echtgenoot in en uit bed kan tillen).

    Ook in andere dienstensectoren gaat de automatisering alsmaar verder (automatische traders en makelaars, etc).

    PS
    Die leercurve is direct gerelateerd aan de seriegrootte. Henry Ford verdubbelde het dagloon van zijn arbeiders aan de lopende band in zijn T-Ford fabriek omdat door het kortcyclische werk het verloop enorm was. Hij moest steeds weer nieuwe krachten inwerken. Vergeet ook niet, dat hoe groter de series hoe sneller verdere automatisering rendabel wordt. De productiviteit van een medewerker neemt dan steeds verder toe.

    ===
    “De verdubbeling van het dagloon was de beste kostenbesparende maatregel die ik ooit heb genomen”
    ~ Henry Ford

    Jorge [20] reageerde op deze reactie.

  18. @Peter de Jong [17]:
    “Moderne globals bestaan uit een groot aantal kleine en slagvaardige business units die resultaatverantwoordelijk zijn en die volop onderling concurreren. Ze gaan steeds wisselende samenwerkingsverbanden aan, zowel binnen als buiten de bedrijfsorganisatie, om zo goed mogelijk op de voortdurend wisselende marktvraag te kunnen inspelen.”

    Dit zouden dus ook gewoon zelfstandige kleine bedrijven kunnen zijn als de kunstmatige schaalvoordelen niet bestonden. Je bevestigd hier mijn punt.

    “Hun medewerkers zijn zelfstandige specialisten die hun expertise in steeds wisselende projecten binnen en buiten de bedrijfsorganisatie inzetten.”

    Zonder inmenging van de overheid zouden dit dus ook veel vaker compleet zelfstandige specialisten kunnen zijn, steeds wisselend van opdrachtgever.

    “Je verwijzing naar oplopende management- en afstemmingskosten naarmate een bedrijf groter wordt geldt uitsluitend de verouderde multinationals”

    Het geldt voor alle multinationals hoewel inderdaad bij sommige bedrijven in sterk verminderde mate vanwege bovenstaande ontwikkelingen.

    “Hoe groter een dergelijke global en hoe meer markten hij bedient des te groter het concurrentievoordeel van de organisatie.”

    Hier negeer je weer de distributie kosten die overigens ook weer kunstmatig laag gehouden worden door indirecte subsidies op transport door overheden b.v. wegenaanleg en onderhoud en veilige scheepvaart. Iedereen betaalt daar aan mee terwijl alleen de globals en in mindere mate de consument daar voordeel van hebben.

    Mijn argument tegen kwantumkorting; zie 15

    Peter de Jong [22] reageerde op deze reactie.

  19. @Peter de Jong [18]:
    “Die leercurve is direct gerelateerd aan de seriegrootte. Henry Ford verdubbelde het dagloon van zijn arbeiders aan de lopende band in zijn T-Ford fabriek omdat door het kortcyclische werk het verloop enorm was. Hij moest steeds weer nieuwe krachten inwerken.”

    Dit is dus een argument tegen kortcyclisch werk maar dat staat los van schaalvoordelen. Het is volgens mij nog steeds zo (hoewel steeds minder) dat kennis en ervaring van de werknemers juist relatief ondergewardeerd wordt in multinationals.

    Wat betreft automatisering; dat is een algemene trend die niet alleen in grote bedrijven optreed maar doordat het kapitaal naar grote multinationals trekt (hoofzakelijk door kunstmatige schaalvordelen en ander overheidsbemoeienis dus) komt het daar wel het meest voor.

    Wat betreft de diensten daar zijn de vaste kosten weer minder relevant. Vanwege de boom/bust effecten en andere kunstmatige schaalvoordelen kan ik niet bekijken of al die voorbeelden van automatisering in de dienstensector werkelijk efficient zijn maar ik kan me voorstellen dat het goedkoper is voor omaatje om iemand in te huren (als die geen belasting hoeft te betalen etc.) om de echtgenoot uit bed te tillen of dat familie dat doet (als die gewoon thuis kunnen werken en niet naar de multinational moeten).

    In zijn algemeenheid is het makkelijker om uit te gaan van het zichtbare en het onzichtbare te negeren. Het onzichtbare zijn de gevolgen van overheidsbemoeienis. Als ik probeer het onzichtbare in ogenschouw te nemen is het voor mij persoonlijk moeilijk voor te stellen dat grote bedrijven, laat staan multinationals nog zullen bestaan in een werkelijk vrije samenleving. Als er geen grote bedrijven bestaan dan bestaan er ook geen kartels.

    Peter de Jong [23] reageerde op deze reactie.

  20. @Peter de Jong [6]:
    “Mijn stelling is, dat de vrije markt kartels heeft opgeleverd die voor marktverstoringen zorgen. Om dat tegen te gaan is er een overheid opgericht.”

    Mijn stelling is tegenovergesteld, dat overheden altijd bestonden en daardoor kartels. De opkomst van de vrije markt verstoorde de kartelvorming en daarom manipuleerden deze kartels/multinationals/elite de overheid (voor zover nodig) om vrije markt in te perken en de overheid uit te breiden. Dit cynisch genoeg met als argument de kartels en het grote kapitaal tegen te gaan (precies wat jij doet overigens).

    Peter de Jong [24] reageerde op deze reactie.

  21. @Jorge [19]:

    We hebben het hier over de economie van een vrije en geen geleide markt. Welke kunstmatige schaalvoordelen bestaan er in een vrije markt? Wat verhindert kartelvorming in een vrije markt?

    Of medewerkers nu wel of niet gemakkelijk van baan kunnen switchen is in gelijke mate gunstig of ongunstig voor een bedrijf, of het nu klein of groot is. Op de schaalvoordelen van een groot bedrijf heeft zoiets geen effect.

    Alleen Dilbert-bedrijven hebben toenemende afstemmingskosten naarmate ze groter worden. Moderne globals zijn decentraal georganiseerd en hebben een autonome besluitvorming die dicht bij de markt ligt. Het global management stelt slechts de grove kaders vast waarbinnen de organisatie functioneert. Zo’n organisatie kan onbeperkt groeien zonder dat de afstemmingskosten toenemen.

    De distributiekosten in een vrije markt zijn per product altijd lager bij een groot bedrijf dan bij een klein bedrijf. Veel kleine bedrijven kunnen bij de distributie wel samenwerken, maar omdat zij ieder nichemarkten bedienen maakt dat de afstemmingskosten weer groter dan bij het grote bedrijf dat in zijn eentje een massamarkt bedient.

    Waarom vind je in het genoemde inkoopvoorbeeld een kwantumkorting van 10% overdreven?

    Jorge [25] reageerde op deze reactie.

  22. @Jorge [20]:

    De met de leercurve verbonden kosten (inwerkkosten) zijn gerelateerd aan de seriegrootte.

    Als de seriegrootte klein is, bijv. 10 stuks, dan zullen als het inwerken 5 stuks vergt en de medewerker daarna door zijn routine nog slechts incrementeel sneller een product klaar heeft de kosten per product hoger zijn dan wanneer de seriegrootte 100 stuks is.

    Stel dat hij over de eerste 5 stuks gemiddeld 2x zo lang doet als over de rest (bijv 2 minuten per product ipv 1 min) dan heeft hij over de serie van 10 (5×2 min)+(5×1)= 15 min gedaan, ofwel 1,5 min per product. Over de serie van 100 heeft hij echter (5×2 min)+(95×1 min)=105 min gedaan ofwel 1,05 min per product.

    Dat is 30% sneller/goedkoper.

    Automatisering is alleen rendabel als de series groot zijn. Daarom zie je in kleine bedrijven nog steeds veel handwerk. De productiviteit in kleine bedrijven ligt dan ook laag. Dat maakt hen niet geschikt om tegen grote bedrijven te concurreren.

  23. @Jorge [21]: “Mijn stelling is tegenovergesteld, dat overheden altijd bestonden en daardoor kartels.”

    Nee, de vrije markt was er het eerst. Mensen waren grotendeels zelfvoorzienend en ruilden wat ze over hadden met de buren.

    Om zich tegen plunderaars te beschermen begonnen ze structureel samen te werken. De handhaving van de rechtsorde is een van de oudste functies waarom mensen een overheid hebben opgericht.

    Zie ook:

    http://www.libertarianfaq.org/index.php?title=What_is_the_history_of_the_state%3F

    http://www.libertarianfaq.org/index.php?title=Government

    Jorge [26] reageerde op deze reactie.

  24. @Peter de Jong [22]:
    “Welke kunstmatige schaalvoordelen bestaan er in een vrije markt?”

    Als een volledig vrije markt gelijkstaat aan een samenleving zonder een inmengende overheid dan bestaan er geen kunstmatige schaalvoordelen.

    “Wat verhindert kartelvorming in een vrije markt?”
    Aangezien er dus geen kunstmatige schaalvoordelen meer bestaan en natuurlijke schaalvoordelen voor zover nog aanwezig gecompenseerd worden door schaalnadelen bestaan er ook geen grote bedrijven. Dit zorgt ervoor dat er in practisch elke sector een grote hoeveelheid kleine bedrijven met elkaar concurreert. Met zoveel concurrenten is het onmogelijk blijvende prijsafspraken te maken en kunnen kartels onmogelijk ontstaan.

    “De distributiekosten in een vrije markt zijn per product altijd lager bij een groot bedrijf dan bij een klein bedrijf.”

    Je had het over vaste kosten die omlaag gaan. Hieruit en uit de rest van je verhaal maak ik op dat je het hebt over grote fabrieken op een beperkt aantal lokaties voor bepaalde producten. Als dat gebeurt gaan de distributiekosten omhoog omdat deze bedrijven landlijk of wereldwijd distributeren. Hoe kan zo een bedrijf qua distributie kosten concurreren met een werkplaatsje dat alleen levert bij hun in de wijk of buurt. Zeker dus in een vrije samenleving waar niet allerlei verkapte subsidies op transport bestaan. De distributiekosten in een vrije markt zijn dus per product altijd hoger bij een groot bedrijf dan bij een klein bedrijf

    “Waarom vind je in het genoemde inkoopvoorbeeld een kwantumkorting van 10% overdreven?”

    Kort gezegt bestaan er in een vrije samenleving geen winstmarges van 10% dus bestaan er ook geen leveranciers die een korting van 10% kunnen geven. Bovendien als je groot wilt inkopen moet er eerst een grote leverancier bestaan en het bestaan daarvan trek ik in twijfel.

    “Zo’n organisatie kan onbeperkt groeien zonder dat de afstemmingskosten toenemen.”

    Ik weet niet of we het over hetzelfde hebben. Geef eens een voorbeeld van zo een bedrijf. Google? Wat bedoel je met afstemmingskosten?

    Peter de Jong [28] reageerde op deze reactie.
    Peter de Jong [29] reageerde op deze reactie.

  25. @Peter de Jong [24]:
    Dit hangt een beetje af van wat je definities zijn.
    “De handhaving van de rechtsorde is een van de oudste functies waarom mensen een overheid hebben opgericht.”
    Het is de tweede reden. De belangerijkste reden is geloof ik ter bescherming tegen of het aanvallen van andere stammen. Oftewel oorlogsvoering en innemen van territorium. Maar dat valt een beetje buiten de discussie.

    Peter de Jong [33] reageerde op deze reactie.

  26. “Automatisering is alleen rendabel als de series groot zijn”
    Automatisering is overal aanwezig. Het staat niet 1 op 1 met schaalvoordelen. Bijna elk bedrijf heeft bijvoorbeeld een computer. Sterker nog in Nederland heeft bijna iedereen een computer.
    “Daarom zie je in kleine bedrijven nog steeds veel handwerk. De productiviteit in kleine bedrijven ligt dan ook laag.”
    Maar ze maken ook minder kosten, zijn flexibeler, de kwaliteit is vaak beter, ze zijn persoonlijker etc.

    Seriegroote kan ook verhoogd worden door arbeidsverdeling en nogmaals dat kan dus ook buiten een groot bedrijf in de vrije markt tusen individuen. Hetzelfde geldt voor het opdoen van routine.

    Peter de Jong [33] reageerde op deze reactie.

  27. @Jorge [25]: “Met zoveel concurrenten is het onmogelijk blijvende prijsafspraken te maken en kunnen kartels onmogelijk ontstaan”

    Dat klopt voor wat betreft de verkoopprijzen. Het kartel zit boven de normale marktprijs. Die hoge winstmarge trekt nieuwe aanbieders aan. Als de nieuwe aanbieder onder de kartelprijs gaat zitten trekt hij de markt naar zich toe. Het kartel verliest dan marktaandeel en de winst van iedere deelnemer daalt. De individuele deelnemers kunnen hun winst alleen nog vergroten door met elkaar te gaan concurreren en zo marktaandeel terug te pakken. Het kartel valt dan uiteen.

    Bij de inkoopprijzen echter werkt het anders. Een onafhankelijke producent die leveranciers of arbeiders meer biedt dan het kartel heeft hogere kosten en kan dus gemakkelijk door het kartel worden weggeconcurreerd. Het is voor onafhankelijke aanbieders daarom aantrekkelijk zich bij het kartel aan te sluiten.

    “Hoe kan zo een (groot) bedrijf qua distributie kosten concurreren met een werkplaatsje dat alleen levert bij hun in de wijk of buurt?”

    Omdat de uurlonen in China en India 50 keer zo laag liggen als hier in NL. Als het dan om producten met veel toegevoegde waarde gaat, of kleine en lichte zaken, dan kan je die de halve wereld rond slepen en ze nog voor de helft van de prijs in NL aanbieden. Vergeet niet dat moderne containerschepen een zeer lage tonkm-prijs hebben. Daar kan een bestelauto van DHL nooit tegenop.

    Jorge [30] reageerde op deze reactie.
    Jorge [40] reageerde op deze reactie.

  28. @Jorge [25]: “Kort gezegd bestaan er in een vrije samenleving geen winstmarges van 10%”

    Hoe kom je daar bij? Waarom zou er een grens aan de winstmarge zijn? Er is in een vrije markt wel volop concurrentie, maar ieder bedrijf zal zijn eigen specifieke productmix in de markt zetten. Lukt dat goed dan kan een concurrent die markt niet meer op en kan je vragen wat je wil. Denk aan sterke merken zoals Coca Cola en Apple.

    Je ziet dat ook in de zakelijke dienstverlening. Specialisten hebben vaak heel specifieke kennis en vaardigheden. De markt heeft daar zeer veel geld voor over terwijl de kosten die de specialist moet maken laag zijn. Zijn winstmarge is dan gigantisch (vergelijk een schilderij dat op de rommelmarkt voor 100 euro te koop is en dat je herkent als een echte Rembrandt).

    “Geef eens een voorbeeld van zo een bedrijf. Google? Wat bedoel je met afstemmingskosten?”

    Afstemmingskosten zijn de overhead die je nodig hebt om de hele organisatie dezelfde richting op te krijgen. Dat is de functie van de diverse managementlagen. Bij ouderwetse multinationals gaat dit gecentraliseerd en top-down, bij moderne globals gedecentraliseerd en bottum-up. De RvB en de CEO scheppen slechts het (financiële) kader en de lange termijn strategie.
    Iedere sector (van voedsel, transport, infrastructuur, energie, ICT en media, etc) kent moderne globals.

    Een goed NL voorbeeld van eind vorige eeuw was softwarebedrijf BSO opgericht door de inmiddels overleden Eckart Wintzen. Die hanteerde de celfilosofie die moderne globals ook gebruiken. Een afdeling wordt nooit groter dan 50 medewerkers. Daarna splitst deze zich af en vormt de organisatie een nieuwe cel.

    Zie ook:
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Celfilosofie

    Jorge [32] reageerde op deze reactie.

  29. @Peter de Jong [28]:
    “Omdat de uurlonen in China en India 50 keer zo laag liggen als hier in NL. Als het dan om producten met veel toegevoegde waarde gaat, of kleine en lichte zaken, dan kan je die de halve wereld rond slepen en ze nog voor de helft van de prijs in NL aanbieden.”
    Dat staat totaal los van de kosten van de distributie die ook (juist) in dit geval hoger. Het verschil in uurloon kan overigens alleen bestaan door de lage arbeidsmobiliteit die weer veel hoger is in een echte vrije samenleving.
    “Vergeet niet dat moderne containerschepen een zeer lage tonkm-prijs hebben. Daar kan een bestelauto van DHL nooit tegenop.”
    Toch moet iemand ooit in de auto stappen om de producten te af te halen of te bezorgen. Zelfs de supermarkt zit niet altijd meer zo dichtbij. Hoe je het of went of keert en hoe goedkoop containerschepen relatief ook zijn de distributiekosten zijn lager voor een bedrijf dat zeer lokaal produceert en levert (binnen) de wijk dan een bedrijf dat wereldwijd of landelijk levert.

Comments are closed.