Een recentelijk vertaald artikel van Gonzalo Lira, een Chileen wiens familie aan de lijve hyperinflatie heeft meegemaakt, gaat over hoe hyperinflatie gebeurt en wat er door verandert in de samenleving.
Het gezicht van de hyperinflatie
Geavanceerde Westerse economieën hebben geen ervaring met hyperinflatie – behalve dan met die van de Weimarrepubliek in de jaren 1920. […] Hoewel er vele andere hyperinflatoire gebeurtenissen waren in de 19de eeuw en daarvoor, hebben de geavanceerde economieën pas na de Weimar-ervaring hun lesje geleerd. Helaas hebben ze het zo goed geleerd… dat het vergeten werd.
Mijn persoonlijk verleden geeft mij een beetje voorsprong in deze discussie: gedurende de periode 1970-’73 brak in mijn thuisland Chili hyperinflatie uit. Die werd veroorzaakt door het mislukte en corrupte beleid van Salvador Allende en zijn Populaire Eenheidsoverheid. Waar ik zelf nog te jong was om de hyperinflatie uit de eerste hand mee te maken, hadden mijn familie en een aantal van mijn oudere vrienden echte nachtmerries aan de Allende-periode overgehouden.
Hoewel de hyperinflatie in Chili 40 jaar geleden veroorzaakt werd door volledig andere factoren dan deze die volgens mij in Amerika hyperinflatie zullen teweegbrengen, is een kleine omweg doorheen deze periode in de geschiedenis nuttig om te zien hoe we met onze eigen precaire situatie kunnen omgaan.
Hoewel de hyperinflatie in Chili veroorzaakt werd door totaal andere factoren dan wat hier nu gebeurt, is een kleine omweg doorheen deze periode nuttig om te zien hoe we met onze eigen precaire situatie kunnen omgaan.
1970 was het jaar waarin Salvador Allende door ruwweg één derde van de bevolking tot president werd verkozen. De rest van de bevolking had haar stemmen ongeveer gelijkmatig verdeeld tussen de centrumgerichte Christen-Democratische kandidaat en de centrumrechtse kandidaat. Allende’s overwinning was dus een gelukstreffer.
Ondanks wat de huidige vleiende geschiedsschrijvers vandaag zouden beweren, was Allende alles behalve een gematigde politicus: hij was een hardleerse socialist die aan het hoofd stond van een harde linkse coalitie genaamd de Unidad Popular—de Populaire Eenheidspartij (UP, uitgesproken “oe-peh“). Deze coalitie—Socialisten, Communisten, en samengestelde Linkse partijen—namen de administratie van het land in handen, en voerden in snel tempo verschillende “hervormingen” door, ontworpen om Chili “op de weg naar het socialisme te zetten”.
Die weg naar het socialisme begon met de onteigening van grondbezitters, vaak met geweld, om de gronden daarna onder de arbeiders te verdelen. Bedrijven en mijnen werden genationaliseerd ofaan de arbeiders gegeven. Allende en zijn ‘Unidad Popular-bandieten’ pikten er die boerderijen, bedrijven en mijnen uit van wie de eigenaars (oftewel die “bloeddorstige kapitalisten”) eerlijk met hun arbeiders omgingen, Over het algemeen werden de bedrijven van wie de eigenaars wandelen waren gestuurd, dus zeker niet slecht of inefficiënt gerund, integendeel.
De overheid van Allende zorgde er daarnaast ook voor dat managementsposities in de genationaliseerde bedrijven ingevuld werden door aanhangers van de UP—een eerste stap in het implementeren van een Leninistisch regime, waarbij de UP “politieke controle” zou uitoefenen over de productie- en distributiemiddelen. Uit zijn toespraken en handelingen is op te maken dat Allende een Maoistisch-Leninistisch regime wilde opzetten, met zichzelf daarin als hoogste leider.
Eén van de belangrijkste beleidsmaatregelen die Allende ten uitvoer bracht, waren de prijs- en loonreguleringen. Om de arbeiders gunstig te stemmen en ze aan zijn kant te krijgen, ging Allende’s regime de prijzen van basisgoederen en -diensten bevriezen, en liet het de lonen bij wet verhogen.
In het begin werkte deze maatregel fantastisch: arbeiders bezaten meer geld, terwijl de goederen en diensten nog steeds aan de oude lage prijzen verkrijgbaar waren. Niets dan rozengeur en maneschijn dus voor de arbeiders.
Als reactie op de maatregelen ging men verwoed winkelen, waardoor de winkels al gauw waren leeggekocht.
Als reactie op deze maatregelen gingen ze verwoed winkelen, waardoor de winkels en depots van consumentengoederen en basisprodukten al gauw waren leeggekocht. Allende en de UP-overheid beweerden vervolgens dat het de rechtse, antirevolutionaire “acaparadores”—vrekken en hamsteraars—waren die de consumentengoederen achterhielden, weg van de arbeiders.
Juist, ja.
Ondertussen gingen private bedrijven—gedwongen om hogere lonen uit te betalen onder dezelfde prijsstructuren —in sneltempo failliet; waarop ze, uiteraard,”in naam van het volk” door de Allende-overheid werden overgenomen. Zodoende gingen zelfs de sleutelindustrieën van het land steun trekken van de overheid, en werden ze, om aan de interne vraag te voldoen, gedwongen om hun nijverheid in een verlieslatende situatie te blijven verder zetten Wanneer er geld tekort was, beval de Allende-overheid eenvoudigweg om geld bij te drukken en om de nieuwgedrukte escudo’s onder de nu door de overheid gecontroleerde bedrijven te verdelen, die daarmee hun arbeiders betaalden.
Zo begon in Chili de hyperinflatie.
Enerzijds beschikten arbeiders over veel cash, anderzijds waren er geen goederen meer om dat geld aan te spenderen. De armoede veroorzaakte sociale onrust
Allende’s overheid installeerde daarop in sneltempo de Juntas de Abastecimiento y Control de Precios (“Vakbonden ter Regulering van Aanbod en Prijs”, bekend als JAP). Het waren lokaal gevormde bestuursraden die uit loyale Partijleden bestonden, en die per buurt beslisten wie consumentengoederen kon krijgen, en wie niet. Uiteraard genoten andere UP-loyalisten de voorkeur—deze aanhangers van Allende ontvingen maaltijdcheques oftewel voedselbonnen, waarmee ze consumentengoederen en basisproducten konden aankopen.
Allende maakte handig gebruik van deze nieuwe machtspositie en zorgde ervoor dat mensen die hem of zijn UP-overheid niet gunstig gezind waren, te weinig of helemaal geen voedselbonnen kregen indien ze hun oppositie tegenover het Allende-regime en het politieke beleid publiek kenbaar maakten.
Al gauw ontstond er een zwarte markt in goederen en voeding. In het begin aanvaardden deze zwarte markten nog escudo’s, maar naarmate de overheid van Allende steeds meer escudo’s in circulatie bracht weigerden de handelaren op de zwarte markt tegen het einde van 1972 uiteindelijk nog langer escudo’s te accepteren. Hun mantra werd “Sólo dólares“: enkel dollars.
En daarmee werd de hyperinflatie in Chili keiharde realiteit. […]
Als inflatie toeslaat, verkopen mensen alles wat ze hebben om aan de basisbehoeften te voldoen.
Eén van de gevolgen van Chili’s hyperinflatie was het ineenklappen van de prijzen van de bezittingen.
Dit lijkt contra-intuïtief. Immers, als de prijzen van consumptiegoederen en basisprodukten stijgen in een hyperinflatoire omgeving, dan zouden de prijzen van de bezittingen van mensen toch ook moeten stijgen, niet? Aandelenprijzen zouden moeten stijgen in prijs—aangezien er nu met meer geld geboden wordt op hetzelfde aantal aandelen. Vastgoedprijzen zouden ook moeten stijgen—om dezelfde reden. Toch?
Eén van de gevolgen van Chili’s hyperinflatie was het ineenklappen van de prijzen van de bezittingen. [Immers,] om in je eigen basisbehoeften te voorzien, ben je uiteindelijk bereid alles op te offeren.
Het feitelijke antwoord is nee,-en wel om deze eenvoudige reden: eens zelfs aan de basisbehoeftes niet wordt voldaan, en dit gedurende een langere tijdsperiode, dan zal eender welk goed vrijwillig en onmiddellijk worden opgeofferd om aan die basisbehoefte te voldoen.
Simpel gezegd: als je dood ging van de dorst in het midden van de woestijn, zou je dan, in ruil voor een paar liter water, je familiejuwelen opgeven? Het antwoord is uiteraard ja. Om in je eigen basisbehoeften of die van je gezin te voorzien, ben je uitei ndelijk bereid alles-onmiddellijk-op te offeren.
Als gevolg van deze steeds verergerende situatie in 1972 en doorheen 1973 klapte Chili’s aandelenmarkt in elkaar, net zoals de huizenmarkt en alle andere markten, omdat mensen ofwel hun goederen verkochten om basismiddelen en voedsel op de zwarte markt te kopen, of om het land te verlaten. Geen enkel goed ontsnapte aan deze algemene verkoop—ze was overal en totaal.
Laat ons nu terugkeren naar de mogelijkheid van hyperinflatie in de Verenigde Staten:
Als de markt voor staatsobligaties plots in elkaar viel, dan zouden verkopers (zoals ik in een eerder artikel beargumenteerde) hun geld incasseren en dit in grondstoffen investeren. Mijn redenering was dat de mensen een veilige plaats zouden zoeken voor hun activa, een plaats waar de waarde ervan bewaard bleef. Wanneer staatsobligaties daar niet langer eenveilige haven voor zouden zijn, dan investeerden mensen in de tweede beste optie, zijnde de onvergankelijke grondstoffen—voornamelijk edele en industriële metalen en olie.
De mensen die het niet eens waren met mijn standpunt, benaderden de kwestie op vele verschillende manieren. In essentie kwam het erop neer dat grondstoffen en edelmetalen geen intrinsieke waarde zouden hebben.
En dat klopt inderdaad. Strikt genomen hebben enkel zuurstof, voedsel en water intrinsieke waarde voor mensen—al het andere is luxe en heeft een arbitraire en relatieve waarde.
In tijden van hyperinflatie kan goud en zilver dienen als geld.
Historisch gezien echter, werden zowel goud als zilver toch steeds als waardevol aanzien. Theoretische of wiskundige constructen die de waarde van goud en zilver rechtvaardigen laten we even buiten beschouwing. Laat het ons bekijken vanuit een praktisch standpunt: als ik naar een boer trok met vijf ounce zilver, zou hij me dan een zak graan geven? Waarschijnlijk. Als ik hem een tweetal ounce goud bood voor twee of drie varkens, zou hij ze me geven? Opnieuw, waarschijnlijk.
Waar mensen met elkaar samenleven is er een nood om te ruilen. Waar er nood is om te ruilen, zal gauw een ruilmiddel gevonden worden. Goud en zilver (en koper en staal en andere metalen) hebben dat doel letterlijk millennia lang gediend, om daarna door papier vervangen geworden te zijn.
Op dit moment bestaan er twee vormen van papiergeld: feitelijke dollars en staatsobligaties. De ene vorm is een ruilmiddel, de andere is een bewaarplaats voor waarde.
Als de prijs van staatsobligaties—de bewaarplaats voor waarde—in elkaar klapte, en de Federal Reserve [Amerikaanse Centrale Bank]—zoals ik voorzie—alle mogelijke middelen inzette om ten minste in het begin de prijzen ervan op te peppen, zouden die verkopers die erin zijn geslaagd om hun staatsobligaties verkocht te krijgen dan terugkomen en in nog obscuurder stukjes papier, zoals aandelen, REIT’s of zelfs ETF’s van edele metalen investeren?
Als plots zelfs de veiligste van alle investeringen onveilig is geworden, wie zal zich dan nog wagen aan een nog onveiliger investering, zoals aandelen of bedrijfsobligaties of ETF’s? Wat is er nog crashproof als zelfs de staatsobligaties crashen?
Nee, dat zouden ze niet: ze zouden de staatsobligaties verlaten—zogezegd de “veiligste” investering die bestaat—en in nog iets veiliger beleggen—iets dat nog tastbaarder is: feitelijke grondstoffen. Geen ETF’s, zelfs geen futures (of iets anders waarbij er ‘counterparty risk’ komt kijken)—verkopers van staatsobligaties zouden investeren in feitelijke, tastbare grondstoffen. Als plots zelfs de veiligste van alle investeringen onveilig is geworden, wie zal zich dan nog wagen aan een nog onveiliger investering, zoals aandelen of bedrijfsobligaties of ETF’s? Wat is er nog crashproof als zelfs de staatsobligaties crashen?
Dat is de reden waarom mensen bij paniek rond de staatsobligaties voor grondstoffen zouden kiezen. Het is het gevolg van een vlucht naar plaatsen waar waarde veilig kan gestockeerd worden. Toen de aandelenmarkten in de herfst van 2008 crashten, kochten de verkopers staatsobligaties omdat dit dan gezien werd als de veiligste haven. Grondstoffen deden het relatief slecht—goud kreeg een tikje, net zoals de andere edelmetalen—maar staatsobligaties knalden de hoogte in toen de aandelenmarkten crashten.
Maar wat als de staatsobligaties—de ultieme bewaarder van waarde—crashten? Als de laatste zekere optie in waardehoudende papier en activa in waarde kelderde, waar zouden mensen dan heen gaan om waarde zowel te stockeren als om te zorgen dat die waarde altijd beschikbaar bleef?
Grondstoffen.
En het is net die vlucht naar grondstoffen die volgens mij hyperinflatie teweeg zal brengen.
Nu, ik zei dat ik twee vragen zou beantwoorden—de één was waarom grondstoffen het in een paniek rond de staatsobligaties en een daaropvolgende hyperinflatie beter zouden doen dan alle andere vermogenscategorieën.
De andere vraag was, “Waar komen alle centen vandaan kachel in de winter te verwarmen eens de hyperinflatie toeslaat?”
De eerste golf dollars onder hyperinflatie zal afkomstig zijn van de spaarrekeningen van de burgers.
Als de staatsobligaties crashen, en de markten richting grondstoffen vluchten, dan zullen de prijzen voor de consument met de pet stijgen—dit zou geen controversiële redenering mogen zijn. Wat zouden consumenten doen, met benzineprijzen die plots veel hoger zijn, en veel hogere voedselprijzen? Simpel. Ze zullen hun spaarvarkens openslaan, wat die spaarvarkens ook mogen zijn: bedrijfjes, de aandelen die ze hebben, enz.
Maar als de hogere consumentenprijzen blijven aanhouden—of verergeren—wat zal er dan gebeuren met de 320 miljoen Amerikaanse consumenten? Ze zullen meer benzine nu beginnen kopen, liever dan te wachten tot morgen—en de markt zal hierop reageren. Hoe? Op twee manieren: de prijzen van grondstoffen zal nog sterker stijgen—en de prijzen van de verschillende activa zullen nog sterker dalen.
Laten we opnieuw het beeld gebruiken van de man in de woestijn, de diamanten, en het water: Als de Westerse consumenten bij de benzinepomp en in de supermarkt steeds hogere prijzen zien, zullen ze alles verkopen om er benzine mee te kopen, stookolie en voedsel. De crash van de staatsobligaties zal op die manier worden voortgezet door de gemiddelde consument—van de beursvloeren naar de winkelstraten en woonwijken, door verdriedubbelde benzineprijzen en stookolieprijzen.
Alle andere consumentengoederen zouden snel daarop volgen in het zog van benzine, stookolie en voedsel.
Wanneer men palliatief papiergeld begint bij te drukken, dan betekent dit dat we in de laatste stadium van hyperinflatie zijn aangekomen—het is wat gebeurt wanneer rationele mensen zouden moeten beseffen dat de crisis bijna voorbij is, en dat de normalisering om de hoek ligt.
In het stukje Chileense geschiedenis hierboven beschreef ik hoe de overheid onder Allende escudo’s bijdrukte om de tekorten die bij de genationaliseerde bedrijven werden gemaakt bij te passen, tekorten die ontstonden door het beleid van steeds hogere lonen met vastgezette prijzen.
Dat is een volstrekt andere route naar hyperinflatie dan diegene die volgens mij de Amerikaanse economie zal nemen—maar eens de Amerikaanse economie in hetzelfde straatje terechtkomt, zullen de effecten van hyperinflatie exact hetzelfde zijn: Mensen zullen proberen weg te raken uit allerhande beurs- en staatspapier om de grondstoffen zelf in handen te krijgen. Om het even in economistentaal te zeggen, de circulatiesnelheid van het geld zou naar oneindig evolueren, omdat enerzijds de geldvoorraad (in het begin) constant blijft, en dat anderzijds (want iedereen vlucht in de reële goederen) het aggregaat aan transacties de lucht in schiet.
Zouden we op dat punt overheidsinterventie mogen verwachten? Zeker weten—mensen zullen erom schreeuwen. Zou men het voedsel beginnen rantsoeneren? Waarschijnlijk, en waarschijnlijk via het huidige voedselbonnen-/maaltijdchequeprogramma. Militairen op straat, die de benzinestations en supermarkten beschermen? Een avondklok om plunderingen te voorkomen? Palliatief geld bijdrukken? Ja, ja, en zeer waarschijnlijk ja.
Die laatste maatregel, het palliatief bijdrukken van geld: daar draait het om. Wanneer men palliatief papiergeld begint bij te drukken, dan betekent dit dat we in de laatste stadium van hyperinflatie zijn aangekomen—het is wat gebeurt wanneer rationele mensen zouden moeten beseffen dat de crisis bijna voorbij is, en dat de normalisering om de hoek ligt. Maar dit stadium zal verdorie zeer lelijk zijn.
Als het geld waardeloos wordt, vraagt de bevolking om nog meer interventies.
Het palliatieve bijdrukken van geld zal gebeuren wanneer de overheid simpelweg geen andere mogelijkheden meer heeft. Slimme economen zullen op het nieuws komen en betogen dat “De omloopsnelheid van het geld is de economie aan het vernietigen—we moeten de geldvoorraad doen toenemen!”. Het zal logisch klinken, maar het palliatieve bijdrukken van geld zal een beleidsmaatregel zijn die uit paniek geboren is. De laatste beleidsoptie. Deze zal niet worden genomen vanwege één of ander duister complot—herinner mijn aforisme “Wijt nooit aan kwaad opzet wat kan uitgelegd worden door incompetentie.” Dit beleid zal worden uitgevaardigd uit angst en paniek.
Een hele kudde idioten in Washington zal dus beginnen schreeuwen, eens ze deze vreselijke crisis zich zien ontwikkelen, om nieuw gedrukt dollargeld—en hun redenen zullen perfect rationeel klinken, ik hoor ze nu al bijna: “We moeten cash geld in de handen van Jan met de Pet krijgen, zodat hij voedsel en stookolie kan kopen voor zijn gezin! We kunnen Amerikanen toch niet laten verhongeren en doodvriezen!?”
Op die manier zal men beginnen met het palliatieve bijdrukken van geld—vandaar dat het gemiddelde Amerikaanse gezin waarschijnlijk bundels van 100-dollarbiljetten zal gebruiken om het haardvuur op te stoken in die hyperinflatoire winter.
Hoera.
Dit apocalyptische scenario is zowel beangstigend als spannend… Om precies dezelfde reden dat rampenfilms zo populair zijn. Explosies met rondvliegende stukken zijn supercool! Daarom krijgt Roland Emmerich zo’n vet salaris, de goede man.
Maar voor redelijke mensen is de Apocalyps bijzaak—het is niet het belangrijkste wat er gebeurt. Voor redelijke mensen die voorbereid willen zijn, betekent een tijd van Apocalyps een tijd van mogelijkheden.
Tijdens hyperinflatie zal vastgoed altijd ontwaarden.
Een waargebeurd verhaal: In 1973, op het hoogtepunt van de inflatie die door Allende was voortgebracht, kreeg een oom van me, die toen student was aan de hogeschool, een appartement aangeboden in ruil voor zijn auto. Inderdaad, een appartement. Zijn auto was een kleine rammelende Fiat 147—zo krakkemikkig als wat—maar auto’s in Chili waren zo zeldzaam in het midden van de hyperinflatie, dat men hem in ruil een appartement aanbood. Tot op de dag van vandaag vertelt mijn oom het verhaal, met veel spijt, omdat hij het aanbod afwees: “Die Fiat lag op het schroot tegen het jaar ’78, maar het appartement is er nog steeds! En vandaag is het bijna een half miljoen dolllar waard!” Ik denk eigenlijk dat het best wat meer waard is dan dat.
Een ander waargebeurd verhaal: een vriend van me is bankier en hij beheert het vermogen van een bijzonder rijke heer van in de 70 jaar oud, die ik hier Alfredo noem. In 1973 was Don Alfredo een jonge man, aan het begin van zijn leven, met een ingenieursdiploma maar zonder geld—tot hij 3000 dollar erfde van een overleden tante. Alfredo besefte dat de $3000 in feite waardeloos was: Hij kon er niets substantieels mee kopen, en het was niet genoeg om er het land mee te verlaten en elders iets nieuws te beginnen. Zelfs toen was $3000 niet zoveel geld.
Dus wat deed hij? Hij nam die $3000, trok ermee naar de beurs, en spendeerde alles aan individuele aandelen van Chileense bedrijven: Mijnbouwbedrijven, Chemiebedrijven, Papierbedrijven, enzovoort. Deze aandelen werden voor een appel en een ei verkocht—minder dan “penny stocks” zelfs—door het desastreuze beleid van de Allende-regering. Zijn beursmakelaar bezwoor hem geen aandelen te kopen, aangezien de overheid onder Allende, zo dacht men, ook binnenkort deze bedrijven zou nationaliseren.
Binnen het jaar steeg de waarde van Alfredo’s aandelen met een factor tien. Sindsdien zijn ze duizenden keren vermenigvuldigd in waarde —inderdaad: duizenden keren.
Alfredo negeerde wat zijn makelaar hem vertelde, en kocht de aandelen toch: hij spendeerde de volledige $3000 aan dozen vol praktisch waardeloze aandelen.
Op 11 september 1973 pleegden de bewindvoerders van de vier takken van het Chileense leger een staatsgreep. Binnen het jaar steeg de waarde van Alfredo’s aandelen met een factor tien. Sindsdien zijn ze duizenden keren vermenigvuldigd in waarde —inderdaad: duizenden keren. Don Alfredo leeft sindsdien van die belegging van 3000 dollar—het is de reden waarom hij vandaag multimiljonair is.
Toen hij de aandelen kocht besefte hij weliswaar dat ofwel de bedrijven waarin hij investeerde door Allende zouden worden genationaliseerd—wat zou betekenen dat zijn volledige erfenis van $3000 zou verliezen, maar wat zijn toekomst niet zo erg zou veranderen—of dat de situatie in Chili zich op één of andere manier zou normaliseren. Aangezien hij niets wezenlijk kon kopen met de $3000, maakte hij een gok—en hij won.
Wat leren deze twee verhalen ons?
Eenvoudig: Koop wanneer de straten vol bloed liggen.
Dat is het beroemde gezegde van Baron de Rothschild—maar het verbergt een levensbelangrijk inzicht, een inzicht dat misschien wel nog meer moet benadrukt worden dan Rothschilds leuze: Zelfs te midden van de Apocalyps zullen de zaken ten goede keren.
Dit is iets wat mensen eenvoudigweg niet lijken te begrijpen. Het is in feite om deze reden dat tieners tragischerwijze zelfmoord plegen over een jongen of meisje: Ze realiseren zich niet dat, hoe erg de dingen er nu ook uit zien, ze later beter zullen worden. Nogmaals:
Zelfs te midden van de Apocalyps zullen de zaken ten goede keren.
Als de staatsobligaties ten onder gaan en grondstoffen de lucht in schieten, dan zal de samenleving niet in een anarchistische doodsput verzinken. Op z’n ergst zal het gedurende drie of vier jaar de hel zijn—economische hel. Financiële hel. Maar dan zullen de zaken terugkeren naar een genormaliseerd niveau.
Ik herhaal dit inzicht niet als een holle troost voor mijn lezers —Het is mijn suggestie dit te gebruiken als beleggingsstrategie. Wanneer de dingen op hun allerkrankzinnigst zijn, wanneer iedereen gelooft dat de Apocalyps eraan zit te komen, dat is wanneer de dingen op punt staan beter te worden. Dit is van toepassing op iedere situatie—inbegrepen en in het bijzonder bij een hyperinflatoire depressie.
Waarom? Het is eenvoudig: omdat hyperinflatie—per definitie—niet kan blijven duren.
Omdat mensen een stabiele middel om te ruilen nodig hebben. Als dus het geld in de rook van het hyperinflatoire vuur opgaat, dan zal er uiteraard een periode van verschrikkelijke instabiliteit zijn—maar deze zal voorbijgaan. Ofwel zal het geld op een bepaalde manier in ere hersteld worden (zoals Volcker in 1980-’82 de dollar uit de dood terugbracht). Ofwel zal het (papier)geld volledig en onherroepelijk stukgaan—en dan door iets anders worden vervangen.
Dit omdat—we benadrukken—mensen niet kunnen zonder een stabiel middel om te ruilen.
Als de staatsobligaties ten onder gaan en grondstoffen zo hoog de lucht in schieten dat ze de dollar in feite in elkaar rammen, dan zal de samenleving niet in een anarchistische doodsput verzinken. Op z’n ergst zal het gedurende drie of vier jaar de hel zijn—economische hel. Financiële hel. Maar dan zullen de zaken terugkeren naar een genormaliseerd niveau.
Het is goed mogelijk dat deze nieuwe “normale” situatie een aantal onsmakelijke kantjes zal hebben. Ik ben doorgaans een pessimist, en als ik de geschiedenis er op nasla dan zie ik dat bijna iedere periode van hyperinflatie gestabiliseerd werd door een vorm van autocratische of totalitaristische overheid. De Verenigde Staten heeft momenteel alle wettelijke beslissingen en praktische hulpmiddelen voor handen om de overgang naar een autoritair of totalitaristisch regime snel te maken, mocht het land door een crisis gaan: De zogenaamde PATRIOT-wetgevingen, het Departement van Homeland Security, de de facto afschaffing van het principe van habeas corpus, etc.
Wat ik wel weet is dat:
Eén, er zal een hyperinflatoire periode komen, na de crash van de staatsobligaties;
Twee, grondstoffen zullen de plaats zijn waar economische waarde zal bewaard worden;
Drie, alle vermogensklassen zullen op korte tijd in elkaar klappen;
en Vier—het allerbelangrijkste—de samenleving zal niet samen met de dollar in elkaar storten. Ze zal rondstrompelen als een dronken matroos, maar uiteindelijk zal ze zich rechttrekken en zal een nieuw niveau van stabiliteit bereikt worden waardoor men weer verder kan.
Gedurende de fase van het strompelen, zullen zich kansen voordoen. Ik hoop dat ik uitgelegd heb waarom.
——————————————————-
Vertaling: goldonomic.be
Lees hier het originele artikel “Hyperinflation, What it Will Look Like“
Wie dit artikel gesmaakt heeft, zal waarschijnlijk ook ons artikel “Inflatie in Frankrijk: De Belangrijkste Geschiedenisles die U Nooit Kreeg” appreciëren. Het is een bespreking van de periode net vòòr de Franse revolutie, en een analyse van de opmerkelijke gelijkenissen met vandaag.
Dank je wel voor dit artikel. Had ‘m al eens gelezen maar kon het niet meer terugvinden.
Heel fijn!
goed artikel, ik meen dit eerder of sterk vergelijkbaaar verhaal gelezen te hebben ook door een chileen op glp.
Het leest wat wazig (veel herhaling van letterlijk dezelfde teksten), maar het zijn interessante gedachten. Of feiten zelfs 😉
Zelf kijk ik, misschien wat masochistisch, uit naar een moment dat alles in elkaar dondert. Het gebeurt sowieso in mijn leven dus liever nu dan morgen!
Die 230 miljoen Amerikanen hebben meer schuld dan spaargeld.
Mijn grote vraag blijft na dit verhaal nog steeds onbeantwoord.
Wat gebeurd er met de schuldbrieven. worden deze ook waardeloos of zit daar een hefboom aan?
Een domme vraag misschien, maar ik begrijp niet zo goed waarom obligaties kunnen crashen.
De overheid kan toch altijd geld bijdrukken om de obligaties terug te betalen ?
Hoe kunnen obligaties dan crashen ?
Ron A te A [9] reageerde op deze reactie.
Armin [10] reageerde op deze reactie.
Wat een goed verhaal (wel lastig te lezen) Ik acht de kans op een hyperinflatie zeker realistisch. Iedere dag wordt er met zand in mijn ogen gestrooid als ik de media beluister. Maar juist daarom wordt ik elke dag bevestigd dat misschien niet morgen of overmorgen maar zeker op termijn een hyperinflatie scenario de enige uitweg is. Ik ben sinds enige regelmaat goud en zilver aan het kopen. Niet in hele grote baren maar kleinere eenheden zodat als ik ze nodig heb deze makkelijk kan inwisselen. Een goed adres is bijvoorbeeld http://www.doijerkalff.nl
Wat een goed verhaal (wel lastig te lezen) Ik acht de kans op een hyperinflatie zeker realistisch. Iedere dag wordt er met zand in mijn ogen gestrooid als ik de media beluister. Maar juist daarom wordt ik elke dag bevestigd dat misschien niet morgen of overmorgen maar zeker op termijn een hyperinflatie scenario de enige uitweg is. Ik ben op regelmatige basis goud en zilver aan het kopen. Niet in hele grote baren maar kleinere eenheden zodat, als ik ze nodig heb deze makkelijk kan inwisselen. Een goed adres is bijvoorbeeld http://www.doijerkalff.nl
@blue-coat [6]:
Omdat er (uiteindelijk) altijd een tegenpartij is betrokken die het “terugbetaalde” geld in omloop brengt. En als de hoeveelheid geld explosief groeit ten opzichte van een gelijkblijvende hoeveelheid goederen en diensten, heb je de poppen aan het dansen.
@blue-coat [6]: Tijd …
Als ik nu 100 euro/dollar uitgeef voro een obligatie, is dat winst, want ik krijg na een bepaalde duur die 100 terug met X% rente.
Echter wat nu als ik diezelfde tijd, de euro/dollar met Y% daalt in waarde door inflatie?
Ik heb dan slechts (X-Y)% winst. Je ziet zodra de inflatie meer is dan de rente, het verliesgevend is om nu obligaties te kopen. Immers tegen de tijd dat ik het geld terugkrijg is het geld al minder ward geworden.
In tijden van hyperinflatie is Y zo groot, dat mijn geld niets meer waard is. Ik wil er dus liever nu schrootwaarde voor hebben. Liever nu tegen dumpprijzen weg en nog iets krigen, dan straks vrijwel niets meer.
<bMAAR je ziet hier gelijk ook het enorme hiaat in dit artikel. Het Chili verhaal, net zoals Zimbawe en de Duitse mark waren gevallen waar de staat zélf de geldpers aanzette én bleef aanzetten. Men moet niet meer geld drukken, men moet exponentieel bijdrukken en blijven bijdrukken.
Dat is vandaag de dag niet meer het geval! Het geldsysteem is momenteel zo dat, dat niet kan. Let wel, de geldhoeveelheid kan nog steeds fors stijgen, maar niet meer actief door een gelddrukkende overheid. Men moet nu indirect via de rentestand en het opkopen van staatsobligaties geld bijmaken. Probleem is, dat dat process niet zelfversterkend is.
In tijden van economische tegenspoed, gaan mensen niet lekker geld lenen. En aangezien geld lenen de motor is van de geldschepping in ons stelsel, is dat een probleem. Nu kunnen overheden wel geld lenen, maar nog steeds moet men anderen zover krijgen om die dingen te kopen. Zelfs met een FED of ECB die daarnaa weer obligaties opkoopt, is dat een process dat stokt zodra men geen vertrouwen heeft in een land. Niemand koopt staatsobligaties in Zimbabwe en niemand kocht toendertijd Chileens obligaties.
Simpel gesteld: We constateerde net dat obligaties crashen bij hyperinflatie, maar als niemand obligaties wil, kan er geen geld bijgedrukt worden in ons stelsel, daar staten niet letterlijk meer geld kunnen bijdrukken.
We moeten oppassen dat we door onze eigen retoriek over geld bijdrukken, de realiteit niet vergeten.
Wat dus veel waarschijnlijker is, is dat er geen hyperinflatie optreedt in de vorm van Zimbabwe of Chili.
Dat wordt nog sterker, omdat in ALLE gevallen er een dictatoriale regering was, die mensen dwong in de eigen munt te handelen, grond onteigende, etc etc. Dat was in Chili, is in Zimbabwe en was in het Duitsland. Als dat niet zo is, stopt hyperinflatie omdat niemand de munt accepteerd. Men gaat in dollars handelen indien de ECB gaat bijdrukken, en men gaat in euros of pesos handelen indien de FED zich gaat misdragen. Mensen zoeken alternatieven en pas als die verboden zijn, kan hyperinflatie voortduren.
Met alle kritiek op de EU en UA, zal ieder weldenkend persoon moeten toegeven, dat dat nog steeds geen dictaturen zijn zoals Zimbabwe.
Wat wél kan, is een periode van hogere inflatie als gevolg van het geld dat op spaarrekeningen van banken, bedrijven en particulieren staat als gevolg van de lage rentes van de ECB, FED, en al die andere banken. ALs dat allemaal tegelijk vrij komt krijg je economische groei mét hoge inflatie. Op dat moment stijgen grondstoffen ook, zakken obligaties en ontwaart spaargeld. (Onroerend goed kan beide kanten op gaan.) Maar dat is geen zelfversterkend process en sterft vanzelf na enige tijd weer uit.
Sommige economen noemen dat ook hyperinflatie, maar je moet goed beseffen dat dat een geheel andere vorm van dan de Chileense.
ratiovincit.nl [12] reageerde op deze reactie.
“Als ik hem een tweetal ounce goud bood voor twee of drie varkens, zou hij ze me geven? Opnieuw, waarschijnlijk.”
Ik denk, dat hij denkt: “Die man heeft zo’n honger, dat hij mij die twee ounces ook wel wil geven voor een hamlapje.”
@Armin [10]:
“MAAR je ziet hier gelijk ook het enorme hiaat in dit artikel. Het Chili verhaal, net zoals Zimbabwe en de Duitse mark waren gevallen waar de staat zélf de geldpers aanzette én bleef aanzetten. Men moet niet meer geld drukken, men moet exponentieel bijdrukken en blijven bijdrukken.”
Nee. Gonzalo Lira schrijft dat de Fed de gedumpte US-Bonds van de banken zal opkopen (om te voorkomen dat die banken failliet gaan). Ze waren eerder al van de staat gekocht en doorgesluisd naar de banken in ruil voor hun balansrommel. Bernanke zal dat opkopen gewoon doen. Het nieuwe geld verdwijnt naar de grondstoffen en doet de prijzen omhoog knallen.
Andre NI [14] reageerde op deze reactie.
Armin [15] reageerde op deze reactie.
En moeten we nu goud kopen, dat de laatste tijd in prijs gedaald is? (In euro’s gerekend)
Armin [16] reageerde op deze reactie.
En ook ben ik niet zo zeker van die waardedaling van vastgoed.
@ratiovincit.nl [12]:
De FED heeft maar één ultiem doel: het redden van grote (sic!) banken.
Die banken zijn niet gebaat bij een kapot financieëel stelsel. Men (Bernanke c.s.) is ook niet gebaat bij een torenhoge inflatie die hun toekomst in gevaar brenkt.
Ze zullen op een gegeven moment ophouden met het opkopen van staatsschuld met nieuw gedrukt geld. Dat is het moment waarop souvereine staten met de neus op de feiten worden gedrukt: je kunt niet méér uitgeven dan je ontvangt. Gevolg: het (gedeeltelijk) bankroet van souvereine staten.
Dus: hyperinflatie lijkt me niet onmogelijk, wel onwaarschijnlijk. Hoge inflatie (tot 20%) lijkt wel aannemelijk te zijn.
http://www.youtube.com/watch?v=jGw3iuh82jo&feature=related
@ratiovincit.nl [12]: Nee. Gonzalo Lira schrijft dat de Fed de gedumpte US-Bonds van de banken zal opkopen (om te voorkomen dat die banken failliet gaan). Ze waren eerder al van de staat gekocht en doorgesluisd naar de banken in ruil voor hun balansrommel. Bernanke zal dat opkopen gewoon doen. Het nieuwe geld verdwijnt naar de grondstoffen en doet de prijzen omhoog knallen.
Klopt, maar dat stipte ik reeds aan in mijn – toegegeven lange – reactie.
Tenzij de overheid expotentieel gaat lenen en dan de FED/ECB dit 100% blijft opkopen kan er hyperinflatie ontstaan. Echter dat is zelfs binnen de ruime statuten van de FED (ECB is iets strikter) niet zomaar toegestaan. Ook het exponentieel uitgeven van staatsobligaties gaat niet gebeuren.
Ergo, hyperinflatie zoals in Chili gaat niet voorkomen.
Temeer nog dat mensen vrij zijn over te stappen naar andere munteenheden of opslagplaatsen voor kapitaal, waaronder goud. Om hyperinflatie mogelijk te maken, moet dat ook nog eens met staatsdwang voorkomen worden. Nog de VS, noch de EU heeft dat soort wetten.
Hoge inflatie ja, hyper nee. Zelfs dus theoretisch onmogelijk in ons huidige stelsel. Het is ook een van de argumenten geweest om centrale banken op te richten! Alle nadelen van centrale banken ten spijt – want ik ben er ook niet dol op – ze zijn net een stapje minder erg dan overheden die letterlijk aan de geldpers zitten zoals in Chili, het oude Duitsland en Zimbawe.
@Bud [13]: Probleem van goud is dat aankopen en verkopen vaak gepaard gaat met zeer hoge provisiekosten.
Verder heb je – zoals je zelf al aanstipt – een valutarisico als inwoner van een niet-dollar land. Dat kan uiterarad ook een valuta voordeel zijn. Als de Ieren of Grieken zich weer gaan misdragen, is het wellicht juist positief 🙂
Voordelen van goud zijn de schaarste, en dat bij herstel van de wereldeconomie het net zoals diverse andere commodities waarschijnlijk een forse vraagtoename gaat zien.
Goud kopen tegen hyperinflatie is onzinnig. Immers als je echte hyperinflatie hebt, zul jij je goud moeten verkopen aan de bakker en slager om niet om te komen van de honger. Plus dat de staat waarschijnlijk al lang met geweld het goud is komen ophalen. Hyperinflatie ging altijd gepaard met veel overheidsdiefstal en annexatie van kapitaal.
Als bescherming tegen ‘gewone’ hoge inflatie is het echter juist heel erg geschikt.
Aan de andere kant, zelfs als een particulier zijn gehele jaarinkomen in goud belegd, is dat nog niets als er een crisis komt. Als je je baan kwijt bent, moet je toch weer verkopen. Beleggingsstrategieen zijn enkel zinnig als het juist nét niet fout gaat (met jou)
@Armin:
Mensen die zelf hyperinflatie hebben meegemaakt zullen u ten stelligste tegenspreken. Goud en zilver bieden uitstekende bescherming tegen hyperinflatie.
Tijdens zo’n periode worden de premies op munten (goud en zilver) versus bullion hoger omdat die eersten handiger zijn voor dagelijks gebruik. In Argentinië betaalden mensen bij de slager door telkens één ringetje van een gouden ketting te knippen. Ook krijg je in zo’n omgeving een heel groot aanbod aan plaatsen waar je je goud aan een professional kunt verkopen. Dus zelfs al zit je met een staaf, die zal je toch nog kunnen inruilen (of gewoon laten omsmelten tot iets kleiners).
Vergeet tenslotte niet dat we in een GLOBALE monetaire crisis zitten. Als honderden miljoenen mensen op zoek gaan naar een veilige haven voor hun vermogen, dan zal een groot deel van die mensen uiteindelijk op goud en zilver stoten. Met het aanbod dat quasi gelijk blijft en een explosief gestegen vraag… stijgt ook de koopkracht van goud en zilver meer dan aanzienlijk.
@Armin:
Mensen die zelf hyperinflatie hebben meegemaakt zullen u ten stelligste tegenspreken. Goud en zilver bieden uitstekende bescherming tegen hyperinflatie.
Tijdens zo’n periode worden de premies op munten (goud en zilver) versus bullion hoger omdat die eersten handiger zijn voor dagelijks gebruik. In Argentinië betaalden mensen bij de slager door telkens één ringetje van een gouden ketting te knippen. Ook krijg je in zo’n omgeving een heel groot aanbod aan plaatsen waar je je goud aan een professional kunt verkopen. Dus zelfs al zit je met een staaf, die zal je toch nog kunnen inruilen (of gewoon laten omsmelten tot iets kleiners).
Vergeet tenslotte niet dat we in een GLOBALE monetaire crisis zitten. Als honderden miljoenen mensen op zoek gaan naar een veilige haven voor hun vermogen, dan zal een groot deel van die mensen uiteindelijk op goud en zilver stoten. Met het aanbod dat quasi gelijk blijft en een explosief gestegen vraag… stijgt ook de koopkracht van goud en zilver meer dan aanzienlijk.
Comments are closed.