Is het eigenlijk wel mogelijk dat de overheid de markt op een goede manier stuurt, ook als ze maar een beetje bijstuurt? Het is overduidelijk bewezen dat een volledig geplande economie niet werkt. Maar is het mogelijk om de economie voor een deel te plannen? Een beetje plannen kan alleen als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

Ten eerste moet je op voorhand de gevolgen van de acties kunnen overzien. Anders is het onmogelijk om te bepalen of de uitkomsten beter zijn dan de uitkomsten van vrijwillige samenwerking. Verder moeten de bestuurders handelen in het belang van de burger. De politicus moet beter in de behoeften van burgers voorzien dan de vrije markt. En om ook op termijn het beter te doen moet de overheid beter zijn in het innoveren dan ondernemers. U voelt al dat dit een moeilijke opdracht is voor de politicus.

Kan de politicus de gevolgen van zijn acties overzien? De vrije markt bestaat uit een netwerk van samenwerkende en concurrerende bedrijven. Het mag duidelijk zijn dat een dergelijk netwerk heel onvoorspelbaar is. Hoe zullen marktpartijen omgaan met regels? Ze kunnen oplossingen vinden om de regels te omzeilen en dan is het effect negatief. Niet alleen heeft de regel geen resultaat er worden ook productiemiddelen opgeofferd om de regels te omzeilen. Heeft de regel wel effect dan is het netwerk dermate ingewikkeld dat de uitkomsten niet te voorspellen zijn. Als je brood te duur vindt dan kun je dat subsidiëren. Dat geeft boeren een prikkel om meer graan te verbouwen. En meer productiemiddelen zullen ingezet worden om brood te maken. Maar deze productiemiddelen komen niet uit het niets. Ergens is er bijvoorbeeld een boer die besluit om op zijn veldje met tomaten nu graan te gaan verbouwen. Het stukje grond en de arbeid om het stuk grond te bewerken worden nu gebruikt voor graan in plaats van tomaten. Maar waarschijnlijk was de achterliggende gedachte dat de kosten voor voedsel omlaag zouden gaan. Dat is dus niet gelukt, want ander voedsel zal nu duurder worden omdat daar nu minder van wordt gemaakt omdat boeren overstappen op het verbouwen van graan. De prijs van tomaten zal hierdoor bijvoorbeeld omhoog kunnen gaan. Het is dus zeer twijfelachtig of de kosten van eerste levensbehoeften zullen dalen door deze maatregel. Daarboven komt ook nog eens dat er belasting moet worden betaald voor de subsidie en dat is ook weer een rem op de productie en het vermindert de koopkracht van de bevolking. Je had natuurlijk ook kunnen kiezen voor een maximumprijs voor brood, maar dit zorgt er juist weer voor dat het minder aantrekkelijk wordt om graan te verbouwen en brood te produceren. Als je de prijs gedwongen verlaagt dan zullen producenten hun productiemiddelen uit deze sector weghalen en overstappen op andere producten. Het gevaar hiervan is dat er tekorten ontstaan en dat er te weinig brood zal zijn. In Nederland kennen we bijvoorbeeld bescherming van huurprijzen en het resultaat daarvan is dat er te weinig huurwoningen zijn en daardoor zijn er grote wachtlijsten.

Met name op de lange termijn als er meer innovaties zullen zijn of juist geblokkeerd worden door de interventies is het onmogelijk om te zeggen wat de effecten zullen zijn. Denk bijvoorbeeld aan de subsidies voor windenergie. Dit geeft windenergie een relatief voordeel op andere vormen van energie. In eerste instantie geeft het windenergie een voorsprong op fossiele brandstoffen. Maar er is ook een onvoorzien effect. Alle andere innovatieve vormen van energievoorziening hebben nu in eerste instantie een achterstand op windenergie. Dit kun je vervolgens oplossen door ook deze nieuwe vormen van energie ook te subsidiëren. Dit leidt ertoe dat elke vernieuwing eerst goedgekeurd moet worden door de overheid voordat ze een kans heeft om te overleven. Of deze nieuwe uitvinding moet zo baanbrekend zijn dat ze zonder subsidie het op kan nemen tegen de gesubsidieerde windenergie.
Maar hoe weten politici welke energiebronnen wel of niet moeten worden gesubsidieerd? Het stimuleren van biobrandstoffen zorgde ervoor dat het verbouwen van biobrandstoffen bevoordeeld werd ten opzichte van het verbouwen van voedsel. Dit gaf ernstige problemen en leidde ertoe dat voedsel schaarser werd.
De effecten van dergelijke acties zijn niet te overzien. De vrije markt is een systeem waar je steeds nieuwe oplossingen uit kan proberen. De meest succesvolle oplossingen zullen overleven. Dit gaat continu door in een veel hoger tempo dan de regelgeving kan bijhouden.

Een natuurlijke reactie van de overheid op de problemen die ze veroorzaakt is om de nadelige effecten van regels weg te poetsen met nog meer regels. Deze regels hebben ook weer ongewenste effecten en ook hier komen weer regels voor enzovoort. In een economie die als netwerk is opgebouwd met ontelbare verbindingen zijn beslissingen te complex om te overzien. Mensen zijn niet in staat om dergelijke grote hoeveelheden informatie te verwerken. Je kan tegenwoordig heel veel informatie verwerven, maar het menselijk brein blijft beperkt en meer informatie leidt daardoor niet tot betere beslissingen.

Het netwerk heeft heel veel dimensies en is zeer complex. Als jij naar de McDonalds gaat voor een Big Mac sta je er waarschijnlijk niet bij stil wat er nodig voor is geweest om deze Big Mac op jouw bord te krijgen. En je staat er vrijwel zeker niet bij stil dat dit een proces is dat wel tientallen jaren terug gaat.
Het is natuurlijk duidelijk dat voor deze hamburger een bedrijf een koe heeft moeten fokken.  Maar wat was er bijvoorbeeld voor nodig dat dit bedrijf deze koe kon fokken. Deze boer heeft een stal nodig en die moest gebouwd worden anders kan hij zijn bedrijf niet uitvoeren. Dit bouwbedrijf kon deze stal niet bouwen zonder hijskraan. Deze hijskraan werd weer gebouwd in een fabriek enzovoort.
De welvaart die we nu hebben is het gevolg van een keten van productie die ver terug gaat in de tijd. Er is sprake van een opeenstapeling van innovaties en productie die de maatschappij mogelijk maken die we nu hebben. Dat betekent ook dat domme keuzes doorwerken. Het is als de bekende kiezel in de rivier. Verleg de kiezel en de rivier zal voor altijd veranderen. Wat ik hiermee duidelijk wil maken is dat het echt onmogelijk te voorspellen is wat er zal gebeuren als je iets verandert.

Maar dat wil niet zeggen dat mensen niet zullen proberen te voorspellen wat de uitkomsten zullen zijn. Mensen hebben een behoefte om te zoeken naar het patroon. Er is eens een simpele test gedaan met apen. Er waren twee knopjes en als je daarop drukte kwam er een snoepje uit. Maar één van beide knopjes deed het maar en je weet niet welke want dat is willekeurig bepaald. De onderzoekers verdeelden de kansen zo dat in zestig procent van de gevallen het eerste knopje het snoepje gaf en in veertig procent van de gevallen het tweede knopje. Na een aantal ronden drukten de apen steevast op het eerste knopje zodat ze de grootste kans hadden op een snoepje, namelijk zestig procent. Toen het experiment herhaald werd met mensen was het resultaat verrassend. De mensen bleven maar zoeken naar een onderliggend patroon en bleven beide knoppen proberen waardoor ze een slechter resultaat haalden dan de apen. Mensen blijven toch geloven dat ze grip kunnen krijgen op het onvoorspelbare en daarmee verergeren zij de situatie.

De markt stemt de werking van het netwerk af door prijssignalen. Tekorten vertalen zich bijvoorbeeld in hogere prijzen en dat leidt ertoe dat er productiemiddelen een andere bestemming krijgen om het tekort op te lossen. Het verstoren van deze prijzen kan vergaande effecten hebben. Stel dat je de prijzen van huurwoningen kunstmatig laag houdt. Voor de consument een reden om zich juist in te schrijven op deze woningen zodat er tekorten kunnen ontstaan. De producenten krijgen nu echter het signaal dat er weinig winst te behalen valt in deze bedrijfstak en zullen hun productie verlagen. Dit kun je vervolgens weer oplossen door nieuwe regels af te kondigen. Bijvoorbeeld dat de producenten verplicht worden om een bepaald aantal woningen te bouwen. Maar dit verlaagt de winsten en dat maakt het moeilijker investeerders aan te trekken. Dit kun je vervolgens oplossen door subsidies om zo de producenten te compenseren. Deze subsidies betekenen echter dat elders er weer meer belasting wordt geheven en dat daar het prijssignaal ook wordt verstoord. Doordat dit netwerk onbestuurbaar is, lossen regels niets op en worden er steeds meer regels gestapeld. Uiteindelijk kom je terecht in een volledig geplande sector en dit leidt ook tot grote problemen. Er komen overschotten en tekorten, de innovatie zakt in en de efficiëntie ook. Het mag duidelijk zijn dat de politici niet in staat zijn om de gevolgen te overzien en daardoor verstrikt raken in steeds toenemende regelgeving en dat daardoor de kosten steeds meer oplopen terwijl de productie juist lager wordt.
Maar in plaats van de regelgeving af te bouwen wordt ervoor gekozen om meer regels in te voeren. Onzekerheid speelt in op de behoefte om te controleren. Zelfs als een afwezigheid van controle leidt tot meer zekerheid dan nog wordt ervoor gekozen om de controles en regels te vergroten. Het prijssignaal geeft normaal gesproken aan of een investering verstandig is geweest.
Stel dat je een melkboer bent en je maakt verlies, dan is het verstandig om te stoppen. Maar door subsidie kan dit verlies omslaan in winst. De boer denkt nu dat hij er verstandig aan doet om door te gaan. De winst zegt hem dat er meer opbrengsten zijn dan kosten. Maar hij heeft niet de informatie over waar het geld van deze subsidie vandaan komt. Zijn onderneming is nog steeds verliesgevend, maar de boekhouding laat dat niet meer zien.

Dan is het voor het succes van ingrijpen verder van belang dat wordt gehandeld in het belang van de burger. Dat is echter alleen mogelijk als de burger kan vertellen wat hij eigenlijk wil. Op de markt geeft de burger aan dat hij best wel een broodje kroket wil hebben als hij daarvoor twee euro moet betalen, maar als het vijf euro kost dan kopen de meesten het broodje niet. Door koop en prijssignalen wordt informatie over de wensen van de burger overgebracht naar de producenten. En zo komt er precies genoeg melk in de Albert Heijn te staan. De burger geeft informatie door als hij producten koopt en de producenten reageren daar op.

Bij een indirecte democratie ontbreekt echter een betrouwbaar prijssignaal. Bij het stemmen op een politieke partij is de koppeling tussen kosten en opoffering er niet of erg onduidelijk. Dat heeft invloed op de voorkeuren die de burger uitspreekt. De burger geeft daar bijvoorbeeld aan dat hij best wel gratis schoolboeken wil als anderen daarvoor betalen. Sommige burgers zien wel dat er belasting betaald moet worden voor de geleverde diensten. Maar zij zien ook dat de belasting niet lager zal worden en proberen daarom invloed uit te oefenen op de uitgaven.  Als je toch moet betalen zorg dan maar voor meer blauw op straat. De burger heeft de hoop opgegeven dat de kosten omlaag zullen gaan en probeert er daarom maar het beste van te maken door de bestedingen te sturen. De wensen en de kosten zijn losgekoppeld en dat levert hele andere informatie op. De politicus krijgt dus heel andere informatie van de burgers dan de marktparticipanten. Het leidt ertoe dat er steeds een prikkel is om meer te besteden en meer in te grijpen.

Ook voor de politicus geldt dat wensen en kosten zijn losgekoppeld. De politicus mag andermans geld uitgeven en dat heeft soms vervelende gevolgen. Je kan helemaal gaan voor een Noord-Zuidlijn als wethouder. Als het lukt dan krijgt je carrière een flinke boost, maar als het misgaat betaalt iemand anders de rekening. Deze loskoppeling van wensen en kosten leidt haast onvermijdelijk tot te hoge uitgaven. Door wat geld te lenen kun je dit tijdelijk verbloemen, maar er komt een moment dat de rekening moet worden betaald. En dat moment komt steeds dichterbij. Binnen de gegeven randvoorwaarden zal de politicus zijn situatie optimaliseren. Dat zit in de aard van de mens. Een enkele politicus zal tegen de stroom inzwemmen, maar over het geheel genomen zullen mensen handelen om hun eigen positie te verbeteren.

Dan is er nog het punt of de overheid in staat zal zijn om meer innovatie te behalen dan de markt. Dit is nodig want anders dan is het op lange termijn toch beter om voor de vrije markt te kiezen. Door regelgeving blokkeer je de innovatie. Keer op keer zie je dat de overheid een situatie kan bevriezen, en dat ze heel veel moeite heeft om te innoveren.
Een ondernemer met een goed idee brengt dat op de markt en als hij geluk heeft dan slaat dat aan. Neem bijvoorbeeld de iPad van Apple. Dit bleek een groot succes te zijn. Hieruit bleek dat ik absoluut ongeschikt ben als ondernemer want ik dacht dat dit lompe ding nooit een succes zou worden. Nu de iPad een succes is zullen andere ondernemers hierop inspelen door applicaties te maken voor de gebruikers van de iPad. Hierdoor maken ook deze ondernemers weer winst en de bruikbaarheid van de iPad neemt ook weer verder toe. Ook leveranciers van hardware zullen hun producten optimaliseren om mee te liften op deze hype. De ene innovatie leidt tot een serie volgende innovaties enzovoort. De innovatie verspreidt zich zo razendsnel door het netwerk. Dit proces gaat als vanzelf op de vrije markt, maar in handen van de overheid loopt dit proces helemaal vast. Onderwijs wordt geleverd door de staat en daar is nauwelijks een vernieuwing uit de verf gekomen. Het is wel geprobeerd, maar dit is dramatisch afgelopen. Op een vrije markt zouden er vooruitstrevende scholen zijn en de succesvolle ideeën worden door anderen overgenomen. De slechte initiatieven sterven vanzelf weer uit. De onderwijsvernieuwingen echter werden steeds landelijk opgelegd en als later bleek dat het een mislukking was dan zat het hele land met de problemen.
De overheid probeerde wel een soort marktsituatie te creëren door te werken met pilotscholen. De pilotscholen kregen subsidie en op deze scholen werden docenten geselecteerd om een succes te maken van deze projecten. Deze projecten waren om een aantal redenen succesvol. Ten eerste was er meer geld beschikbaar en kon dus bijvoorbeeld gewerkt worden met kleinere groepen. Verder werden er leraren speciaal geselecteerd voor deze projecten die uitermate gemotiveerd waren. En als laatste was er een belang om succes te laten zien omdat de subsidiestroom anders in gevaar zou kunnen komen. Echter bij landelijke uitrol van deze pilots ontbraken deze randvoorwaarden. De vernieuwingen moesten met minder geld worden ingevoerd door docenten die niet achter deze vernieuwingen stonden. Innovaties op de markt daarentegen verspreiden zich als een olievlek en versterken elkaar. En er is ook een sterk mechanisme om slechte ideeën af te straffen.

Het is voor de overheid onmogelijk de markt zo te sturen dat de uitkomsten een verbetering opleveren. De bestuurders en politici hebben niet het inzicht en de flexibiliteit om op een effectieve manier op te treden. Dat is zelf met de beste wil van de wereld niet voor elkaar te krijgen omdat de economie te complex is om te sturen, zelfs als je goede informatie zou krijgen. Verder krijgen politici heel veel foutieve informatie. Informatie die afwijkt van de daadwerkelijke behoeften die de burgers hebben. De politici krijgen informatie over wat de wensen zouden zijn als je iemand anders kan laten betalen. Eén van de meer verborgen kosten is het effect op innovatie. Het is onduidelijk welke innovaties we zijn misgelopen door het ingrijpen op de markt. Deze problemen leiden tot chronische overbesteding en toenemende inefficiëntie. Een organisatie dus die steeds meer geld nodig heeft en daarvoor steeds minder levert. Laat mensen vrij en op vrijwillige basis met elkaar handelen. Het toepassen van dwang levert alleen iets op voor een beperkt groepje belanghebbenden.

www.devrijeeconomie.nl

8 REACTIES

  1. Heel goed verhaal. Atlas shrugs in een notedop!!! Zelfs een socialist moet dit heldere betoog toch kunnen snappen? Laten we dit afdrukken en het kabinet en alle 1e en 2e kamerleden sturen.

  2. Mooi, heel mooi verwoord.
    Er zal echter geen politicus zijn die hier iets mee doet. Hij zal de tak waarop hij zit niet gaan afzagen.

  3. Even een note of interrest a het eerste stuk gelezen te hebben ( even vlug want heb het nu druk)

    Het zijn niet de politici die bepalen waar subsidie heen gaat…
    Politici bepalen enkel de grote macro richtlijnen.
    Waar het uiteindelijk naar toe gaat bepalen ambtenaren en wethouders voor gemeenten. In de rijksoverheid zou dat niet veel anders zijn.

    Sterker nog… vaak worden er subsidies verleend zonder dat dit OOIT! door een Raad, 2e kamer, 1e kamer of ministerie wordt goedgekeurd.
    Dit is een onderlinge deal tussen de ambtenaren, wethouders en ontvanger van de sbsidies,
    Die subsidies kan je weigeren, maar je concurrent zal dit niet doen waardoor die een voorsprong op jou krijgt simpelweg omdat een ambtenaar de markt zit te vergallen.

    Peter de Jong [4] reageerde op deze reactie.

  4. @Hoc Voluerunt [3]: “Die subsidies kan je weigeren, maar je concurrent zal dit niet doen waardoor die een voorsprong op jou krijgt simpelweg omdat een ambtenaar de markt zit te vergallen.”

    Klopt! Het is daardoor een zichzelf in stand houdend systeem. Als ondernemer ben je gek als je niet volop van allerlei subsidieregelingen gebruik maakt (en de samenleving dus zoveel mogelijk plukt!). Dat geeft ook de hele subsidieadviesbranche weer brood op de plank.

    Het helpt wel als de mensen die willen dat dit plukken stopt kiezen voor partijen die flink bezuinigen. Zo las ik laatst een stevig pleidooi van een liberaal die vond, dat de overheid die kunstsubsidies op termijn volledig moest afschaffen. Alleen met forse bezuinigingen zou het huishoudboekje van de overheid weer op orde kunnen komen.

    Tegelijkertijd riep hij echter kunstenaars op om zoveel mogelijk subsidie aan te vragen en flink te protesteren tegen afschaffing! Alleen zo zou een hoogwaardige kunstensector behouden kunnen blijven.

    Daar had hij natuurlijk gelijk in. Als je die subsidie niet pakt heb je een nadelige concurrentiepositie. Geld uit de vrije markt aantrekken (sponsoring, reclamegelden, ed) is bij bestaande overheidssubsidie ook niet goed mogelijk, want door de hoge belastingdruk hebben particulieren en bedrijven gewoon minder geld vrij te besteden.

  5. De gedachte dat men hele samenlevingen door puur rationeel denken kon veranderen, stamt uit de tijd van de Verlichting.
    Sinds die gedachte, dat de ratio mensen kan maken, zijn de grote maatschappelijke experimenten begonnen, als het nazisme en het communisme, met Napoleon als voorloper die zich als een echte bevrijder beschouwde.
    Een stukje zelfverwijt van degenen die geloven in een puur rationalistisch leven is hier wel op zijn plaats.

    Mavado [8] reageerde op deze reactie.

  6. Want laten we natuurlijk niet vergeten dat ook bedrijven beslissingen nemen die erg grote gevolgen kunnen hebben die zij niet kunnen overzien.
    De olieboeren destijds hebben nooit kunnen overzien hoe enorm de toepassingsmogelijkheden van de olie zouden worden; tot een mate waarin je nu kunt stellen dat de hele welvaart drijft op die olie.

    Mavado [8] reageerde op deze reactie.

  7. Een samenvatting en/of wat conclusies aan het eind zou zo gek nog niet zijn denk ik.

  8. @beek [5]: @beek [6]:

    “Sinds die gedachte, dat de ratio mensen kan maken, zijn de grote maatschappelijke experimenten begonnen, als het nazisme en het communisme, met Napoleon als voorloper die zich als een echte bevrijder beschouwde.”

    Erg netjes van je om libertarisme, nazisme en communisme niet in één zin te noemen….

    Verder geef je commentaar wat slaat als een christen op een hol vat.
    Marcel probeert alleen aan te tonen dat ingrijpen in de markt uiteindelijk leidt tot marktfalen.
    En die ratio heeft ondanks al het geknoei van de boven ons gestelden (koning, minister, overheid, god, Beek), wel onze huidige welvaart opgeleverd. Die momenteel net zo hard door de ratio-lozen afgebroken wordt.
    Maar ja, ratio is voor zwevers een vies woord.

Comments are closed.