Vervolg van deel II: “Rousseau’s Ravage”
Immanuel Kant (1724-1804) wordt vaak verkeerd geclassificeerd als behorend tot de Verlichting. Maar zijn geest is op essentiele punten in tegenspraak met de waarden van die beweging. Bovendien heeft hij niet de mentaliteit van een wetenschapper, maar van een gelovige.
Kant, die aanbeden wordt door vriend en vijand, is ook een tikkelje intellectueel onoprecht. Zijn ’trucje’ was de ratio op een onredelijke manier op te rekken en de uitkomst te gebruiken om de rede te ontkrachten: dat culmineerde in zijn kritiek op ‘Pure Rede‘. Postmodernisten hebben het kunstje omarmd en passen het toe in allerhande debatten.
In de Tweede Inleiding van zijn Eerste Kritiek schrijft Kant dat hij …
“het noodzakelijk achtte kennis te ontkennen om ruimte te scheppen voor het geloof.” …
Dat zijn niet bepaald de woorden van een wetenschapper. Kant was een vurig Luthers Pietist en een fervent aanhanger van Rousseau. Voor hem was het individu weinig meer dan een miserabele zondaar die een strenge meester nodig heeft; de mens is slechts bruikbaar als kanonnenvoer, zodat die verschrikkelijke ervaring wellicht leidt tot een loutering van de ziel.
Het Einde der Tijden
Kant voorziet een geleidelijke progressie naar het einde der tijden waarin strijd, oorlog en conflict de boventoon voeren. Dit brengt de mens als soort naar een steeds hogere morele orde. Dit proces zal uiteindelijk leiden tot een wereldregering en een internationale, cosmopolitische statenfederatie, die uiteindelijk in vrede wacht op de Dag des Oordeels. Volgens Kant is dat het Geheime Plan van de Natuur.
Wel was hij zo eerlijk toe te geven, dat die Utopie ook wel eens zou kunnen leiden tot de ergst denkbare tirannie. Zou je denken?! (progressivisme en de nieuwe wereldorde … iemand?).
Terwijl de Verlichters werkten aan de scheiding van kerk en staat, bedachten de filosofen in de traditie van Rousseau, Kant en Hegel – ja, zelfs hun atheistische volgingen – iets anders. Als proto-linksisten verwarden ze ‘zoals het is’, met ‘zoals het zou moeten zijn’ (de Wet van Hume) en begonnen te streven naar paradijzen op aarde, nu vaak synoniem met de ons zo bekende totalitaire distopieen.
De waarden van de Verlichting werden afgeschud en vervangen door filosofische principes die thuishoren in theologie: realisme werd idee-alisme, individualisme werd collectivisme, en intuitie en openbaring namen de plaats in van rede en empirische ervaring als bronnen van kennis en wijsheid; sociale en sociologische theorieen gingen klassiek-liberale filosofie vervangen.
De Gekluisterde Geest
Hoewel postmodernisten tegenwoordig meestal virulent atheistisch zijn, zijn het waardige volgelingen van Rousseau, Kant en Hegel (deel VI), in dat ze de meest irrationele beweringen moeiteloos onderschrijven. Het dualisme van Plato dat indachtig hemel en aarde voorziet in een scheiding van lichaam en geest, macro-en microkosmos, mannelijk versus vrouwelijk, het sacrale versus het aardse, yin en ying, heeft de neiging de geest met de ziel te verwarren. Dat leidt ertoe dat de geest als onstoffelijk wordt gezien, gescheiden van de lichamelijke organen en hersenen. In plaats van die te zien als werktuigen van kennis, worden ze juist beschouwd als obstakels tot kennis. Ze zijn een barriere tussen de geest en de externe werkelijkheid.
Bovendien worden menselijke onvolkomenheden (bijvoorbeeld kleurenblindheid) door Kant opgevoerd als bewijs van de ondeugdelijkheid en verradelijkheid van onze zintuigen als geheel. Om het standpunt van Kant ten aanzien van de scheiding van geest en externe werkelijkheid aan te geven, heeft de Objectivistische filosoof Stephen Hicks in “Explaining Postmodernism” de volgende feministische vergelijking getrokken: als je Kant volgt, zeg je eigenlijk dat de vrouw volledig zelfstandig en vrij is, maar wel alleen in de keuken; Kant heeft de geest opgesloten in de schedel, en die afgesloten van de externe wereld.
Amoralisme
Het is ironisch te noemen dat de contra-Verlichters, die juist een goddeloze, onspirituele en amorele toekomst als gevolg van rede en individualisme wilden voorkomen, uitgerekend Kants subjectivisme en de kluistering van de geest hebben voortgebracht.
Hicks: “Once reason is in principle severed from reality, one enters a different philosophical universe altogether.” Volgens de postmodernisten bestaat er niet zoiets als ‘de’ waarheid in zichzelf (volgens Kant). Het is juist deze bewering, waardoor de kennis van het verschil tussen goed en kwaad – de moraliteit – het eerste slachtoffer is geworden.
Gedachte maakt realiteit
Kant beweerde tevens dat externe werkelijk zich voegt naar de rede, en niet andersom. Als bij toverslag is nu de geest de bron geworden voor de externe realiteit, in plaats dat die andersom, informatie geeft aan de geest. Dit is de beruchte verschuiving van objectiviteit naar subjectiviteit die de basis vormt voor het narcistische syndroom, “Meester van het Universum” (ieder mens creert zijn eigen persoonlijke versie van de realiteit, een zogenaamd ‘narratief’).
N.B. Volgens deze waarheid is wat wij wetenschap noemen, slechts een ‘groot’, Westers narratief!
Het roept de vraag op, als ik vannacht overlijd, gaat morgen de zon dan wel op? Einstein heeft een subjectivist eens gevraagd: denkt u werkelijk dat het universum niet bestaat als u er niet naar kijkt?
In “Science before Science: a Guide to Thinking in the 21st Century” klaagt Anthony Rizzi over Kants geinstitutionaleerde idee-alisme, …
” … the default declared position in academia and in nearly all other environments. Kant’s success is partly explained by his tying his philosphical system to Newtonian physics [which he wanted to] have a certainty that it did not have. However, Kant thought that one could not know the thing itself
(…) Kant and Kantians múst say, “Kant doesn’t know anything about anything.” Such is always the end of the matter when one forgets that all knowledge in man comes through the senses. We non-Kantians can be simultaneously more accurate and kinder; we can say, “The foundational principles of Kant’s philosophical system were wrong, but still he knew a lot of other things.”
Dit enthousiasme moet meteen naar beneden bijgesteld worden in een voetnoot:
“Many attribute to Kant a developed skill in physics. Physisist and renowned philosopher and historian of science, Fr. Stanley Jaki
has shown that Kant’s knowledge and ability in physics was minimal (though Kant considered himself another Newton) (…) the book [Universal Natural History
] is a storehouse of inaccuracies, contradictions and amateurism and plain fancy.”
Wat voor narigheid treffen we zoal nog meer aan in het subjectivisme?
In de volgende aflevering uit Hegel Gehoond: “Hegels thema was de staat. Vrijheid is niet door God gegeven, zoals de aanhangers van de Verlichting beweren, maar wordt verleend door de staat“.
Gerelateerde dossiers
(TEKST EINDIGT)
Tags: contra-Verlichting, Immanuel Kant, objectivisme, postmodernisme, Rousseau, Stephen Hicks, subjectivisme
– “De contra-Verlichting” (I)
@Nico de Geit [27]: “Hoe gebrekkiger het verstand, hoe harder mensen zich voortplanten”
Hier heb je nog een voorbeeld, dat domme mensen zich juist niet hard kunnen voortplanten. De kans dat deze Julia Roberts fan ooit een vrouw treft die van hem een kind wil is verwaarloosbaar klein.
http://www.telegraaf.nl/buitenland/9244100/__82_tattoos_van_Julia_Roberts__.html
Peter de Jong [32] reageerde op deze reactie.
@Peter de Jong [31]:
En nog een voorbeeld waarom domme mensen eerder dood gaan:
http://www.telegraaf.nl/vrouw/gezond_leven/9244183/__Cougars_meer_kans_op_vroegere_dood__.html?sn=vrouw
@ Peter de Jong
Als jouw theorie klopt zou de wereld vol begaafde zelfredzame mensen zijn, en dat is niet zo. De meeste mensen kunnen zich maar net staande houden.
De meeste mensen denken echt niet na over de voortplanting maar laten hun instinct de vrije loop. Zwakbegaafdheid of een (andere) erfelijke handicap, voor de meesten is het geen hindernis om kinderen op de wereld te zetten.
Sterker: ik durf te beweren dat als we voor ons voortbestaan afhankelijk waren van ons verstand, we al lang uitgestorven waren.
Het verstand is slechts werktuig, de wil (zoals omschreven door Schopenhauer) de ware drijvende kracht.
Peter de Jong [34] reageerde op deze reactie.
@Nico de Geit [33]: “ik durf te beweren dat als we voor ons voortbestaan afhankelijk waren van ons verstand, we al lang uitgestorven waren”
Het is juist omgekeerd: als we voor ons voortbestaan uitsluitend afhankelijk waren van onze biologische wil (autonome zenuwstelsel) dan zaten we hier niet meer (zie ook mijn Noren vs Marokkanen voorbeeld).
Realiseer je goed wat een mens feitelijk is. Sinds we 3 miljoen jaar geleden uit de bomen zijn geklommen en we rechtop zijn gaan lopen om in het hoge savannegras onze vijanden beter te kunnen zien, hebben we onze handen vrij gekregen om technologie te ontwikkelen. Dit heeft tegelijkertijd geleid tot een versnelde ontwikkeling van onze rationele hersencapaciteit, want zonder wetenschap geen technologie.
De mens heeft zich daarmee fundamenteel onderscheiden van andere diersoorten. De mens is niet langer van zijn biologische evolutie afhankelijk om zich te kunnen aanpassen aan een veranderende omgeving. Hij gebruikt voortaan wetenschap en techniek (de ratio dus) om te kunnen overleven.
Comments are closed.