Waarom zelfs Robin Hood de Tobin tax niet invoerde
Een economische storm woedt door Europa. De economische groei valt stil, onzekerheid neemt toe. Alle regeringen staan onder zware druk. Europa is op zoek naar antwoorden. In dit verhaal is de Tobintaks een veelgehoorde oplossing. Zowel de voorzitter van de Europese Commissie José Manuel Barroso als de Franse president Nicolas Sarkozy dweepten reeds met het idee. Het Europees nieuws volgen zonder de Franse president nieuwe taksen te zien aankondigen bleek de afgelopen maanden nagenoeg onmogelijk.
Erger nog Nicolas Sarkozy, die tijdens de race naar de verkiezingen angstvallig ballonnetjes oplaat om toch een handvol collectivisten te kunnen overtuigen, voerde in Frankrijk reeds deze taks in. Zo veel is duidelijk, op zoek gaan naar een liberaal in Frankrijk is even moeilijk als het vinden van een speld in een hooiberg. Ook op de onvolprezen G1000 vond het invoeren van een Tobintaks een kamerbrede meerderheid. Maar waar komt die Tobintaks vandaan? Is het echt een oplossing om de markten tot bedaren te brengen?
James Tobin was een Amerikaans econoom. Hij ontving de Nobelprijs voor de economie in 1981. Dit voor zijn werk in het domein van de analyse van financiële markten en hun relatie tot werkgelegenheid, productie en prijzen. Maar toch zou hij vooral bekend worden om zijn ‘Tobin tax’. Deze taks had initieel als doel het speculeren in deviezen aan banden te leggen. Het gaat om een heffing van een lage belasting telkens wanneer een buitenlandse munt omgewisseld wordt. Op deze wijze wou Tobin de volatiliteit op de wisselkoersen wegwerken om zo voldoende marktstabiliteit te garanderen. Hij stelde dat deze volatiliteit door de nationale overheden niet beheerst kon worden zonder het opofferen van werkgelegenheid, groei of een lage inflatie. Tobin zag twee oplossingen voor dit probleem. Ten eerste dacht hij aan een doorgedreven economische integratie van landen met een gemeenschappelijk monetair beleid. De tweede oplossing die hij zag was een grotere segmentatie tussen landen.
Ondanks het feit dat dit idee ontstaan is in 1972, brak het pas door in 1997 omwille van de Aziatische economische crisis die toen woedde. Het was Ignacio Ramonet, oprichter van de andersglobaliseringsbeweging Attac, die het idee van de Tobintaks nieuw leven inblies. Sindsdien was dit concept niet meer uit het debat weg te denken. Hierbij dient wel een kanttekening gemaakt te worden. De versie die Attac voorstelde verschilt enigszins van de versie die Tobin zelf voorstelde. Tobin wou de volatiliteit van de financiële markten laten dalen, terwijl Attac een extra element toevoegde aan het debat. De Tobintaks zou tot een herverdeling van de inkomens moeten leiden. De opbrengsten van deze taks moeten aangewend worden als ontwikkelingshulp voor de derde wereld. James Tobin, die naar eigen zeggen voorstander is van vrijhandel, distantieerde zich van dit laatste bovengenoemde idee. In der Spiegel zei hij ‘de antiglobalisten hebben mijn idee gestolen en verkracht om er een ontwikkelingspolitiek mee te voeren.’
Het lijkt alsof het warm water opnieuw werd uitgevonden. ‘De taks genereert marktstabiliteit en is sociaal wenselijk voor de derdewereldlanden’. Niets is minder waar. Het klassiek argument contra de Tobintaks is het free rider-probleem. Wanneer een land de taks invoert, gaan mensen geen handel meer drijven in dat ene land en treedt er kapitaalvlucht op. Kapitaal is namelijk net als water, het vloeit automatisch naar de plaats waar ze het meeste vrijheid geniet. Daarom zou er een mondiale invoering van de taks moeten zijn. Wie dit als geldig contra-argument zou aanvaarden, impliceert indirect dat de invoering van een Tobintaks kan werken. Ze moet enkel globaal worden toegepast. Deze tekst probeert daarom aan te tonen dat zelfs een mondiale Tobintaks grote maatschappelijke nadelen zal opleveren.
Een voorbeeld uit de praktijk dat beide bovenstaande beweringen bevestigt is de implementatie van de Tobintaks in Zweden in het jaar 1990. Zweden is het enige land ter wereld die de Tobintaks echt uitprobeerde volledig naar het model van Tobin. Het was een taks van 0,5%. Maar liefst 60% van het handelsvolume van de 11 meest actief verhandelde Zweedse aandelen migreerden naar Londen. Daarnaast leverde ze slechts 1/30 op van wat voorspeld werd. De taks werd door de nadelen en verstikkende effecten na 8 jaar leed geschrapt.
Andere kritieken werden snel opgestapeld. Hoe hoog moet de taks zijn? Een lage taks zou er niet in slagen om speculatief ruilen op korte termijn een halt toe te roepen. Daarnaast rijst de vraag wie nu die taks moet betalen. De basis moet zo breed mogelijk zijn om, volgens de voorstanders, taksontwijking en marktafwijkingen te limiteren. Bepaalde groepen uitsluiten voor de taks zorgt ervoor dat de taks inefficiënt zou zijn, gezien kapitaal naar daar zou vloeien. Dit leidt dan tot de vraag op wat we de taks moeten heffen. Als we beperken tot een bepaalde markt, dan volgt er wederom een kapitaalvlucht. De voorstanders van de taks zagen een oplossing in de Spahn-variant.
Paul-Bernd Spahn, professor financiële economie aan de Universiteit van Frankfurt, stelt gezien er 2 doelen zijn dat er ook 2 verschillende belastingtarieven moeten zijn. Een lage trap die permanent wordt toegepast in tijden van financiële rust zodat er inkomens worden gegenereerd om te herverdelen naar ontwikkelingslanden. Alsook een hoge trap op speculatief geld om extreme wisselkoerssprongen te voorkomen in tijden van financiële chaos. Dit 2 trapssysteem werd in België begin de jaren 2000 in wet gegoten. Ze treedt echter maar in werking als ook de andere EU-landen een Tobintaks invoeren.
De bovenstaande Tobin-Spahntaks wil dus een onderscheid maken tussen speculatief geld (voorstanders van de taks noemen het slecht geld) en niet-speculatief geld of goed geld. Praktisch is dit eigenlijk onmogelijk. Je kunt goed en slecht kapitaal niet gaan onderscheiden en zeker niet via het criterium transactiesnelheid. Alle kapitaal wordt dus getroffen via de taks, het ene wel wat meer dan het ander. En net deze algemeenheid werkt nog veel meer marktverstorend. Er zijn eigenlijk geen wetenschappelijke studies die aantonen dat de marktvolatiliteit daalt dankzij de Tobintaks. Onder meer door de verhoogde transactiekosten verhoogt net het niveau van de volatiliteit.
Wanneer banken vreemde valuta binnenkrijgen gaan ze die terug verkopen voor andere valuta om zo hun risico’s te spreiden en niet onderhevig te zijn aan grote koersschommelingen. Deze daad verhoogt zowel de stabiliteit van de banken als voor de economie in zijn geheel. Wanneer elke transactie zal worden belast, dan gaan banken dit minder of zelfs niet meer doen. Een goede advocaat van de duivel zou kunnen aanhalen dat de effecten van een dergelijke lage taks gering zijn. Zelfs dat is een probleem. In een mum van tijd worden er dagelijks dermate veel valutatransacties gedaan dat de som van dit alles leidt tot een gigantische heffing. Banken worden door de verlaagde of gestopte risicospreiding sterk onderhevig aan wisselkoersschommelingen. Slechts een fractionele daling van het vertrouwen in een munt kan zo de financiële stabiliteit van een bank uit evenwicht brengen. Zelfs de modale burger weet nu hoe slecht het met de gehele economische toestand kan verlopen als de banken uit evenwicht worden gebracht. En hier zijn er wel wetenschappelijke bewijzen van.
Daarnaast zal het invoeren van een Tobintaks leiden tot Kafkaiaanse situaties. Het registreren van de astronomisch vele transacties creëert een gigantische bureaucratie. De winsten die men uit de taks kan halen zouden verloren gaan aan de administratie ervan.
Ook Jan Modaal wordt getroffen. De maatregel zorgt voor lagere winsten. Vergeet nooit dat lonen betaald worden met winsten. Als de winsten dalen, dan dalen de lonen. Er zullen ontslagen vallen en de economische groei zal uiteindelijk stil vallen door een katalyserend effect. De taks is ook een heuse aanval op de gezinnen en de brave spaarders. Gezien spaar- en pensioenfondsen direct en indirect beleggen in valuta zullen deze minder return hebben en dalen de pensioenen. Er komt geen einde aan het domino-effect… Hoe meer de taart verdeeld wordt, hoe kleiner de taart wordt. Robin Hood zal er maar verweesd bijlopen, want na verloop van tijd worden zijn jachtvelden kaal.
Kan een dergelijke taks dan excessen reguleren en inkomsten genereren? Econoom Ivan Van De Cloot vergelijkt het met het idee van rekeningrijden. Waarbij een auto die in de spits Brussel binnenrijdt, een congestietaks betaalt. Als de maatregel het gedrag verandert zijn er minder files, maar wordt er bijgevolg ook minder aan verdiend.
De Tobintaks is de zoveelste poging van de politiek om extra macht te vergaren. De overheid hanteert de regulering van de financiële markten als een schaamlapje om het werkelijke motief te verdoezelen, namelijk inkomsten genereren om historische schulden af te betalen. Hierboven heb ik aangetoond dat er nagenoeg geen inkomsten zullen binnenstromen en dat daarenboven de economische groei wordt gefnuikt. De markten vertonen nu eenmaal soms onstabiele momenten. Dit is enkel omdat mensen ook soms onstabiel zijn. De gebeurtenissen op markten worden vormgegeven door mensen.
Who’s to blame? Wij allen dus. We moeten deze Tobintaks niet invoeren, gezien ze economische instabiliteit genereert, zelfs niet leidt tot hogere inkomens voor de overheid en wederom extra regelneverij als gevolg heeft. Naast de oude socialistische gedachte die gekenmerkt wordt door nationalisering van alle productiefactoren viert de nieuwe socialistische gedachte hoogtij, getypeerd door de herverdeling van inkomens. Inkomensherverdeling is het motto, koste wat het kost, hoeveel lijken er ook vallen, hoe droog de landbouwakkers ook maar zijn, Robin Hood moet en zal eeuwig tewerkgesteld worden. Laat het ons socialistisch machiavellisme noemen.
Nochtans zijn er betere middelen om mondiale welvaart te genereren. De internationale vrijhandel impliceert het openstellen van de markten. Hierdoor komt er ruimte voor innovatie en grootschalige investeringen en zal de productiviteit automatisch stijgen. Een klimaat van ondernemerschap is de enige garantie op vooruitgang. De markten kunnen onstabiele momenten hebben, net zoals mensen. Weet wel dat de Tobintaks handel nog veel moeilijker maakt waardoor de markten veel meer onstabiele momenten vertonen en het algehele welzijn tuimelt. Ik beaam wat de schrijver Johan Norberg in het boek ‘In defense of global capitalism’ schreef:
“Why should we necessarily procure revenue by sabotaging the financial market? Unless that is the true motive…”
Ingezonden door Michiel Rogiers
Voorzitter LVSV Nationaal
Liberaal Vlaams StudentenVerbond
Ben ik even een leek. Kan iemand mij uitleggen waarom lonen worden betaald uit winsten. Ik dacht altijd dat ze betaald werden uit omzet, opgevoerd werden als kosten en dus nooit onderdeel kunnen uitmaken van de winst.
Investeringen worden betaald uit winsten. De lonen die daar mee te maken hebben zullen inderdaad dalen als de winsten dalen, of de investering mislukt (omdat bijv. de lonen te hoog zijn).
Hub Jongen [2] reageerde op deze reactie.
@drnomad [1]:
Ja, natuurlijk. Ik laat de verklaring natuurlijk over aan de schrijver, maar ik had het gelezen als dat het maken van winst noodzakelijk is om lonen te kunnen blijven betalen.
Veel hedendaagse problemen vergen een wereldwijde aanpak. Zo heeft Nederland tegen de wereldstroom in de gouden standaard gehandhaafd, terwijl andere landen die al losgelaten hadden> Gevolg: een extra lange recessie, waar andere landen al op aan het krabbelen waren. Op zich een goede disciplinerende maatregel, maar als je bij de buren de maatregel kunt ontlopen, treedt het welbekende waterbedeffect op.
Comments are closed.