Op Vrijspreker wordt het klimaat beleid zoals al het overheidsbeleid kritisch gevolgd. Zelf ben ik wellicht nog iets kritischer als het om natuur en milieu beleid gaat. Vandaar dat het initiatief van ruim dertig deskundigen om een open brief te schrijven aan de heren Rutte en Samson mij deugd doet. Ondanks het geloof in collectieve oplossingen en staats ingrijpen dat uit onderstaand schrijven blijkt is dit toch een lezenswaardige brief die ik u niet wil onthouden:
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
De heer M. Rutte
De heer D.M. Samsom
cc: Vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu
Vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Onderwerp: De transitie naar een gezonde duurzame economie.
Geachte heer Rutte, geachte heer Samsom,
De ondergetekenden van deze notitie zien in de brief van 50 wetenschappers en 130 bedrijven, bijna allen betrokken bij de “transitie naar een groene economie”, aan de heren Rutte en Samsom, aanleiding tot een nadere toelichting.
Onze bezwaren tegen de brief concentreren zich op de uitspraken die gedaan worden over de economische aspecten van de transitie naar een groene economie.
Een transitie in de economie is een ontwikkeling waarbij ingrijpende structurele innovatie plaatsvindt. Dergelijke transities zijn vaker voorgekomen. Zo is onze Nederlandse samenleving binnen een eeuw van een landbouw- naar een industriële economie omgevormd, en vandaar naar een diensteneconomie. Hiermee is een enorme groei van welvaart en welzijn tot stand gebracht.
Kenmerkend voor elk van deze transities was dat daaraan een fundamentele efficiencyverbetering ten grondslag lag. Door betere technologie konden boeren tien maal zo veel voedsel produceren, waardoor arbeidskracht beschikbaar kwam voor industrie. Door mechanisatie kon de arbeider tien maal zoveel produceren, waardoor arbeidskracht vrij kwam voor de vele diensten die onze samenleving zo kenmerken.
Een volgende grote transitie vereist een vergelijkbare grootschalige toename van efficiency. Maar er zijn geen tekenen die daarop wijzen.
Geven we de voorkeur aan wind- of zonne-energie, dan zal dat, zolang deze duurder is dan de fossiele bronnen, ten koste gaan van alternatieve bestedingen. Een groene industrietak, die gebaseerd is op aanmerkelijk duurdere energie, is goed voor de daarin werkzame bedrijven en instellingen, maar pakt voor de samenleving als geheel zeer nadelig uit. Eenzelfde kilowattuur die op een veel duurdere wijze geproduceerd wordt, kan in principe nooit tot economische groei leiden.
De suggestie in bovengenoemde brief dat de groene transitie per definitie onze economie zal bevorderen, is dus onjuist. Zonder zorgvuldig gekozen beleidsdoelen is het tegendeel eerder het geval.
Duurzame doelstellingen
Op dit moment is de bijdrage van wind en zon in de totale energiemix van ons land nog marginaal, terwijl de extra kosten al in de miljarden per jaar lopen. De doelstelling om binnen enige decennia de fossiele energievoorziening te vervangen door de huidige bekende duurzame bronnen vraagt bedragen die zelfs de rijkste economie bij lange na niet kan opbrengen, voor zover daar technisch überhaupt een scenario voor te bedenken is. Op wereldschaal (en het energievraagstuk is uiteraard een mondiaal probleem) is deze optie zelfs geheel ondenkbaar.
Telkens weer blijkt dat overheden vooraf geen zorgvuldige analyse hebben gemaakt van de werkelijke kosten van het gevoerde beleid, en van de werkelijke bijdrage van wisselvallige energiebronnen aan het terugdringen van fossiel energiegebruik. Er is geen goede kostenanalyse en al helemaal geen kosten-baten analyse gemaakt. Op elk ander beleidsgebied zou dit ondenkbaar zijn, zeker gezien de enorme bedragen die er met de duurzame energievoorziening gemoeid zijn.
Ondoelmatig duurzaam beleid
Nieuwe energiebronnen maken alleen kans om substantieel deel uit te maken van een toekomstige duurzame wereldenergievoorziening wanneer zij op afzienbare termijn, inclusief backup- en inpassingskosten, concurrerend kunnen worden met de fossiele energiebronnen.
Bronnen zoals de wind- en zonne-energie, die gebaseerd zijn op huidige technologie, zijn in kostprijs, inclusief backup- en inpassingskosten, minstens enige malen duurder dan fossiele energie, waarbij deze kosten nog sterk stijgen met het groter worden van het aandeel. Deze kosten zijn bij een overwegend aandeel in de energievoorziening maatschappelijk niet op te brengen. Een op subsidiëring van deze technieken gebaseerde industrie is dus een zeepbel, die vroeger of later uiteen zal spatten, met alle maatschappelijke gevolgen van dien.
Daarbij stimuleert deze subsidie juist het bouwen van productie-eenheden gebaseerd op een onrendabele technologie, waardoor gevestigde belangen worden gecreëerd, die baat hebben bij het tegenhouden van de juist zo noodzakelijke innovatie. Een zorgvuldige overheid dient zich dus verre te houden van het subsidiëren of fiscaal stimuleren van dermate dure vormen van energieproductie.
Urgentie
In de ogen van velen zijn deze economische overwegingen van ondergeschikt belang. Zij achten het stoppen met het gebruik van fossiele energie dermate urgent dat dit ongeacht de kosten dient te gebeuren, hoe ernstig de maatschappelijke implicaties daarvan ook mogen zijn. Daarbij gebruiken steeds minder deskundigen het argument dat de fossiele voorraden eindig zijn. Inmiddels staat immers vast dat er nog voor honderden jaren huidig gebruik aan winbare fossiele voorraden bewezen is. Zo het argument van de schaarste van fossiele brandstof al ooit zal gaan spelen, suggereert het op dit moment dus beslist geen allesoverheersende urgentie.
Resteert de angst voor een catastrofale klimaatverandering als gevolg van onze CO2–uitstoot, die volgens sommigen alle andere belangen overstijgt.Of deze angst gegrond is, is hier niet aan de orde. Wel kan gesteld worden dat de uitstoot van CO2 een mondiale kwestie is, zowel qua oorzaak als qua gevolgen. Mocht het inderdaad noodzakelijk zijn om de wereld CO2 uitstoot met 80% te reduceren om een catastrofe te voorkomen, zoals het IPCC stelt, dan is hiertoe een draconische wereldwijde inspanning vereist.
Inmiddels is aan de deskundigen van beide denkrichtingen in de klimaatdiscussie duidelijk geworden dat na een lange reeks van mislukte klimaatconferenties en steeds meer afhakende deelnemers een wereldwijde aanpak van de CO2–uitstoot definitief een illusie is geworden.
Het voldoen van de Europese landen aan de doelstellingen voor CO2–reductie voor de komende decennia, wat honderden miljarden zou kosten, zou op zich overigens niet tot enige meetbare invloed op de ontwikkeling van de wereldtemperatuur leiden. Ook daarover zijn alle deskundigen het eens.
Deze enorme maar eenzijdige inspanning, die onze toch al wankelende economie zeer ernstig zou verzwakken ten opzichte van de VS maar vooral China, zou dus enkel symbolisch zijn. Ondergetekenden achten dit een bijzonder ongewenste besteding van publieke gelden.
Doelmatig duurzaam beleid
Allereerst dient geconstateerd te worden dat de wereldenergievoorziening op dit moment slechts voor een zeer klein deel van wind en zon afkomstig is. Gezien de traagheid van de veranderingen in de enorme energie-infrastructuur vonden grote omslagen in het verleden plaats in periodes van minimaal 50 jaar. Wij verwachten dan ook niet dat er voor het einde van deze eeuw een technologie in zal slagen om fossiele energie te marginaliseren. Zelfs niet wanneer deze technologie al binnen enkele decennia zou worden ontdekt.
Ligt het dan niet voor de hand om juist die fossiele energieketens te verduurzamen? Er is wereldwijd nog onvoorstelbaar veel vervuiling en verspilling in deze ketens, terwijl de technologie om deze te beperken meestal gewoon voorhanden is. Met een paar miljard euro (waar men nu een windpark voor bouwt) kan in de fossiele ketens vele malen meer verspilling en vervuiling vermeden worden dan met een windpark.
Aangezien er uiteindelijk toch een opvolger van fossiel zal moeten komen, is het nodig om daar onderzoek naar te doen, zowel praktisch als fundamenteel. Hierbij is wél een grote rol voor de overheid weggelegd: dit onderzoek is voor de samenleving van groot belang maar vooralsnog commercieel oninteressant.
Voorbeelden van zinvolle ontwikkelingen
Hierbij kan men denken aan geheel nieuwe zonneceltechnologie, grootschalige energieopslagmedia, batterijtechnologie, maar ook volgende generaties veilige nucleaire technologie zoals thorium- of hoge temperatuur reactoren. Uiteraard dient fusie-onderzoek in al zijn vormen (bv. naar Tokamak- en laserfusietechnologie) krachtig te worden ondersteund.
Tot slot is er ook een rol voor de overheid bij het stimuleren van startende bedrijven in de “clean tech” omgeving. De enorme groei die sommige van deze bedrijven doormaken is het gevolg van innovaties die daadwerkelijke verbeteringen bieden, bijvoorbeeld goedkopere of efficiëntere manieren om water te zuiveren, water te ontzilten, energie op te slaan, energie te besparen; nuttige smart grid toepassingen; of decentrale energieopwekking zodat restwarmte gebruikt kan worden zoals m.b.v. brandstofceltechnologie.
Al deze bedrijven creëren een markt door meer efficiënt te werken en dragen daardoor bij aan economische groei en een toename van de welvaart. Juist in de beginfase van dit soort ondernemingen kan overheidssteun in de vorm van subsidie, krediet, of fungeren als launching customer, van essentieel belang zijn voor succes: echte innovaties worden meestal zeer moeizaam door de markt geaccepteerd. Uitgangspunt hierbij dient altijd de vraag te zijn of de ontwikkeling kan leiden tot een goedkopere of betere vervulling van functies.
Aanbevelingen aan de nieuwe regering
De overheid dient zich volgens de ondertekenaars te richten op deze zinvolle ontwikkelingen, gebaseerd op een zorgvuldige analyse en heldere uitgangspunten. Een dergelijke zorgvuldigheid ontbreekt volledig bij het huidige duurzaamheidsbeleid. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat het hier vooral kostbaar symboolbeleid betreft.
In de huidige situatie waarbij de overheid voor een enorm zware taak staat om onze welvaart en ons welzijn in stand te houden ten tijde van een aanhoudende economische crisis, die van velen grote offers vraagt, is er voor een dergelijk symboolbeleid in onze ogen geen plaats.
Ondertekenaars:
Alblas, T. Ingenieur civiele techniek. Bij Ministerie van Verkeer en Waterstaat hoofd afd. Structurele Ontwikkelingen, Hfd dir. RWS, mede verantwoordelijk voor het afstemmen van het waterstaatsbeleid op dat van de ministeries van VROM en EZ. In 2002 en 2003 gedurende 8 maanden lid van de Vaste Commissies voor VenW en voor VROM van de Tweede Kamer (LPF).
Bloem, B. Voormalig secretaris van het NKPW (Nationaal Kritisch Platform Windenergie)
Bloemers, P. Em. hoogleraar biochemie, Radboud Universiteit Nijmegen.
Bussink, J. Prof. drs,19 jaar research bij AKZO, 20 jaar ervaring als leider van de research en ontwikkelingen van General Electric Plastics Europe, 9 jaar ervaring als parttime hoogleraar kunststoftechnologie aan de TUE.
Fellendans, A. Ingenieur. Lid Netwerk Toekomstverkenningen, voormalig groepsleider Unilever Research Laboratorium, Vlaardingen.
Gent, J.W.M. van. Mr, oud–medewerker ministerie van Economische Zaken. CDA–lid.
Groot, K. de. Ingenieur, ex–vicepresident E(ploration) And P(roduction) Research And Technical Services, Shell.
Hetzler, J.R. Ingenieur tropische bosbouw, Wageningen Universiteit. International Banking Credit Analyst, secretaris Stichting de Groene Rekenkamer.
Jacobs, A. Geoloog Universiteit van Amsterdam, voormalig manager Frontier Exploration, Aquitaine Canada en Canterra Energy.
Joustra, W- J. VVD–Statenlid Provincie Utrecht, ICT Manager.
Keller, W.J. Prof. dr. ir., ICT–ondernemer, ex–RvB van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Keuken, H. Managing Director Process Design Center B.V. (PDC).
Koufffeld, R.W.J. Emeritus hoogleraar Energievoorziening Technische Universiteit Delft, Bestuurslid Stichting Kernvisie.
Labohm, H.H.J. Onafhankelijk econoom, oud–plv. hoofd beleidsplanning BZ, oud–plv. Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de OESO te Parijs.
Le Pair, C. Natuurkundige, dr. h.c. in alle technische wetenschappen beöefend bij de TU-Delft, ex-lid Algemene Energie Raad en van de Raad voor het Defensieonderzoek, drager van de zilveren penning van de Kon. Akademie van Wetenschappen, Fellow van de Academy of Technology & Innovation, ex-directeur van de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie, FOM en de Technologiestichting STW en voorzitter van de Internationale Commissie van Supervisors over de Industriële Micro-Electronica en Informatica Projecten in de EU.
Lingen, G. van der. Geoloog Universiteit Utrecht. Was gedurende laatste 11 jaar van carrière betrokken bij paleoklimatologisch onderzoek. Van 1965 tot 1992, sedimentoloog aan het Sedimentologisch Laboratorium van de New Zealand Geological Survey (de laatste jaren als chef-sedimentoloog). Van 1992 tot 2002 privaat consultant. Ook directeur van GRAINZ (Geoscience Research and Investigations New Zealand), waar hij leiding gaf aan een klein paleoklimatologisch onderzoeksteam, gefinancierd door de regering. Actief in klimaatdebat
Lukkes, P. Emeritus hoogleraar geografie, RU Groningen.
Meloen, R.H. Emeritus hoogleraar moleculaire herkenning, Universiteit Utrecht, ex–CSO Pepscan Systems BV te Lelystad.
Mulderink, J.J.M. Ingenieur. Akzo Nobel 1959 -1995. Laatste functie: algemeen directeur Akzo Research Laboratoria, Arnhem. Bestuur KNCV, Koninklijke Nederlandse Chemie Vereniging, 1994-1996, waarvan voorzitter in 1995. Voorzitter DCO Duurzame Chemie Ontwikkeling 1995- 2005.
Priem, H.N.A. Emeritus hoogleraar isotopen-geofysica en planetaire geologie aan de Universiteit Utrecht, oud-directeur van het ZWO/NWO Instituut voor Isotopen-Geofysisch Onderzoek, en oud-voorzitter van het Koninklijk Nederlands Geologisch & Mijnbouwkundig Genootschap.
Rörsch, A. Emeritus hoogleraar, voorheen lid Raad van Bestuur van TNO, portefeuillehouder voor de hoofdgroep Maatschappelijke Technologie (Milieu en Energie), de hoofdgroep Voeding en de hoofdgroep Gezondheid.
Rosema, A. Ingenieur, directeur EARS, Earth Environment Monitoring BV, Delft.
Ross, A. Werkzaam geweest in informatica en automatisering.
Sakko, J. Voorzitter Buren van Lage Weide.
Schoneveld, C. Dr, exploratiegeoloog, klimaatdeskundige, lid van de ‘Club du Soleil’.
Schoneveld, C.W. Dr., Oud-docent Engels aan de Universiteit van Leiden.
Sieders, R. Ir. (chemie), voormalig octrooigemachtigde directeur Octrooiafdeling van AKZO.
Sluijter, F. Emeritus hoogleraar TUE, oud-voorzitter Plasma Physics Division European Physical Society, lid en kernlid van de Standing Commission on Physical and Engineering Sciences of the European Science Foundation, voormalig Vice-President van de International Union of Pure and Applied Physics, voormalig voorzitter van de Commission on Plasma Physics of the IUPAP.
Smit, H. Ingenieur, klimaatdeskundige, Groene Rekenkamer.
Thoenes, D. Scheikundig ingenieur (TUD 1954), oud-directeur research Akzo Zout Chemie te Hengelo, emeritus hoogleraar chemische procestechnologie, TUE, oud-voorzitter Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV), ere–lid KNCV, oud-voorzitter Stichting Hoogewerff Fonds, gekozen lid Koninklijke Zweedse Ingenieurswetenschapsacademie (IVA).
Udo, F. Natuurkundige, oud–wetenschappelijk medewerker CERN, Genève. Onderzoeker windenergie.
Walter, R.N. Ingenieur, directeur WalterConsultancy (oud-directeur TZH = Transportnet Zuid Holland)
Wolters, T. Ingenieur, publicist over energie en klimaat, o.a. op energieexpert.nl, climatetheory.net en climategate.nl, eigenaar ingenieursbureau.
Ziegler, P.A. Geoloog, emeritus buitengewoon hoogleraar aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, de Universität Basel en de Staatsuniversiteit van Moskou. Rustend lid KNAW.
Intelligentie kan worden gemeten aan de staat waarin de planeet en diens unieke leven zich bevindt.
Maar de woestijnen weer vrucht- en leefbaar.
http://www.fokt.nl/phpbb3/viewtopic.php?f=36&t=14845
Een perfect opgemaakte brief, waarbij ik opmerk dat als de maatschappij zich nu eerst in zou zetten voor een gezonde economie er dan geld genoeg vrijkomt om aan de wensen van milieubeweging ( hobyisten) tegemoet te komen. Nederland hoeft niet model te staan voor een milieu vriendelijk land als andere landen steeds meer CO2 produceren. In china komt er iedere dag een kolencentrale bij, en VS heeft nog veel op stapel staan.
Meneer Storm [3] reageerde op deze reactie.
@reiny [2]: Pak deze pagina + comments ook even mee!
http://www.amsterdampost.nl/weer-een-horrorwinter-op-papier/
Onthouden: het woord klimaatbeleid is op zich al onmogelijk.
Het klimaat is nl. ongrijpbaar en derhalve niet maakbaar. Het is ook geen rechtspersoon met een bankrekening en gaat sedert miljarden jaren z’n eigen gang.
Niet moeilijk te raden waar de opbrengst van al die stupide (klimaat-milieu)heffingen in verdwijnt.
Het echte probleem is, het ruilmiddel GELD.
Zonder geld verdwijnt er geen verrichte arbeid.
De verrichte arbeid zet zich dan om, in een direct te gebruiken
dienst of product.
Een ieder die meewerkt,heeft recht op,D+P= recht, op deelname
aan de maatschappij, volgens de geldende regels.
Denk daar nou maar eens een poosje over na.
Het volgende probleem ligt waarschijnlijk bij
het opstellen van de regels,daar word de koek verdeelt.
En nu is het tijd om vast te bakkeleien wie het voor het
zeggen heeft.
Een goede manier van vedelen zou kunnen zijn:
De gene die snijdt,mag niet verdelen.
TL;DR (oftewel too long, didn’t read).
Gegeven de enorme belangen die hier bij betrokken zijn zal de combi Rutte en Samsom dit geweldige stuk zo snel mogelijk naast zich neerleggen. Immers het snijdt hout, en dat is iets wat niet in de mainframe van politici past.
Deze brief verdwijnt in het grote virtuele overlegorgaan dat wij “regering” noemen.
Leonardo PISANO [8] reageerde op deze reactie.
Een discussie over kosten-baten bij een dergelijk vraagstuk is pas in tweede instantie van belang. Eerst moet worden vastgesteld of de klimaatverandering zich (a) inderdaad voltrekt en, als dat bevestigend is beantwoord, (b) of menselijke activiteiten daartoe significant bijdragen.
In het kader van de energiediscussie vind ik het altijd merkwaardig dat we over kosten praten, terwijl we aan de andere kant roepen dat de grondstoffen voor energie schaars zijn. Kosten-baten veronderstelt dat geld het schaarse goed is, maar geld is op de keper beschouwd niets anders dan sturen van arbeid; eigenlijk is het de energie die schaars is. Daarom is het enige zinnige break-even point niet wanneer geld wordt terugverdiend, maar wanneer de energie die in een systeem wordt gestopt wordt terugverdiend.
Hoe zit dat (bijv) met zonnepanelen? Wanneer is de energie in het delven, smelten van de materialen en vormen van de componenten en het samengestelde product terugverdiend uit de opbrengst van het systeem (en ligt deze binnen de technische levensduur)? [Je kunt zelfs een CO2 balans hiervoor opmaken, maar ik teken hierbij aan dat ik CO2 als probleem persoonlijk onzinnig vind]
@Pendragon [6]: De definitie van een overheidscommissie: een groep mensen onder auspiciën van een overheidsorgaan die in staat is binnen relatief korte tijd het beschikbare budget er doorheen te jagen, en het probleem dat ten grondslag lag aan de oprichting ervan te herdefiniëren tot een ander probleem, meestal van een grotere orde, zonder dat enig zicht is ontstaan op een oplossing van het originele probleem.
Pendragon [10] reageerde op deze reactie.
Ik schreef het al eerder hier… 1% extra op de BTW en er is genoeg geld om daadwerkelijk iets aantevangen. Structureel en naar de toekomst toe te verhogen.
Investeren in natuur is investeren in leven.
Leonardo Pisano [12] reageerde op deze reactie.
@Leonardo PISANO [8]: Ik kan het zelf niet beter verwoorden. Waarmee aangetoond is dat er beter geen regering kan zijn.
@Que Sera Sera [9]: Velen zullen het met je eens zijn wat betreft het nobele doel (een zo goed mogelijk leefmilieu), maar ik denk dat de meesten het middel (belastingverhoging) niet zien zitten. Hierbij gaat het NIET om voor een duppie op de eerste rang willen zitten, maar om de onbetrouwbaarheid en de inefficiëntie van de oplossing. Want je denkt toch niet, mocht jouw voorgestelde 1% al efficiënt worden besteed, dat het jaar erop geen herschikking van gelden plaatsvindt? Die 1% verdwijnt simpelweg in de bodemloze put van de overheidsfinanciën. Neem bijv. de wegenbelasting: nog geen 5% van de gelden die binnenkomen wordt aan wegen besteed…
op zich een verhaal waaruit in iedere geval enige intelligentie en realiteitszin blijkt itt de kolder die politici uitbraken.
helaas hier ook weer het preken voor eigen parochie. overheid moet andere dingen wel krachtig ondersteunen. Lees: vreedzaam handelende mensen moeten met geweld gedwongen worden om onze activiteiten te sponsoren zodat wij gemakkelijk ons brood kunnen verdienen ipv dat we moeten uitleggen dat we wat nuttigs doen en mensen moeten overtuigen om vrijwillig te investeren in onze hobby’s.
Weet je, ondanks al die hooggeleerde ondertekenaars ben ik het niet met ze eens. Immers vergelijken ze appels met peren. Ze gaan er vanuit dat duurzame energie duurder is omdat er subsidie op gegeven wordt, maar er wordt ook subsidie op grijze stroom gegeven. Toen de discussie er kwam over het sluiten van de kerncentrale bleek dat de 1 miljard euro afbraakkosten nooit waren meegerekend. Dat terwijl die afbraakberekening wel altijd verplicht is bij duurzame energie!
Als de brief er kwam om er eens goed over na te denken, dan sta ik er vol achter. Als de brief er kwam om de ontwikkeling naar duurzame energie en zelf produceren van energie tegen te gaan, dan is de brief nog minder waard als WC papier en zouden de ondertekenaars zich kapot moeten schamen voor hun kortzichtigheid en domheid.
Waarom is groen bijvoorbeeld beter? Nu, omdat grijs allemaal geïmporteerd wordt. We sturen duur geld naar de landen waar we de energie nu vandaan halen. Als we dat kunnen verminderen, dan houden we de welvaart hier. Ook levert de groene stroom hier meer banen op.
De huidige stand van zaken is geen eindplaatje. Die enorme efficiency verbetering die is al gaande. Toen Internet er voor “iedereen” kwam, toen zaten we nog op 28k8 modempjes. Hadden we toen echt al wat aan Internet? Neen. Maar massaal overstappen op dat langzame Internet bracht ons wel verder.
Stom kolen blijven stoken omdat we te beroerd zijn om een eerlijke berekening te maken is oneerlijk. Oneerlijk naar onszelf en oneerlijk naar onze kinderen en kleinkinderen. Wat wij nu opmaken zal voor hen straks in ieder geval niet meer beschikbaar zijn. Feit is ook dat iedereen die zelf energie opwekt zich veel bewuster gaat zijn van het verbruik. In de meeste gevallen leidt het tot minder energie verbruiken.
Lijkt me toch ook een heel goede zaak.
Wees dus niet bang voor vernieuwing. Maar, we zijn het wel eens over het feit dat we eerst goed na moeten denken en dan doen… (Maar laten we dan wel eerlijke cijfers gebruiken.)
Comments are closed.