De recente verkiezingen in Nederland hebben uitgewezen dat het weinig meer uitmaakt waar u op stemt. Stemt u ‘strategisch’, dan eindigt u op de grote hoop waarin uw enkele stem volledig verloren gaat. De gezwindheid waarmee VVD en PvdA elkaar gevonden hebben doet een amicaliteit vermoeden die dieper ligt dan de vermeende affectie tussen Rutte en Samson. Het is die amicaliteit die hier belicht wordt. Eerst zal ik onderzoeken in hoeverre links en rechts van elkaar verschillen. Daarna bied ik een mogelijkheid voor een nieuw perspectief in de politiek.
Links is dood.
Iedereen in Nederland krijgt middels de sociale wetgeving te maken met de uitwerkingen van de idealen van weleer. Bescherming op de werkvloer, bescherming bij zwangerschap, positieve discriminatie voor vrouwen, minimumlonen, alles ten faveure van de noeste arbeider die fluitend in al zijn verhevenheid de hamer op het aambeeld slaat. Er is in Nederland op sociaal gebied weinig te winnen. Het enige dat nog niet bereikt is, is de utopie zoals in 1513 beschreven door Thomas More in ‘Utopia’. Een plaats waar niemand werkt voor geld en iedereen alles heeft. Precies, dat was zo ongeveer ook de, simplificatie van de, droom van Marx en zijn broeders. Daar is het dan ook een utopie voor.
De huidige sociale revoluties voltrekken zich in de letteren van de wet. Voorwaar niet het aantrekkelijke beeld van barricaden en protest dat in de afgelopen 200 jaar werd tentoongespreid. Ook de doelstellingen zijn wat anders geworden. Werd er vroeger nog gespeculeerd op het stemrecht voor vrouwen, tegenwoordig gaat het om een 0,5% meer bij de onderhandelingen voor het loon. Een ietwat magere opvolger en voor het overige is eigenlijk al het haalbare wel bereikt.
Wat is dan nog de functie van links? De arbeidersrevoluties zijn uitgebleven, maar voltrokken zich alsnog via het zuilenstelsel en wetgeving, waarna het doorsijpelde in de curricula van scholen en universiteiten. Het richten op het collectief als belangrijkste factor in de samenleving is al bereikt. Daar valt dus niets meer te winnen in ideologisch opzicht. Op het pragmatische vlak uiteraard wel. Meer gratis voor iedereen en zorg tot je erbij neervalt. Maar of je daar nu ‘Links’ voor moet zijn?
Rechts is dood.
In de 19e eeuw waren er nog liberalen. Zij hadden belangen in de economie, bezaten grond en stonden in de maatschappij. Zij wisten dat voor elke Hollandse Florijn gewerkt diende te worden. Maar met geluiden van nivellering onder het mom van gelijke kansen voor iedereen werden ook zij gedwongen een meer collectief standpunt in te nemen. Met de steeds meer verruimde mogelijkheid voor mensen die weinig tot niets bezitten om te stemmen was de trend alras duidelijk. Beloof mensen niets en je krijgt ook niets. Beloof mensen die ‘niets’ hebben alles en je hebt een heleboel stemmen. Liberalen dienden te zorgen met de verruiming van de stemgerechtigheid van de Nederlanders dat zij aansluiting bleven houden bij het Nederlandse electoraat.
Daartoe adopteerden zij in de afgelopen decennia steeds meer en meer programma’s van hun collegae ter linkerzijde van het spectrum. Effectief schoven zij daarmee op naar ‘links’. Rechtse partijen in Nederland zijn het in de basis volledig eens met hun collegae op Links. Zou een waarlijk liberaal geluid nu te horen zijn dan zal hij beticht worden van uiterst rechtse afbraakpolitiek. Liberalen zijn voor ‘belastingverlaging’. Toch is dit na WO II niet meer gebeurd. Waarom niet? Omdat Liberalen de premisse onderschrijven dat de overheid de verzorgingsstaat dient te behouden. Die stellingname garandeert een immer groeiend bestand van mensen die verzorgt dienen te worden.
Wat is dan nog de functie van rechts? De ideologie van liberalen is allang ingehaald door collectieve varianten op ‘rechts’ en ‘links’. De verschillen in percentages kunnen een oplettend volger van de politiek al jaren geen zand meer in de ogen strooien. Wat is er liberaal aan een pensioenverhoging tot 67 jaar in 2020 in plaats van 2016? Wat is er liberaal aan een hypotheekrenteaftrek die aantoonbaar al decennia de markt ontwricht? Er valt voor een liberaal niets te winnen.
Leve het collectief?
De etiketten links en rechts functioneren niet meer nu de basis van beide stromingen op hetzelfde gestoeld is. Namelijk een overheid die van wieg tot graf voor haar burgers zorgt en controleert. Er is geen partij die iets anders wil of doet in haar basis. De verschillen zitten slechts in details en percentages.
Wat rest ‘de Nederlander’ dan als keuze nog? Beide kanten van het politieke spectrum onderstrepen de voorwaarden voor een collectieve maatschappij waarin het individu weinig te zeggen heeft. Louter door het zich verenigen in groepen kan het individu een vuist maken. Leve het collectief dan maar? Hoewel die optie verleidelijk is kan geschiedenis ons leren dat collectivisme uiteindelijk kan leiden tot vormen van maatschappelijk bestuur waarvan achteraf geconstateerd wordt dat zulke vormen van bestuur toch niet de juiste waren. Denk daarbij aan de links-collectivistische dictaturen in Azië of aan de ‘rechts’-collectivistische regimes in Europa. Daar zit de toekomst. Niet in het collectief, maar in het individu. Uiteindelijk worden alle collectieven bestuurd door individuen. Worden deze individuen gecorrumpeerd dan gaat het collectieve systeem als geheel verloren. Bestaat er echter een individueel systeem waar individuen door individuen bestuurd worden dan zullen deze bestuurderen moeten zorgen voor de individuele acceptatie van het gevoerde of te voeren beleid.
In de beschouwing van de politiek zouden individuen dan ook de politici gaan benaderen op de manier hoe zij zelf zijn. Als individu. Kijkt men zo naar politiek dan wordt ineens pijnlijk duidelijk dat er bar weinig keuze is en valt de amicaliteit tussen twee ogenschijnlijke stromingen in de politiek makkelijk te verklaren. Leve het collectief dus? Neen, leve het individu.
^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^
Ingezonden door Gustav.
Waarom zoveel aandacht hier voor de politiek in Nederland?
Het libertarisme zal zijn ingang niet middels de politiek vinden.
De ‘democratie’ die we hier hebben zal steeds harder falen.
Geen zorgen, dit gaat vanzelf.
Kijk om je heen naar de mensen. Als je ervoor open staat zie je op allerlei plaatsen dat een begin al is gemaakt:
http://www.nu.nl/nieuws/2947296/nederlanders-houden-rekening-met-afnemende-welvaart.html
De beweging komt van onderaf, one by one…
Naam * [2] reageerde op deze reactie.
@R [1]:
Dat denk ik ook. De bestaande parlementaire politiek hervormen is een illusie. Ik kwam ergens een toepasselijke quote tegen:
“De gezwindheid waarmee VVD en PvdA elkaar gevonden hebben doet een amicaliteit vermoeden die dieper ligt dan de vermeende affectie tussen Rutte en Samson.”
Het lijkt wel, alsof ze een politieke versie van het programma ‘Puberruil’ hebben gedaan en ze hebben ontdekt, dat de ’tegenstander’ best wel meevalt en hun ideeën helemaal niet zo ver van elkaar af liggen. Eén ding is me duidelijk: nooit ‘strategisch’ stemmen. De ‘strateeg’ ben je overigens niet zelf als kiezer; bij ‘strategisch’ stemmen schuiven de politici als strategen met de kiezers als verkenners over het Strategobord. En zoals je weet, is het niet erg er eentje te offeren om te kijken waar de bom ligt.
Ik mis de tijd dat we duidelijk wisten wat “links” en “rechts” voor staan. Als je nu gaat stemmen weet je op voorhand al dat je (ongeacht je stem) wordt belazerd. Er zal in dit collectivistisch systeem altijd worden gerommeld met partij standpunten.
Ik zeg: Hef politiek op, laat “links” vijf jaar regeren en daarna “rechts” vijf jaar. Lekker overzichtelijk voor de burger, stemmen hoeft niet meer. Ook handig voor de statistieken. Je ziet mooie golfbewegingen ontstaan. Maak er een “zakelijk” bestuur van dat stuurt op winst en verlies. Moet je ’s kijken wat er gebeurt. Misschien wordt bezuinigen dan ook echt bezuinigen.
Comments are closed.