Het jaarlijkse Kerstverhaal is dankzij de politieke gebeurtenissen van het afgelopen jaar zo uitgebreid dat we het in vier delen tijdens de kerstdagen publiceren. Vandaag deel 3. (eer/gisteren deel1/2).
Op vrijdagavond, aan het eind van de week, kwamen er nog wat ondernemers bij het hoogzwangere Tsjechische echtpaar, in de schuur. De meesten waren failliet en hoefden na 17 punt 00 uur niet meer bij het ‘Centrum voor Werk’ in de lege kaartenbakken te neuzen. Trouwens door de vele fusies, extra regels, aanpassingen op aanpassingen in de uitkeringsregels, werkten de computerprogramma’s voor die kaartenbakken nog steeds niet.
Gelukkig brachten ze allemaal wat mee voor het Tsjechische stel:
– een voormalig apotheker bracht wat zalf, die vanwege het nieuwe geneesmiddelenbesluit, chemische middelen registratie en etiketteringsregels van de markt gehaald moest worden, ook al was het een volkomen natuurlijk goedje. Dit zorgde voor verlichting. Hij was juist de homeopathie ingegaan omdat hij wel harder moest werken, maar minder vergoed kreeg en omdat de bouw van zijn nieuwe magazijn 4 jaar langer had geduurd om er een bouw- en milieuvergunning voor te krijgen en toen hoefde het niet meer.
– De voormalig middenstander had nog wat diepgevroren soesjes. Omdat zijn vloer geribbeld moest zijn en omdat zijn vloer gedeeltelijk niet-geribbeld was, moest hij zijn bedrijf sluiten van de arbeidsinspectie vanwege uitglijdingsgevaar en van de milieu inspectie vanwege de niet-hygiëne van een geribbelde vloer. Of was het andersom?
– Een van de laatste assurantietussenpersonenbracht wat suiker mee. Die kwam uit verre landen waar met Europese ontwikkelingshulp, goede suiker plantages waren ontwikkeld. Maar door een Europees importtarief van vele honderden procenten, konden de boeren de suiker niet uit de douane-loods verkopen en was de suiker blijven liggen. De man was net terug van een tijdelijk baantje: hij had even mee mogen doen aan de commissie Cohen, maar toen hij had gevraagd waarom die commissie twee keer zoveel kostte als de schade die ze in Haren moesten onderzoeken, kon hij meteen gaan.
– Warme kleding kwam er van de gesloten kledingzaak, het verhoogde minimumloon maakte het onmogelijk om nog personeel aan te nemen en tegelijk inkoop, verkoop, voorkoming van diefstal en de administratie te doen. Het bijbaantje van de kledingman bij de fosforfabriek was ook al weer afgelopen: de fabriek ging failliet omdat uit de belastingopbrengsten een concurrent in Marokko was gesubsidieerd en die had met dat goedkope geld en de lagere milieu eisen, alle klanten weg kunnen kapen.
– Een ex-bankier had nog wat over van zijn Kerst-Bolus, die had hij van de voedsel Bank gekregen. Hij was ontslagen omdat hij op last van de regelgeving geen risico’s met beleggingen mocht nemen en prompt werd aangeklaagd omdat het pensioenfonds nu te weinig rendement maakte. Helaas was hij net invalide geworden omdat iemand zijn EPD had gehackt en zijn verkeerde been was afgezet. En terwijl de ziektekostenverzekering vijf keer zo duur was als het vroegere ziekenfonds, werd uitgesloten dat hij een claim kon indienen voor invaliditeitsuitkering of dat hij een Persoons Gebonden Budget kreeg, want daar werd te veel mee gefraudeerd.
– Een fysiotherapeut die geen verzekeringscontract had gekregen, maar desondanks niet zelf zijn tarieven mocht bepalen, had nu dus alle tijd om bij de bevalling samen met de huisarts te assisteren. Hij wilde niet aan dat verzekeringscontract mee doen, want daar kwamen zoveel extra tegenstrijdige regels bij dat je vanzelf altijd wel wat overtrad en dan weer boetes of kortingen kreeg.
– een werkloze Sinterklaas uit Suriname, nam de rol van de wegbezuinigde Kerstman over.