Een belangrijk deel van de Bijeenkomst in oktober over de evaluatie van de LP-verkiezingscampagne, was gewijd aan een – belangrijk – onderwerp dat het georganiseerde libertarisme al sinds het begin bezighoudt, namelijk of het libertarisme al of niet geleidelijk ingevoerd moet worden. Toine Manders introduceerde een nieuw element in de discussie naar aanleiding van een artikel van Wendy McElroy, 15 jaar geleden gepubliceerd. Hierin maakt zij verschil tussen geleidelijkheid in zijn uitdrukkelijke en die in zijn stilzwijgende vorm. De eerste is die waarbij een overgangsperiode naar een libertarische samenleving bij voorbaat als noodzakelijk wordt voorgesteld. De tweede is die waarbij althans het op geleidelijke wijze presenteren van de libertarische idee, als onontkoombaar wordt gezien.
Toine vroeg voor en na de discussie wie abolitionist, impliciete gradualist, en wie expliciete gradualist was. Uit de tellingen bleek hij tijdens de discussie velen die zich tot de gradualisten hadden gerekend, tot het abolitionistische standpunt overgehaald te hebben, zo zelfs dat nu de meesten dit toegedaan waren. Tijdens de discussie kwamen er echter een aantal problemen met het onderwerp naar voren, van welke de definitiekwestie de belangrijkste, die wegens tijdgebrek niet voldoende behandeld konden worden – er moesten ook nog andere aspecten van de verkiezingscampagne aan de orde komen. Het leidde tot de wens van veel aanwezigen om de discussie over gradualisme een andere keer voort te zetten, mede vanwege het gevoelde belang van dit onderwerp. Dit gebeurt hedenavond en de discussiepartners zijn Kim Winkelaar en Toine Manders. De locatie is Marlot, Leidseweg 77a, Den Haag. Kantoor HJC, aanvang 20 uur.
Discussie klassiek
De discussie over gradualisme versus abolitionisme is een klassieker. We hoeven alleen maar te denken tussen die tussen socialisten en sociaal-democraten in de negentiende eeuw, en meer in ’t bijzonder in Nederland, die over het kiesrecht ruim een eeuw geleden, tussen diegenen die iedereen meteen het kiesrecht wilden geven versus diegenen die het bestaande censuskiesrecht geleidelijk wilden uitbreiden. Meer recent is de discussie in Oost-Europa in de negentiger jaren over geleidelijke en onmiddellijke privatisering, waarbij het achteraf bleek dat naarmate de privatisering sneller werd ingevoerd, de overgangsproblemen korter duurden en uiteindelijk kleiner waren. Een duidelijk voorbeeld hierbij is Estland (snelle privatisering) vs. trage privatisering (Oekraïne).
Wendy McElroy heeft haar artikel ‘Contra Gradualism’ genoemd en noemt daarin vier redenen die pleiten tegen het hanteren van het gradualisme waar het om het introduceren van het libertarisme gaat. Ten eerste stelt zij dat er geen afzonderlijk typisch-libertarische politieke hervormingen zijn. Pas als de aanhanger van een specifieke hervorming hem in een libertarisch kader brengt krijgt deze een libertarische context: „Ik ben tegen alle belasting omdat het diefstal is en ondersteun elke belastingvermindering als een stap voorwaarts naar het elimineren ervan”. Zonder het vermelden van deze context, bijvoorbeeld uit gradualistisch oogpunt, is niet duidelijk dat de voorsteller van de verlaging een libertariër is.
Ten tweede stelt zij dat de baten van consistentie en openheid niet onderschat moeten worden. “Spreek over het libertarisme – de consequenties zoals deze op de diverse gebieden van toepassing zijn, zullen vanzelf volgen”. Het omgekeerde is niet waar; eerst de consequenties bespreken zal niet zonder meer tot een begrip van het libertarisme leiden.
Ten derde: “Libertarisme is te radicaal om grote aantallen mensen aan te spreken”. Verscheidene radicale filosofieën in het verleden slaagden er echter in algemeen heersende onverschilligheid, te doorbreken, maar zo stelt Wendy, het is niet het grootste probleem of wij als radicaal willen overkomen maar dat wij radicaal zijn en het niet openlijk willen toegeven.
Haar laatste bezwaar tegen het gradualisme is dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat veel impliciete gradualisten eigenlijk hun onvermogen moeten opbiechten om radicale en abstracte ideeën goed voor het voetlicht te brengen, en dan maar een strategie van deze mislukking maken. Ayn Rand bijvoorbeeld heeft laten zien dat radicale ideeën op redelijke en effectieve wijze gepresenteerd kunnen worden door met het gebruik van passie en humor, ook aan het gevoel te appelleren. Wendy stelt dat tegenover de geen tegenspraak verdragende fanaticus niet de vaag redenerende gradualist staat maar de goed-geïnformeerde redelijke abolitionist die radicale ideeën op effectieve wijze kan communiceren.
In de Verenigde Staten zijn verscheidene strategieën ontwikkeld, om zo’n effectieve communicator te worden, zoals het werken met het Ransberger spilpunt (“luister naar de bezwaren van de ander, en overtuig hem ervan dat jouw manier om het probleem waar jullie het samen over eens zijn, op te lossen effectief en overtuigend is”).
Boeiend woordgevecht verwacht
Kim, gradualist, en Toine, abolitionist, staan erom bekend, hun overtuigingen op welsprekende en prikkelende manier uiteen te kunnen zetten.
^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^
Dit artikel verscheen eerder op de site van de LP
De meerderheid van Nederland (armere) willen hun kansen in de maatschappij beschermen met wetten en regels tegen een minderheid. (rijkere/machthebbers/multinationals/overheid).
De grootste uitdaging voor de LP is, dat juist de meerderheid te overtuigen dat de minderheid juist in stand wordt gehouden door deze vele wetten en regels.
Philosoof G&R Eigenwijs [3] reageerde op deze reactie.
Het probleem lijkt me dat we vooralsnog vast zitten in het huidige systeem. Om iets te kunnen veranderen zullen we dus verkiezingen moeten winnen. En ik vrees dat een openlijk abolitionist en zelfs een expliciete gradualist die nooit zullen winnen waardoor we ons doel dus ook nooit zullen kunnen bereiken.
De stelling dat radicale ideeen het in de geschiedenis wel eens winnen moet genuanceerd worden. Punt is nl. dat de (zij het op termijn onrealistische) belofte van communisme wel aansprak bij wie niks te verliezen had omdat ie zo arm was en niks kreeg doch alleen maar hard moest zwoegen voor de landadel etc. Maar vandaag is de situatie anders: vele armen krijgen gratis geld in hun hangmat. En vele anderen die werken maar niet zeker zijn of na Ford Genk hun bedrijf het volgende is dat gaat sluiten, zien een uitkering als hun plan B om het hoofd nog net boven water te kunnen houden. Zolang het systeem niet volledig onder zijn eigen gewicht is ingestort, zullen die lui nooit op je stemmen, hetzij omdat ze niet begrijpen dat een libertarische maatschappij ook voor hen uiteindelijk beter is, hetzij omdat ze teveel schrik hebben van de overgangsfase.
Onze enige hoop is dan ook dat binnen afzienbare tijd, wanneer de werkloosheid ook in NL boven de 30% uitkomt, de welvaartstaat gewoon ophoudt wegens geldgebrek. Er worden dan geen uitkeringen meer betaalt, niet uit ideologie maar simpelweg omdat het geld op is. Op dat moment, is dus aangetoont dat het huidige systeem niet werkt EN kan je makkelijk de welvaartstaat afschaffen want in de praktijk merkt de burger toch het verschil niet tussen niets ontvangen omdat het systeem werd afgeshaft, dan wel niets ontvangen omdat het systeem failliet is.
Maar voor de implosie, vrees ik dat je nooit langs de bestaande democratische weg het libertarisme zal kunnen invoeren, anders dan gradualistisch.
Het “goede” nieuws is: de implosie is nabij. Het is hooguit een kwestie van luttele jaren (wellicht slechts maanden), immers macroeconomisch staan we er momenteel slechter voor dan in 1929 met o.a. een 1,5 keer hogere geaggregeerde schuldquote t.o.v. het BBP en dat is absoluut onhoudbaar. 2008 was een voorproefje en de overheden hebben de problemen weten uit te stellen maar ze zijn niet opgelost en zijn m.i. zelfs onoplosbaar, dus de instorting is onafwendbaar, alleen timing is nog wat onzeker. Misschien dat ze het nog wat langer kunnen uitstellen dan verwacht. Eerlijk gezegd verbaast het me dat ze er de afgelopen 4 jaar in geslaagd zijn om de boel redelijk onder controle te houden (ik spreek vanuit Benelux standpunt, niet vanuit Grieks), maar het gaat wel degelijk bergafwaarts en het onvermijdelijke komt gegarandeerd op ons af, hooguit enkele jaartjes later dan ik destijds inschatte.
Ik zie een mooie toekomst voor Hub, Kim of Toine (in alfabetische volgorde) die als overgangspaus de laatste premier van NL kan zijn, tot hij binnen zijn 1e en enige ambtstermijn die functie (en die van Bea en Alex) afschaft.
@Romee [1]:
Als geen werknemer meer in loondienst treed, dan wordt hij
ingehuurd voor wat hij waard is.
Eigen winst, eigen risico.
Het werk, moet gebeuren!
Comments are closed.