Eerder kondigden we aan dat de schrijver van dit beroemde boek, prof. Ken Schoolland op 17 augustus een volledig nieuwe Nederlandse vertaling zal presenteren. Hier gegevens voor het bijwonen van deze happening.
Om een indruk te geven over de “avonturen” zullen we vooruitlopend op het boek enkele hoofdstukjes ter kennismaking op de Vrijspreker publiceren.
Vandaag het begin: Hfst.1. “Een zware storm.”:
De Avonturen van Jonathan Gullible
Hoofdstuk 1. Een zware storm
In een zonovergoten stad aan de zee, lang voordat die volliep met filmsterren in cabrioletten, leefde er een jongeman, Jonathan Gullible genaamd.
Hij was een onopvallende jongen, behalve voor zijn ouders die vonden dat hij slim, oprecht en bijzonder sportief was − van de top van zijn verwarde donkerblonde haardos tot aan zijn veel te grote voeten.Ze werkten hard in een kleine winkel voor scheepsartikelen in de hoofdstraat van een stad die de thuishaven was van een drukbezette vissersvloot. Het stadje bezat een behoorlijk aantal hardwerkende mensen, enkele goede en enkele slechte mensen en voor het overgrote deel uitgesproken doorsnee mensen.
Wanneer hij niet zijn dagelijkse klusjes of boodschappen voor het familiebedrijf deed, zeilde Jonathan met zijn ruwhouten zeilboot op het nauwe kanaal van de kleine haven op zoek naar avontuur.
Zoals zoveel jongeren die de eerste jaren van hun leven op dezelfde plaats doorbrengen, vond hij zijn leven nogal saai en de mensen om hem heen erg fantasieloos. Hij verlangde ernaar om op zijn korte tochten door het kanaal een vreemd schip of een zeeslang tegen te komen. Misschien kwam hij wel een piratenschip tegen en werd hij gedwongen om de zeven zeeën als bemanningslid te doorkruisen. Of misschien liet een walvisvaarder op jacht naar een vette prooi hem wel aan boord om mee op jacht te gaan.De meeste zeiltochten eindigden echter met het knorren van zijn maag van de honger of met een droge keel van de dorst, en de gedachte aan eten was het enige dat hem dan nog bezighield.
Op één van die mooie lentedagen, toen de lucht kraakhelder was, zag de zee er zo goed uit dat Jonathan aan niets anders dacht dan zijn lunch voor een zeiltocht klaar te maken en zijn hengels aan boord van zijn bootje te brengen. Toen hij de rotspunt waar de vuurtoren op stond rondde, voelde hij zich zo vrij als de grote condor die hij hoog boven het kustgebergte zag vliegen.
Met de wind in de rug zag Jonathan de donkere stormwolken niet die zich aan de horizon samenpakten. Jonathan was pas onlangs tot voorbij de havenmond gaan zeilen, maar hij kreeg steeds meer vertrouwen.
Toen de wind opstak en in sterkte toenam, maakte hij zich geen zorgen, totdat het te laat was.
Toen de storm met volle kracht boven hem losbrak begon hij verwoed met het want te worstelen. Zijn boot werd door de golven als een speelbal heen en weer gesmeten. Iedere inspanning die hij zich getroostte om zijn vaartuig onder controle te krijgen mislukte, was nutteloos tegen de enorme wind.
Uiteindelijk viel hij op de bodem van de boot, zich aan de boorden vastklampend en hopend dat hij niet zou kapseizen. Dag en nacht regen zich in een angstaanjagende draaikolk aaneen.
Toen de storm eindelijk ging liggen was zijn boot een janboel, de mast gebroken, de zeilen gescheurd en de boot maakte sterk slagzij naar stuurboord. De zee werd rustiger maar er bleef een dikke mist hangen, die zijn vaartuig omhulde en ieder zicht beperkte.
Na een paar dagen te hebben rondgedreven raakte zijn water op en kon hij alleen nog zijn lippen bevochtigen met de condens die van de stukken canvas afdroop. Toen trok de mist op en zag Jonathan de vage contouren van een eiland. Naarmate hij dichterbij dreef, zag hij onbekende landtongen en overdadig begroeide steile heuvels uit de zandstranden omhoog rijzen.
De golven wierpen hem op een ondiep rif. Zijn boot achterlatend zwom hij haastig naar de kust. Hij vond en verslond al snel roze guaves, rijpe bananen en ander heerlijk fruit dat langs de smalle zandstranden in de vochtige jungle bloeide.
Nadat hij weer wat op krachten was gekomen, voelde Jonathan zich verlaten, maar hij was blij in leven te zijn. Eigenlijk was hij opgetogen door dit onverwachte avontuur. Hij ging meteen op pad langs de witte zandstranden om meer over dit onbekende, nieuwe land te ontdekken.