In een voorgaand artikel introduceerde ik de gok van Pascal. Ieder decennium heeft zo een aantal kandidaten voor de gok van Pascal. In dit en enkele volgende artikelen ga ik in op wat er gebeurd zou zijn als we 40 jaar geleden de gok van Pascal hadden gebruikt als besluitvormings hulpmiddel om te bepalen hoe we met het bevolkingsvraagstuk om moesten gaan. De overbevolking werd in de jaren zeventig als een zeer prangend probleem beschouwd.
Allereerst een korte herhaling van wat de gok van Pascal ook al weer inhield: De gok van Pascal is oorspronkelijk bedoeld om te beoordelen of men niet beter in een (christelijke) god kon geloven of niet. De stelling is:
1 Als men in God gelooft, en hij bestaat, dan komt men in de hemel.
2 Als men niet in God gelooft, maar hij bestaat wél, dan komt men in de hel.
3 Als God niet bestaat, heeft wat men gelooft geen gevolgen.
4 Conclusie: men kan beter geloven in God, dan komt men in ieder geval niet in de hel, en misschien wel in de hemel
Op deze angst en semi logica wordt steeds ingespeeld door onheilsprofeten. We zien thans dat de onheilsprofeten het afschaffen van de euro brengen als scenario dat bijna de totale ineenstorting van onze Europese welvaart zou betekenen. Of met de menselijk geschapen klimaatsverandering op de proppen komen. Als we naar deze profeten luisteren zullen we onze vrijheden en ons geld kwijt raken maar zal dit verder niets oplossen.
Onheilsprofeten uit het verleden. Om terug te keren naar de bevolkingsvraagstukken behandel ik in het kort de oplossing die in het indertijd uiterst populaire boek “the population bomb” van Paul Ehrlich is beschreven. Als belangrijke component van de oplossing voor de hongersnood ziet hij een vorm van triage met betrekking tot de voedselhulp. Triage is bij het grotere publiek wellicht bekend geworden door de film “Pearl Harbor” waarbij de heldin met als ik het me goed weet te herinneren een lippenstift de stroom binnenkomende gewonde soldaten sorteerde. De vraag naar medische hulp was vele malen groter dan het aanbod in de ziekenboeg waar ze werkte. De enige manier om zoveel mogelijk mensen te redden was selectie aan de poort. Degenen die zonder hulp zouden overleven werden apart gezet. Een andere groep die zo goed als zeker zou sterven kreeg een andere markering en degenen waar medische hulp nodig was om hun leven te redden kregen weer een andere markering. Deze waren de enige die hulp kregen. De rest kreeg niets.
Een soortgelijk mechanisme zou moeten gelden voor voedselhulp. Er zou een politiek / wetenschappelijk besluit worden genomen welke landen werden opgegeven. Hier zou geen voedsel naar toe mogen gaan. Met name India leek een kandidaat om een rood kruisje te krijgen. Waar door massaal sterven ten gevolge van hongersnoden de balans tussen voedselproductie en vraag naar voedsel in evenwicht gebracht zou moeten worden. En waar de wereld niet zou helpen. Maar langs de zijlijn naar het grote sterven zou kijken.
Het idee van het toepassen van triage met betrekking tot voedselhulp was door William en Paul Paddock naar voren gebracht in hun boek Famine – 1975! Paul Ehrlich zegt hierover: volgens mij is er geen enkele rationale keuze mogelijk anders dan de voedselstrategie van Paddock in enige vorm over te nemen (pag 161 paperback versie the population bomb). Hij stelde zelfs: de Paddocks verdienen enorme lof voor hun vooruitziende blik en moed.
Dit is dus niet zomaar een verzinsel van mij, men overwoog dit dus serieus al oplossing. Zoals we thans CO2 emissierechten hebben…..
Een onderdeel van de triage vormde het voorkomen van migratie tussen gebieden die wel geholpen werden en die niet. Anders zou triage natuurlijk niet helpen. Stel het je eens voor. Pakistan zou voedselhulp krijgen en als je in Pakistan wist te komen zou je in ieder geval niet door honger sterven. Als er massale hongersnood zou uitbreken in India en men wist dit, dan zouden er aan de grens dus grote hoeveelheden stervende Indiers zich verzamelen met de hoop langs de grensbewaking te komen. Er werd zelfs gedacht aan het steunen van onafhankelijkheids bewegingen in bijvoorbeeld India waardoor gebieden in India die wel voldoende voedsel zouden produceren zich mochten afscheiden (p 165). Deze gebieden zouden dan wel gesteund worden.
De gevolgen zouden desastreus zijn. Ieder land dat door de triage methode werd uitgesloten van voedselhulp zou verscheurd gaan worden door afscheidingsbewegingen. Ehrlich ging voorbij aan het feit dat om de politiek van triage succesvol te doen uitvoeren dit betekent dat de ontvangende landen uiteraard geen voedsel mogen exporteren. In ieder geval niet naar uitgesloten landen. Voedselhandelaren die dit wel zouden doen zouden als de huidige drugshandelaren moeten worden vervolgd en gecriminaliseerd omdat ze de voedselpolitiek ondermijnden. Er is geen andere manier om anders deze ingrepen af te dwingen. Handelaren die stervenden van voedsel probeerden te voorzien zouden wellicht zelfs de doodstraf krijgen net zoals we thans in enkele landen met drugshandelaren doen.
Stel je je de wereld voor waar de profeten van het voedseltekort de macht in handen kregen. Doordat de bevolking in de val van de gok van Pascal is gelopen. In wat voor wereld zouden we dan leven? Een wereld van afgedwongen bevolkingspolitiek, een wereld waar de regeringen voedsel rantsoeneren, wat natuurlijk betekent dat er blijvende tekorten zijn. Een wereld waar voedselhandelaren vervolgd moeten gaan worden als ze de triage politiek proberen tegen te gaan en stervende mensen van voedsel proberen te voorzien.
Zelf stelt Paul Ehrlich de gok van Pascal aan het einde van zijn boek aan de orde. Pagina 198 van de soft copy versie stelt (vrije vertaling): als ik het goed heb dan hebben we de wereld gered, als ik het fout heb dan zijn we beter gevoed, gehuisvest en blijer, dankzij onze inspanningen. Is er iets verloren als later blijkt dat we een veel grotere bevolking kunnen ondersteunen dan vandaag mogelijk lijkt? Stel dat we bereiken dat de menselijke bevolking na “het tijdperk van de hongersnoden” zich stabiliseert op 2 miljard in 2050 en dat in 2051 iemand een machine uitvindt die goed voedzaam voedsel en al het andere dat mens nodig heeft uit het niets produceert. Dan is het gemakkelijk om de bevolking te laten groeien.
Wat er hier vergeten wordt is dat men dan wel van 1970 tot 2050 in een dictatuur heeft moeten leven waarin op politiek wetenschappelijke gronden voedsel en migratie aan grote hoeveelheden stervenden zou zijn ontzegd. En waar gedwongen steralisaties waarschijnlijk onvermijdbaar zouden zijn geweest om de bevolkingspolitieke doelstellingen te bereiken. En wat we vergeten is dat thans zonder al deze maatregelen armoede in veel landen op haar retour is, en de bevolkingsomvang in veel landen veel groter is dan de jaren 60 en 70. Zonder massale sterfte. Iets dat in een planmatiger gestuurde economie de agrarische productie waarschijnlijk nooit was gelukt. Dan was de kans zeker aanwezig dat we thans leefden in “het tijdperk van de hongersnoden”. Gelijk we nu dankzij de centrale banken en de staat leven in een tijdperk met onder meer blijvende inflatie en werkloosheid.
De lokroep van de bevolkingsomvang onheilsprofeten heeft men in de jaren zeventig weerstaan, weerstaan wij op onze beurt de lokroep van de eurofielen, de klimaatdeskundigen en welke andere profeten ook mogen opstaan? Of zadelen we onze nazaten op met nog meer overheidscontrole? Steken we onze hoofd zelf in de strop of geven we de profeten de middelvinger die ze verdienen?
Nou er is wel degelijk nog steeds sprake van overbevolking. Er zijn nog slechts een half miljoen bizons. Nou, dat is toch eigenlijk best veel, maar zet dit eens af naar het aantal mensen alleen al in Nederland. De verhouding is toch volledig zoek. Waar gaat dat hele Noord-afrika eindigen. En Mexico. Reken maar dat ze het komen halen. Nee, het zal er niet echt gezelliger op worden. Maar ja, hoe meer mensen hoe meer vreugd is ook een stelling.
Nu vind ik enerzijds dat men helemaal niet aan voedselhulp of wat voor ontwikkelingshulp dan ook zou moeten doen, doch alleen maar een wereldwijd geliberaliseerde markt maken voor alles, maar ALS men dan aan ontwikkelingshulp doet, zou men het geheel anders moeten aanpakken.
Vandaag is het immers zo dat zowat alle donorlanden hun geld verdelen over zowat alle ontvangende landen. M.a.w. een directe relatie is niet echt meetbaar en er valt dan ook nergens eer aan te behalen, dus is heeft geen enkele donor een prikkel om de zaken goed aan te pakken en het resultaat (of eerder: het gebrek eraan) in de ontwikkelingslanden is er dan ook naar.
Wat je zou moeten doen, is een soort van adoptie, waardoor het een prestigeproject wordt. Als bv. Belgie Congo zou adopteren en Nederland Zuid-Afrika dan zouden resultaten in Congo resp. Zuid-Afrika, rechtstreeks afstralen op de mentor/donor-landen. Dan zou er pas een prikkel zijn om goed na te denken waaraan precies geld besteed wordt en om toe te zien dat het wel goed terecht komt, i.p.v. te verdwijnen in de zakken van de locale dictator en diens familieleden.
Als een donorland kon scoren met de geboekte successen en “zijn” adoptieland internationaal een soort visitekaartje zou worden voor het doordachte beleid van het donorland, dan zou er een joekel van een incentive zijn om de zaken verstandig aan te pakken i.p.v. zomaar druppels op honderden gloeiende platen te smijten en in totaal wel een emmer water kwijt te zijn maar niet eens te weten waaraan precies en het ook niet eens te willen weten.
Ach economie … het draait allemaal om incentives.
Als toevoeging op dit uitstekende artikel wil ik nog even stellen dat voedseltekorten vaak worden veroorzaakt door het handelen van de mens.
Het is, hoe vreemd het ook klinkt (vraag jezelf maar eens af waarom dat zo vreemd klinkt!) geen beperking van de aarde noch een technologische beperking.
Laat ik als voorbeeld geven de communistische landen, waar door onteigening en foutieve planning de productie laag is. Of landen waar de landbouw door burgeroorlogen of dictaturen tot stilstand gekomen is. Of overmatige corruptie. Of landen waar door de primitieve vorm van landbouw de opbrengst laag is.
Met andere woorden, de problemen kunnen worden opgelost zonder grote hoeveelheden mensen de nek om te draaien. Sterker nog, vaak zie je dat een van de effecten van welvaart het kleiner worden van het gezin is.
‘De problemen kunnen worden opgelost zonder grote hoeveelheden mensen de nek om te draaien’, een interessante gedachte, die zeker een nadere studie waard is. Vergelijking met de ‘dierenwereld’ wijst toch uit dat als men teveel op elkaars lip zit en niet in staat is om het een eindje verderop te proberen, men toch ook de neiging krijgt om elkaars nek om te draaien of anderszins de ruimte op te eisen die men denkt nodig te hebben.
ook zou ik graag op willen merken dat het niet alleen economische of politieke factoren zijn die een tekort aan voedsel kunnen doen ontstaan. Ook klimatologische oorzaken zoals langdurige droogte, overstromingen en aardbevingen kunnen oorzaak van voedselschaarste zijn
Mislukte oogsten in bijv.Ierland en Zweden waren aanleiding voor massa-emigratie naar de VS.
Voor onze huidige politici is ‘overbevolking’ een ’taboe-onderwerp’, waarover men maar liever geen standpunt over in neemt. En dit, in tegenstelling tot de jaren zestig van de vorige eeuw toen ‘links’ massaal de straat op ging om tegen de ‘overbevolking’, Nederland had toen 12 milj. inwoners, te protesteren. Een ‘oplossing’ had men ook al: de ‘pil’, toen pas ‘uitgevonden’, moest in het ziekenfondspakket!
Dit is allemaal ‘vergeten’ en spreken over ‘overbevolking’ is taboe! En wordt het ‘morrende’ volk nog steeds ‘dom’ gehouden!
Comments are closed.