door Arnoud Engelfriet
Boekbespreking
De maand augustus is traditioneel vakantiemaand. En vakantietijd is bij uitstek de gelegenheid om bij te lezen. Een boek dat iedere serieuze blogger zou moeten lezen is De wet op internet van mr. ir. Arnoud Engelfriet.
Engelfriet is zowel jurist als informaticus en dat maakt dat zijn boek de technische kant en de juridische aspecten van het internet op hetzelfde niveau bespreekt, in plaats van slechts op een van beide aspecten de nadruk te leggen. Het boek is geschreven vanuit het perspectief van informatieaanbieders zoals bloggers, journalisten met een eigen site, webwinkeliers, webmasters en ander cybervolk.
Het boek behandelt online activiteiten vanuit relevante juridische terreinen: het strafrecht, het civiele recht (contracten, smaad en laster, intellectueel eigendom zoals auteursrechten) en uiteraard ook het privacyrecht, dat steeds meer aan belang wint.
Wie serieus bezig is op het web kan eigenlijk niet zonder basiskennis omtrent de toepasselijke rechtsregels. Het mooie van het boek van Engelfriet is dat het geschreven is op praktijkniveau, zonder dat dit afbreuk doet aan het juridisch gehalte. Voor de professionele blogger is het boek een ideale manier om in een paar middagen helemaal bij te lezen als het gaat om de do’s en don’ts op het web.
In hoofdstuk 2 van het boek besteedt Engelfriet aandacht aan de vraag wie er nu eigenlijk journalist zijn en wie niet. Uit jurisprudentie van het EU-Hof van Justitie en de Nederlandse Hoge Raad waarnaar Engelfriet verwijst, blijkt dat ook bloggen een journalistieke activiteit kan zijn. In dat geval kan een blogger zich bijvoorbeeld beroepen op dezelfde mate van bronbescherming die voor radio-, televisie- en krantenjournalisten geldt. Voor ambitieuze bloggers is dat goed nieuws: eindelijk erkenning. Of je als blogger die erkenning in de praktijk ook zo gemakkelijk krijgt, is natuurlijk de vraag. Een blogger die bijvoorbeeld bij een rechtbank persfaciliteiten aanvraagt zal al snel worden gevraagd naar het lidmaatschap van de Nederlandse Vereniging van Journalisten. Zonder dat lidmaatschap – of dat van een vergelijkbare organisatie – wordt zo’n verzoek afgewezen. De juridische basis is dus wel, maar in de praktijk moeten bloggers – en blogs – hun positie maar zien te veroveren.
Het boek bevat geen index, maar dankzij de goede structurering van het boek in combinatie met een redelijk gedetailleerde inhoudsopgave is dat geen echt probleem. Het uitvoerige notenapparaat – dat bijna een derde van het boek beslaat – maakt het boek ook voor de professionele jurist een uitstekend startpunt bij het uitzoeken van een casus.
Voor de papieren versie van het boek moet u betalen, de ebookversie is gratis. De wet op internet is hier te bestellen c.q. te downloaden.
Paul Verhaegh
Bedankt voor de tip! Ik zal het gaan lezen, al kies ik daar liever regenachtige herfstavonden voor 🙂
Of je als blogger die erkenning in de praktijk ook zo gemakkelijk krijgt, is natuurlijk de vraag.
Wat dat betreft is de zaak Micha Kat interessant. Hij wordt vervolgd wegens zijn activiteiten als blogger. (Zijn hysterische drama heeft nou niet echt mijn sympathie, en aluhoedje alert is op zijn plaats).
De rechters erkennen zijn status als journalist niet want de vereniging van journalisten (hoernalisten?) heeft hem geroyeerd als lid.
Hieruit blijkt de rol van zo’n vereniging als gilde en Kulturkammer om de beroepsgroep in het gareel te houden. Dat doet mij ook denken aan de “liber” rechtszaken die in Engeland worden gehouden om bloggers aan te pakken, zelf als deze buiten Engeland wonen en er nog nooit zijn geweest.
Naam * [2] reageerde op deze reactie.
@Naam * [1]:
Typo correctie:
“liber” moet zijn “libeL”
.M [4] reageerde op deze reactie.
Criteria journalist
http://nl.wikipedia.org/wiki/Code_van_Bordeaux
Jhon
@Naam * [2]: Ik ken alleen de Libelle 😉
Even serieus: van de genoemde rechtzaken had ik nog nooit gehoord. Maar het is intrigerend. Heeft u misschien een goede link?
Dank bij voorbaat.
Naam * [6] reageerde op deze reactie.
Even off topic:
Spijts aankondigingen van het tegendeel (met ingang van dit jaar), werd er me zonet (hier in Vlaanderen) geen vingerafdruk gevraagd toen ik een nieuwe identiteitskaart aanvroeg.
Toen ik ernaar informeerde wist de balieburocrate me alleen maar te vertellen “Ik heb ook zoiets gehoord maar voor wanneer dat is, weet ik niet”. Er zal dan vermoedelijk nog geen circulaire zijn rondgezonden want dan had ze wel iets vaags kunnen zeggen als “vanaf volgend jaar pas” of zo.
Gezien woonachtigen in het buitenland zo’n pasje niet verplicht nodig hebben doch wel een locale ID kunnen aanvragen (bv. met verblijfsstatus erop vermeld, indien van toepassing) zou een Nederlander wiens ID de vervaldatum nadert kunnen besluiten zich in Belgie in te schrijven en daar een Belgische ID aan te vragen, (waar weliswaar de nationaliteit op vermeld staat) en zo heeft ie een ID wat minstens in heel de EU geldig is om mee te reizen (ook in NL) en waar lekker geen vingerafdrukken voor gegeven werden. Over 5 jaar zie je dan weer verder. Of misschien dat je dan al 2 jaar in pakweg Panama woont…
@.M [4]:
Of dit de beste link is, weet ik niet. Het is voor mij al weer een tijdje geleden. Anders moet je wat googelen op zoekwoorden als “libel tourism” + “uk’ e.d.
http://en.wikipedia.org/wiki/Libel_tourism
Comments are closed.