overdiepse polderDe nieuwste variant van Hollands glorie heet ontpolderen. Prima landbouwgrond onder water zetten. Je moet er maart trots op zijn. En het gebeurt vaker dan u denkt. Het bekendste geval is de Hedwige polder. Maar ook bijvoorbeeld “de blauwe stad” in Groningen is zo’n project. Waar ik het vandaag over ga hebben is de Overdiepse polder boven Waalwijk. Dwingen de hogere waterstanden ons hier tot ontpolderen of is dit een politieke keuze?

De situatie

Ten koste van alles dijken maar verder verhogen heeft een grens. Er zijn situaties denkbaar dat het slimmer is om de rivier meer ruimte te geven. Zodat er meer water door kan stromen of dat er opvang capaciteit ontstaat voor pieken in de waterafvoer.

Bij de Overdiepse polder aan de maas tussen de Biesbosch en Den Bosch is een dergelijke keuze gemaakt. Bij extreem hoog water wordt deze polder onder water gezet. Dit zal naar verwachting eens in de 25 jaar plaats vinden. Men heeft daartoe alle 18 oorspronkelijke boerderijen in deze polder gesloopt. Er zijn 6 terpen gebouwd, waarop vervolgens in totaal 8 nieuwe boerderijen zijn herbouwd. Daarna heeft men de Maasdijk verlaagd zodat deze eens in de 25 jaar overstroomt. En een nieuwe hoge dijk verder landinwaarts aangelegd. Voor 80 miljoen heb je dan  een polder met een lagere dijk. Die gemiddeld eens in de 25 jaar zal overstromen. En 8 boeren bedrijven.

overdiepse polder

Schematische weergave, de rivier, de verlaagde dijk, de polder en de witte puisten zijn de terpen die tegen de nieuwe hoge dijk aan liggen.

Volgens sommigen een geniaal concept. De rivier krijgt hiermee meer ruimte, waardoor verdere dijkverhoging bovenstrooms minder robuust hoeft plaats te vinden. Als de polder volstroomt dan scheelt dit 27 centimeter waterhoogte. De Overdiepse polder staat onder water maar de boeren en de koeien staan droog op hun terp.

terp

Zo ziet een moderne terp eruit

De kosten

Het is een vrij duur project geworden. De project kosten zouden in eerste instantie 125 miljoen bedragen, een aangepaste versie kostte 111 miljoen, maar de uiteindelijke kosten bedroegen 80 miljoen. Dus 10 miljoen per boeren bedrijf. Of als je de 550 hectare van de polder in ogenschouw neemt dan kostte dit ongeveer anderhalve ton de hectare.

duur gras

Drie keer duurder grasland dan normaal

Een hectare landbouwgrond dat in een gebied ligt dat niet overstroomt kost een halve ton of minder. Voor drie keer de waarde in het economische verkeer verander je het land van een droge polder in een semi uiterwaard, een overloop gebied bij extreem hoog water. Vanuit dit oogpunt bekeken is men er niet veel mee opgeschoten. De waarde van de betreffende grond is ondanks een enorme investering niet toegenomen. Eerder afgenomen. Kapitaalvernietiging? Of moet je verder kijken? Zijn er andere baten?

onze terp

wederom een terp

De overwegingen

De vraag die bij me opkomt is of het ontpolderen hier een volledige wetenschappelijke keuze is. Je moet de alternatieven kennen. Een alternatief is bijvoorbeeld de rivier te verdiepen. Dan hoef je de dijken minder of niet te verhogen, en wordt de afstroom capaciteit verhoogd.

nog een terp

Laat men nu hebben uitgezocht dat het verdiepen van de rivier iets goedkoper is dan het ontpolderende terpen plan maar dat dit plan de waterstand niet met 27 centimeter maar met 38 centimeter doet verlagen! De keuze voor het ontpolderen is derhalve een politieke geweest die niet de droogste voeten oplevert (pag 52 van dit document). Het is duurder dan het uitbagger alternatief dat juist ook vanuit veiligheidsoogpunt superieur is.

overdiepse polder

Er was een goedkopere optie, verdiepen zomerbed Bergsche Maas, die ook nog eens een groter effect had op de maximale waterhoogte 

Hoe kan men deze keuze dan toch maken? Als de hogere waterstanden doorzetten komt er een punt dat we de rivier meer ruimte moeten gaan geven. Dit is een zogenaamd “spiegelproject”. Dit is als volgt toegelicht: Spiegelprojecten zijn gericht op het overbruggen van deze obstakels, op het realiseren van doorbraken in denken en doen en op het ombuigen van ogenschijnlijke bedreigingen naar kansen. Het gaat niet om dromen maar om het realiseren van voorlopers in de praktijk” (pag 6).

De conclusie

Het heeft er dus alle schijn van dat de wens tot politiek vooroplopen op veronderstelde toekomstige situaties hier zwaar heeft meegewogen in de besluitvorming. Meer ruimte geven aan de rivier kan gebeuren door de rivier te verbreden of te verdiepen. Verdiepen van de rivier leek hier de superieure oplossing, vanuit zowel kosten als vanuit veiligheid. Maar helaas geeft het verdiepen minder ruimte aan de politieke correctheid van betrokkenen. Er is dan geen veel besproken gids of spiegel project. Maar gewoon een diepere rivier. En droge voeten voor alle betrokkenen.

Het lijkt er dus op dat de 18 boerderijen niet afgebroken hadden hoeven te worden. De landbouwgronden konden volwaardige gronden blijven die ook tijdens hoog water droog bleven. De terpen waren niet nodig geweest. En we hadden meer kans op drogere voeten. Die keuze is niet gemaakt. Op basis van de door mij gevonden informatie lijkt het erop dat de oplossing hier al op voorhand vast stond, er moest worden ontpolderd.  Meer info

(foto’s mogen worden overgenomen)

12 REACTIES

  1. Besluitvorming kapitaalintensief civieltechnisch project

    Het artikel gaat over de besluitvorming van een kapitaalintensief civieltechnisch project. Het probleem dat opgelost moet worden is wateroverlast door de Maas op een bepaald traject.

    Vroeger deed Rijkswaterstaat deze projecten in eigen beheer. Deze dienst is echter uitgekleed. Het is niet onwaarschijnlijk dat men dit project of delen daarvan heeft uitbesteed aan een of meer ingenieursbureaus. Men heeft dan aan hen gevraagd met oplossingen te komen.
    Hoe het ook zei, het kostenaspect van dit soort oplossingen staat niet voorop. Veiligheid en operationele zekerheid van de gekozen oplossing prevaleren. Daar is veel voor te zeggen. Het betekent in de praktijk wel dat meestal geld wordt weggegooid. Hoe komt dat?

    Op de eerste plaats wordt de civiel ingenieur in Nederland zwaar onderbetaald. Als gevolg daarvan is de goede ingenieur vaak verdwenen en is zijn baan overgenomen door een hbo’er met beduidend minder creatief constructief inzicht. Dat werkt kostenverhogend voor de voorgestelde oplossingen.
    Op de tweede plaats is het ingenieursbureau of Rijkswaterstaat niet echt geïnteresseerd in efficiënt werken. De opdrachtgever betaalt toch wel. Hier Tineke Netelenbos heeft toch geen flauw benul van hoe je zoiets zou kunnen aanpakken.
    Op de derde plaats kan sprake zijn van een belangenverstrengeling. Een ingenieursbureau als onderdeel van een grote aannemer die grondmachines heeft staan wil natuurlijk eerder dijken bouwen dan baggeren. De rivier verdiepen verdient hij dan niet aan. Ook al zou die oplossing goedkoper zijn voor de opdrachtgever.
    Op de vierde plaats laat de opdrachtgever zelf al soms blijken welk soort oplossing zij wel aantrekkelijk zou vinden. Het klinkt door in het artikel dat dit bij dit project wel eens het geval kan zijn geweest. De politieke haalbaarheid als keuzefactor werkt eveneens kostenverhogend.

    En ongetwijfeld zijn er nog meer redenen waarom kapitaalintensieve civieltechnische projecten vaak duurder uit vallen dan nodig.
    Wat kunnen we er aan doen? Enkele suggesties.
    Op de eerste plaats de ir. meer en de drs. en de mr. minder gaan betalen. De laatste twee hun ‘functies’ ook nog merendeels opheffen en het geld besteden aan nuttige dingen zoals het bouwen, zowel nat als droog, voor de bevolking.
    Op de tweede plaats het niveau van de politieke besluitvorming ten grondslag aan dit soort projecten verhogen. Politici moeten praktische kennis hebben van de terreinen waarover zij gaan. Netwerkselectie, meestal via ‘partijklieks’, dus opheffen.
    Op de derde plaats nadrukkelijk ook kleinere ingenieursbureaus uitnodigen en financieel mogelijk maken met ideeën te komen.
    Op de vierde plaats bijvoorbeeld een drietal verschillende concept oplossingen juist, ook qua kosten, uitwerken en op gelijke en neutrale wijze presenteren aan de bevolking en vertegenwoordiging.

    Ratio [8] reageerde op deze reactie.

  2. Uit het artikel maak ik op dat het besluitvormingsproces en belangenafwegingen kennelijk niet geheel transparant zijn. Kennelijk is er een keuze gemaakt vanuit – voor de burger – onduideiljke politieke drijfveren.

    Het verhaal doet me er wel aan denken dat het klimaat steeds meer onregeld raakt; bijv. een slappe winter kan gebeuren, maar het patroon duidt op verslapping, verzachting. Dat is niet goed voor de natuurlijke, ecologische processen.
    Rivieren zijn nuttig en noodzakelijk in de kringloop van water. Tegelijk; grond moet blootgesteld worden aan de elementen en warmte, koude, vocht, droogte ondergaan om vruchtbaar te blijven. Ook bijv. een bosbrand of vulkaanuitbarsting heeft zijn nut; het ruimte op en grond wordt er vruchtbaarder van.

    Dit soort overwegingen zullen bestuurders mischien niet uitspreken, maar dat wil niet automatisch zeggen dat ze niet meewegen. Geld is een overweging, maar beslist niet de enige.

  3. beste anp rebel [1]: en andere reageerders. Het gaat niet alleen om dit ene project. Het gaat erom dat land en geld van anderen is ingezet voor politieke doeleinden.

    De taak die diende te worden uitgevoerd, bescherming tegen hoog water, is genegeerd. Er waren goedkopere en effectievere mogelijkheden deze uit te voeren. Het maximale politieke rendement van enkele betrokkenen was daar niet bij gediend.

    Een oplossing met terpen en overstromend land is visueel veel sterker dan een verdiepte rivier. Dus is die keuze gemaakt. Een aantal betrokkenen kunnen dit nu als gidsproject verkopen. Voor wie niet verder kijkt lijkt dit dus een zeer mooie oplossing.

    In werkelijkheid zijn geld en land van anderen ingezet voor politieke doeleinden en iedereen vindt dit goed. De enige kritische noot van anderen is wellicht dat het vrij duur is geworden.

    Dit is ook in andere delen van de maatschappij aan de orde. Steeds maar weer worden eigenaren in hun mogelijkheden beknot. Politici beschikken over je eigendom en bepalen bijvoorbeeld of je je huis mag uitbouwen, verhuren, afbreken of zelfs maar mag bewonen. Of je de boom in de tuin mag omhakken of niet. Etcetera. Wat ik schokkend vind is dat bij zaken van veiligheid (bescherming tegen water) suboptimale keuzes vanwege politieke wenselijkheid worden verkozen.

    anp rebel [9] reageerde op deze reactie.

  4. @Ratio [8]:

    Bufferen of baggeren

    In het artikel wordt aangegeven dat het om een keuze uit twee ging: bufferen of baggeren.
    Vanouds werd dan gekozen voor het vergroten van de dwarsdoorsnede van de rivier door bodemverlaging. Dat gaf het minste ruimtebeslag en riep de minste weerstand op.
    Tegelijkertijd was er echter ook nog een ontwikkeling waarbij de buffercapaciteit via de uiterwaarden in het gedrang kwam doordat in die uiterwaarden gebouwd werd en de zomerdijken werden opgehoogd.
    Op een gegeven moment is een civiel ingenieur uit gaan leggen dat hierdoor meer overstromingen kwamen op plaatsen waar dit niet gewenst was. Het uitbaggeren heeft namelijk ook zijn grenzen.
    Op de eerste plaats is dat omdat in tegenstelling tot bij het bufferen het vergroten van het dwarsprofiel van de rivier door verdieping er voor zorgt dat het wateroverlast probleem weliswaar bovenstrooms wordt verminderd, maar benedenstrooms wordt vergroot.
    Daarom kun je niet de kosten van bufferen of baggeren per raai of per polder tegen elkaar zonder meer afzetten.
    Bovendien wordt door baggeren in het midden van de rivier, aan de zijkant kan niet in verband met de oeverbescherming, de waterstand verlaagd, waardoor aan de oevers in de perioden van droogte de pleziervaart in problemen kan komen. Verder ontstaat bij de ingang en de uitgang van de gegraven geul een afwijkend verhang. Grondverplaatsing door de rivier en verlegging van de loop kan het gevolg zijn. We praten hier over projecten die minstens 100 jaar mee moeten gaan. Daardoor moet met deze effecten op langere termijn rekening worden gehouden.
    Ga er maar vanuit dat er p.m. posten waren bij de oplossing van het baggeren. En wat doe je daarmee? Hoe worden die ingewogen?
    Misschien is met dit antwoord de complexiteit van de voorgelegde ‘planologische kernbeslissing’ wat boven water gekomen.
    Het op een hoop gooien van verschillende inundaties is weinig zinvol. De genoemde Hedwiges polder onder water zetten heeft met de bereikbaarheid van de haven van Antwerpen te maken. Het Oldambtmeer dient voor recreatiedoeleinden. Beiden hebben niets te maken met wateroverlast. En de inundatie van Walcheren in WO II had weer een andere reden. Alle beslissingen kunnen wellicht achteraf bezien beargumenteerd als onbezonnen beschouwd worden, maar onderzoek naar de betreffende situatie is daarvoor wel noodzakelijk.

    Ratio [10] reageerde op deze reactie.

  5. Beste anp rebel [9]: je stelt: Op de eerste plaats is dat omdat in tegenstelling tot bij het bufferen het vergroten van het dwarsprofiel van de rivier door verdieping er voor zorgt dat het wateroverlast probleem weliswaar bovenstrooms wordt verminderd, maar benedenstrooms wordt vergroot. Uitbaggeren kan relatief benedenstrooms als bij de overdiepse polder een prima alternatief zijn. Even verderop waaiert het volgens mij allemaal uit bij de Biesbosch.

    Het op een hoop gooien van verschillende inundaties is weinig zinvol. De genoemde Hedwiges polder onder water zetten heeft met de bereikbaarheid van de haven van Antwerpen te maken. Het Oldambtmeer dient voor recreatiedoeleinden Klopt, Hedwige is natuurcompensatie als ik het goed heb, en de Blauwe Stad moest een economische impuls geven. Beide zijn omstreden en de geprojecteerde verkopen van woningen in de blauwe stad komen totaal niet van de grond. Maar ik gebruikte het meer als intro mbt ontpolderen. De projecten van het programma ruimte voor de rivier zijn volgens mij minder bekend dan de blauwe stad en Hedwige.

    Je hebt het over complexiteit, die is er inderdaad, maar het programma ruimte voor de rivier vergroot die juist want die projecten hebben ook nog eens een landschappelijke en natuur component die meer dan voorheen in de besluitvorming wordt meegewogen.

    Ik ben nog bezig met oordeelsvorming, het gaat om een programma van ruim 2 miljard, maar ik ben bang dat het vooral de wens is van de politiek zich als groen te profileren, en een omslag te bewerkstelligen, die zorgt voor extra maatregelen die wellicht niet altijd nodig zijn vanuit waterstaatkundig oogpunt. De terpen bij de Overdiepse polder waren overbodig, want de boerderijen konden ook aan de andere kant van de dijk worden gebouwd. Ik heb over die dijk gereden en gelopen en zag dat ook al aan de andere kant van de dijk bebouwing was, de terpen zijn bijvoorbeeld een politieke keuze en geen noodzaak.

    Nico [11] reageerde op deze reactie.
    anp rebel [12] reageerde op deze reactie.

  6. @Ratio [10]: Politieke keuzes dienen op de een of andere manier altijd de maatschappij.

    Er waren een aantal oplossingen mogelijk, zoals uitbaggeren. Er is gekozen voor iets dat op het eerste oog niet erg voor de hand lijkt te liggen. Toch… Nederland profileert zich als een landje met veel know-how op het gebied van watermanagement. Dit project kan als showcase dienen om elders projecten binnen te halen. Men kan stellen; “kijk maar, daar hebben we ervaring. We hebben het op die en die manier aangepakt”. Dat levert dan weer werkgelegenheid en daarmee belastingopbrengsten op. Het zou niet voor de eerste keer zijn. Showcases van uitbaggeren zijn er meer dan voldoende. Misschien dient dit project mede om de portfolio wat uit te breiden. Vertegenwoordigers lopen graag met een goede portfolio rond om zodoende meer te kunnen verkopen…

    Ik stel niet dat dit de leidende overweging was in deze besluitvorming, maar wel dat het aspect in de besluitvorming geweest kan zijn.

    Er is een Wet Openbaarheid Bestuur ingesteld, maar helaas is bestuur niet altijd even transparant.

  7. @Ratio [10]:

    De politieke mode in het omgaan met de natuur

    Hartelijk dank voor je reactie. Ik begrijp dat jij vooral zit met het onaangename gevoel dat bepaalde ingrepen in het landschap op waterbouwkundig gebied niet zouden kunnen voortkomen uit maatschappelijke noodzaak, maar meer het gevolg zijn van een politieke mode om het zo maar eens uit te drukken. Dat er in feite irrationale beslissingen worden genomen die meer het onkritische volggedrag van politici weerspiegelen dan dat er op een evenwichtige wijze rekening is gehouden met uiteenlopende belangen.
    Als het gaat om het doel herstel of uitbreiding van de uiterwaarden als middel om via reservoirvorming wateroverlast te voorkomen dan zou dat inmiddels wel eens doorgeslagen kunnen zijn volgens jou, begrijp ik. Dat is heel wel mogelijk. Aanwijzingen daarvoor zijn:

    1. We komen uit een tijd dat juist het omgekeerde het geval was. Terreinen die als natuurlijke overloop van de rivier dienden werden in het verleden meer en meer afgesneden van de waterloop. Een overreactie op de daardoor ontstane wateroverlast elders in de vorm van een overdreven uitbreiding van de waterbuffers is zeer wel denkbaar.

    2. De klimaathysterie waarbij scenario’s worden geschetst van overvloedige regenval als gevolg van toegenomen verdamping door opwarming veroorzaken ook een ander politiek klimaat ten aanzien van het waterbeheer. Al dat verwachte extra water dat uit West-Europa via de grote rivieren ons landje in komt lijkt ons te gaan verzuipen als we niet tijdig ingrijpen, zo is dan de gedachte. Daar moeten we wat aan doen. Laten we extra buffers aanleggen, dan gaat het water niet waar het niet gaan mag.

    3. De algemene Groenlinks pro-natuur anti-mens benadering zal wellicht ook een bijdrage hebben geleverd. Daarbij wordt het ingrijpen in de natuur om een verhoging van de welvaart te bereiken, zoals vruchtbaar land veroveren op het water vanwege landbouwdoeleinden, verafschuwd. Ook het gebruik van de uiterwaarden om mooie huizen neer te zetten aan de rivier wordt daar gezien als een product van de verderfelijke geest van de mens. De strijd tegen ‘de wildgroei aan ongeremde initiatieven van de mens om aan zijn korte termijn lage consumptieve behoeften te voldoen over de rug van moeder natuur’ mag wat kosten is daar de idee. Land teruggeven aan de rivier, al is dat dan tijdelijk bij hoog water, roept bij hen warme gevoelens op. Baggeren ziet men als een zoveelste voorbeeld van het verminken van de natuur, een ruwe ingreep in de natuurlijke waterloop.

    4. De toegenomen propaganda die gepaard gaat met landschappelijke ingrepen wijst wellicht ook in die richting. Er is natuurlijk altijd publiciteit geweest rond de oplevering van grootschalige waterbouwkundige projecten. De minister of de koningin die een gemaal wat al draaide aanzet, de laatste klep nog eens sluit of die ternauwernood een klap van de zojuist in gebruik genomen molen weet te ontwijken. Maar tegenwoordig gaat men nog veel verder. Zelfs bij het meest kleinschalige in moerasland omgezette duinpannetje staat nog een propagandabord bij het afgesloten hek dat ‘het grauwe klokje’ hiermee weer terug zal komen in het Nederlandse landschap. De balans tussen de romantici van ‘terug naar de natuur’ en de technici van ‘meer welvaart voor de bevolking’ lijkt verloren. De milieubeweging is establishment geworden en dat moeten we weten ook. Elke voorlichtster, woordvoerster of spindoctor is voornamelijk zonde van het salaris, maar ze veroorzaken nog een veelvoud daarvan aan verspilling door de achteruitgang in de kwaliteit van de besluitvorming, omdat het maatschappelijk schadelijk volggedrag stimuleert.
    5. Nico, reactie [11], wijst terecht op nog een punt. De staat die voor de ‘Nederlandse zaak’ gaat en het bedrijven gunt nieuwe kennis op gebied van watermanagement te verkrijgen om daarmee orders in het buitenland binnen te krijgen. En dan vooral die landen waar milieuactivisten een poot aan de grond hebben gekregen. Relatief dure oplossingen krijgen dan toch de voorkeur. Het als eerste ervaring opdoen kost uiteraard ook nog eens meer, maar dat zou dan een voorsprong in kennis moeten geven, waarmee naderhand dan de kosten zouden kunnen worden terugverdiend. Simpele praatjes van politici als het bevorderen van een VOC mentaliteit en Nederland kennisland en de enorme nadruk door hen op de export wijzen daarop. Te vrezen is dat het hier voor een groot deel gaat om irrationele motieven, omdat de burgers niet geholpen zijn met het binnenhalen van buitenlandse orders door internationaal opererende bedrijven die zij zelf mogelijk al betaald hebben en waarvan de verstrekte salarissen bij het uitvoeren en de winst, indien gemaakt, slechts mondjesmaat aan onze samenleving ten goede komen. De gedachtegang is bovendien in strijd met de door politici veel geprezen globalisering, waarbij het dus niet uitmaakt waar je als bedrijf je kennis opdoet. Het riekt naar lobbyisme op kosten van de belastingbetaler.

    6. Er is bij de staat meer geld beschikbaar dan voorheen. In het verleden waren de kapitaalintensieve civieltechnische projecten een merkbare aanslag op de staatsbegroting. Tegenwoordig is het ministerie van Verkeer en Waterstaat financieel relatief veel minder belangrijk geworden. Een voorbeeld. De EU bijdrage van Nederland is 7 miljard. Volksgezondheid zit op 80 miljard. De uitgaven van het ministerie van V & W bedragen slechts 10 miljard. Je gooit toch makkelijker relatief kleine bedragen weg dan grote. Daarbij komt dat het financieel beheer door de staat in het algemeen zwak is. Dat is nog wel bagger.

Comments are closed.