Het is noodzakelijk dat de overheid sommige zaken oppakt. Met name die goederen waar er “free riders” zijn. Of goederen en diensten waar het niet efficiĆ«nt is als er concurrentie is. Waarom twee waternetwerken aanleggen, of twee concurrerende telecom bedrijven? Hoe zorg je dat er een dijk is en deze wordt onderhouden als iedereen hoopt dat de buurman betaalt voor het onderhoud van de dijk?
In de praktijk zien we dat in het verleden tal van goederen als collectief goed bestempeld zijn. De post, het in omloop brengen van munten, telefonie, TV en radio, het spoor.
Vaak vallen deze diensten samen met de mogelijkheid controle op de burgers uit te oefenen. Het eerste doel van een staatsgreep is de macht te verkrijgen over de TV en radio stations, en het internet. Om zodoende de succesvolle revolutie te communiceren.
Het muntrecht is een essentieel onderdeel geweest van stads en staatsmacht. En thans van de Europese Unie. Die via het muntrecht dwingend kan ingrijpen in staats begrotingen.
Stel je een situatie voor waarin diverse valuta’s met elkaar mogen concurreren? Waarin een vrije pers is? Waarin radio en TV niet in handen van de staat zijn? Waarin nutsvoorzieningen, die de basis zijn van het economische bestaan, niet langer door de staat gecontroleerd worden?
Keer op keer blijkt maar weer dat wat in een verleden als collectief goed bestempeld is, in de praktijk prima, zo niet beter, functioneert zonder dat er een monopolie positie is.
Hiermee wil ik overigens niet stellen dat semi privatiseringen zoals we de laatste decennia maar al te vaak hebben meegemaakt, een verbetering zijn. Een NS met een dominante marktpositie op het basis netwerk en met maar een aandeelhouder, de staat, is nog steeds een staatsonderneming. Privatisering in de zorg met gedwongen deelname aan een zorgverzekering, met een wettelijk vastgesteld minimum pakket, en met gedwongen acceptatie door de zorgverzekeraar, heeft weinig met privatisering te maken.
Met betrekking tot free riders. We moeten niet vergeten dat veel van de droogmakerijen in de gouden eeuw private ondernemingen waren. De klassieke polders als Wormer, Purmer, Beemster. Zelfs de aanleg vergde geen overheid. Het onderhoud regelen kan via een kleinschalige VVE constructie. Dan worden excessen als met de huidige hoogheemraadschappen die in ambtenaren paleizen gehuisvest zijn en naast dijkonderhoud ook tal van andere taken op zich hebben genomen, voorkomen.
Er zijn dus wel degelijk als collectief goed bestempelde goederen en dienstenĀ In praktijk blijkt echter dat andere belangen aanwezig leken te zijn en dat bij het afstoten van het monopolie vaak de kwaliteit omhoog gaat en de prijs daalt (denk aan bijvoorbeeld de mobiele telefonie).
Het Free rider problem is een oude bron van spanningen. De manier waarop een mens innerlijk in elkaar zit kan met omgevingsfactoren wringen.
In hedendaagse ‘beschavingen’ wordt het een mens onmogelijk gemaakt om te leven zonder aan de dwingende eisen van anderen te voldoen. Dat gaat tot en met primaire levensbehoeften. Tenzij iemand de ‘beschaving’ ontvlucht en bijvoorbeeld in een ecodorp of anderszins buiten de ‘beschaving’ gaat leven. Ook vandaag de dag is het nog mogelijk om aan te sluiten bij bepaalde groepen. Dat gaat goed totdat er mannetjes met wapens opduiken om hun zin door te drijven. Er zijn vele varianten op dit thema.
Wie in de ‘beschaving’ leeft en iets wil doen met gezamenlijke voorzieningen heeft geen andere keuze dan een gesloten netwerk te creĆ«ren met andere economische en politieke mechanismen dan datgene wat gebruikelijk is. Een dergelijk gesloten netwerk zal niet met rust gelaten worden. Immers, een zelf aangelegde context die vrije wil (en naastenliefde) als norm hanteert conflicteert per definitie met een omgeving die dwang als norm hanteert.
Het grote probleem in een tegenwoordige maatschappij is dat mensen opgroeien met vooral dwang. Alleen in de ‘eigen’ woning is enige vrijheid. Maar ook daar probeert dwang binnen te komen via de brievenbus en deurbel – aangelegenheden die de aandacht opeisen op straffe van boetes, bureaucratische pesterijen en wat dies meer zij.
Het is bepaald niet vreemd dat wanneer mensen niet echt moeten, ze geen behoefte hebben om ergens kennis van te nemen of iets uit eigen beweging te doen. Er is doelbewust een slavenmentaliteit gekweekt. Wanneer mensen dat doorbreken en wƩl iets uit eigen beweging gaan doen, zoals een speeltuintje in de wijk aanleggen, dat niet mogelijk is zonder met de bemoeizucht van ambtenaren en bestuurders geconfronteerd te worden. Want er moet een vergunning worden aangevraagd, het project moet aan bepaalde eisen voldoen en er moet kennelijk liefst oeverloos worden vergaderd. Een dergelijk verstikkend klimaat werkt behoorlijk verstikkend voor eigen initiatief, hoe gezond en goed het ook kan zijn.
Het speeltuintje is slechts een voorbeeld. Ook een straat die gezamenlijk een busje aanschaft voor klusjes en grote boodschappen kan op problemen rekenen, want de overheidsmachine kent geen gezamenlijk eigendom en de verplichte autoverzekering eist een gebruikelijke bestuurder te registreren. De bemoeizucht van anderen omzeilen kost dan weer gehannes en onnodige uitgaven. Er moet dan een vereniging of stichting worden opgezet, er kan geen gebruik meer worden gemaakt van no-claim kortingen.
Het leven kan heel simpel, leuk en mooi zijn wanneer mensen op een goede manier met elkaar omgaan. Dat kan alleen in gesloten kring. Profiteurs en bemoeizieke lieden weren is noodzakelijk ter bescherming van een gezond klimaat. Wordt die bescherming onmogelijk gemaakt, dan is het onverstandig te investeren. Het zou een afgedwongen verspilling betekenen. Zowel burgers als overheidsdienaren zijn nogal eens geneigd op verspilling aan te sturen of om dat af te dwingen.
Het overhevelen van collectieve voorzieningen naar een vrije markt werkt niet zoals gehoopt. Neem ik even de telefoniemarkt als voorbeeld, dan constateer ik dat het noodzakelijk was via wetgeving een maximale prijs in te stellen voor kosten tijdens verblijf in een ander EU land. Waarbij de aanbieders automatisch aan het plafond gingen zitten. SMS kosten worden kunstmatig (prijsafspraken, kartelvorming) hoog gehouden. Het is wat kinderachtig dat gebruikers van een smartphone deze pesterij, het in stand houden van een melkkoe, moeten omzeilen met WhatsApp.
Toch ontstaan er gelukkig allerlei initiatieven om gemeenschappelijke voorzieningen te creƫren (een ander governance model en cooperatief contract). Bloed kruipt waar het niet gaan kan. Dat gaat goed totdat overheidsdienaren zich daarin gaan mengen met eisen die opgelegd worden. Waarna er weer andere wegen gevonden moeten worden.
Men kan vaststellen dat een dwingend klimaat (actie) logischerwijs wantrouwen en het gevoel van verstikking (reactie) oplevert.
De neuzen eenzelfde kant op krijgen om iets te gaan doen kan soms lastig zijn (positieve actie). Wanneer men vooraf weet dat men niet met rust gelaten wordt, komt men vaak zelfs niet in beweging (reactie). De handrem staat er nog op. De nood moet dan wel erg hoog zijn wil men toch proberen iets in beweging te krijgen. Dat heeft alles te maken met de architectuur van economische en politieke systemen.
Collectief voor goederen vind ik overigens geen prettig woord. In een huishouden zijn er gezamenlijke goederen. Niet om te azijnpissen, maar gezamenlijk heeft toch een heel andere smaak dan collectief.
“Neem ik even de telefoniemarkt als voorbeeld, dan constateer ik dat het noodzakelijk was via wetgeving een maximale prijs in te stellen voor kosten tijdens verblijf in een ander EU land.”
Dat zou eigenlijk niet nodig moeten zijn; mensen moeten opletten en bedrijven moeten de vrijheid hebben zich uit de markt te prijzen. ā¬ 45 voor een cola betalen op een terrasje in Monaco wordt ook niet door de prins aan banden gelegd. Als iemand de belevenis belangrijker vindt dan de materiĆ«le waarde is die vrij om het te doen. Beter kan men inderdaad vage regels hebben en de hooguit toetsing door de rechter.
Nico [5] reageerde op deze reactie.
@Vilseledd [4]: Het is een kwestie van klimaat en klimaatverandering. In bepaalde omgevingen speelt geld geen rol (als smeermiddel om iets in beweging te krijgen), in andere omgevingen wordt gedrag behoorlijk rigide gereguleerd. Het is maar net welk klimaat mensen samen creƫren. En of er gewaakt wordt dat dat klimaat gehandhaaft blijft.
Collectieve goederen of publieke goederen is feitelijk een gedwongen winkelnering waarbij er 1 aanbieder bestaat met heeel veel vragers. Dit is een markt waar ondernemers van dromen.
De overheid heeft deze marktvorm verboden, ondernemers mogen geen monopolie hebben.
Vreemd genoeg mag de overheid wel een monopolie vormen voor haar goederen en diensten. Dit wil niet zeggen dat dan de producten en prijzen direct slecht zijn. Nadelen van een afgedwongen monopolie uitten zich op de middenlange termijn. De monopolist weet dat zijn klanten geen alternatief hebben, dan zijn diensten af te nemen. Dit promoot slecht gedrag vanuit de monopolist. De test, namelijk het toetsen van producten en prijzen door consumenten van verschillende aanbieders is niet mogelijk. Een berekende of calculatorische prijs is geen marktprijs. En dus weten producenten niet of hun model juist is.
Bedrijven die eerst verantwoordelijk zijn voor publieke goederen, hebben moeite om hun organisatie om te bouwen naar een marktgerichte organisatie, zie bijvoorbeeld de KPN. Nieuwe bedrijven zoals de mobiele providers hebben het een stuk makkelijker. Telefoonkosten zijn de afgelopen tientallen jaren gedaald. In plaats van een vaste lijn, kan ik nu mobiel bellen, internetten, fototoestel, sms en apps in 1 toestel.
Dit type dramatische ontwikkelingen zie je nooit bij staatsbedrijven.
Dus de maximale prijs instellen voor mobiele kosten in het buitenland, klinkt moreel prachtig, maar deze wetgeving is niet nodig. Er zijn alternatieven voor sms. Deze alternatieven zullen de providers onderdruk zetten.
Daarbij, de maximale prijs zal door de provides aangegrepen worden om de consument een te hoge prijs te laten betalen, of de dienstverlening wordt ingetrokken omdat de exploitatiekosten te hoog zijn.
Een vrije markt houdt in, dat de overheid op geen enkele wijze bemoeit met producenten en consumenten. Echter, veel burgers denken dat privitarisering van publieke diensten, ook een vrije markt introductie is. Maar, in de praktijk is dat niet zo.
Neem bijvoorbeeld de NS. Vroeger was het een staatsbedrijf, de mensen die er werkten waren ambtenaren. Totdat het bedrijf werd geprivitariseerd. De NS werd een NV. En de staat kocht de aandelen op. De staat werd eigenaar van de NS. De structuur werd gewijzigd, maar alles bleef bij hetzelfde. De staat bepaalt nog steeds wat de directie moet doen.
Op het moment dat burgers zelf zaken gaan organiseren, zullen zij erachter komen, dat de overheid als monopolist, geen concurrentie dult. Het hoeft maar 1 keer mis te gaan, en wetgeving wordt geĆÆntroduceerd, tenslotte burgers vertouwen elkaar niet, en alleen via een intermediair, de Staat, durven zij iets. Niet echt een klimaat voor innovatie en creativiteit.
Nico [7] reageerde op deze reactie.
@Easymoney [6]: Het tegenovergestelde van monopolie en dwingend gedrag is iets dat tegenwoordig bekend staat als Open Organization.
Praktisch gezien is dat een samenwerkingsmodel dat volledig transparant is. Welke beslissingen zijn genomen en waarom. Hoeveel budget ergens naartoe gaat en waarom. Enzovoort.
Het is een model dat tracht vertrouwen terug te brengen tussen mensen door bepaalde inspanningen te leveren die nogal een sociale impact hebben.
Gestopt met lezen na; “Het is noodzakelijk dat de overheid sommige zaken oppakt”
Comments are closed.