Virologie is een “frauduleuze pseudowetenschap” en is een “uitstervend ras” volgens de  biomedische wetenschapper Simon Lee. Lee is al meer dan 30 jaar in zijn vakgebied actief  waarvan hij bijna tien jaar op het gebied van virologie heeft gewerkt. Door deze ervaring stelt hij dat “hoewel de meeste mensen virologie als een bonafide harde wetenschap beschouwen, deze niet de wetenschappelijke methode volgt en haar wortels stevig heeft in frauduleuze pseudowetenschap.”

Tot 1952 geloofden virologen dat een virus een giftig eiwit of enzym was dat het lichaam vergiftigde en dat het zich op de een of andere manier in het lichaam zelf vermenigvuldigde en zich zowel in het lichaam als tussen mensen en dieren kon verspreiden.

Met behulp van elektronenmicroscopie konden deze vermoedelijke virussen echter niet rechtstreeks in ziek weefsel worden waargenomen. Er werd ook erkend dat zelfs gezonde dieren, organen en weefsels tijdens het ontbindingsproces dezelfde afbraakproducten vrijmaakten die voorheen verkeerd werden geïnterpreteerd als ‘virussen’.

Tientallen jaren lang faalden virologen in hun pogingen om de veronderstelde ‘virus’-deeltjes te zuiveren en te isoleren om zo het bestaan en de pathogeniteit van deze deeltjes direct te bewijzen. Virologen hadden alleen indirect bewijs van bederf uit menselijke en dierlijke weefselkweekexperimenten waarvan werd beweerd dat ze veroorzaakt waren door het ‘virus’ in kwestie. Ditzelfde verval werd waargenomen in weefsels van gezonde gastheren.

Verschillende groepen onderzoekers konden elkaars bevindingen niet reproduceren of repliceren. In feite waren de resultaten vaak tegenstrijdig, zoals blijkt uit een essay uit 1999 van Karlheinz Lüdtke:

“Uitkomsten die destijds vaak door bepaalde virusonderzoekers werden gerapporteerd, werden niet door andere onderzoekers bevestigd als resultaat van hun eigen experimenten. Of de waarnemingen konden niet worden gereproduceerd door alle wetenschappers die met het virus werkten. Vaak werden er bevindingen gerapporteerd die het tegendeel beweerden of werden de bevindingen die onderzocht waren als artefacten beschouwd. Bevindingen die gebruikt werden om empirisch een vermoedelijk verband te bevestigen, werden vaak al snel vergezeld door negatieve bevindingen gerapporteerd door andere onderzoekers.”

In wezen had de virologie zichzelf op dit punt weerlegd.

De celcultuurmethode redt het hachje van de virologie

Om de juiste wetenschappelijke methode te omzeilen, hebben virologen de laboratoriumcelkweekmethode ontwikkeld die als pseudowetenschappelijke proxy voor een natuurlijk fenomeen kan dienen.

De celkweekmethode werd in 1954 geïntroduceerd door John Franklin Enders tijdens zijn pogingen om een ‘mazelenvirus’ te identificeren. Virologen konden de veronderstelde ‘virus’-deeltjes niet goed zuiveren of isoleren rechtstreeks uit de vloeistoffen van een zieke persoon, dus werd besloten dat de deeltjes in plaats daarvan in een laboratoriumcelcultuur moesten worden ‘gekweekt’.

Ze beweerden dat er niet genoeg deeltjes in de vloeistoffen van de gastheer aanwezig waren om directe detectie mogelijk te maken. Dit is inconsistent met het idee dat virusziekten van persoon op persoon worden overgedragen, waarbij geïnfecteerde mensen miljarden virusdeeltjes uitstoten die anderen infecteren. Herinner je je de onheilspellende donkere wolken rond de ‘geïnfecteerden’ tijdens de covid-terreurcampagne?

Er werd aangenomen dat het ‘virus’, dat niet direct in de vloeistoffen kon worden aangetroffen om goed te kunnen worden bestudeerd, een gastheercel nodig had om zichzelf te kunnen vermenigvuldigen, zodat het vervolgens kon worden gevonden en bestudeerd.

Enders observeerde wat het cytopathische effect wordt genoemd, een patroon van schade dat in de kweek optreedt als de cellen uit elkaar vallen en afsterven. Aangenomen werd dat dit effect het directe gevolg was van het onzichtbare ‘virus’ in keelspoelingen dat zich in de cellen vermenigvuldigde, wat leidde tot cellulaire lyse.

Hij ging ervan uit dat de stukjes celafval van een vergiftigde cel de nieuw gecreëerde ‘virale’ deeltjeskopieën waren. Ondanks het onwetenschappelijke karakter van de methode werd de celkweek al snel de ‘gouden standaard’ voor ‘virusisolatie’ en deze wordt nog steeds door virologen gebruikt.

De indirecte celkweekmethode heeft het uitstervende veld van de virologie nieuw leven ingeblazen. Enders kreeg ironisch genoeg in 1954 een Nobelprijs voor het bewijsmateriaal dat hij had verzameld met behulp van de oude weerlegde weefselkweekexperimenten, die vervolgens datzelfde jaar werden vervangen door zijn nieuwe celkweekmethode.

De celkweekmethode is pseudowetenschappelijk omdat er wordt geëxperimenteerd zonder een natuurlijk fenomeen waar te nemen, zonder de afhankelijke variabele (het effect) te identificeren of de onafhankelijke variabele (het ‘virus’) te isoleren om een hypothese op te stellen die we kunnen testen.

Naast het ontbreken van een geldige onafhankelijke variabele, d.w.z. gezuiverde en geïsoleerde ‘virale’ deeltjes, creëerde Enders ook zijn eigen afhankelijke variabele in het cytopathische effect. Dit effect is geen natuurlijk waargenomen fenomeen, maar wordt door experimenten kunstmatig in het laboratorium gecreëerd.

Er werd aangenomen dat het ‘virus’ bestond en dat het een cytopathisch effect zou veroorzaken als het aan een celcultuur werd toegevoegd. Dit is wat bekend staat als een logische denkfout ‘bevestigen van de daaruit voortvloeiende’ of ‘circulair redeneren’ genoemd.

Ook al werd de celcultuur geaccepteerd als het ‘gouden standaard’-bewijs voor de ‘isolatie’ van een ‘virus’ , het blijkt dat Enders zelf niet zeker wist of zijn methode geldig was. In zijn artikel uit 1954 vroeg Enders zich af of de experimentele resultaten die in een laboratorium (in vitro) werden gecreëerd, relevant waren voor wat er in het lichaam gebeurt (in vivo):

“De pathologische veranderingen die door de middelen in epitheelcellen in weefselkweek worden veroorzaakt, lijken, althans oppervlakkig, op de veranderingen die in bepaalde weefsels worden aangetroffen tijdens de acute fase van mazelen. Hoewel er geen reden is om te concluderen dat de factoren in vivo dezelfde zijn als die welke ten grondslag liggen aan de vorming van reuzencellen en de nucleaire verstoringen in vitro, is het optreden van deze verschijnselen in gekweekte cellen consistent met de eigenschappen waarmee a priori verband zou kunnen worden gehouden. met het mazelenvirus.”

Enders zag dezelfde cytopathische effecten die hij had geassocieerd met het mazelen-‘virus’ in normale, niet-geïnoculeerde controleculturen zonder dat er een ‘virus’ aanwezig was:

“We moeten niet vergeten dat cytopathische effecten die oppervlakkig lijken op de effecten die het gevolg zijn van infectie door mazelen, mogelijk kunnen worden geïnduceerd door andere virale agentia die aanwezig zijn in het nierweefsel van apen. Een tweede agens werd verkregen uit een niet-geïnoculeerde cultuur van niercellen van apen. De cytopathische veranderingen die het teweegbracht in de ongekleurde preparaten konden niet met zekerheid worden onderscheiden van de virussen die uit de mazelen werden geïsoleerd.”

Met andere woorden, Enders stelde met behulp van niet-geïnoculeerde culturen vast dat het cytopathische effect waarvan hij aannam dat het werd veroorzaakt door het onzichtbare mazelenvirus, zelfs werd geproduceerd als er geen verondersteld “virus” in de cultuur aanwezig was.

In de loop van de volgende vijf jaar ontdekten andere teams van onderzoekers exact dezelfde cytopathische effecten als Enders deed toen ze niet-geïnoculeerde controles voor zichzelf uitvoerden.

Het is duidelijk dat het de celkweekmethode zelf is, waarbij de cellen worden belast en uitgehongerd die uit hun natuurlijke omgeving worden verwijderd en vergiftigd met giftige antibiotica, en waarbij vreemde dierlijke stoffen en andere chemicaliën worden gemengd, die de dood van de cellen veroorzaakt.

Omdat dit cytopathische effect niet specifiek was voor een “virus” en optrad in culturen waarin geen “virussen” aanwezig waren, kan het niet worden gebruikt om de aanwezigheid van een “virus” te beweren.

De ongeldige celkweekmethode werd gepromoot als de gouden standaard die elke viroloog zou moeten gebruiken om de aanwezigheid van een ‘virus’ in een monster te bevestigen. Dit versterkte het hele vakgebied van de virologie tot een wereld van pseudowetenschap, omdat de wetenschappelijke methode nog steeds genegeerd werd.

Bovendien werd consequent aangetoond dat mengsels waarvan werd aangenomen dat ze onzichtbare “virussen” bevatten, niet pathogeen waren, zodat ze niet voldeden aan de definitie van een “virus”.

Deze onthullingen hadden ter plekke een einde moeten maken aan de virologie. Helaas is dat niet gebeurd.

Onlangs heeft Dr. Stefan Lanka experimenten uitgevoerd met behulp van dezelfde protocollen die zijn gebruikt bij elk isolatie-experiment van elk verondersteld pathogeen virus. Dit omvatte onder meer het veranderen van het voedingsmedium naar ‘minimaal voedingsmedium’, d.w.z. het verlagen van het percentage foetaal kalfsserum van de gebruikelijke 10% naar 1%, het verlagen van de voedingsstoffen die beschikbaar zijn voor de cellen om te groeien, waardoor ze onder druk komen te staan, evenals het verdrievoudigen van het aantal giftige antibiotica.

Dr. Lanka observeerde het karakteristieke cytopathische effect, maar er werd op geen enkel moment een pathogeen “virus” aan de cultuur toegevoegd. Deze uitkomst kan alleen maar betekenen dat het cytopathische effect het resultaat was van de manier waarop het kweekexperiment werd uitgevoerd.

Hij voegde ook een oplossing van puur RNA uit gist toe, wat hetzelfde resultaat opleverde, wat opnieuw bewees dat het de kweektechniek is – en niet een virus – die het cytopathische effect veroorzaakt. Het is interessant om op te merken dat tijdens de recente constructie van het zogenaamde ‘apenpokkengenoom’ Chinese communistische onderzoekers genetisch materiaal van gist gebruikten tijdens het proces, waarbij het ongelooflijk genoeg niet eens inhield dat er daadwerkelijke virusmonsters nodig waren om mee te werken.

​Virologie is een frauduleuze pseudowetenschap

De celkweekmethode is geen geldige experimentele opzet, aangezien deze nooit volgens de wetenschappelijke methode is ontworpen. Het experiment creëert het effect (cytopathisch effect) en gaat vervolgens uit van de oorzaak (“virus”) zonder te verifiëren dat de veronderstelde oorzaak überhaupt bestaat.

Het is bekend dat het cytopathische effect wordt veroorzaakt door vele andere factoren die geen verband houden met een ‘virus’, waardoor de verklaring van een fictief ‘virus’ als boosdoener niet te rechtvaardigen is. Dit effect kan o.a. veroorzaakt worden door:

Bacteriën
Amoebe
Parasieten
Antibiotica
Antischimmelmiddelen
Chemische verontreinigingen
Leeftijd en celverslechtering
Omgevingsstress

Het cytopathische effect is geen geldige afhankelijke variabele, aangezien het geen natuurlijk waargenomen fenomeen is, en kan worden verklaard door verschillende andere factoren dan een onzichtbaar ‘virus’.

Het ongezuiverde monster dat aan de celcultuur wordt toegevoegd, is geen geldige onafhankelijke variabele, aangezien niet is aangetoond dat het ‘virus’ dat zich daarin bevindt, in een gezuiverde en geïsoleerde staat bestaat voordat het experiment plaatsvindt. Het gebruik van de celkweekmethode als bewijs voor een ‘virus’ is volkomen onwetenschappelijk.

Naast de celculturen moeten er telkens geldige controles worden uitgevoerd. Meestal wordt de controlecultuur niet genoemd in de onderzoeken die worden aangeleverd als bewijs voor het bestaan van ‘virussen’, of is wat er met de controlecultuur is gedaan slecht gedefinieerd.

Als virologen wel een controle uitvoeren, doen ze meestal wat zij ‘schijninfecties’ noemen. Wat dit betekent is dat de virologen dezelfde cel moeten gebruiken met dezelfde toevoegingen, maar zonder dat het ‘virus’ is toegevoegd.

Van een controle wordt verwacht dat hij alleen de ene variabele die wordt onderzocht, elimineert, namelijk de veronderstelde ‘virale’ deeltjes. Omdat de vloeistoffen die worden gebruikt om de cultuur te inenten niet alleen uit gezuiverde en geïsoleerde ‘virus’-deeltjes bestaan, maar eerder bestaan uit een complexe soep van stoffen zoals gastheermaterialen, bacteriën, schimmels, extracellulaire blaasjes, enz., schijninfecties waarbij er geen menselijke vloeistoffen aan de cultuur worden toegevoegd, geen goede controles zijn.

Virologen moeten proberen een natuurlijk fenomeen waar te nemen waarbij de onafhankelijke variabele in de natuur kan worden waargenomen. Dit betekent op zijn minst dat ze de deeltjes waarvan zij denken dat het ‘virussen’ zijn, rechtstreeks in de vloeistoffen van een zieke gastheer moeten vinden en deze deeltjes moeten scheiden van al het andere in de vloeistoffen. Virologen moeten vervolgens een geldige afhankelijke variabele bepalen om een testbare en falsifieerbare hypothese op te stellen.

De virologie heeft haar eigen door het laboratorium gecreëerde variabelen gecreëerd in plaats van oorzaak en gevolg te bewijzen door het bestuderen van verschijnselen uit de echte wereld. Het gebruik van een in het laboratorium gecreëerd effect om een oorzaak te claimen die pas kan worden waargenomen nadat het experiment heeft plaatsgevonden, is de antithese van de wetenschappelijke methode.

Het ‘virus’ is een denkbeeldige constructie die is bedacht in de hoofden van onderzoekers die er regelmatig niet in slaagden een bacteriële oorzaak voor ziekten te vinden. Ze gingen er toen van uit dat er iets anders, kleiner en onzichtbaars, in de vloeistoffen van zieke mensen moest zitten.

De basis van de virologie is geworteld in pseudowetenschap, aangezien er nooit enig natuurlijk waargenomen fenomeen is geweest waarop kon worden voortgebouwd, behalve bij mensen met vergelijkbare symptomen.

Bron: Expose News 

 

9 REACTIES

  1. Vraag mensen eens of ze weten wat een virus is (150 jaar oude hoax en religie). Niemand weet het, alleen dat een virus levensbedreigend is als de zgn. wetenschap het verteld. “leeft een virus of is het dood materiaal?”….”uh, levende….uh, dode materie dan??”…”Fout, niet bestaand”….”zo zeg, die is gek”…

    Hier het waanzinnige verhaal van wat een virus (dode materie) volgens de idioten is.

    ….”Een individueel virusdeeltje wordt een virion genoemd en bevat aan de binnenzijde het genetisch materiaal. Dit bestaat uit een lang DNA- of RNA-molecuul dat instructies bevat voor het maken van eiwitten. Een virus is altijd voorzien van een eiwitmantel, de capside, die het genetisch materiaal omgeeft en beschermt. In sommige gevallen is een buitenomhulsel van lipiden aanwezig, de zogenaamde envelop. De meeste virussen zijn zo klein dat ze met een lichtmicroscoop niet kunnen worden waargenomen; ze zijn ongeveer honderd keer zo klein als de meeste bacteriën….”

    weltrusten en geluk met dergelijke onzichtbare rampen, gezogen uit de duim van de 1001 en een nacht farmaceutische industrie en de staats-onderdrukkers. Neem anders nog een paar salvo’s gif en u bent volgens de waanzinnigen (even weer) beschermd en bevrijd van de waanzin….tot de volgende waanzin.

  2. Hoe is dit verhaal te rijmen met het gain-of-function onderzoek in Wuhan en op vele andere plekken?

  3. Op zich wel een goed stuk.
    Ik zal niet beweren dat virussen wel of niet bestaan; ik heb er domweg nog geen hard bewijs voor gezien, dus ik ben er sceptisch over. Wat ik wel durf te stellen is dat er ‘iets’ is; mazelen of waterpokken of griep etc worden toch echt op de ene of andere manier van persoon tot persoon overgedragen.

    Nee, niet iedereen krijgt het. Maar voldoende mensen wel. Dat betekent dat de omgevingsfactor duidelijk niet voldoende is om de verspreiding te verklaren, evenmin als de stelling dat het een soort gif zou zijn. Mensen die verder niks met elkaar gemeen hebben, niet hetzelfde voedsel consumeren maar slechts met elkaar een tijdje in dezelfde ruimte doorbrengen kunnen elkaar ‘aansteken’ of hoe je dan ook wilt noemen.

    Reeds lang voordat vaccins werden geintroduceerd hielden mensen in dorpen ‘kinderfeestjes’ zodra er een geval van bv waterpokken was, met het idee dat ze het dan allemaal zo snel mogelijk zouden krijgen en er weer overheen zouden komen ipv het te rekken door eerst een dan een ander kind ziek te laten worden.
    Dus ook toen al wist men dat het op de ene of andere manier werd overgedragen.
    Het idee van vaccineren kwam vanuit de observatie dat mensen die met koeienpokken besmet waren geweest immuun bleken te zijn voor reguliere pokken.

    Of je het nu een vi(e)rus (of voor mijn part een vijfus of zessus of wat dan ook) noemt zal me eerlijk gezegd een worst wezen. Er is wel ‘iets’ dat de ziekte veroorzaakt en verspreidt. Het is niet alleen maar een kwestie van inbeelding.
    Deels zal dat liggen aan de algemene gezondheid van de betreffende persoon en het ongezonde leefpatroon in het westen helpt daar zeker ook niet aan mee, evenmin als het overbehandelde voedsel, maar dat is domweg niet voldoende om de ziekte te verklaren.

  4. Wat 150 jaar geleden niet mogelijk was en waar men alleen maar kon speculeren en fantaseren over het ontstaan van onverklaarbare ziektes en kwalen door zoiets als ziekmakende ‘virussen’, dan moet het nu met de huidige wetenschap en zeer verfijnde en moderne technologie een koudkunstje zijn de verschillende en meest verschrikkelijke virussen zichtbaar te maken. Niet dus.

    Virussen bestaan niet, zijn spoken van een goed scorende religieuze indoctrinatie. Gedachtenkronkels van een pseudo wetenschap. Het onverklaarbare verklaarbaar willen maken, anders blijft het bij droogneuken rond niet te kunnen verklaren ziektes.

    Spoken en revenuen, er is zelfs een hele en goed geoliede wereldwijde industrie op gebouwd, een levensader voor criminelen totaan goedgelovige gekken en alles wat daar tussenin zit.

    • …het farmaceutische lijpkezengesticht heeft zelfs al een vax klaarliggen voor een ziekte die nog verzonnen moet worden.

      Iets met DISEASEX PANDEMIC naar het schijnt.

    • Wat allemaal niks afdoet aan het feit dat mensen ziek worden en dat die ziekte op de een of andere manier wordt overgedragen, of je het nu een virus noemt of wat anders.

Comments are closed.