Er zijn veel verschillende soorten piramidespelen, maar allemaal werken ze volgens een eenvoudig maar listig principe: als jij mij geld geeft, vertel ik je hoe je andere mensen zover krijgt dat ze geld aan jou geven. Wie erin slaagt om veel medespelers te vinden, kan binnenlopen. Wie dat niet lukt, wordt er niet beter van, maar slechter. De kansen om te winnen zijn zeer ongelijk verdeeld. Het spel is zo opgezet dat de eersten die ermee beginnen, de organisatoren, er ook het meeste aan kunnen verdienen. Naarmate er meer deelnemers zijn en er een langere tijd verstrijkt worden de kansen om te winnen steeds kleiner.
De officiële omschrijving van een piramidespel luidt volgens de wet op de kansspelen:
Onder het piramidespel wordt verstaan een gelegenheid waarbij deelnemers een goed afgeven of een verplichting aangaan teneinde daaruit een voordeel te verwerven dat geheel of ten dele afhankelijk is van de afgifte van een goed of het aangaan van een verplichting door latere deelnemers.
Stel nu dat je een piramidespel wilt opzetten. Zou het dan niet mooi zijn als je behalve een snelle babbel ook beschikt over een “veiligheidsorganisatie” die de mensen kan dwingen om mee te doen met jouw piramide? Een flink aantal gewapende mannen en vrouwen maken het een stuk makkelijker om meer deelnemers “bereid” te vinden om aan jouw piramidespel deel te nemen.
En dit is exact hetgene dat door onze overheid is uitgevoerd. Leg de wettelijke beschrijving van een piramidespel maar eens naast de wijze waarop een willekeurig uitkeringssysteem werkt.
U dient geld af te geven om daarmee een voordeel te verwerven, namelijk het recht om een uitkering. Maar, die uitkering kan alleen plaatsvinden als er genoeg latere deelnemers zijn. Niemand is zeker van een latere uitkering, behalve degenen die er als eersten bij waren. De WW is, aldus de formulering zoals die in de wet op de kansspelen is vastgesteld, te beschouwen als een piramidespel.
Ditzelfde geldt voor de AOW, de WAO, en vrijwel alle andere uitkeringen die dit land rijk is.
De overheid verplicht ons om massaal mee te doen aan dit gigantische piramidespel. In de tijd dat het ingesteld werd was het ook helemaal geen vreemde regeling, immers, de bevolking bleef groeien. De club van Rome voorspelde een gigantische bevolkingstoename, dus de basis van de piramide zou behoorlijk blijven groeien, de piramide was solide genoeg.
Zoals met de meeste voorspellingen van de Club van Rome liep het echter anders, de bevolkingstoename is vrijwel gestagneerd. Langzaam maar zeker versmalt de basis van de piramide, terwijl de top dankzij de verbeterde gezondheidszorg en leefomstandigheden steeds hoger wordt. Dit werd nog enige tijd opgevangen door de import van nieuwe deelnemers. Nog steeds leeft in sommige kringen het idee dat het verstandig is om meer mensen te importeren en te laten deelnemen aan de bouw van onze piramide. Dit zal op korte termijn ook wel werken, maar op lange termijn komen ook deze import-deelnemers bovenaan in de piramide te staan. En dienen er nog meer nieuwe piramidespelers vanuit het buitenland gehaald te worden om de basis in stand te houden. Een zichzelf versterkend effect, dat de problemen wellicht uitstelt, maar op termijn alleen maar groter maakt.
Iedereen met enig verstand zou zijn deelname aan een piramidespel uiteraard zo snel mogelijk stopzetten. Het kan misschien lang goed gaan, aan het eind van de rit is er een grote groep verliezers. Maar helaas, terwijl de overheid in haar eigen wetten opneemt dat piramidespelen verboden zijn wordt iedereen die werkt verplicht zijn zuurverdiende centen op de stapel te gooien. Een stapel die ondertussen een diepe kuil geworden is.
Het organiseren van een piramidespel is strafbaar. Wie neemt de stap om de overheid die haar eigen regels aan de laars lapt tegen te houden?