Een familielid uit de U.S.A. las het volgende:

In Colorado is op een paar scholen tikkertje spelen op het schoolplein verboden, omdat enkele kinderen geklaagd hebben dat zij nagezeten en achtervolgd worden tegen hun wil.

Rennen mag nog wel, als je elkaar maar niet achterna zit.

Zie: apnews.myway.com/article/20…

Mijn vraag: Hoe zit dat eigenlijk in Nederland/België? Mogen spelletjes met ‘fysiek contact’ hier nog wel op het schoolplein?
Ik weet wel dat het er op schoolpleinen dikwijls nogal heftig kan toe gaan.
Kinderen kunnen al kleine machtswellustelingen zijn en er wordt soms hevig gepest en getreiterd. En dan is er ook al de meute die, uit angst of als een kans ook hoger op de ‘pik’ ladder te komen, de enkele machtswellustige kinderen volgt. Eigenlijk de grote wereld in het klein!

Nu mag de eigenaar van de school natuurlijk best bepalen welke spelletjes wel of niet op zijn schoolplein worden gespeeld. Ik ben alleen zo bang dat andere krachten (lees: machten) hier achter schuil gaan, namelijk een of andere dienaar van Big Brother!

Als ’tikkertje’ (tengevolge van deze B.B.) wordt verboden omdat kinderen tegen hun wil achterna gezeten kunnen worden, mogen we dan de conclusie trekken dat ‘bommen gooien’ in gebieden waar men dat ook niet wil, dan ook wordt verboden?
—————————————
Ingezonden door Sarah (met dank aan DeDutchess)

8 REACTIES

  1. Als kinderen vrijwillig de afspraak maakten tikkertje te spelen, zullen ze zich individueel jegens elkaar aan bepaalde spelregels "moeten" houden. Dat zijn meestal eenvoudige regels, die iedereen kent en accepteert. Bij mijn weten behoeven kinderen er niet zonder meer vanuit te gaan, dat hun lichamelijke integriteit op het spel staat. En als een kind dat toch vreest, kan hij/zij waarschijnlijk beslissen buiten spel te blijven.

    In gebieden waar met bommen gegooid wordt, geldt het recht van de sterkste.

  2. auch, hiermee breng je weer een kudde ‘-gogen’op een idee: de teerheid van het kinderzieltje dat vaker getikt is dan de sterke anderen. Of de ongelijkheid (maatschappelijk onaangepaste) van het niet genivelleerde kind dat boven op het klimrek zit.
    En wat betreft de bommen, nu we geen cowboytje meer mogen spelen vanwege de onderdrukte indianen, staan gewelds-computerspelletjes ook op de nominatie om nog meer verboden te worden.

  3. Het lijkt iets om bij te lachen, maar dit bericht is dieptreurig. Ik ben allang blij dat ik in 1960 ben geboren en als kind nog alle spelletjes kon spelen. Alleen bij een flinke knokpartij greep de onderwijzer (met harde hand!) in. Verder moesten wij het zelf maar redden. Dat laatste is alleen maar goed, zo leer je hoe met elkaar moet omgaan. Kinderspelletjes zijn er ook als les voor later.

    Er zijn altijd bullies geweest en die zuller er altijd zijn, dat is duidelijk. Vroeger gebruikten die hun knuisten, nu zijn het zeurderige kindertjes die het agogentaaltje beheersen, maar ook dit zijn bullies.

    Al in de jaren ’80 kreeg het ‘pesten’ op school veel aandacht. Ik adviseerde dan altijd om de kinderen die veel gepest werden, naar judo te sturen. Dan leren ze dat ze sterker zijn dan ze denken, krijgen zelfdiscipline en leren ook hoe ze kunnen terugvechten.
    Ik werd na zo’n opmerking behandeld alsof ik een fascist was. Kinderen moesten leren overleggen, meenden zij. In mijn ogen verlegde je dan de dominantie van de jongens en meisjes die bereid zijn te knokken naar de jongens en meisjes die hun macht ontlenen aan praten (en zeuren). Maar er blijft hoe dan ook een hierarchie, dat principe is namelijk niet uit te roeien.

    Dan vertelde ik maar dat ik zelf een bleek en mager jongetje was, een brillejood (mag dat woord nog?) met twee keer min zes. Ook nog eentje die erg goed uit zijn woorden kon komen. Maar dat hielp meestal niet tegen die pestkoppen.
    Gelukkig was ik ook een driftkop. (Nu zou ik als jongetje daarvoor behandeld moeten worden, vermoed ik.) Een paar keer (veel vaker gebeurt zoiets niet in een kinderleven) heb ik zo’n bullie een tand door zijn lip geslagen. Het gebullie was dan onmiddellijk voorbij. Zelfs als ik zo’n gevecht verloor, hield het gepest daarna op, want ik had in ieder geval aangetoond dat ik terugmepte. Eén keer is zo’n bullie zelfs nog een goed schoolvriendje geworden ook.

  4. Gewoon even chippen die koters kun je ze op afstand controleren en meteen zien welke overtredingen ze hebben begaan. Natuurlijk niet vergeten alle gegevens in een levenslange database op te slaan.

  5. Wat een ONZIN.

    Als je niet mee wilt doen aan tikkertje spelen hoef je slechts één ding te doen:

    LAAT JE TIKKEN

    En niet wegrennen dus want dan speel je mee. Als je eenmaal getikt bent dan kun je gewoon wat voor jezelf gaan doen. De andere kinderen merken vanzelf wel dat je niet meer meedoet.

  6. Toen ik dit las kon ik wel janken.
    Kinderen op open -bare scholen, waar het niet meer kan dat kinderen spelen zoals kinderen spelen ."…..MeeeeesteeeR". Hoe vaak hebben wij dat niet geroepen? Als die domme Jan weer niet zijn handen thuis kon houden 30 minuten nadat het spel over was.

    En die arme kids in Iraq? Die roepen heel hard, als ze weer ’s nachts niet veilig kunnen slapen ,om hun vader of moeder. Dat geef ik iedereen op een briefje. Het is niet eerlijk.
    Dat de overheid zich ermee bemoeit maakt dit een heel, pathetisch, ironisch verhaal. Net als abortus. Het mag niet in je eigen land, maar wel in het land van een ander (ookal zijn kinderen dan soms al geboren).

    The Pussyfication of a Nation, dat zegt mijn Libertarische man al heel lang.

    Mijn kinderen mogen wel tikkertje spelen. Het is goed als ze leren om met conflict om te gaan, hebben ze nodig als zo de dienstplicht weer wordt ingevoerd….grrrr.

Comments are closed.