In een libertarische samenleving is alle grond privaat eigendom. Er is geen overheid die de wegen bouwt en beheert, er zijn geen gemeentes die parken aanleggen en onderhouden, er zijn geen waterschappen die zorgen dat de rivier niet overstroomt, enzovoort.
Dat er geen staat meer is, betekent echter niet dat er ook geen wegen of dijken meer zijn. Ze worden dan simpelweg door de vrije markt en op basis van particulier initiatief gebouwd en onderhouden. Maar hoe werkt dat dan precies? Dat zien we in dit artikel.
Dorpen en steden
In een vrije, staatloze maatschappij woont niet iedereen eenzaam in een hutje in de bossen, volledig zelfvoorzienend. Het mag natuurlijk wel, maar de meeste mensen zullen toch liever deel uitmaken van een grote en moderne gemeenschap.
Dorpen en steden blijven bestaan, en zullen in veel gevallen juist moderner en welvarender zijn dan ooit tevoren. Het belangrijkste verschil met nu is dat ze privaat zijn. Dat betekent dat er nog steeds regels en een bestuur zijn, maar dat je mensen niet mag dwingen eraan mee te doen.
Als iemand geen deel meer wil uitmaken van die gemeenschap, dan kan hij gebruikmaken van zijn recht op zelfbeschikking en zich – met of zonder zijn grond – afscheiden van het bestuur (tenzij hij bij zij toetreding tot de gemeenschap expliciet van dat recht heeft afgezien). Hij kan na zijn uittreding ervoor kiezen om onderdeel te worden van een andere gemeenschap of om volledig aan zelfbestuur te doen.
Dat klinkt wellicht nog een beetje vaag, dus laten we kijken hoe zo’n private gemeenschap er in de praktijk uitziet. Deze zullen sterk lijken op gated communities, zoals we die al kennen uit landen als de VS en Brazilië. De financiering van de beveiliging en van gemeenschappelijke ruimtes zoals parkjes en woonerven gebeurt via een bijdrage aan de vereniging van eigenaren (VVE).
Hoe die gated communities er precies uit zullen zien, hangt volledig af van de wensen van de bewoners. Hippies kunnen ervoor kiezen om biologische tuintjes aan te leggen of om groene stroom te produceren via windmolens en zonnepanelen, terwijl de meer materialistische mens zich in een woongemeenschap kan verzamelen waar er genoeg plaats is om drie SUV’s te parkeren.
Eén van de mooie eigenschappen van een libertarische maatschappij is dat iedereen de vrijheid heeft om zijn leven in te richten zoals hij zelf wil, in plaats van dat iedereen elkaars voorkeuren probeert op te dringen. Zo voorkom je conflict en creëer je een maatschappij waarin iedereen vreedzaam naast elkaar leeft.
Socialisten zouden in een soort kibboetsen kunnen wonen waar de grond gemeenschappelijk bezit is, iedere cultuur welkom is en iedereen vrijwillig meebetaalt aan een sociaal vangnet voor de zieken en zwakkeren. Kapitalisten kunnen juist in een zeer individualistische gemeenschap leven, waar veel ruimte is om te ondernemen en waar mensen zelf hun zorgrekening betalen als ze ziek zijn. Zolang dit allemaal maar op vrijwillige basis gebeurt, is er niks mis mee.
Wegen
Als libertariërs uitleggen dat zij de staat willen afschaffen, dan krijgen ze vaak de vraag: ‘maar wie bouwt dan de wegen?’ Het antwoord daarop is simpel: dezelfde constructiebedrijven als die dat nu doen. De staat bouwt geen wegen, ze financiert en beheert ze alleen. In een libertarische samenleving worden de wegen gebouwd, gefinancierd én beheerd door ondernemers. Na de oplevering van een weg, verdienen zij hun investering terug door tol te heffen.
‘Maar’, zo zeggen tegenstanders, ‘moet je dan niet iedere honderd meter voor een tolpoortje stoppen?’ Nee, dat is een groot ongemak voor consumenten, en wegbeheerders willen het hen juist zo makkelijk mogelijk maken om geen klandizie te verliezen. Als ze dat niet doen lopen ze inkomsten mis, bijvoorbeeld doordat mensen dan liever met de trein reizen of een stukje omrijden via een weg waar je niet steeds hoeft te stoppen.
Zelfs al zou iedere honderd meter weg van een andere eigenaar zijn, wat erg onwaarschijnlijk is, dan zullen de beheerders daarvan samenwerken om de doorstroming zo snel mogelijk te maken. In plaats van met een tolpoortje, kan er bijvoorbeeld via een elektronische chip in de auto of via kentekenregistratie betaald worden zonder te hoeven stoppen. Die technologie bestaat al lang en wordt ook gebruikt door overheden die tol op hun (snel-)wegen heffen, zoals in Frankrijk.
Geprivatiseerde wegen hebben grote voordelen. Allereerst worden ze een stuk veiliger. Criminaliteit en ongelukken schrikken klanten af, en dus zullen wegbeheerders er zoveel mogelijk aan doen om die tot een minimum te beperken. Dat kan betekenen dat hangjongeren of figuren met een criminele geschiedenis niet worden toegelaten, zodat iedereen veilig over straat kan. Verkeershandhavers en bewakers zullen patrouilleren om te voorkomen dat de weg een slechte reputatie krijgt.
Een ander voordeel is dat het aantal files sterk verminderd wordt. Door in de spits de toltarieven te verhogen, en die op rustige wegen te verlagen, kunnen wegbeheerders het verkeer over de dag verspreiden en te drukke momenten voorkomen. Zij hebben daar zelf alle belang bij, want stilstaand verkeer levert hen minder tol op door een tragere doorstroming en minder klandizie.
De privatisering van wegen zorgt er ook voor dat de gebruiker betaalt. In de huidige maatschappij betaalt iedereen via de belastingen mee aan de bouw van wegen, ook al reis je nooit met de auto. Dat zorgt voor een continu conflict tussen mensen die willen dat de staat meer wegen bouwt en zij die vinden dat er al teveel asfalt is. In een libertarische samenleving betalen mensen alleen als ze van een weg gebruikmaken, en komt er precies zoveel asfalt als de markt vraagt.
Andere infrastructuur
Er wordt vaak gezegd dat de spoorwegen in Nederland al geprivatiseerd zijn. Niets is minder waar. Het spoor is eigendom van de staat, en de grootste gebruiker ervan, de NS, is ook een staatsbedrijf. Het is dan ook niet verrassend dat er zo vaak vertraging en treinuitval is, want alles waar de overheid zich mee bemoeit mislukt.
Als de spoorwegen echt aan de vrije markt overgelaten wordt, dan zijn zowel het spoor als de treinen in handen van ondernemers. Net als bij ieder ander bedrijf moeten zij de klanten tevreden stellen om hen niet weg te jagen naar concurrerende treindiensten of andere vormen van vervoer. Doen ze dat niet, dan gaan ze failliet.
Dat zal voor veel lezers niet moeilijk om zijn om te geloven, want private treinen bestaan al lange tijd en zullen dat ook blijven doen. In de negentiende eeuw, voordat de staat zich overal mee ging bemoeien, werden nagenoeg alle treindiensten door de vrije markt geleverd. En nu geven Japan en Zwitserland het goede voorbeeld: hun geprivatiseerde treinen zijn de meest punctuele en populaire van de wereld.
Wat lastiger voor te stellen is, is de privatisering van waterwegen. Deze zullen in een libertarische maatschappij ook in particuliere handen zijn en zullen daarom nagenoeg hetzelfde opereren als private asfaltwegen. Scheepseigenaren betalen tol om van de rivier of het kanaal gebruik te mogen maken, en van dat geld wordt onder andere het onderhoud van de dijken betaald.
Maar wat nou als de eigenaar zijn rivier verwaarloost of er simpelweg niet genoeg scheepsverkeer is om het onderhoud van de dijken te betalen? Tegen waterschade kunnen mensen zich verzekeren, en dus zullen verzekeringsmaatschappijen ingrijpen als er overstromingsgevaar dreigt. Dat is een stuk voordeliger dan voor miljoenen of zelfs miljarden euro’s aan schadevergoedingen te moeten uitkeren. Als de watereigenaar niet meewerkt en dus opzettelijk omwonenden in gevaar brengt, dan kan hij daarvoor onteigend en vervolgd worden.
 Conclusie
Privatiseer iedere vierkante centimeter grond die er op deze aardbol te vinden is.
@Pinokkiocratie [29]: Bij een vrije markt draait het dus niet om “de economie” maar om vrijheid. De vrijheid om je eigendommen -waaronder ook je eigen lichaam- te mogen verhandelen met anderen onder de voorwaarden die de betrokken partijen overeenkomen. Zolang ze de vrijheid (zelfbeschikkingsrecht en eigendomsrecht) van anderen maar niet schenden.
Pinokkiocratie [32] reageerde op deze reactie.
@Henk [31]:
Je hoeft mij niet te overtuigen hoe slecht die overheid is, daar zijn we het allebei wel over eens.
Het hapert in de vrijheid als ultieme gedachtegoed.
Je maakt aanspraak op van alles, zelfbeschikkingsrecht en eigendomsrecht, maar je hebt geen overheid.
Zelfs een vrije meeuw zal zich aan de spelregels moeten houden.
De spelregels moeten een fundament hebben, moraal.
Een moraal gaat verder dan alleen vrijheid.
Moraal zal zelfs de vrijheid waar nodig inperken, daar de mens niet alleen individueel maar ook gemeenschappelijk moraal nodig heeft.
Het juiste moraal ontstaat met de waarheid.
Waarheid ipv illusie is het ultieme gedachtegoed.
Met de waarheid in handen krijgen mensen vanzelf hun vrijheid.
Henk [33] reageerde op deze reactie.
@Pinokkiocratie [32]: Waarom zou je een overheid nodig hebben om ergens (in dit geval zelfbeschikkingsrecht en eigendomsrecht) aanspraak op te kunnen maken?
Eigendomsrecht en zelfbeschikkingsrecht waren er al voordat er overheden waren en vinden we ook terug als basis van het gewoonterecht in sommige oude anarchistische samenlevingen. Daar was “ieder het zijne” vaak het uitgangspunt van het samen leven.
Bovendien volgen deze zaken logisch uit de betekenis van het woord “recht”; het zijn rechten die mensen “van nature” hebben:
Het Nederlandse woord ‘recht’ is verwant met het Duitse ‘Recht,’ het Engelse ‘right’ (van het Latijn ‘rectum’), het Franse ‘droit’, het Spaanse ‘derecho’ en het Italiaanse ‘diritto’ (van het Latijn ‘directum’). Het is ook verwant met ‘rekken’ en verwijst naar dat wat opgericht, uitgerekt, rechtgetrokken, geregeld is. Wij herkennen de Latijnse woorden ‘regere’ en ‘dirigere’, rechttrekken, richten, sturen, leiden, en vandaar ook besturen, regeren. Zij verwijzen in de eerste plaats naar het uitoefenen door een persoon van fysieke macht over een zaak. In die betekenis van het woord ‘recht’ is ook de uitdrukking ‘natuurlijk recht’ onmiddellijk zinvol. Zij verwijst naar datgene wat zich van nature in de macht van een persoon bevindt. Dat omvat in de eerste plaats zijn lichaam en zijn ledematen, alle lichamelijke functies die hij naar believen kan controleren. Bij uitbreiding verwijst ‘natuurlijk recht’ naar datgene wat een persoon uitsluitend door de uitoefening van zijn natuurlijke rechten in strikte zin onder zijn controle brengt, zonder daarbij dezelfde rechten van een ander te schenden.
Comments are closed.