Mijn belofte. Dit is waarschijnlijk het saaiste artikel dat u in lange tijd gaat lezen. Het is ook hier en daar te kort door de bocht. Na lezing heeft u een beter begrip van het huidige financiƫle stelsel. En vooral wat fractional reserve banking is. U snapt de voor en nadelen van het huidige geldstelsel beter. Het nadeel is dat u dit begrip slechts verkrijgt als u het boekhouden achter het geldstelsel snapt. longread alert.

Het begint dus met boekhouden. We gaan ver terug in de tijd, ver voor het moderne bankieren. Iemand begint een bank en leent geld uit. Als we deze simpele boekingen snappen, kunnen we de boekingen van een fractionele reserve bank behandelen. En daarna komt girale geldschepping aan bod.

We beginnen ieder voorbeeld met de opening balans, en dan de boekingen die plaats vinden als er wordt uitgeleend. Tenslotte zien we wat er gebeurt als er een crash is, en opeens 5 procent van de uitgeleende gelden, de vorderingen, oninbaar zijn. Hiermee zien we in hoeverre het systeem stabiel is.

Omdat er geen vreemd vermogen is, is er weinig risico. De enige die risico loopt is de bankier. Als de “bank” omvalt dan is er niet veel aan de hand. Alleen de bankier is zijn geld kwijt, niemand anders. Dit is een veel te simpel voorbeeld, maar het geeft wel de basis van de boekingen weer. Met name het begrip dat bij verlies door oninbaarheid van de vordering het eigen vermogen afneemt is belangrijk. De bankier heeft een deel van zijn vermogen verloren.

De termen liquiditeit en solvabiliteit zijn in dit voorbeeld nog niet belangrijk. Liquiditeit is de mate waarin een organisatie aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Er zit slechts 2 in kas, dus dat lijkt nogal weinig. Omdat er echter geen schulden zijn, er staat slechts eigen vermogen aan de credit zijde van de balans, zijn er geen betalingsverplichtingen. En is de liquiditeit niet belangrijk.

Solvabiliteit is de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen, en is een maatstaf voor het risico. Omdat er geen vreemd vermogen is, is er ook geen vreemd vermogen risico. Eigen vermogen wordt ook wel risico dragend vermogen genoemd, het is het weerbaarheids vermogen dat voorkomt dat een bedrijf failliet gaat.

Een financieel systeem gebaseerd op bankieren volgens bovenstaande grondslagen heeft een zeer gering maatschappelijk risico. Alleen de bankiers lopen risico. Er zitten wel nadelen aan dit systeem, als de rente 6 procent is, kan de bank maximaal 6 verdienen in bovenstaand voorbeeld, of eigenlijk iets minder, 6% van 98.

Fractioneel reserve bankieren

We gaan nu fractioneel reserve bankieren, We lenen meer uit dan we hebben. De opening balans is intussen bekend, 100 eigen vermogen versus 100 kasmiddelen. Er komt nu vreemd vermogen binnen, de spaarders leggen 300 in. Ze krijgen daarvoor schuldbewijzen. De kasmiddelen nemen door de storting van de vreemd vermogen verschaffers toe tot 400. De verhouding eigen vermogen versus vreemd vermogen is nu 1 op 3. (solvabiliteit). Na het aantrekken van vreemd vermogen gaan we geld uitlenen, maar moeten nu wel wat meer kasgeld in kas houden. Want de spaarders kunnen opeens hun geld opvragen. Ook de liquiditeit wordt nu belangrijk.

In dit voorbeeld ga ik er nog even vanuit dat alle ingebracht en uitgeleend geld daadwerkelijk bestaat uit edelmetaal. De inbrengers van vreemd vermogen krijgen overdraagbare schuldbewijzen. Er is nu meer geld in omloop. De geldhoeveelheid neemt toe. Er is immers de 300 overdraagbare schuldbewijzen bij gekomen, die er voorheen niet waren, en waarvoor men ook zaken kan kopen. De dekking voor de opvraagbare schuldbewijzen (300) is 40. Slechts een gedeelde, een fractie, wordt als reserve aangehouden.

Er is leverage, in plaats van dat de bankier 98 kan uitlenen zoals in het eerste voorbeeld kan hij nu 360 uitlenen. Zijn rente inkomsten zijn dus veel hoger. Hij krijgt 6 % van 360 = 21,6 als inkomsten. Bedraagt de rente die hij betaalt op de ingelegde middelen 4 % dan bedragen zijn interest kosten 12. Hij houdt 9,6 over in plaats van 6 in het eerste voorbeeld. Een bruto winst groei van 60 procent. De meeste jaren zal de bankier dus veel meer geld verdienen dan in het eerste voorbeeld.

Stel. Er komt nu een crisis, 5 procent van de vorderingen is oninbaar. Hoe stabiel is dit systeem?

Er moet 5 procent van de 360 aan vorderingen worden afgeboekt. Zoals we eerder zagen zal dit tegen het eigen vermogen worden afgeboekt. Er wordt dus 18 afgeboekt van zowel de vorderingen (omdat ze niet langer inbaar zijn) en dit gaat ten laste van het eigen vermogen, de buffer, het weerbaarheidsvermogen, neemt nu af, de solvabiliteit daalt.

Het systeem lijkt redelijk stabiel, met bovenstaande solvabiliteitsverhoudingen kunnen er meerdere slechte jaren op rij komen waarin 5 procent van de vorderingen moet worden afgeschreven. Het eigen vermogen is met 82 nog hoog genoeg.

Deze vorm van bankieren stelt mensen in staat te sparen en redelijk gemakkelijk rente over hun gespaarde gelden te verkrijgen. Het risico op wanbetaling wordt gedragen door de bankier. De bankier kan meer verdienen, en de burgers kunnen gemakkelijker sparen en ook gemakkelijker geld lenen. De bankier vervult een nuttige functie.

Het risico is echter dat er een bank run ontstaat. Het wezen van fractioneel reserve bankieren is dat er meer wordt uitgeleend dan er in kas is. Er is slechts een fractie van de uitstaande middelen in kas. Het risico is dat de houders van de schuldbewijzen hun geld komen ophalen. Tegenover 300 schuldbewijzen is nog maar 40 in kas. De bank kan omvallen. Als 15 procent van de schuldbewijzen wordt opgevraagd en men hiervoor goud eist, valt de bank om (15 % van 300 is 45, er zit slechts 40 in kas). Er ontstond regelgeving omtrent liquiditeit en solvabiliteit en er ontstonden “lenders in last resort” die banken overeind konden houden tijdens een bankrun.

Het risico voor de samenleving is beperkt. Er is sprake van geldschepping en dus een mogelijke inflatie. Er is risico dat een bank omvalt, in welk geval niet alleen de bankier schadeĀ  heeft, maar eenieder die geld heeft ingebracht. Fractioneel reserve bankieren is winstgevender dan het eerste voorbeeld, en heeft daardoor een grote vlucht genomen.

Girale geldschepping

We gaan nu kijken naar een model waarin een bank aan girale geld schepping doet. Laten we ervan uit gaan dat de eigenaar van de bank 100 inbrengt in goud of zaken die goed als goud zijn. In dit veel te simpele voorbeeld is in het begin geen sprake van vreemd vermogen, de bank kan immers zelf geld scheppen. Het vreemde vermogen ontstaat in dit te simpele voorbeeld pas op het moment van girale geldschepping. Er wordt 900 geld uitgeleend (dit is vanuit de bank bezien een vordering). De tegenhanger is een schuld vanuit de bank gezien, een girale rekening courant schuld van 900. Waar de burger over mag beschikken. Het is een banksaldo waarmee de burger zaken kan kopen. De beginbalans is bekend:

We zien dus een veel groter risico. Als het tegen zit moet 45 worden afgeschreven in plaats van 18 in het fractioneel reserve bankieren voorbeeld. Een risico dat gecompenseerd wordt door een vele malen hogere marge. We hoeven geen rente te betalen over spaargelden want die zijn er niet. Wel vangt de bank 6 procent van 855 is 51,3 aan interest. Dit is een erg versimpeld voorbeeld maar geeft wel aan hoe winstgevend girale geldschepping kan zijn.

Veel banken hebben een lager eigen vermogen dan 10 procent:

De kans op omvallen is vele malen groter. Er moet 5 procent van de vorderingen worden afgeboekt, 5 % van 2500 is 125. Dit is meer dan het eigen vermogen van 100. De bank is eigenlijk failliet. Er is negatief eigen vermogen. De 4 procent eigen vermogens eis als weerstand voor slechte tijden is wat de Nederlandse overheid als ondergrens eiste. Europese wetgeving stelt volgens mij een nog lagere vermogens grens. De mogelijke winst is echter enorm. 6 procent over 2500 is 150. Dit komt door de enorme leverage. Iedere euro kan je (veel te) versimpeld gesteld 25 keer uitlenen.

Het risico op omvallen wordt vaak afgewenteld op de belastingbetaler. Een systeembank die omvalt zal door de interbancaire vorderingen en schulden andere banken kunnen doen omvallen. Er is een moral hazard. Bankiers die voorzichtig zijn zullen worden overgenomen omdat ze niet voldoende rendement genereren. Er is een race to the bottom, met de belastingbetaler als vangnet.

Girale geldschepping kan op zich zeer winstgevend zijn voor de bankier, en het risico hoeft niet te worden afgewenteld op de samenleving indien de diverse vermogens en liquiditeits grenzen maar voldoende hard zijn. Gebleken is dat de bepaling en handhaving van die grenzen lastig kan zijn. Indien er teveel systeembanken omvallen, dan valt alles om en is er een financieel Armageddon. De prijs voor extra rendement komt met extra risico. Niet alleen voor de bankiers zelf, of voor de eventuele vreemd vermogensverschaffers van de banken, maar voor de hele samenleving.

Dit zijn veel te simpele voorbeelden!

Meestal wordt het goudsmeden voorbeeld gebruikt om de ontwikkeling van het bankierswezen te verhelderen. Ik wijk er bewust wat vanaf. Het gaat mij erom dat men risico”s begrijpt, liquiditeit, solvabiliteit, leverage. En dat men ziet dat fractioneel reserve bankieren op zich niet slecht hoeft te zijn. Dit inzicht komt volgens mij slechts als men de boekingsgangen begrijpt.

Mijn voorbeelden van girale geldschepping zijn sterk overdreven. Er zijn veel meer maatstaven waaraan een bank moet voldoen dan ik heb beschreven, waardoor rendementen veel lager zijn. Naast eisen aan liquiditeit (kasgeld) en solvabiliteit (eigen vermogen grens) is er wetgeving die een additionele vreemd vermogen schil eist van convertibele obligaties. Het betreft obligaties die als het slecht gaat en de bank onder bepaalde ratio’s zakt, automatisch worden omgezet in eigen vermogen. Vervolgens worden verliezen afgeboekt tegen het eigen vermogen. Dit soort obligaties hebben een risico opslag en zijn dus voor de bank duur vreemd vermogen. De kosten daarvan, evenals de overhead, heb ik niet meegenomen. Daarnaast wordt naast de passief kant ook gekeken naar de risico’s van de leningen portefeuille. De kwaliteit van de vorderingen. Aan de hand daarvan wordt het gewogen leenvermogen bepaald, en dat zal dus vele malen lager zijn dan ik in mijn veel te simpele voorbeeld heb aangegeven.

Door de hoge potentiĆ«le rendementen bij girale geldschepping krijgt de financiĆ«le sector veel macht. Een bankvergunning om giraal geld te mogen scheppen is letterlijk goud waard. Er is geen gelijk speelveld, een handvol banken mag giraal geld scheppen, dus letterlijk uit het niets geld tevoorschijn toveren. Zolang de geldschepper maar blijft voldoen aan diverse ratio’s van de wetgevers en toezichthouders is dit toegestaan. Een bank kan niet oneindig geld blijven scheppen. Iedere geldschepping holt het reserve vermogen verder uit. Totdat de grens is bereikt en de bank bijvoorbeeld extra eigen vermogen moet aantrekken, of risico volle leningen moet afstoten. En vervangen door bijvoorbeeld schatkist papier. Zodat het gewogen leenvermogen stijgt.

*****************************************************************************************8

Aanvullingen en verdere nuanceringen

Sommige mensen stellen dat fractioneel reserve bankieren door de inflatie component een vorm van onvrijwillige vermogensoverheveling (diefstal) inhoudt. Het extra in omloop gebrachte geld zorgt voor inflatie, en inflatie betekent afnemende koopkracht van de bezitters van geld. De bank heeft de voordelen van het extra geschapen geld (extra interest) en de rest van de bevolking heeft de nadelen. Dit geldt ook voor girale geldschepping.

Andere theoretici stellen dat extra geld de economie een boost geeft waardoor het juist een positief effect heeft op de economie en dus iedereen profiteert.

Begrippen als fiat geld, en wettelijk betaalmiddel zijn ook belangrijk om de impact te bepalen van het handelen van banken. Als banken hun eigen valuta zouden mogen uitgeven, kunnen de conclusies anders luiden.

Bij girale geldschepping neemt in het eerste voorbeeld de geldhoeveelheid eerst af met 100 (geld dat gestort wordt in de bank en niet langer in omloop is) en neemt daarna met 900 toe. Dit is geld dat er eerst niet was. En nu is geschapen.

In het girale geldscheppingsvoorbeeld ben ik uitgegaan van een verlies van 125. Dat is extreem. Normaal zal voor een gedeelte van de vordringen een onderpand zijn. Dit verlaagt het risico. Stel dat het in ons voorbeeld allemaal hypotheken zijn en dat deze voor gemiddeld 20 procent onder water staan. De bank krijgt dus ongeveer 80 procent, dus 100 terug bij de executie verkoop. Of wat minder doordat de verkoop bij veiling plaats vindt in een negatieve markt. De afboeking ten laste van het eigen vermogen bedraagt dan 25 of 30 ipv 125. De bank is niet failliet, en heeft nog 70 tot 75 eigen vermogen over. De bank zal nu wel op korte termijn de ratio’s moeten verbeteren, door eigen vermogen aan te trekken of de omvang dan wel samenstelling van de actief zijde van de balans te wijzigen.

13 REACTIES

  1. Greed is with no boundries !
    Door de mogelijke risico’s die gepaard gaan met financiĆ«le derivaten zijn er in de loop der jaren enkele grote verliezen geleden door banken en investeerders. Veel grote verliezen bij banken zijn veroorzaakt door welbewust gokken door hun werknemers. De handelaren van banken worden met hoge variabele bonussen gestimuleerd risico te nemen en grote winsten te behalen. De volgende roekeloze handelaren hebben gedoogd door werkgevers de belasting betaler opgezadeld met grote verliezen:

    Ratio [2] reageerde op deze reactie.

  2. Het is helder uitgewerkt. Wel blijft het een constructie, een regeling. Die met een oorzaak is opgezet om gevolgen te genereren. Voor zover ik kan zien nemen regeringen met handlangers de rol gangsters voor hun rekening, bankier en handlangers de rol banksters. Kranten en TV hebben de rol van perverse geestelijke overgenomen. Waarbij het er al met al om gaat om gewenst gedrag te stimuleren en ongewenst gedrag de kop in te drukken.
    Daarover hier iets meer, want al met al lijkt het er voor ons sterk op dat mannen en vrouwen (nog steeds) waar mogelijk tegen elkaar uitgespeeld worden, terwijl ze het gezonder zou zijn als ze samen ƩƩn front zouden vormen, frontaal tegenover perversiteiten die de levens van kinderen en dieren verzieken. Waarvan akte.

    De constructies en regelingen zijn een stuk minder interessant dan datgene wat erachter zit. Waarom ze zijn opgezet, waartoe ze dienen, wat de gevolgen ervan zijn.

    Ratio [9] reageerde op deze reactie.

  3. @rien [5]: Dank. Er ging inderdaad meer tijd in zitten dan gepland. Het is echter een artikel dat geschreven moest worden omdat er de nodige onduidelijkheid over deze begrippen is.

    Een deel van de lezers op deze site staat kritisch tegenover fractioneel reserve banking, de girale geldschepping is echter veel groter en gevaarlijker.

    Rente is onmogelijk is inderdaad een dwaalgedachte.

  4. @Bertuz [4]: het is niet gemakkelijk om dit alles te behandelen, welke info verwerk je wel, welke niet. Het artikel is nu al eigenlijk te lang.

    Geldschepping zie ik vooral als een vermogensoverheveling. Waarbij een selecte club voorrechten heeft die anderen niet hebben. Er is dus sprake van een zekere oneerlijkheid geschapen door de staat en de bankiers. Het kan wel een (kunstmatige) boost geven aan de economie. Waardoor je de boom – bust cyclus aanzwengelt.

  5. @Ratio [9]: Ja, inderdaad. Die schatkist van vroeger was zo gek nog niet. In de hedendaagse tijd loop ik met een draagbare schatkist rond, genaamd portemonee. Jammer alleen dat die zo af en toe gevuld wordt met blikgeld en papiergeld, niet met goud en zilver.

    Om die reden kan ik me voorstellen dat sommigen wegvluchten naar alternatieve valuta. Hoewel dat een lapmiddel is, want wegvluchten lost de algemeen verplichte milieuvervuiling niet op. Het is meer zoiets als ondergronds verzet.

  6. “Bankiers die voorzichtig zijn zullen worden overgenomen omdat ze niet voldoende rendement genereren”

    Dat klopt althans t.g.v. het depositogarantiestelsel (wat in feite een lege doos is) en het toezicht (wat in feite door charlatans gebeurt, zoals we in 2008 zagen). Hierdoor genieten alle banken het (weliswaar onterechte) vertrouwen van de klant die er heilig van overtuigd is dat hij geen risico loopt want dat banken a) nooit omvallen dankzij dat goede toezicht en b) zijn tegoeden toch wel worden terugbetaald (mocht het dan toch al eens misgaan).
    Om die reden, interesseren klanten zich niet voor het risicoprofiel van hun bank en zijn de fundinkosten van de meer geleveragede niet wezenlijk hoger dan die van de meer behoedzamere. Daardoor maken de onverantwoorde banken in goede tijden meer winst waardoor ze de conservatievere kunnen overnemen. En omdat niemand graag overgenomen wordt, is dit een prikkel voor de conservatievere om meer winst te maken en dat gebeurt dan door juist meer risico’s te nemen. Macro-economisch voedt dit jusit een bubble en vroeg of laat spatten bubbels altijd uiteen dus dan heb je je bankencrisis genre 2008.

    Hoe anders zou het zijn als de klant niet beschermd werd en in de illusie verkeerde dat het niet uitmaakt waar ie zijn geld stalt. Dan zou ie meer oog hebben voor de risico’s van zijn bank (door ze zelf te odnerzoeken of artikels te lezen van de conumentenbond of test-aankoop) en hetzij te veel geleveragde banken mijden, hetzij daar alleen klant zijn mits ze meer rente betalen (als vergoeding voor het risico wat ie ook echt loopt zonder depositogarantstelsel), waardoor er automatisch een rem komt op ongebreidelde leverage aangezien het t.g.v. toenenemende fundingkost op eenbepaald moment niet meer loont.

    M.a.w. er is niks met fractional reserve banking of met geldschepping IN EEN VRIJE MARKT.
    Maar de markt is niet vrij. De overheid heeft die verstoord en alzo het risicobesef bij het clienteel weggehaald waardoor conservatieve banken niet meer kunnen concurreren o.b.v. hun imago van soliditeit en dus zich genoodzaakt zien om dan ook maar een hoop risico’s te gaan nemen. Daarmee is zoawel micro als macro-economisch het hek van de dam en is een bubble voorgeprogrammeerd. Het in mekaar klappen is dan onvermijdelijk. De vraag is dan alleen of men dat dan zomaar laat gebeuren (wat m.i. ondanks grote korte pijn het beste zou zijn) of … gaat helpen zoals in 2008 en de factuur legt bij de belastingbetaler.
    Overigens kon men toen die keuze maken maar weldra niet meer omdat ondertussen de staatsfinancien niet meer de ruimte bieden die er 10 jaar geleden wel was.
    Men kĆ”n dan gewoon niets doen, tenzij … men van overheidswege overgaat tot massaal geldcreatie waardoor men alsnog een melktdown kan afwenden maar vroeg of laat hyperinflatie over zich afroept.

  7. Correctie: te vroeg oo send gedrukt…

    Er ontbrak een woordje in volgende zin:
    “M.a.w. er is niks met fractional reserve banking of met geldschepping IN EEN VRIJE MARKT”
    Uiteraard moest dit zijn:
    “M.a.w. er is niks mis met fractional reserve banking of met geldschepping IN EEN VRIJE MARKT” (toegevoegd: mis)

Comments are closed.