Als je libertariërs vraagt naar de argumentatie voor hun overtuigingen, verwijzen ze vaak naar natuurrechten. Zo ook op 23 januari, tijdens de eerste module van de opleidingscommissie van de LP: “Grondbeginselen van het libertarisme”. Hieronder leg ik uit waarom deze argumentatie in mijn beleving onjuist is en hoe het kan dat ik mezelf dan toch libertariër noem. Ik verheug mij op de ongetwijfeld verhitte reacties, die in mijn beleving mijn argumentatie bekrachtigen. Laten we vooral blijven voelen.In eerste instantie dacht ik: “Ik zoek gewoon een bestaand artikel dat uitlegt waarom het helemaal niet nodig is om je als libertariër op natuurrechten te beroepen.” Ik heb er helaas geen kunnen vinden. Alleen inconsistente stukken die zich beroepen op een andere moraal die wat mij betreft evenzeer uit de lucht gegrepen is.Voor de goede orde: ik baseer mij in mijn argumentatie op empirisch onderzoek. Dit in tegenstelling tot mensen die in natuurrechten geloven, die zich in mijn beleving baseren op diepgewortelde persoonlijke overtuigingen.Natuurrechten zijn rechten die van nature zijn gegeven en die voor iedereen gelden, ongeacht je culturele achtergrond of nationaliteit. Een recht is iets dat je kunt claimen. De problemen die ik heb met de natuurrechten die libertariërs vaak aanhalen (bijvoorbeeld het recht op soevereiniteit) zit hem niet in het feit dat ik het oneens ben met de wenselijkheid van de beoogde ideale situatie. Ik ben ook voorstander van een situatie waarin ieder mens zelf bepaalt wat hij met zijn lichaam en eigendom doet. Het zit hem erin dat:

  1. Rechten niet van nature gegeven zijn, maar bedacht door mensen. Dit blijkt uit het feit dat er ontzettend veel mensen zijn die de sociale grondrechten zoals die in de Nederlandse Grondwet staan (recht op onderwijs, recht op huisvesting, etc.) ook zien als fundamentele rechten. Rechten die wat hen betreft gelijk staan aan eigendomsrecht en ertegen afgewogen moeten worden.
  2. Een recht impliceert dat je het kunt claimen. Het blijkt uit de praktijk dat dat lang niet altijd het geval is. Het is in mijn beleving accurater om te zeggen dat je vindt dat je iets mag. Zo vinden sommige mensen dat je het recht hebt om wie dan ook te weigeren in een gebouw dat jouw eigendom is, waar anderen vinden dat je dat recht niet hebt, omdat dat discriminatie is. Kennelijk zijn natuurrechten dus niet vanzelfsprekend, zoals Thomas Jefferson beweerde. Als iets vanzelfsprekend is, zoals dat je doodgaat als je geen vocht binnenkrijgt, dan kun je daar niet omheen. Om natuurrechten kun je overduidelijk wel heen.

Nu terug naar de belofte dat ik mijn argumentatie baseer op empirisch onderzoek. Ik beschouw neurowetenschappelijk en biopsychologisch onderzoek als empirisch onderzoek. Wat zeggen de neurowetenschappen over feiten versus waarden in het recht?Lokhorst zegt hierover het volgende:De wetenschap (inclusief de volkspsychologie) beschrijft, verklaart en voorspelt; ze houdt zich bezig met de feiten en mogelijke feiten; maar het recht beoordeelt en veroordeelt. Het recht is een weerslag van onze normen en waarden; het berust in laatste instantie op onze morele en ethische oordelen. Die oordelen hebben betrekking op feiten en daden maar kunnen daar niet uit afgeleid worden omdat ze een belichaming zijn van onze opvattingen en wensen, die niet door de feiten behoeven te worden ingegeven. Ook al doet iedereen aan slavernij, we kunnen de slavernij toch veroordelen. Ook al leven we temidden van moordenaars, we kunnen toch zeggen: ‘gij zult niet doden’. Deze kloof tussen descriptief en normatief taalgebruik heet in de filosofie de ‘is-ought gap’ en wordt al eeuwenlang als onoverbrugbaar gezien.”[1]Nu zou je kunnen zeggen dat Lokhorst het hier over positief recht heeft. Oftewel: het recht zoals neergelegd in wetten door mensen. En waarschijnlijk bedoelt hij dat ook. Maar als libertariërs het hebben over natuurrechten benoemen ze vrijwel zonder uitzondering dat die natuurrechten de waarden zijn waarop ze hun handelen baseren. En waarden zijn niet hetzelfde als feiten. Waarden kun je niet aanwijzen. Ze bestaan niet in fysieke zin, anders dan als een onderdeel van de biochemische configuratie van een individu.Als je van die biochemische definitie van waarden uitgaat, dan is één ding overduidelijk: die biochemische configuratie verschilt van persoon tot persoon. De aanleg is aangeboren en bepaalt grotendeels de mogelijkheden van de hersenen. Binnen die mogelijkheden bepaalt wat je aanleert hoe je hersenen zich binnen die configuratie verder ontwikkelen, mede onder invloed van omgevingsfactoren.Tot zover mijn kritiek op de vanzelfsprekendheid van universele natuurrechten. Ik zou nog een hele reeks andere onderzoeken kunnen aanhalen. Wie daar benieuwd naar is: ga vooral eens op zoek op Google Scholar. Blijft de vraag staan hoe ik dan toch libertariër kan zijn, als ik niet geloof in natuurrechten. Die redenering gaat als volgt.Ik stel persoonlijk sterk prijs op het veilige gevoel dat ik krijg van de gedachte dat niemand mij fysiek geweld wil aandoen en dat iedereen mijn eigendommen met rust laat. Ik geloof dat ik dat veilige gevoel alleen kan krijgen als ik mij ervoor inzet om mensen die van plan zijn om mij of mijn eigendommen fysiek geweld aan te doen op andere gedachten te brengen. En ik vind dat ik het recht heb om mijzelf te verdedigen als iemand mij of mijn eigendom fysiek geweld aan wil doen.Dat heeft met rechten helemaal niets te maken. Ik deel het ideaalbeeld van een libertarische samenleving met de mensen die geloven in natuurrechten (u leest het goed, ik zie dat als een geloof. Sterker nog: als een geloof in iets metafysisch.) Maar voor mij komt dat ideaalbeeld voort uit een persoonlijke voorkeur. Ik word er blij van als ik mij een libertarische samenleving voorstel.En daar komen we wat mij betreft bij een belangrijk manco van veel libertariërs: de meesten gaan uit van de zuivere rede. Oftewel: gevoel zou er niet toe doen in het recht. Terwijl ik zou willen zeggen: de mens is een rationaliserend wezen. Je neemt waar, die waarneming roept een gevoel op. Daarna ga je pas rationaliseren. Je probeert je gevoel te plaatsen.Als wat je waarneemt niet overeenkomt met het beeld dat je hersenen hebben van hoe de wereld zou moeten zijn, ontstaat er cognitieve dissonantie. De natuurlijke neiging van je hersenen is om die op te lossen. Daarvoor zijn er grofweg 2 opties:

  1. Je stelt je beeld van de werkelijkheid bij aan de hand van wat je waarneemt
  2. Je stelt je herinnering aan je waarneming dusdanig bij, dat hij overeenkomt met jouw beeld van de werkelijkheid

Interessant genoeg denken de meeste mensen dat optie 1 vrijwel altijd het geval is, terwijl optie 2 ook veel voorkomt. Optie 2 kost over het algemeen namelijk minder energie dan optie 1. En als mensen de kans krijgen, dan kiezen ze er vrijwel altijd voor om de strategie te kiezen die de minste energie kost.[2]Mensen die in natuurrechten geloven zijn in mijn beleving halsstarrig bezig om feiten bij elkaar te zoeken die hun overtuigingen bevestigen. In de psychologie staat dat bekend als de ‘confirmation bias”: je wilt bevestigd zien waar je in gelooft en daarom negeer je bewijzen van het tegendeel.Mijn conclusie is dat je probleemloos vanuit je gevoel tot het libertarisme kunt komen en dat de rede daar helemaal niet voor nodig is. Mijn libertarische waarden zijn aangeleerd. Niet aangeboren.


[1] Zie Lokhorst, G. J. C. (2008). Hersenen en recht. Geen koninklijke weg. Justitiële Verkenningen34(1), 72-3.
[2] Zie bijvoorbeeld Steeghs, G. H. G. (2017). De overtuigingskracht van een regulatory fit en de samenhang tussen cognitieve dissonantie en weerstand (thesis).
———————————————————
Auteur van dit artikel: Rik Kleinsmit

49 REACTIES

  1. Ik ben het ten dele eens. De definitie Natuurrechten zijn rechten die van nature zijn gegeven en die voor iedereen gelden, ongeacht je culturele achtergrond of nationaliteit zou ik zelf willen nuanceren. Het gaat er volgens mij om dat er een breed gedragen consensus, ofwel een bijna algemene acceptatie, dat het rechtvaardig is, dan wel moreel verantwoord is om bepaalde rechten te claimen. Op deze acceptatie heeft de cultuur enige invloed. Het zijn niet de formeel vastgelegde rechten, het is moreel, het is gebaseerd op “ought”.

    Ik ben soeverein. Rechten claim ik, die worden mij niet door een hogere autoriteit verschaft. En die kan ik dan vervolgens zelf verdedigen of de verdediging uitbesteden. Natuurrechten zijn voor mij rechten waarvan het claimen als natuurlijk moreel juist worden gezien. Door een brede laag van de mensheid. Principes als het niet vermoorden. Grote delen van de mensheid zien het intussen als moreel onjuist om de baby van je buren op de BBQ te leggen en op te peuzelen. Helaas is dit nog niet universeel geaccepteerd, en daarom ook de nuanceringen en culturele verwijzing.

    Het is mogelijk wetenschappelijk onderzoek te doen welke rechten in een gebied als van nature claimbaar zijn. Als er breed gedragen maar conflicterende rechten zijn kan een rationele afweging uitkomst bieden.

    Ik zie het dus genuanceerder dan, ik word geboren met rechten.

    • Je kan net zo goed zeggen dat iedereen wordt geboren zonder rechten. Niemand heeft het recht mij te zeggen wat ik wel of niet mag.

  2. Kortom, natuurrechten zijn voor mij een bruikbaar concept om in een minarchistische samenleving tot congruentie te komen van “ist vs ought”.

  3. Dit artikel is helaas gebaseerd op een aantal onjuiste veronderstellingen. Dat komt de zuiverheid van een discussie omtrent de morele basis van het libertarisme niet ten goede.

    Natuurrechten komen voort uit natuurwetten. Die zijn niet door mensen bedacht, maar worden ons door de natuur opgelegd.

    Daar kan je van proberen af te wijken, maar dat heeft, net als bij iedere andere wet, consequenties.

    Bij menselijke wetten gaat het er dan om of je in staat bent het geweld van de wetshandhaving te weerstaan. De strijd is dan mens tegen mens. Je maakt daarbij in principe een kans.

    Maar bij natuurwetten is het mens tegen de natuur. Aangezien de mens onderdeel uitmaakt van de natuur is zo’n strijd weinig kansrijk. Je zaagt ahw de tak af waar je zelf op zit.

    Pas als mensen hun begrip van het universum en hun technologie zover hebben ontwikkeld, dat zij zich volledig buiten de natuurlijke systemen kunnen plaatsen, zullen zij ook hun eigen wetten kunnen maken en een universum naar eigen idee kunnen creëren. Zover zijn we echter nog lang niet.

    Tot die tijd is en blijft de moraliteit van het libertarisme gebaseerd op de natuurwetten. Het recht op leven en het recht op eigendom komen daar uit voort.
    __________
    The Philosophy of Liberty
    https://youtu.be/M9srplWe_QQ

    • op welke natuurwetten zijn de natuurrechten volgens jou gebaseerd en hoe volgens de natuurrechten uit die natuurwetten?

      • Dat is vrij simpel, Rik,

        Het natuurlijke systeem waarin wij leven werkt eenvoudig, maar zeer effectief. Het zorgt er al bijna 4 miljard jaar voor, dat het leven op aarde behouden blijft.

        De enige taak van een individu daarin is het doorgeven van zijn DNA aan de volgende generatie. De natuur produceert echter altijd veel meer nakomelingen dan er op basis van de beschikbare resources in leven kunnen blijven. Er ontstaat dan met opzet een felle competitie en alleen de beste individuen overleven en planten zich voort. De soort verbetert zich zo continu.

        Het enige doel van een soort is dan ook de beste individuen gelegenheid te geven te overleven en de zwakkeren zo snel mogelijk te laten uitsterven, aangezien deze een onnodige belasting voor de sterkeren vormen. Soorten concurreren daardoor onderling op de beste randvoorwaarden voor individuen om zich voort te planten. De beste soorten komen zo vanzelf bovendrijven en de slechte verdwijnen automatisch. Ecosystemen worden zo sterker en de overlevingskans van het leven op aarde als geheel neemt toe.

        In dit natuurlijke systeem is het zo geregeld, dat ieder individu voor zichzelf opkomt en anderen alleen helpt als het er zelf beter van wordt, zodat er geen resources worden verspilt.

        Omdat mensen over empathisch vermogen beschikken, vindt niemand het prettig om een medemens in de goot te zien creperen. Wij gaan dan graag tegen de natuurwetten in en helpen de zwakkeren. Dat zet echter onvermijdelijk het ontstaan van de supersterke elite die beter is dan de elite van andere soorten op het spel. In de competitie met andere soorten lopen we dan extra risico. Sociaal gedrag zonder dat de soort daar voordeel bij heeft, is dus in wezen zeer asociaal.

        Uit dit natuurlijke systeem volgt, dat ieder individu het recht moet hebben op zijn eigen lichaam, als drager van zijn DNA, en op de resources die hij in competitie heeft verworven om zijn eigen lichaam en die van zijn nakomelingen in stand te kunnen houden, maw het zelfbeschikkingsrecht en het eigendomsrecht zijn natuurlijke rechten die ieder mens bezit.

      • Peter de Jonge,

        ‘Er zit geen plan achter.’

        “Het enige doel van een soort is dan ook de beste individuen gelegenheid te geven te overleven en de zwakkeren zo snel mogelijk te laten uitsterven, aangezien deze een onnodige belasting voor de sterkeren vormen.”

        U brengt veel teveel stellingen die niet zijn bewezen, als bewezen. U gaat ook erg onzorgvuldig om met woorden, en u verwisselt methode met doel. Zo kan ik nog wel even doorgaan.

        Evolutietheorie 101 filosofie ergens opgepikt?

        U krijgt met absolute zekerheid de hoofdprijs voor dogmatisch simplisme.

      • Peter de Jonge,

        “Het enige doel van een soort is dan ook de beste individuen gelegenheid te geven te overleven en de zwakkeren zo snel mogelijk te laten uitsterven, aangezien deze een onnodige belasting voor de sterkeren vormen.”

        De oorspronkelijke terminologie is ‘survival of the fittest’.
        ‘Fittest’ betekent, het meest aangepast aan de situatie. Overigens is die selectie een ‘methode’, methode is geen doel.

        Overigens: in de democratie overleven degenen die het meest middelmatig en corrupt zijn het beste. In een nazi systeem degenen die het meest bruut zijn, in België degenen die het het meest achter hun ellebogen hebben, en in een sociaal democratie degenen die het meest lui zijn, etc.
        Of dat op lange termijn fitte samenlevingen zijn, daar is gerede twijfel over mogelijk.

        Overigens deed het simplistische idee van het overleven van de ‘sterksten’ het ook zeer goed in het nazi systeem, aangezien bruut dogmatisch simplisme daar goed kon overleven.

      • Geef maar aan waarom de stelling, dat het enige doel van het leven op aarde is zo lang mogelijk te overleven en dat dit bereikt wordt door individuen en soorten in een moordend selectieproces met elkaar te laten wedijveren, te simplistisch is.

        De nazis waren watjes vergeleken met de natuur op aarde. Een politiek systeem dat recht doet aan de aard van de natuur zal nog vele malen wreder moeten zijn om de mens als beste soort te laten overleven. Alleen een dergelijk wreed systeem is moreel hoogstaand, want het zorgt ervoor, dat alleen de beste individuen in leven blijven en zich kunnen voortplanten en zo het voortbestaan van de soort garanderen.

    • individuen hebben geen taken. Het handelen van een individu heeft gevolgen. Er zit geen plan achter.
      De natuur produceert niets. Het is een abstract concept. Alleen fysieke entiteiten kunnen iets produceren. De felle competitie kent geen opzet. Het loopt zo. En als een individu zich weet te reproduceren, overleven zijn genen.
      Soorten hebben geen doel. Ze zijn, net als “de natuur” een abstract concept. Alleen dieren kunnen ergens een doel aan toekennen. Ik zou eerder zeggen dat bepaald gedrag kenmerkend is voor een bepaalde soort. En dan alleen omdat dat een praktisch bruikbare manier is om na te denken over het gedrag van fysieke individuen die je tot een soort rekent.
      Wat betreft beste en slechte soorten: iedere soort heeft zijn eigen niche, zijn eigen biotoop / omstandigheden waarop die soort het beste is aangepast. Spencer had het niet voor niets over de survival of the fittest (best passenden).
      Alleen anderen helpen omdat je er zelf beter van wordt is in principe waar, maar het kan wel ontzettend complex werken. Van zich laten kwellen worden masochisten inderdaad geestelijk beter. En is Oost-Azië zien mensen zich als dividu: bestaande bij de gratie van de groep.
      “Sociaal gedrag zonder dat de soort daar voordeel bij heeft” is extreem lastig in te schatten. Dan zou je moeten kunnen voorspellen welke gevolgen allerlei individuele handelingen hebben op de soort op de langere termijn. Bepaald gedrag asociaal noemen is een typisch voorbeeld van een waarde-oordeel in mijn beleving.
      Het natuurlijke systeem dat je beschrijft (dat in mijn beleving het nodige aan bewijsbaarheid te wensen over laat) heeft helemaal geen overduidelijke gevolgen.
      Wat je in mijn beleving in je verhaal gedaan hebt, is jouw cognitieve schema presenteren over “het natuurlijke systeem”. Dat cognitieve schema komt voort uit wat jij in je leven geleerd hebt over hoe dat systeem werkt.
      Maar het zit vol met aannames over doelen en abstracte concepten die tot handelen in staat zouden zijn…

      • @Rik,

        Ik gaf je een systeembeschrijving en hoe de relaties tussen de afzonderlijke onderdelen liggen. Systemen hebben niet perse een bewustzijn of een doel, maar vaakl wel. Zo is ons eigen lichaam een samenwerkingsverband van duizenden miljarden cellen met als enige doel: in leven blijven. Alles wat die cellen doen is daarop gericht. James Lovelock gaf in de jaren 70 zo’n zelfde beschrijving van de hele planeet, die hij Gaia noemde. Hij zag de hele biosfeer als één groot levend wezen waar de mens slechts een onderdeel van is.

        Het punt bij de natuurwetten is, dat een onderdeel van het geheel zich wel afwijkend kan gaan gedragen, net zoals een ziekte het normale functioneren van ons lichaam verstoort, maar dat het systeem dan automatisch deze verstoring zal proberen op te heffen.

        Nogmaals, het is niet slim de tak waar je zelf op zit, af te zagen.

    • @Peter. Empathie is niet per definitie een nutteloze afwijking. Het levert soms voordelen op als soort om in groepen op te trekken. Als empathie de groep bijeenhoudt is het een positieve eigenschap. Sociaal gedrag is dan niet asociaal.

      • @Ratio,

        Het is net zo min nodig om te besluiten je sociaal te gaan gedragen als dat het nodig is te besluiten adem te halen. Als iets noodzakelijk is voor het voortbestaan van de soort dan zal het automatisch gebeuren. Zo niet, dan niet.

      • @Peter, helder, je stelde ook al: Sociaal gedrag zonder dat de soort daar voordeel bij heeft, is dus in wezen zeer asociaal Dat “zonder dat de soort daar voordeel bij heeft” had ik beter moeten lezen.

      • @Ratio,

        Het natuurlijke systeem, dat het leven op aarde al zolang in stand houdt, is een statistisch systeem. Het maximaliseert de overlevingskansen per individu en per soort om het leven op aarde voor langere tijd te garanderen, ondanks voortdurend veranderende leefomstandigheden.

        Het gedraagt zich net zoals een ondernemer, die zijn winst probeert te maximaliseren en zo de overlevingskansen van zijn bedrijf probeert te vergroten.

        Die ondernemer innoveert voortdurend en test de vernieuwde producten en diensten op de veranderende markt. De natuur doet hetzelfde door van zoveel mogelijk individuen het DNA kleine mutaties te laten ondergaan. Net zoals 9 van de 10 innovaties mislukken, falen ook de meeste mutanten. Het is dagelijks een enorm slagveld daarbuiten.

        Maar degenen die overleven zijn beter afgestemd op de markt cq de veranderende natuurlijke omgeving dan de vorige versie en zij planten zich in enorme aantallen voort. Zo verbetert de natuur het leven op aarde voortdurend en vergroot het de eigen overlevingskansen op deze ruimterots.

        Als mensen het beter denken te weten dan dit oude en beproefde systeem en hun eigen regels gaan volgen, dan is de kans groot dat ze zand in de machine gooien. Daarmee zetten ze het overleven van de mens en eventueel ook het voortbestaan van het leven op aarde op het spel.

        Dat is niet alleen asociaal, het is immoreel en in strijd met de heilige status en het zeldzame karakter van het leven in het universum (hoewel dat laatste door exobiologen wordt betwist).

      • Peter de Jong,

        “Die ondernemer innoveert voortdurend en test de vernieuwde producten en diensten op de veranderende markt.”

        Inderdaad, kapitalisme werkt zo goed dat het leidt tot overproductie, en via een door het kapitalisme opgezette industrie van manipulatie, gebaseerd op een zeer intensieve studie van de menselijke psychologie. gericht op het uitbuiten van zwaktes, brengt men decadentie teweeg (obesitas, problemen met fysieke en geestelijke gezondheid, luxe proletarianisme ook wel bekend als consumerisme).
        Het wordt zeer goed ‘getest’ inderdaad, d.w.z. het wordt in de markt gezet door adaptatie teweeg te brengen via intensieve manipulatie technieken. Uiteindelijk een compleet bombardement van manipulatie.

        Er ontstaat dus op termijn het soort kapitalisme dat een hoer is, en via manipulatie, leugens, ‘innovatieve’ trucs, en het uitbuiten van ondeugden haar producten ‘in de markt zet’. Op termijn zullen de ‘sterkeren’ in de samenleving middels het opleggen van superieure normen daar een eind aan moeten maken, om te voorkomen dat de samenleving in zijn geheel degenereerd. In die fase zijn we allang beland.

      • Het kapitalisme werkt volledig op basis van het begeertemotief, en het begeerte motief is een bodemloze put, het kan eindeloos uitgebuit worden, en zo tot degeneratie van de soort leiden.
        Degeneratie begint al met het twintigste-eeuwse libertarisme. Waar klassiek liberalen nog veel inzetten op klassieke normen en cultuur, en rekening hielden met de menselijke natuur, wordt het twintigste-eeuwse libertarisme gedomineerd door technicisme, dogmatische formules, en degeneratief cultureel anarchisme.

      • “Het levert soms voordelen op als soort om in groepen op te trekken.” Gaat het dan om empathie? Of gaat het dan om een deal, een ruil?
        “Als empathie de groep bijeenhoudt is het een positieve eigenschap.” Een groep is zo sterk als de zwakste schakel. Wat als de empathie de zwakste schakel betreft? “Sociaal gedrag is dan niet asociaal.” Maar de groep ondervindt dan wel de lasten van die empathie. Dat lijkt mij asociaal.

    • Beide ‘evolutie-filosofen’ (sarcasme) Rik en Peter de Jonge gaan zich te buiten aan simplismes en dogmatiek waar in wat onbewezen is, bewezen wordt verklaard, methode met doel wordt verwisseld, etc.

  4. Ik vind UPB van Molyneux wel overtuigend. Het gaat er uiteindelijk wat de moraal voor mensen is. Dan kun je niet 2 soorten moraal hebben voor 2 typen mensen: zij die moeten gehoorzamen en zij die gehoorzaamd moeten worden. Kortom in een universele moraal kun je geen plicht tot gehoorzamen of gehoorzaamd worden door andere mensen verwerken. Het splits de moraal naar een verschillende moraal voor 1 groep mensen van die van een andere. Terwijl er geen objectieve wetenschappelijke redenen zijn waarom iemand tot de gehoorzamers behoort of tot de gehoorzaamden.
    Zodra je moraal geen gehoorzamers en gehoorzaamden heeft, heb je geen heersers en onderdanen meer.
    (Je kunt vanzelfsprekend een recht dat je niet hebt ook niet democratisch delegeren)

    • Terwijl er geen objectieve wetenschappelijke redenen zijn waarom iemand tot de gehoorzamers behoort Klopt dit wel? Mensen hebben persoonlijkheidskenmerken en een wellicht genetische predispositie om tot de leiders te willen behoren?

    • Of het moreel correct is, dat de ene mens de andere mens dwingt te gehoorzamen, wordt bepaald door het recht op eigendom en het recht op zelfbeschikking.

      De eigenaar is altijd degene die het alleenrecht heeft om te bepalen wat er met zijn eigendom gebeurt.

      Ieder individu is enig eigenaar van zijn lichaam en dus ook de enige die kan beslissen wat daarmee gebeurt. Anderen hebben daar niets over te zeggen.

      Als een eigenaar een stuk grond bezit of een pand, dan is hij degene die kan bepalen hoe iedereen die zich op die grond of in dat pand bevindt, zich moet gedragen. Is men het daar niet mee eens dan dient men te vertrekken.

      Meestal zullen die huisregels kenbaar zijn gemaakt, voordat mensen het stuk grond of het pand hebben betreden. Zij bevinden zich er dus uit vrije wil en stemmen in met de hen opgelegde voorwaarden.

      Hebben zij er echter niet vrijwillig mee ingestemd, bijvoorbeeld omdat hun ouders hen in het pand of op die grond geboren hebben laten worden, dan zijn de ouders verantwoordelijk voor de situatie van overmacht, niet de eigenaar. De eigenaar heeft dan het recht gehoorzaamheid te eisen. Dat recht houdt echter op bij de voordeur, want daarbuiten is hij geen eigenaar meer en heeft een andere grondbezitter recht van spreken over wat anderen met zijn eigendom doen.

      Dus voor iedereen die zich in zo’n ongewenste situatie van overmacht bevindt, is de enige moreel juiste oplossing het pand of het grondstuk te verlaten.

      Deze moraliteit maakt libertarische kritiek op wetten en regels van een overheid, zoals belastingheffing, dus onjuist als die overheid een zaakgelastigde van de grondeigenaren van een staat is. Ik twijfel daaraan, maar ik sluit het ook niet uit.

      • “Als een eigenaar een stuk grond bezit of een pand, dan is hij degene die kan bepalen hoe iedereen die zich op die grond of in dat pand bevindt, zich moet gedragen.”

        Een eigenaar gaat niet tot in detail bepalen en beschrijven hoe iemand zich moet gedragen. Dat zou nogal potsierlijk zijn, dat je overal eerst een handleiding moet lezen over hoe je je moet gedragen, en dan jezelf dat gedrag aanleren. Of dat er overal bordjes en instructies staan, doe zus, doe zo, en doe dit niet, en dat wel.
        Die eigenaar zal zich grotendeels moeten schikken naar de normen van de tijd, of anders in isolement moeten leven. Bovendien zal hij zich moeten schikken naar de macht van wetgevers die boven hem gesteld zijn. Al met al blijft er dus zeer weinig individuele speelruimte over.

        Dus, theoretisch klinkt het allemaal leuk, de praktijk is anders.

      • Het gaat er niet om wat eeen eigenaar doet, het gaat er om waar hij toe is gerechtigd.

        In een vrije samenleving bepaalt de markt welke voorwaarden eigenaren aan het gebruik van hun eigendom kunnen stellen. Als een bioscoopeigenaar alle bezoekers van de nieuwste Avatar verplicht om blauwe veters te dragen, vanwege de sfeer, dan zal iedereen die de film graag wil zien en daar geen bezwaar tegen heeft daaraan voldoen.

        Maar als een concurrerende bioscoop die voorwaarde niet stelt en het publiek ook zonder blauwe veters tevreden is over de sfeer dan bestaat de kans, dat de eerste bioscoopeigenaar zijn eis laat vallen.

        Het centrale punt is, dat het alleen de eigenaar is, die bepaalt wat er met zijn eigendom gebeurt.

        Wetgeving is niets anders dan dat de grondeigenaar mag bepalen hoe mensen zich op zijn grond moeten gedragen. Dus als de bioscoopeigenaar tevens eigenaar is van de grond gelden ook buiten de bioscoop en binnen zijn grondstuk zijn regels.

    • ieder mens heeft zijn eigen moraal. Wat iemand in staat is te bevatten is in de basis genetisch bepaald. Hoe die moraal vervolgens vorm krijgt is afhankelijk van omgevingsfactoren.

  5. “Kennelijk zijn natuurrechten dus niet vanzelfsprekend”

    In de filosofie van het subjectivisme ontkent men het bestaan van dat wat voor de meeste mensen ‘vanzelfsprekend’ is, dat is: dat er een objectieve realiteit bestaat. Sommige filosofen vroegen zich af ‘als er een tak valt in een bos, en er is dan niemand aanwezig, produceert dat vallen dan een geluid?’.
    Het denken kan dus alles wat vanzelfsprekend is afwijzen. Dat het denkvermogen daartoe in staat is zegt niets over de realiteit.
    Het is dus mogelijk om zelfs de meest vanzelfsprekende dingen te ontkennen, als dat dan een reden is om dat wat vanzelfsprekend is te schrappen, dan kunnen we alles wel schrappen.

    “Als iets vanzelfsprekend is, zoals dat je doodgaat als je geen vocht binnenkrijgt”

    Het is vanzelfsprekend, dat als iemand bij geboorte in een dwangbuis wordt gestopt, in een isolatiekamer, en hij wordt kunstmatig gevoed, en heeft geen kans om zichzelf te ontwikkelen, en zichzelf te bedruipen, zin wil uit te oefenen, zichzelf te disciplineren, dat die persoon dan eindigt als een gedegenereerd wezen dat niet in staat is om voor zichzelf te zorgen. Dus de natuurlijke rechten hebben te maken met exercitie en ontwikkeling van functies, die vanzelfsprekend nodig zijn voor het leven, en voor ontwikkeling. Dat is wel degelijk wetenschap, in de basis vanzelfsprekend, en het kan nog uitgebreid worden met heel veel nieuwe wetenschap.

    • “En waarden zijn niet hetzelfde als feiten. Waarden kun je niet aanwijzen. Ze bestaan niet in fysieke zin,”

      De waarde van vrijheid, in de zin van de vrijheid moeten hebben om functies te ontwikkelen, om fysieke, emotionele en mentale degeneratie te voorkomen, is gegrond in feiten, feiten die kunnen worden bewezen op fysiek, emotioneel, en mentaal gebied.
      Het ‘use it or loose it principe’ is daarom ook één van de belangrijkste principes van de klassiek liberale filosofie, in het geval van de klassiek liberaal zelfs al gebaseerd op evolutie theorie. Dat laatste is op zichzelf weer gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.
      Het is dan alleen de vraag welke functies broodnodig zijn, en welke zonder schade kunnen degenereren, om plaats te maken voor andere functies (waarvoor vrijheid moet zijn).
      In principe is dit allemaal in eerste instantie vanzelfsprekend, onderdeel van de ervaring van de mensheid, maar middels wetenschap kan het nog verder gedetailleerd worden onderzocht en bevestigd.

      Het recht op een zekere vrijheid is dus het recht op individuele expressie, gebaseerd op een feitelijke noodzaak, ter voorkoming van algehele degeneratie die de langzame en vroegtijdig dood van een individu, samenleving en cultuur veroorzaakt.

      • Om te komen van fysieke feiten tot waarden vraagt nu juist om het koppelen van een waarde-oordeel aan fysieke gebeurtenissen. De waarden zijn niet inherent aan die fysieke gebeurtenissen. Iemand kent die waarde er aan toe.
        Overigens zie ik het klassiek liberalisme niet als stroming binnen het libertarisme.

    • In de natuur wordt een pasgeboren dier na een periode van noodzakelijke pampering en onvrijheid de vrijheid ingestuurd, om zo het noodzakelijke voor zich zelf zorgen verder te ontwikkelen. Als dat niet het geval zou zijn, dan zou het snel afgelopen zijn.
      In het geval van de menselijke samenleving is het simpelweg noodzakelijk om dat wat evident is te ondersteunen middels theorieën, aangezien de mens de neiging heeft om de andere mens van zijn noodzakelijke vrijheid te beroven, en buiten dat komt hij vaak zo en zo in de clinch met zijn medemens vanwege gelimiteerde bronnen die men nodig heeft voor de ontwikkeling. Bij de mens is ook nog sprake van een geestelijke component, zonder geestelijke vrijheid ontstaat er een een stagnerende en degenererende samenleving.

      • De natuurrechten zijn nodig voor een bepaald soort leven, met een bepaald soort ontwikkeling. De natuur kent geen moraal. Die is wat ze is.

      • Ik proef hierin een wat curieuze interpretatie van evolutie. Zoals ik hierboven ook zei: de natuur kent geen moraal. Evolutie ook niet. De soorten die duurzaam in staat zijn om zich te reproduceren overleven. Dat kan op allerlei manieren. Zo zijn er blinde amfibieën die in donkere grotten overleven op bijzonder weinig eten. Er zijn planten die eens in de tig jaar bloeien. Er is wat dat betreft maar weinig noodzakelijk.

      • Ik zal hier later op reageren, maar ik kan alvast zeggen dat u drie keer het woord ‘moraal’ gebruikt, waar ik het nul keer gebruik, en ook geen toespelingen op moraal maak. Mijn argumenten zijn puur technisch/functioneel. Dus ik zie niet in waarom de moraal er bij wordt gehaald, in de zin dat ‘de natuur geen moraal kent’.

      • Rik Kleinsmit,

        Twee stellingen:

        Er is vrijheid nodig om de functies die op een x moment in evolutie noodzakelijk zijn voor het voortbestaan van de soort optimaal fit te houden.
        Er is vrijheid voor nodig om de evolutie van een soort mogelijk te maken.

        Zoals u zegt, de natuur is wat zij is, maar de natuur is duidelijk niet statisch, ze is dynamisch, hoe traag dat ook gaat. En de mens is duidelijk een soort in de natuur die nog veel dynamischer is.

        Stel je voor dat er onder die blinde amfibieën individuen zouden opstaan die claimen leidinggevend te moeten zijn, en die verbieden de andere blinde amfibieën het uitoefenen van zeer fundamentele taken. Dan zou dat dus leiden tot de degeneratie van de soort. Het verzwakken en verdwijnen van functies.

        Stel je voor dat er onder de blinde amfibieën een neiging zou zijn, hoe zwak dan ook, om het dieet wat aan te passen. Stel je voor dat die neiging er toe zou leiden dat ze eten gaan zoeken daar waar meer licht is, en ze dus langzaamaan functies ontwikkelen om licht slim te gebruiken. Daar is dus evolutie, die niet mogelijk is zonder een zekere mate van vrijheid.

        Overigens is de richting van evolutie van incoherente homogeniteit naar coherente heterogeniteit.
        Coherente heterogeniteit impliceert dat individuen zich specialiseren, coherent betekent een toenemende samenwerking, en afhankelijkheid van samenwerking. Om die toenemende coherentie en heterogeniteit te bewerkstelligen is vrijheid nodig. Vrijheid o.a. om zelf te beslissen waarin men specialiseert, in het geval van de menselijke soort, tot op het niveau van gespecialiseerde individuen. Zelfs de vrijheid om zelf te beslissen welke functies men veronachtzaamt, en dus laat degenereren, in zoverre behoud van de soort dat toestaat.

        De minimaliteit waaraan u refereert zijn uitzonderingen. Uitzonderingen die hoogsten de regel bevestigen. De trend in de natuur, zelfs in de hele cosmos, is die van continue aanpassing, toenemende complexiteit en specialisering.

    • De natuurrechten zijn nodig voor een bepaald soort leven, met een bepaald soort ontwikkeling. De natuur kent geen moraal. Die is wat ze is.

      • Het is juist zaak die moraal discussie erbuiten te laten, en de zaak vanuit een evolutionair en functioneel aspect te bekijken.
        Overigen is de interpretatie afgeleid van de theorie van evolutie van de filosoof en klassiek liberaal Herbert Spencer, de eerste evolutiefilosoof, al voor Darwin.

  6. Ik ben libertarier omdat er al genoeg fascisten zijn.

    Geeft veel leukere discussies dan een betoog over natuurrechten.

    • Hier heb je wel een punt Hijseenberg

      Er zijn al zoveel autoritaire mensen. Daarom is het goed als mensen vasthouden aan hun libertarische of anarchistische idealen. Hou je poot stijf

  7. De mens kent maar één belang dat is “eigenbelang”! Maslov geeft aan dat er minimaal 7 mensen nodig zijn om te overleven. De groep kiest de sterkste/slimste als leider welke de groep dient te beschermen.
    Simpel gezegd geld dit ook voor de “groep” Nederland! Moraal, altruïsme, nobelheid…etc zijn illusies welke zijn gecreëerd door de leiders. Ergo ieder wordt gedreven door eigenbelang en/of angst.

    • Simplismes hebben regelmatig hoogtij op vrijspreker.
      Voordat het statisme en socialisme de mens ging betuttelen waren er tal van ontwikkelingen gebaseerd op filantropie, en buiten dat, patronage.
      De mens is een complex wezen die door een veelvoud aan motieven wordt gedreven. Dat motief x domineert zegt niet dat dat alles is.
      Wat wel zo is dat ‘moraal’ in de meeste gevallen wordt gebruikt om de ander eronder te houden en de ander zijn wil op te dringen. Dus als iemand over moraal spreekt, dan moet je op je hoede zijn.

      • Het doet helemaal niet ter zake waardoor de mens wordt gedreven. Zodra hij afwijkt van het natuurlijke gedrag verzwakt hij zijn eigen positie. Nogmaals, het is niet verstandig de tak af te zagen waar je zelf op zit.

  8. @Rik: is dit geen semantisch verhaal? Definieer eens wat “een recht” is. Vervolgens: wat is een natuurrecht?

    • Dat is simpel. Een recht is een set van regels die voor een bepaald individu gelden. Het individu kan daar dan aanspraak op maken als hem dit recht wordt ontzegd. Die regels kunnen door mensen zijn bedacht en gehandhaafd, maar ze kunnen ook door de natuurlijke omgeving worden opgelegd.

      Zo is het recht op vrije meningsuiting door mensen bedacht, omdat ze er allemaal voordeel bij denken te hebben als mensen vrij hun mening kunnen geven over een bepaald onderwerp.

      Het recht op leven is een natuurrecht. Alle levensvormen proberen in leven te blijven. De natuur biedt ze daarvoor de mogelijkheid. Als je het recht op leven wordt ontzegd, kan je dit recht claimen en jezelf verdedigen.

  9. Een recht is een mentaal concept, bedacht door mensen, dat met wederzijdse toestemming uitwisselbaar is van individu op individu. Indien men vervolgens bij het ontstaan van een potentieel conflict tussen individuen tot een rechtsgeldige conclusie wil kunnen komen waarbij aantoonbaar gemaakt kan worden wie er dader en wie er slachtoffer is, dan doet men er goed aan om deze wederzijdse toestemming contractueel vast te leggen zodat hier een rechtsgeldige claim aan kan worden verbonden.

    Dit is de enige manier waarop een recht gerechtvaardigd kan worden zonder hier een waardeoordeel aan te vellen.

    De natuur is het decor waarin de mens opereert, ieder mens is amoreel geboren.
    Er zijn geen rechten binnen de natuur behalve het recht van de sterktste. Dit alles zijn feitelijke cognitieve redenaties en observaties die corresponderen met de werkelijkheid, alle toevoeging van welke rechten afgeleid zouden zijn van natuurwetten bevinden zich in de “ought/value” categorie en zijn onderhevig aan een preferentie naar een bepaalde uitkomst. Om vervolgens op deze basis een objectieve moraal te kunnen rechtvaardigen neigt naar een arbitraire en subjectieve consequentie ethiek.

    Je recht op leven stopt waneer je je als enige mens op een eiland bevindt en van kou en hongersnood omkomt, of waneer een leeuw besluit dat jij zijn avondmaaltijd wordt.

    Rechten kunnen alleen maar mogelijk zijn binnen een sociale context en alleen tussen mensen die er bewust voor kiezen om de “state of nature” te willen ontsteigen en wensen om naar ratio deze wederzijdse manier van handelen met elkaar uit te wisselen.

    • Contractafspraken zijn handig als je misverstanden wil voorkomen. Voor natuurrechten zijn ze niet nodig. De mens is een onderdeel van de natuur en kan zich daar (nog) niet aan onttrekken, hoe graag mensen ook in een in hun ogen meer beschaafde omgeving zouden leven.

      Dat je elkaar niet vermoord, hoef je niet in een contract vast te leggen. Het is een natuurwet bij sociale soorten. Als sociale individuen tegen soortgenoten net zo agressief zouden zijn als solitaire soorten, dan zouden ze gauw hun concurrentievoordeel verliezen en uitsterven.

  10. Recht wordt je altijd gegeven

    Je hebt van jezelf geen recht. Net als dat je naakt in de wereld komt en kleding krijgt van je omgeving

    Waarmee ik niet zeg dat ik tegen rechten ben. Maar ze zijn altijd voorwaardelijk en situationeel

    Een orde, geeft je rechten en plichten. Dat geld voor een statistische en een libertaire/anarchistische orde. Voor de orde die je vrijwillig betreed en die je opgelegd is

    Rechten worden afgedwongen met macht/kracht. Een land heeft iets aan haar recht op soevereiniteit, omdat zij wapens heeft. Anders is het een tandeloze tijger

    • Nee, het recht van de sterkste (de vorming van een superieure elite) en het recht op vrije interactie (sociale en economische samenwerking) worden je niet gegeven maar opgelegd. Als je er geen gebruik van maakt, sterf je uit.

      Mensen kunnen nog zoveel gedrag bedenken, dat beschaafder is dan leven volgens natuurrecht, maar uiteindelijk leggen ze het altijd af.

      Het is ook zeer aanmatigend te denken, dat je iets beters hebt bedacht dan een systeem dat al miljarden jaren zijn effectiviteit heeft bewezen.

Comments are closed.